By gsorsnoi | April 11, 2020 - 9:17 am - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: An de Gang

Functie: Teamleider Drukkerij Tycoon Newspaper.
Andere namen: Nog geen.
Oorsprong naam: Haar voor- en achternaam samen vormen met één letter verschil de uitspraak ‘aan de gang’, wat in betekenis gelijk kan worden gesteld met ‘aan de bak’ of ‘aan de slag’. De uitspraak zegt veel over haar karakter aangezien An het type is dat van aanpakken en niet van lapzwansen en luie donders houdt.
Modelpersoon: Helena Bonham Carter
Eerste oer-artikel: Geen
Eerste online-artikel: Gekalibreerde gedrochten (11): Vliegangst
Uitspraken:
“Ah, cut the crap!”, “Kom op. Chop, chop. Wie gaat er mee?” en “Maak je niet zo druk over die ene kabouter, Katharina. Er lopen nog zat andere Edjes ro-“. Allen zijn dit uitspraken uit Gekalibreerde gedrochten (11): Vliegangst (nog niet gepubliceerd). Al zou “Praatjes vullen geen gaatjes” ook prima een uitspraak van haar kunnen zijn.

Een excuus voor Bonham Carter

Wijdbeens in barokke creaties als hoerenmadam in ‘The Lone Ranger’ of flamboyant, drankzuchtig en zich grof misdragend als prinses Margaret in ‘The Crown’, het kan soms bijna niet flatteuzer bij deze actrice die de modelpersoon vormt voor ons karakter in deze editie van ‘Een portret van…’ In haar rollen altijd ongepolijst en immer vol zelfmedelijden. We hebben het natuurlijk over Helena Bonham Carter, de ex van de regisseur Tim Burton en de vaste medespeelster van de alom bekende Johnny Depp.

Toen ik eens een wel heel flink blik met personages opentrok in alweer het elfde hoofdstuk van mijn boek ‘Gekalibreerde gedrochten’ voelde ik dat ik behoefte had aan een heerlijk ongenuanceerd en een tegelijkertijd totaal niet te peilen persoonlijkheid. Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik vooral een excuus zocht om Bonham Carter als modelpersoon aan iemand te kunnen toewijzen, dan dat ik al een personage in mijn hoofd had waar ik nog een figuurlijke pasdame voor zocht. Dwars, geregeld dronken, overspelig en een tikje excentriek, zijn wellicht niet de eerste overeenkomsten die je tussen de gespeelde rollen van Bonham Carter en An de Gang zou zoeken, maar ik sluit niets uit in de toekomstige ontwikkeling van dit bijzondere personeelslid van de Tycoon Newspaper.
In het begin moest ik heel even wennen aan Bonham Carter, toen ik haar bij haar eerste optredens op het witte doek naast Depp zag schitteren. Het is een beetje hetzelfde effect wat ik heb ervaren met onze Nederlandse tv-persoonlijkheid Gordon. Nu zijn deze twee bekendheden totaal niet met elkaar te vergelijken, behalve dan dat zij er bij mij voor hebben gezorgd dat ik eerst echt dacht van ‘tja, wat vind ik eigenlijk van je?’ En wat dit vaak bij mij oplevert is dat ik de verschijning van zo iemand dan geleidelijk juist steeds meer ga waarderen. Zo was het dus ook met deze meesteres van de stoïcijnse blikken. Want dat is ze! En precies dat maakt dat ik graag naar de films kijkt waar zij (en dan dus ook vaak Johnny Depp) in speelt. De karikatuur die zij kan maken van compleet onverschillig lijken in situaties die een mens juist moest aangrijpen (denk maar aan diverse scènes uit de films ‘Sweeney Todd: The Demon Barber of Fleet Street’ en ‘Dark Shadows’) maken dat ik een heerlijke avond voor de buis heb. Dat is natuurlijk ook nogal mijn dingetje; ik hou van goed neergezette karikaturen.

Rillingen over je lijf

Zo kwam het dus dat ik deze mevrouw ‘klittenbos-meets-suikerspin’ al op de plank klaar had liggen (om er nog maar even een lekker plat beeld bij te krijgen) toen ik voor de grote vergadering in Gekalibreerde gedrochten (11): Vliegangst een zorgvuldige selectie van personages aan het voorbereiden was. En An de Gang mocht van mij niet zo’n typetje zijn waar je één keer even iets van hoort en daarna nooit meer. Voor haar zie ik echt nog wel een interessante toekomst bij de verhalen rondom de Tycoon Newspaper (zie verderop het kopje ‘Verhaallijn(en)’). Zij moest het toneel pakken, in al haar nonchalance en schijnstoffigheid. An is het stille element in het verhaal die voortdurend iedereen totaal onopvallend aan het observeren is om dan als een complete verrassing iets geks te doet of een bepaalde opmerking maakt waar iedereen door stil valt, zodat de aandacht ineens op haar gericht is.
En hier komen we precies bij de gelijkenis die An dan weer met mij heeft, want ook An is niet voor niets een stemmetje van me (hoeveel heb ik er al?). Net zoals An kan ik, vóóral bij vergaderingen, een volledig onzichtbaar wandportret zijn die echt wel al het geneuzel in een vergadering in zich opneemt, maar strategisch mijn moment afwacht tot ik een gaatje zie waar ik dan een rake opmerking kan plaatsen of ineens met een (hoop ik dan) goed idee kan komen.
Niemand anders, in mijn optiek, is zo’n rol in het Rijk van WSNOI zo perfect op het lijf geschreven dan An de Gang.
Mijn nu al favoriete fragment is wanneer er tijdens de vergadering in Gekalibreerde gedrochten (11): Vliegangst een vette spin over de Vlammentafel loopt. De spin haalt Ko Mentator uit zijn betoog en zorgt ervoor dat iedere aanwezige even niet meer met zijn of haar gedachte bij de besproken kwestie is. Zorgeloos en gevoelloos als ze is, ramt An de Gang de rode pen waarmee ze al die tijd onverstoorbaar aantekeningen mee heeft zitten maken, door het lijf van spin. Het arme achtpotige beest is op slag dood en wordt vrijwel in dezelfde beweging door An door de vergaderzaal en door de open deuren naar buiten geworpen. En voor wie dit deel van de scène nog niet gruwelijk genoeg is, likt ze vervolgens met haar tong langs de besmeurde kant van de pen en gaat ze weer vrolijk verder met aantekeningen zitten maken. Precies zo mag ik An graag zien.

Verderop in de vertelling van hetzelfde hoofdstuk schiet ze ook nog even flink uit haar vel. En daarmee krijgen we een hele andere echte ‘Bonham Carter’-kant van haar te zien. Maar dit is juist meteen ook het meest kenmerkende aan ons TN-personage An de Gang: de vrouw die van aanpakken houdt en erg allergisch is voor getreuzel en gekeuvel. Wederom is het Ko Mentator die haar in de scène vooraf gaat, maar ditmaal is hij ook de aanleiding van haar optreden. Ko en An zijn twee hele duidelijke tegenpolen. Ko kan oeverloos uitweiden, op een bevlogen wijze hele verhalen maken en hij kan ook heel goed niet of niet meteen tot zijn punt komen. En juist op die momenten haalt hij het bloed onder Ans nagels vandaan en krijg je van An een ‘tante Sidonia’-uitbarsting waar je ‘U’ tegen zegt.

Kortom: An de Gang is een typetje waar je nog alle kanten mee op kan, maar ze is er ook het personage naar die je allerlei onverwachte dingen kunt laten doen. Wie Bonham Carter in haar rollen een beetje kent, zal mij hier begrijpen.

Overige kenmerken van An de Gang:

  • Heeft een dik Brits accent.
  • Kan erg onverschillig overkomen of de rust zelve zijn, maar is soms ook een enorm heethoofd (net zoals de Hartenkoningin uit Alice in Wonderland).
  • An is als teamleider van de Drukkerij van de Tycoon Newspaper ook de leidinggevende van Anna Falbeet.
  • Ze ergert zich kapot aan ‘die kabouter’ (Ed Cetera). Veel TN-leden doen dat, maar An kan er helemaal wat van.
  • Kornelis smult wel van An en begint steeds meer een oogje op haar te krijgen.

Verhaallijn(en)

Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.

( Let op! Bevat plotspoilers! )

Veel concrete ideeën heb ik nog niet met An, maar zeker is dat ik haar in de GG-vertelling nog wel één of meerdere keren laat terugkomen. Twee ideetjes:

  • Uiteindelijk zal er in de GG tegen monsters gevochten moeten worden. En dan niet zomaar tegen één monstertje, maar bij voorkeur een epische slag tussen de mens (TN-personages) en zoveel mogelijk monsters bij elkaar. An zou zich hier kunnen ontpoppen tot een soort Jeanne d’Arc- of Kenau-achtige verschijning die de TN-medewerkers leidt in dit gevecht.
  • Een heel klein kansje is dat ik An en Kornelis ergens in de GG, op een zo onverwacht mogelijk moment, ergens in het redactiegebouw met elkaar laat vrijen. In een bezemkast zoals waar in Gekalibreerde gedrochten (11): Vliegangst Ed Cetera in verstopt bleek te zitten bijvoorbeeld. Uiteraard wordt dit door één van de hoofdkarakters ontdekt en waar Kornelis helemaal los gaat, zal An juist met hem vrijen alsof de seks haar compleet koud laat.

TN-artikelen waar An de Gang  in voorkomt:

STEM OP HET VOLGENDE PORTRET!

Even als met het voorgaande ‘Een portret van…’ trakteer ik jullie wederom op de mogelijkheid om jullie zelf over het volgende portret te laten beslissen.

Voor de volgende editie kunnen jullie bepalen over wie ik een portret zal schrijven. Je mag stemmen op de volgende personages:

  1. Victor Anished
  2. Johannes Ijzerdraat
  3. Christel Cleybroek

Het stemmen werkt zo:

  • Jouw absolute voorkeur geef je 5 punten.
  • Hij of zij waar je ook tevreden mee bent 3 punten.
  • Wie nog wel even kan wachten geef je 1 punt.
  • Jouw stem telt alleen indien je een totaal van 9 punten hebt uitgedeeld.
  • Je kunt stemmen tot precies 1 maand na het verschijnen van dit portret (11-05-2020 is dus de laatste stemmogelijkheid)

Let op met op wie je stemt want:

  • Na de volgende twee portretten kun je in elk geval weer op het personage stemmen die als tweede eindigt. Lees: het eerstvolgende en daarop volgende portret wordt dit personage niet als keuze aangeboden.
  • Het personage met de minste stemmen komt op z’n vroegste over drie portretten pas terug.
  • Op wie je stemt kan ook invloed hebben op de sterren die je kunt verdienen met de actie hieronder.

Je kunt met het stemmen zelf niets winnen.

RAAD HET MODELPERSOON EN WIN STERREN!

Ook nieuw vanaf het komende portret is het winnen van sterren door te gokken wie ik als modelpersoon voor mijn personages hanteer. Kijk op de pagina met redactieleden om te ontdekken hoeveel sterren je per personage kunt verdienen en geef hieronder bij de commentaren door wie jij denkt wie de modelpersonen zijn. Vermeld dus bij iedere stem wie het modelpersoon van jouw keuze is. Let op: per karakter mag je maar één keer gokken.

EXTRA: Is jouw 5 punten-stem het eerstvolgende portret én je hebt het modelpersoon correct geraden? Dan verdien je een extra cheque van 500 sterren!

By gsorsnoi | December 30, 2019 - 11:48 am - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands, WSNOI

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: Tinus Icket

Functie: Buitenlandspecialist.
Andere namen: Reizende reporter.
Oorsprong naam: Tezamen met de ‘T’ uit Tinus vormen dat en zijn achternaam samen het woord ‘ticket’, wat natuurlijk verbonden is aan zijn bestaan als reizende reporter.
Modelpersoon: Dan Dreiberg (gespeeld door Patrick Wilson in Watchmen)
Eerste oer-artikel: De Voorbijwandelaar
Eerste online-artikel: De Voorbijwandelaar
Uitspraken:
“Let u bij het verlaten van het toestel op uw eigendommen?” Mijn Peter Parker-onhandigheden (3): Het witte bloesje
“Bedankt dat je weer eens de kastanjes voor me uit het vuur hebt gehaald.” Raining Chestnuts

Meeste artikelen geschreven uit eigen persoonlijke ervaring

Er is wel vaker opgemerkt dat als er iemand model zou moeten hebben gestaan voor het karakter Tinus Icket dan zou ik dat zelf moeten zijn geweest. Die gedachte is natuurlijk ook wel erg begrijpelijk en zeker als je bedenkt dat het gros van alle artikelen die uit Tinus’ pen komen vrijwel altijd één op één verslagen zijn van zaken die ik zelf dagelijks beleef. Mensen die mij een beetje beter dan goed kennen, zullen nu misschien wel direct aan ‘Mijn Peter Parker Onhandigheden’ (MPPO) denken, maar voorgenoemde verklaring is zeker niet alleen op die stuntelige ervaringen van mij gebaseerd. Van alle personages op de Tycoon Newspaper vertoont Tinus misschien wel de meeste uitvergrote karaktereigenschappen van mijzelf. Dat heeft er deels mee te maken dat Tinus één van de eerste alterego’s was die ik in 1999 verzon, maar die overeenkomsten laten zich ook voor een groot deel verklaren doordat ik mijn persoonlijk ervaringen zo goed in zijn personage kwijt kon (en kan). We spreken hier over een tijd waarin Karel Riemelneel, Kornelis Oflook, Wilburt Eerman en Achmed Liën de enige andere mannelijke personages waren die naast Tinus het levenslicht zagen. En hoewel ons warhoofd Achmed toch ook wel griezelig veel op mij lijkt, heb ik mijzelf altijd beter kunnen spiegelen met deze reizende reporter. Wat ook zeker meespeelt is dat ik liever Tinus zou willen zijn dan Achmed.
Echt? Moet ik dat nog uitleggen? Je zou het een beetje kunnen vergelijken met de vraag of je liever de knappe held van 1 meter 90 met opaalgroene ogen uit een van de veel gelezen avonturenromans zou willen spelen of toch liever de wat meer kluizenaarachtige vreemde snuiter die zich ergens in een zolderkamertje (of Grote Bibliotheek) verstopt om uren achtereen aan rare verhalen te schrijven… Hiermee bedoel ik natuurlijk niet dat ik Tinus ooit voorgenoemde uiterlijke kenmerken heb aangemeten, maar je begrijpt het idee wel.

Het is om die reden dat Tinus zich heeft ontwikkeld als de persoon aan wie ik het eenvoudigst mijn persoonlijke ervaringen toedicht. Hij vertegenwoordigt de persoon die ik zou willen zijn, maar ook Tinus worstelt met zijn eigen onvolkomenheden in het leven en deelt ook een aantal van mijn persoonlijke ambities. Heb ik een kort lontje? Dan heeft hij deze ook. Ben ik verliefd? Dan geldt voor hem hetzelfde. Dit alles bij elkaar is nog steeds slechts een kleine greep uit onze gelijkenissen. Al deze ontwikkelingen hebben het voor mij ook eenvoudiger gemaakt om hem deels het leven te laten leven alsof dit het mijne was. De relatie met Jenny, de kinderen die uit onze liefde zijn voortgekomen, de eigen reizen rond de wereld die we samen hebben gemaakt… ik heb het allemaal aan Tinus toegedicht alsof hij dit zelf zo beleeft. Niemand staat dichter bij mij dan Tinus.

En toch… ben ik niet zijn modelpersoon…

Eerste echte kennismaking in GG-hoofdstuk ‘Lang voordat ik grijs werd’

Wie de Tycoon Newspaper al een tijdje volgt zal het volgende ook zijn opgevallen: Tinus is er altijd. Daarmee bedoel ik niet dat hij in elk verhaal optreedt, maar eerder in de zin dat hij de stabiele factor is, de man op de achtergrond waarvan je er altijd vanuit kunt gaan dat hij voor het evenwicht zorgt. Goedbeschouwd zijn alle andere personages in de vaste groep die deel uitmaken van de Tycoon Newspaper figuren waar voortdurend de aandacht op gevestigd is (mits het geen artikelen of verhalen zijn waarin Tinus zelf de hoofdrol speelt natuurlijk). Stuk voor stuk zijn het op een podium gezette karikaturen die het grootste deel van de schijnwerpers opeisen. Tinus heb ik altijd meer gezien als een ‘verteller’ en het geweten van de rest. Zo is hij bijvoorbeeld ook de persoon in ‘Gekalibreerde gedrochten’ met de witte jurk, de vleugels en het aureool die Achmed controleert en hem de goede dingen influistert. Heel prominent komen die eigenschappen nu nog niet in het verhaal naar voren, maar gedurende de vertelling maakt de lezer ook kennis met de tegenhanger van Tinus en zal Tinus zijn rol steeds duidelijker gaan invullen.
Het kon natuurlijk niet missen dat ik net als alle anderen van de in 1999 bedachte personages ook Tinus meteen in hoofdstuk 1 van de GG aan de lezer wilde voorstellen. Het is meteen duidelijk dat Tinus de leidersrol pakt in de afwezigheid van de leidinggevende van de groep (Victor Anished) en de eindredacteur (ikzelf). Deze plek neemt hij als vanzelf in. De lezer zal dit voor het eerst opmerken zodra Achmed op de afdeling wordt voorgesteld. Hij neemt Achmed spreekwoordelijk bij de hand en stelt hem aan de andere collega’s voor. Vervolgens zien we Tinus langzaam weer wat naar de achtergrond verdwijnen en komen de andere collega’s en uiteraard Achmed in het verhaal in de schijnwerpers te staan.

Zo schoon als de tijd

Kort voor Achmeds introductie wordt er in datzelfde hoofdstuk een moment besteed aan Tinus’ bezigheden en vooral ook aan zijn onberispelijkheid en dwangmatigheden worden een paar zinnen gewijd. Om hier meteen een vergelijking te trekken tussen de werkelijkheid en Tinus als karikatuur daarvan: ik ben wel wat ijdel, maar bij lange na niet zo ijdel als Tinus. Ik ben zelf wel graag wat ‘metro’, zoals ze dat tegenwoordig noemen, maar als m’n haar of kleding even een dag niet zo perfect zit zoals je het soms wilt hebben, maar het porumt nog aardig, dan vind ik het ook prima. Tinus niet. De reizende reporter vijlt zijn nagels, schikt zijn das of strik wel honderd keer als het moet en hij is er ook voortdurend mee bezig om te controleren of er geen smetje op z’n schoenen of kleding zit. Hij gaat op z’n minst eens per vier weken naar de kapper en zijn gezichtsbeharing wordt keurig iedere dag door hem schoon gehouden en gemillimeterd. Tinus zal er werkelijk alles aan doen om er piekfijn uit te zien. Voor wie dat nog niet genoeg aanleiding vormt om hem het stempel ‘OCD’ mee te geven, zal de obsessieve compulsieve stoornis wel herkennen in zijn handelen. Tinus is vooral een ‘tijdneuroot’; een klok die niet de correcte tijd aangeeft móet hij goed zetten. Een minuut te laat óf te vroeg op een afspraak verschijnen is voor hem echt uit den boze. Alles rondom het concept ‘tijd’ moet honderd procent kloppen. Anders krijgt Tinus het warm, wordt hij onrustig en slaat de angst toe, allen kenmerken van zijn dwanggedachten en dwangmatig handelen. Dat ik niet zo’n pietje precies ben als Tinus waar het op het uiterlijk aankomt, wil dat niet zeggen dat dit voor zijn dwangmatigheden ook zo geldt. Wie weleens bij mij thuis over de vloer komt, zou het kunnen zijn opgevallen dat er een aantal zaken zijn die altijd precies hetzelfde zijn. Neem bijvoorbeeld het servies in mijn buffetkast: alle oortjes van de thee- en koffiebekers wijzen altijd dezelfde kant op en staan strak tegen elkaar uitgelijnd. Ook valt er een constante lijn te ontdekken in hoe mijn meubels geschikt zijn; eettafelstoelen staan altijd recht naast elkaar en ook de geurkaarsen in mijn vensterbanken luisteren naar een exacte compositie. De deur tussen het voorportaal en de woonkamer die niet dicht kan, moet ook altijd onder dezelfde hoek staan ten opzichte van de tv, want als ik televisie wil kijken en de positie van de deur bevalt me niet, dan kan ik echt niet geconcentreerd tv kijken. Wie vervolgens denkt dat mijn huis altijd smetteloos en opgeruimd is, moet ik teleurstellen, ook bij mij is het wel eens een troep. Dat sommige zaken keurig gerangschikt moeten zijn, wil dus niet zeggen dat de boel altijd spic en span is.
Toch valt juist in dit soort merkwaardige gewoonten een opmerkelijk verschil te ontdekken tussen Tinus en mij, want van al onze obsessieve gebruiken is het ‘tijdneuroot’ zijn hét kenmerkende verschil tussen mijn karikatuur en mijzelf. Anders dan Tinus ben ik namelijk géén tijdneuroot. Lees: ik kan er prima tegen wanneer een klok niet helemaal precies op tijd staat (ik heb op de overloop twee klokken hangen die al maanden stil staan). En om mijn gewoonten met ‘OCD’ te bestempelen gaat natuurlijk ook wel wat ver.
Wat de oorzaak is van Tinus’ obsessies voor tijd en uiterlijk wordt in de verhalen over en rondom de Tycoon Newspaper (nog) niet toegelicht. Wel is duidelijk dat hij door zijn OCD extra gevoelig is om later in de vertelling het geloof te ontwikkelen in de stelling dat alles is voorbestemd en dat er dus niet zoiets bestaat als ‘toeval’. [SPOILERALERT] Op het moment van het schrijven van dit portret is dit nog niet in het verhaal Gekalibreerde gedrochten aan bod geweest, maar al gauw zal van Tinus duidelijk worden dat hij in het begin van de GG juist nog een groot voorvechter is van het bestaan van toeval. Hoe deze overtuiging bij hem uiteindelijk gaat veranderen, zal later in de GG nog verklapt worden.
Reislust
Naast alle voorgenoemde zaken vertegenwoordigt Tinus ook zeker de globetrotter in mij. Wat niet wil zeggen dat ik al zoveel van de wereld gezien heb als ik zou willen zien. Helaas, was dat maar waar. Maar als ik het me zou kunnen veroorloven om eens paar maand naar het buitenland te gaan, dan zou ik het zeker niet nalaten. Die reislust in mij zou je kunnen vergelijken met het principe dat je je als lezer graag verplaatst in je favoriete held. Denk hierbij maar aan de kloeke avonturier van 1 meter 80 met zij opaalgroene ogen, waar ik helemaal aan het begin van dit portret naar refereerde. Die wensgedachte om zo iemand te willen zijn, dat is ook het gevoel wat Tinus’ luxepositie om juist wél iedere maand tenminste één keer op reis te kunnen bij mij naar boven brengt. Dit is ook de reden waarom Tinus’ introductie in de GG begint met zijn gemijmer over Praag, een prachtige stad waarvan ik dan toevallig (zei ik echt ‘toevallig’?) kan zeggen dat ik daar wel ben geweest. Och, wat lijkt het mij toch zalig om een nieuwsreporter te zijn die voor zijn werk over de hele wereld mag vliegen! Lekker in een gyrocopter naar de verste oorden trekken of in een zeppelin boven de mooiste landschappen zweven. Dan neerdalen en de benen strekken in de meest fantastische dorpen of steden waar je voorheen zelfs het bestaan niet eens van wist. Om al die mooie gedachten vast te houden, maakte ik van de streken waar ik wel ben geweest dan ook maar wat graag rapportages in de vorm van korte artikelen die ik Tinus liet onderbrengen in zijn categorie ‘Retourtje naar hier en terug’. Van zijn op waarheid gebaseerde wonderlijke verhalen over de Filippijnen tot en met de geromantiseerde en tot moordzaak omgeslagen vertelling uit Budapest (zie ‘Raining Chestnuts’), stuk voor stuk komen ze voort uit mijn reiservaringen en pen ik ze onder Tinus’ naam op. Deze ervaringen noem ik zelf (niet op de Tycoon Newspaper trouwens) ‘de diamanten uit mijn leven’.

Toeval bestaat niet… toch?

Hoe kun je een kleurrijk personage als Tinus Icket bespreken zónder het over zijn overtuiging dat toeval niet bestaat te hebben? Want het is waar, Tinus gelooft stellig niet in het bestaan in toeval. En dit is misschien wel de allersterkste overeenkomst met mijzelf. De bakfietshaat (nog zo’n onderwerp waar je wel ongeveer een heel portret aan kunt besteden) is een wel erg sterk overdreven onderdeel van zijn karikatuur, maar over onze weerstand tegen het bestaan van toeval kunnen Tinus en ik het eens zijn. Dus wanneer je op de Tycoon Newspaper op een artikel stuit dat dit onderwerp behandelt, dan kun je het net zo goed lezen en interpreteren alsof ik het zelf geschreven heb. Euhm… wacht even… maar dat heb ik natuurlijk ook 😀 Maar je begrijpt wel wat ik bedoel!
Het allermooiste voorbeeld – zonder hier het hele artikel nog eens na te vertellen – is toch wel ‘Toevallige voorbestemming’, een verslag van een opeenstapeling van zoveel bijzondere zogenaamd ‘toevallige’ factoren die allen in dat ene moment samen kwamen dat je niet langer van toeval meer kunt spreken. Kort samengevat kwam ik eens in de Filippijnen in één van de vele miljoenen ‘jeepneys’ die er rijden (soort taxi van de Filippijnen) een Canadees tegen die uitgerekend op de dag dat ik hem trof een t-shirt droeg van de gymzaal van de school waar ik vroeger als kind in mijn geboorteplaats op had gezeten. Deze zéér onwaarschijnlijke, maar toch wel degelijk waargebeurde gebeurtenis, markeerde voor mij het begin van een reeks van dit soort bizarre ervaringen die mij er keer op keer van overtuigde dat toeval dus echt niet bestaat. Nee sorry, hier kunnen mensen hele debatten over voeren met mij, maar ik blijf bij dit geloof. In de loop der tijd is mijn visie hierop natuurlijk wel iets verfijnd, maar voor mij is de bottomline dat voor alles een zekere mate van voorbestemming geldt. Hetgeen niet wil zeggen dat wij met z’n allen volgzame individuen zijn die onderworpen zijn aan de ‘wil’ van een bovennatuurlijke regisseur, want daar geloof ik dan weer niet in. Je hebt wel degelijk invloed op het verloop van alles, maar het kan in mijn optiek niet zo zijn dat iets zo is, omdat het ‘per ongeluk’ tot die toestand is gekomen. Dat maak je mij niet wijs. De eenvoudigste manier hoe ik mijn overtuiging vaak probeer toe te lichten is middels te T-sprong-theorie. Volgens dit principe dwingt een T-sprong je altijd tenminste tot het maken van twee keuzes: je gaat links of je gaat rechts (even afgezien van de keuze om terug te lopen naar waar je vandaan kwam of eventuele andere exotische keuzes). Ga je rechts dan wordt je door de eerste de beste gemotoriseerde verkeersdeelnemer voor je potje gereden en is het einde verhaal, maar ga je links dan wacht je een fortuin, ontmoet je de liefde van je leven of wordt je misschien wel op een heel andere manier de gelukkigste persoon op aarde. Het is een wat versimpelde uitleg op een ander vergelijk wat ik geregeld maak als ik bijvoorbeeld met iemand aan het natafelen ben, met een collega, een vriend of misschien wel die nieuwe liefde van m’n leven. Vaak vertel ik mijn tafelgenoot dan dat hij of zij eens moet bedenken wat er zou gebeuren als deze persoon aan het einde van de avond eens niet rechts om het restaurant naar de auto loopt, maar eens de langere route neemt door linksom te gaan en daarmee voor lief neemt een klein stukje om te lopen. Want je weet nooit wat er dan gebeurt. Maar doordat je door die keuze drie minuten later je auto start, hoef je een keer niet voor rood licht te wachten op dat kruispunt, maar kun je in één keer doorrijden en kom je door de ‘groene golf’ zelfs 2 minuten eerder thuis dan je vooraf had bedacht. En daardoor krijg je nog net de kans om die lieve tante van je te begroeten die dezelfde avond bij je vrouw een kop thee had gedronken en vertelt ze jou iets leuks waardoor zij en jij op het idee worden geholpen om toch maar wel naar die film te gaan waar jullie eerder nog zo over twijfelden. Of, want tja, dat kan ook natuurlijk, je ontdekt nog juist, door die 2 minuten dat je door jouw keuze eerder thuis komt, hoe jullie buurman ter afscheid met jouw vrouw staat te zoenen…
Kortom: Toeval bestaat niet, alles gebeurt met een reden, maar de regie van al deze gebeurtenissen heb je voor een (zeer) groot deel wel zelf in de hand.

“Jij hebt toch nog geen vriendje? Of wel?”

En dan die ‘Mijn Peter Parker Onhandigheden’ van me. Och gut, ik maak af en toe dingen mee dat ik mij afvraag hoe het toch kan dat ik in dat soort bijzondere situaties beland. Ik heb het hier natuurlijk over mijn stuntelige ervaringen zoals toen ik per ongeluk op de schoot van een mooie dame kwam te zitten toen de trein van spoor wisselde of toen ik ineens nattigheid voelde toen er boven mij in een winkelstraat een dame haar plantjes water stond te geven. En ik maak dit soort dingen zo vaak mee dat ik nog niet eens te tijd heb gehad om al deze verhalen op te pennen. Ik moet nog steeds een keer een ‘MPPO’ schrijven over de keer dat ik uren lang in een boom vast had gezeten, omdat er een Schotse Hooglander haar jong wilde beschermen en mij ertoe dwong om naar hoger terrein te vluchten. Oké, het waren wellicht geen uren dat ik in die boom gezeten had, maar de hele actie had er wel eentje kunnen zijn uit een Disney-tekenfilm. Eén van de meest memorabele MPPO-ervaring vond ik nog wel de keer dat ik in Haarlem nietsvermoedend tijdens mijn pauze door de Grote Houtstraat liep en op TV-persoonlijkheid Gordon stuitte. Ik trachtte nog in een grote boog om hem heen te lopen, maar hij had kennelijk zijn oog(je) al op mij laten vallen, bracht mij voor de camera en vroeg of ik niet misschien al een vriendje had. Oh! Dat soort dingen moet mij dus altijd overkomen. En uiteraard beschrijf ik deze opmerkelijke ervaringen graag alsof Tinus ze beleeft heeft.

De bakfietsen-‘haat’

Wat is het toch met Tinus en mij met bakfietsen? Wel, dit is echt een nogal uit de hand gelopen reactie op de keer dat in Amste- … Gohes City een bakfietsbestuurder tegen mij en mijn fiets was aan geknald en de algehele ergernissen die ik uit het fietsen in dezelfde stad overhield aan het observeren van het gedrag van bestuurders van deze uit de kluiten gewassen tweewielers. Uiteindelijk liet ik Tinus er zelfs een hele politieke partij tegen oprichten.
Eerlijk? Nee, ik ben geen fan van bakfietsen, maar om van haat te spreken… Wel, in de eerste jaren na die vervelende ervaring had ik er echt wel even een tijd wat tegen, maar er zijn natuurlijk ook zat bestuurders van zo’n (on)ding die er prima mee overweg kunnen en ook rekening houden met hun omgeving én de inzittende(n) van hun bakfiets. De voornaamste reden waarom ik toen zo verbolgen was over een specifieke bakfietsbestuurder was omdat zijn kinderen na onze botsing uit de bak buitelden en meneer meer aandacht had voor de ‘schade’ aan zijn bakfiets en zijn kleding. Eén blik op zijn kleding, zijn bakfiets en zijn gedrag zorgde er bij mij voor dat ik vanaf dat moment met hele andere ogen naar bakfietsbestuurders keek. Wat hieraan bijdroeg is het feit dat ik in een aantal jaren in Haarlem heb gewerkt in een buurt waar een redelijk aantal mensen woonde die sommige mensen als ‘kakkers’ zouden bestempelen. En uiteraard had het gros van deze mensen een bakfiets. Ik ontmoette ze vaak in de winkel waar ik destijds werkte en werd vaak door ze aangesproken alsof ik een of andere voetveeg was. Toen in Haarlem, maar ook in de tijd dat ik in de binnenstad van onze hoofdstad werkzaam was, werkten die tweewielers me geregeld op de zenuwen.
Het is natuurlijk hartstikke generaliseren wat ik in die jaren heb gedaan, maar ach, dat is natuurlijk wel ook hoe de meeste personages in verhalen ontstaan. En stiekem smul ik er ook nog steeds van wanneer ik Tinus weer een verhaaltje kan laten schrijven over hoe hij ditmaal weer een aanvaring heeft gehad met een typetje ‘pandjesjas met retro knijptoeter’.
Nee, een fan van die bakbeesten zal ik nooit echt worden, maar wist je dat ik zelfs even een relatie heb gehad met iemand die helemaal weg is van die dingen? Goh, wie had dat gedacht? Van een gespeelde haat hebben voor zoiets tot daten met Miss Bakfiets.

Het keurige okergele pak en lakleren schoenen

Als je Patrick Wilson in de rol van Dan Dreiberg (Nite Owl) uit Watchmen had geraden als de modelpersoon van Tinus Icket, dan had ik dat wel echt heel bijzonder knap gevonden. Het leek mij ook vrijwel onmogelijk om je precies hem voor te stellen bij een complex en tegelijk zo verfijnd karakter als Tinus. Ik heb zelf ook jaren echt geen idee gehad wie ik voor mij zou moeten zien, iedere keer dat ik Tinus in mijn hoofd had. Dat veranderde echter toen 10 jaar geleden Watchmen werd verfilmd, een superheldenverhaal waar ik daarvoor het bestaan nog niet eens van kende. Een heerlijk ruig verhaal met kleurrijke personages dat zich afspeelt in een alternatieve versie van de werkelijkheid. Het was alsof het zo was voorbestemd. En, heel slecht, de eerste keer dat ik deze film zag, bekeek ik hem in een slechte camversie met belabberde geluidskwaliteit. Het gekke is echter dat dit het cultgehalte van het verhaal alleen maar versterkte, waardoor het kijken naar deze film meteen al een bijzondere zit opleverde. Toch, ik kan je aanraden, als je iets hebt met Zweedse actrices en je wilt Malin Akerman in de beste beeld- en geluidskwaliteit kunnen bewonderen in haar Silk Spectre II-kostuum, dan moet deze film écht niet in een slechte camversie gaan kijken. Daar kwam ik wel achter toen ik het genot had de film een keer in HD te zien.
Terug naar ons modelpersoon. Tinus is niet zomaar een figuur. Om hem goed te kunnen omschrijven moet je óf heel veel verhalen van hem hebben gelezen óf je moet in mijn hoofd zitten. De gewoontes en kenmerken die je een personage meegeeft, gaat vaak vanzelf en is veelal gebaseerd op een gevoel. Jouw karakter gelijkstellen aan een (werkelijk) bestaand figuur is in de meeste gevallen dus vrijwel onmogelijk. En in het geval van Tinus Icket was mijn idee van wat voor persoon hij precies moest voorstellen altijd bijzonder specifiek geweest. Tinus neigt heel erg naar de man die perfectie wil uitstralen en dat tegelijkertijd natuurlijk helemaal niet is. Hij is bijziend, heeft keurig kapsel wat helaas in geen enkel tijdperk echt in de mode is geweest, hij weet zichzelf met uiterst gemak in de meest onhandige situaties te manoeuvreren en hij lijkt ook nog eens heel erg op mij. Toch straalt Tinus wel de rust en zelfverzekerdheid uit van een man die het keurig voor elkaar heeft en zich nergens echt druk over hoeft te maken. Een antiheld is hij niet, maar hij staat ook wel erg ver van de gevierde strijder die als een voorgrondfiguur een groot verschil maakt binnen de maatschappij. Tinus is een gewone man, geen superheld, maar een reporter die zichzelf als Clark Kent ziet en hooguit wat Superman ambities heeft, maar zelf ook wel door heeft dat hij het meest doorgaat voor Peter Parker, zonder een hele webinterface. Toch staat ook Tinus graag in de sportschool en doet hij er alles aan om zo voornaam mogelijk voor te komen. Sullig op z’n tijd, maar voorbeeldig in zijn gedrag en een geweldige collega om mee samen te werken, zo heb ik mij Tinus altijd voorgesteld.
Het wachten was daarom op die ene scène die voor mij in één klap duidelijk moest maken welk gezicht ik op Tinus zou plakken. Met de filmquote “We were supposed to make the world a better place. What happened?” in het achterhoofd, kijkend naar Dan Dreiberg die moedeloos plaats neemt op de trap van een metrostation met het Nite Owl-pak op de achtergrond, wist ik meteen wie mijn Tinus Icket zou moeten worden. Vanaf dat moment had het ook geen nut meer voor mij om mij met andere potentiele modelpersonen voor hem bezig te houden. Dan Dreiberg, in zijn okergele pak en zijn brede rij witte tanden vertegenwoordigde voor mij vanaf dat moment het personage dat zo dichtbij mij staat. Zijn ongemakkelijk manier van glimlachen, zijn onbeholpen manier van doen en tegelijkertijd zo’n prominente rol in het verhaal invullen, maakte dat ik alles zag samenkomen in dit ene figuur. Tinus Icket wordt dus ook niet zomaar voorgesteld door de acteur Patrick Wilson. Want dan had ons TN-karakter net zo goed gebaseerd kunnen zijn op de schurk King Orm (Aquaman 2018), eveneens door hem vertolkt. En hij is ook niet alleen het personage Dan Dreiberg, maar echt de combinatie van Patrick Wilson in de rol van de gepensioneerde Nite Owl mét zijn okelgele pak en zijn veel te grote jaren ’80-bril. Dat is Tinus Icket.

Fragment uit ‘Lang voordat ik grijs werd’

Verwachtingsvol borg Tinus daarom de aantekeningen van zijn eigen nieuwsbijdrage op en wierp hij, ijdel als hij is, nog even een vluchtige blik in de spiegel. Hij fatsoeneerde zijn colbertje en deed zijn uilenbrilletje weer op om zijn bijziendheid te compenseren. Op dat moment zwaaiden de dubbele deuren naar de afdeling geluidloos open. Precies op het tijdstip waarop mijn introductie stond gepland, escorteerde Rina Oddel mij de redactievloer op. Meteen werd ik hartelijk verwelkomd door de goedlachse Tinus. Een brede rij witte tanden en gladgeschoren gelaat vervolmaakten zijn onberispelijke uitstraling. Ook zijn keurige okergele pak en lage lakleren schoenen droegen bij aan zijn werkelijk smetteloze uiterlijk. De pols van zijn linkerhand hield hij een fractie gebogen om zich nog even van de tijd te vergewissen, waarna een cirkelvormige lichtweerkaatsing van zijn Rado horloge over het plafond flitste en hij mij letterlijk met open armen kwam begroeten.

Overige kenmerken van Tinus Icket:

  • Tinus is super ijdel. Dat ben ik zelf ook wel een beetje, maar Tinus is en blijft een uitvergrote versie van mijn karaktertrekken. Zowel hij als ik het beide belangrijk om er goed en verzorgd uit te zien, maar Tinus slaat daar echt wel een stuk in door. Bij Tinus moet alles smetteloos zijn!
  • In tegenstelling tot ikzelf is Tinus harstikke bijziend. Dit verklaart zijn uilenbrilletje.
  • Tinus heeft hele duidelijk neurotische trekjes.
  • Tinus trekt de rol van leider naar zich toe bij afwezigheid van Victor Anished.
  • Tinus is ook uiterst zorgvuldig in zijn manier van spreken. Hij denkt altijd goed na voordat hij iets zegt om er zeker van de zijn dat hij niet iemand tegen de borst stuit of iemand kwetst. Wat anderen van hem denken, vindt hij ook erg belangrijk.
  • Tinus is de kleinzoon van een duivenmelker. Hier opnieuw een overeenkomst: mijn opa was duivenmelker!
  • Is het iemand trouwens wel eens opgevallen dat het artikel ‘Stationsbevolking’2x op de TN staat? Hoewel, op 1 mei 2009 staat het artikel geplaatst onder de naam ‘Stationbevolking’ en op 31 mei 2009 staat het onder de naam ‘Stationsbevolking’. Dat zal toch geen … zijn? Ik ga er maar vanuit dat Tinus in beide gevallen op platform 9 ¾ stond (zie verderop ‘Verhaallijn(en) en de opmerking over verschillende tijdlijnen).

Verhaallijn(en)

Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.

( Let op! Bevat serieuze plotspoilers! )

Eén van de eerste boeken waar ik mij na het gereedkomen van ‘Gekalibreerde gedrochten’ op wil storten is ‘Het toeval wil…’, met daarin een beschrijving van de visie van Tinus/mijzelf waarom ik er zo sterk in geloof dat toeval niet bestaat tezamen met enkele eerdere hier op de TN gepubliceerde artikelen die gerelateerd zijn aan het al dan niet bestaan van toeval.
Mensen die eerder dan op de Tycoon Newspaper al in hoofdstuk ‘Knetter’ al hebben kunnen lezen dat er twee karakters in de GG voorkomen die Joaquima en Phínique heten, zouden zich kunnen hebben afgevraagd of er dan niet een enorme plot hole in het Rijk van WSNOI aan het optreden is. Immers: uit ‘Lang voordat ik grijs was’ hebben we kunnen opmaken dat zowel Achmed en Rina jonge mensen zijn en dat Tinus in elk geval ‘iets ouder is dat een jonge twintiger’, maar wanneer Joaquima zich voor het eerst aan Achmed voorstelt, meent Achmed toch stellig dat zij er jonger uit ziet dan hem. Wanneer je dan bedenkt dat in een losstaand verhaal als ‘Raining Chestnuts’ Joaquima en Phínique in de familie Icket nog hele jonge meisjes zijn, dan zou je gauw gaan denken dat ‘Raining Chestnuts’ zich dus afspeelt ruim vóór de GG. Wel, tot zover klopt dat, maar dat zou ook betekenen dat Tinus Icket in het begin van de GG al met Jenny Icket samen is en dat – aangenomen dat Phínique en Joaquima dan tenminste al iets ouder zijn dan 18 – hij wel tegen de veertig moet zijn. Wel, hier lijkt er toch iets mis te gaan: Patrick Wilson was 36 toen hij de rol van Dan Dreiberg vertolkte. Dus, hoewel ik mijn karakters niet werkelijk een leeftijd wil meegeven, zou dit impliceren dat Tinus Icket aan het begin van de GG rond de 36 was. Prima, laat dat een paar jaar meer of minder zijn. Stel dat Joaquima pak ‘em beet 20 was toen Achmed haar voor het eerst ontmoette, dan moet Tinus toch evengoed een hele jonge vader zijn geweest als hij de vader is van beide meisjes van de zeppelincrew. Hier komt de twist: zodra Tinus in ‘Knetter’ aan boord stapt van ‘Groen Licht’ hebben Tinus en Jenny elkaar nog helemaal niet ontmoet.
En wat nog meer is: Tinus Icket gelooft op dat punt nog helemaal niet in voorbestemming… (vanaf hoofdstuk 16 ongeveer zal daar verandering in komen).
Hoe deze hele samenstelling van feiten dan toch kan blijven kloppen, kan alleen als er sprake is van meerdere tijdlijnen…
… of… Tinus Icket is niet de vader van Joaquima en Phínique…
Ach. Ben je serieus nog verbaasd in een wereld waarin karakters worden verzonnen die zelf personages bedenken/ voortbrengen (denk aan Kornelis Oflook en Graaf Schaurig)?
Niet Karel Riemelneel maar Tinus Icket zal (vooral in de vertelling van de GG) verantwoordelijk zijn voor het op de redactie aannemen van enkele ‘oude vertrouwde’ zoals Wilburt Eerman én Karel Riemelneel zelf. Over Karels aanstelling is zelfs eerder in de Tycoon Newspaper Archieven al iets verschenen: De Tycoon Newspaper is een groot journalist rijker
Tinus zal in GG boek 2 het eerste geheim ontdekken van de repeterende zinsnede ‘Dimensies bestaan bij de gratie dat we ze verzinnen’.
Dat Victor vroeg in de vertelling van de GG protesteerde toen Tinus opperde om Achmed mee te laten gaan naar de plaats van de beving komt heel veel later in de GG nog eens terug, met de reden waarom…

TN-artikelen waar Tinus in voorkomt of door hem geschreven zijn:

(aangezien dit er nogal wat zijn, heb ik ervoor gekozen om alleen mijn persoonlijke favoriete, de beste en meest noemenswaardige artikelen hier te vermelden)

STEM OP HET VOLGENDE PORTRET!

Even als met het voorgaande ‘Een portret van…’ trakteer ik jullie wederom op de mogelijkheid om jullie zelf over het volgende portret te laten beslissen.
Voor de volgende editie kunnen jullie bepalen over wie ik een portret zal schrijven. Je mag stemmen op de volgende personages:

  1. An de Gang
  2. Abdel Dezertecon Kretonshos
  3. Ed Cetera

Het stemmen werkt zo:

  • Jouw absolute voorkeur geef je 5 punten.
  • Hij of zij waar je ook tevreden mee bent 3 punten.
  • Wie nog wel even kan wachten geef je 1 punt.
  • Jouw stem telt alleen indien je een totaal van 9 punten hebt uitgedeeld.
  • Je kunt stemmen tot precies 1 maand na het verschijnen van dit portret (30-01-2020 is dus de laatste stemmogelijkheid)

Let op met op wie je stemt want:

  • Na de volgende twee portretten kun je in elk geval weer op het personage stemmen die als tweede eindigt. Lees: het eerstvolgende en daarop volgende portret wordt dit personage niet als keuze aangeboden.
  • Het personage met de minste stemmen komt op z’n vroegste over drie portretten pas terug.
  • Op wie je stemt kan ook invloed hebben op de sterren die je kunt verdienen met de actie hieronder.
    Je kunt met het stemmen zelf niets winnen.

RAAD HET MODELPERSOON EN WIN STERREN!

Ook nieuw vanaf het komende portret is het winnen van sterren door te gokken wie ik als modelpersoon voor mijn personages hanteer. Kijk op de nieuwe pagina met redactieleden om te ontdekken hoeveel sterren je per personage kunt verdienen en geef hieronder bij de commentaren door wie jij denkt wie de modelpersonen zijn. Vermeld dus bij iedere stem wie het modelpersoon van jouw keuze is. Let op: per karakter mag je maar één keer gokken.
EXTRA: Is jouw 5 punten-stem het eerstvolgende portret én je hebt het modelpersoon correct geraden? Dan verdien je een extra cheque van 500 sterren!

By gsorsnoi | May 17, 2019 - 1:37 pm - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands, WSNOI

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: Querido Noeyer

Functie: Spelbouwer van WSNOI
Andere namen: houtje-touwtje-programmeur, knoeier(t)/qnoeier(d) gameswizard, (programma-)prutser, stuntelige nerd.
Oorsprong naam: Door de eerste letter van zijn voornaam als ‘k’ uit te spreken vormen dat en een net iets andere spelling van zijn achternaam samen het woord ‘knoeier’. Dit verwijst natuurlijk naar het feit dat hij ondanks zijn bekwaamheid in het programmeren soms behoorlijk wat knoeiwerk aflevert.
Modelpersoon: Dennis Nedry (Wayne Knight)
Eerste oer-artikel: N.v.t.
Eerste online-artikel: Spelregels Quiz van de Maand
Uitspraken:
“Gsorsnoi heeft mij nog niet verteld wanneer ik geboren ben, maar dat zal wel ongeveer gelijk zijn geweest met het ontstaan van de Quiz van de Maand.”
“Ons systeem heeft geregistreerd dat je deze pagina probeert te vernieuwen. Die vlieger gaat niet op!”

Meest menselijke karakter op WSNOI

Tot dusver is Querido Noeyer het enige karakter in het Rijk van WSNOI die we vooral van de spelletjessite WSNOI kennen en naar het evenbeeld is gemaakt van een werkelijk bestaand persoon. Stefanie Gotch en Kerbert Rent zijn immers gecreëerd als 3D-modellen. Ik bedacht Querido zo ongeveer in het jaar 2012 toen ik net bij mijn vorige werkgever kwam werken en mij de achternaam van één van onze klanten opviel, die dus ook Querido heet. Je leest het goed: de achternaam, niet de voornaam. Ik vond het zo bijzonder om een nieuwe naam met een letter Q te kennen dat ik de naam ergens voor wilde toepassen. En aangezien dit zich in een periode afspeelde dat ik toch al erg bezig was om bepaalde personages op de TN en WSNOI meer vorm te geven, leek het mij wel geinig om ook een spelbouwer voor de spelletjeswebsite te bedenken. Zo kon ik mij mooi verschuilen achter een fictief karakter en hem de schuld geven van alle bugs die op door al het programmeerwerk onvermijdelijk op WSNOI ontstonden. Ach, fouten maken is menselijk, toch?
Er is een overdaad aan nerds over de gehele wereld. Er valt een hele batterij aan beroemdheden op te sommen die je zonder enige twijfel dit stempel zo zou opplakken. Vooral onder acteurs vind je ze veel. Je zou dus denken dat het mij wel even wat tijd moet hebben gekost om een persoon te selecteren waar ik mijn Querido op zou baseren, maar ik was daar toch al gauw uit. Ik zag Querido namelijk direct voor me als een vadsige neuspeuterende smeerlap die in het Klingon de hele boel bij elkaar vloekt wanneer hij even te diep in de code zit en plots een pak melk over zijn toetsenbord knoeit. Door z’n vettige brilletje zoekt hij naar de laatste tissues die hij naast de monitor heeft staan waar hij altijd porno op kijkt en veegt daarmee snel de boel weg. Eén voor één trekt hij een paar toetsen los, waar wat melk tussen druipt, om zo de ergste troep een beetje op te ruimen. Tussen de ‘M’ en de spatiebalk kleeft het echter nog van de achtergebleven ketchup van die keer dat de halve website van WSNOI op zwart ging en hij van de stress vijf hotdogs in z’n holle kies stopte. Nee, een erg net persoon kun je meneer de Knoeiert niet noemen. Het zou zelfs zomaar de neef van Kornelis Oflook kunnen zijn.
Maar behalve smerig wilde ik ook dat Querido irritant slordig en onverzorgd was. Al zijn dit wel eigenschappen die bij een beetje stereotype nerd enigszins hand-in-hand gaan. Het zal daarom weinig mensen verbazen voor welke modelpersoon ik uiteindelijk heb gekozen. Met Harold Ramis, Kevin James, Dwight Schrute en Simon Helberg moet ik jullie teleurstellen. Querido Noeyer is een regelrechte kloon van niemand minder dan Dennis Nedry (gespeeld door Wayne Knight) uit de klassieker Jurassic Park. Het was de corrupte computertechnicus van het park, van een concurrerend bedrijf die de opdracht had gekregen om de embryo’s van alle dieren in het park voor anderhalf miljoen dollar te stelen. We weten allemaal hoe dat is afgelopen; toen een dilophosaurus een verblindend en verlammend gif in zijn ogen spuwde moest hij het met zijn leven bekopen.
Een dergelijk gruwelijk einde blijft onze eigen knoeier voorlopig gelukkig bespaart. Daarvoor heb ik hem simpelweg nog te hard nodig op WSNOI. Querido’s kwelling bestaat voornamelijk uit het oplossen van zijn eigen half afgemaakte gemaakte code en daardoor de hele waslijst aan bugs die hij produceert.
Over kwellingen gesproken, zou Querido ook de Lord of the Strings zijn die ieder dag opnieuw strings aan elkaar plakt in een spannende reetveter? Hij is immers een houtje-touwtje-programmeur…

Prutswerk

2012 werd Querido dus bedacht, maar het moet ook het jaar zijn geweest dat ik de bugs ben gaan erkennen, in de zin van het publiceren van een heuse ‘buglijst’. Ik kan me nog herinneren dat ik hierover even met BoB de Winter contact heb gehad om hem te vragen of ik dat nou wel moest doen: de fouten op je website met iedereen te delen. Toch was ik gauw overtuigd dat ik het wel moest doen en zo zijn de bugs een heuse ‘feature’ van de website geworden (waar hebben we dat eerder gehoord?)
Dus wanneer je inlogt op WSNOI en helemaal onderin het menu van de website kijkt, dan tref je bijna onderop de pagina ‘Bugs’ aan. Het is een pagina die geheel aan Querido lijkt gewijd – en door hemzelf gebouwd is. Querido leidt zelf de pagina in met een saai tekstje waarin hij zijn eigen bugs een beetje ‘mooi praat’:

Het ontwikkelen van een website verloopt niet altijd zonder hobbels. Zo kan het gebeuren dat er onbedoelde functionaliteit optreedt wat in de wereld van de IT wel bekend staat als ‘bugs’. Deze bugs worden doorgaans, indien opgemerkt, zo snel mogelijk door ons opgepakt en opgelost. Hieronder vind je een overzicht van die foutjes die we in de afgelopen tijd zijn tegengekomen en opgelost hebben, voorafgegaan door de paar bugs die we nog moeten oppakken.

Dit zou een mooi moment zijn om een ‘Hall of Infamous’ te maken van alle steken die onze houtje-touwtje-programmeur heeft laten vallen, maar daar hebben we de buglijst natuurlijk al voor. Om jullie toch een idee te geven van een paar grote blunders die hij heeft gemaakt sommen we hier een paar opmerkelijke ‘bugs’ voor jullie op:

  • ‘Samuraizwaard’ is heel lang als ‘samuraidzwaard’ gespeld geweest.
  • Er was een tijd dat je bommen kon oprapen (waarmee je sterren worden opgeblazen) die je zelf niet had neergelegd, maar waar wel jouw eigen naam als afzender bij stond.
  • Je kon lege dozen verkopen aan Kerbert Rent en daar geld voor krijgen zonder dat hij de lege dozen innam. Een vrijgevige Kerbert? Dat is sowieso een bug!
  • Bij de introductie van Herrezen van de Galg ging er zo veel mis dat vrijwel nooit meer iemand het heeft gespeeld nadat de scorelijsten leeggehaald waren.
  • We hebben toch zeker een paar keer een Picture Tycoon gehad zonder… plaatjes.
  • In de ranglijsten van een aantal spellen kwamen nog wel eens ‘spookspelers’ voor. Deze scores werden zeer waarschijnlijk veroorzaakt door ‘bots’ die websites afstruinen om sites bijvoorbeeld beter vindbaar te maken in Google, maar wellicht ook door ‘bots’ met minder goede bedoelingen. Querido heeft de spookscores opgeruimd en ingebouwd dat scores alleen nog toegevoegd kunnen worden wanneer een speler daadwerkelijk is ingelogd.
  • Je kon (en kan) met Extra Pit in het spel Bakkie Snooi koffie zetten, terwijl de vereiste bonen niet in voorraad waren.
  • Er wordt geregeld een verkeerde winnaar in de Quiz van de Maand aangewezen, omdat er voorloopnullen in de tijdscore van de quiz sluipen.
  • Ook kun je nog steeds aan het einde van een maand een sterrencheque met 0 sterren krijgen, zodat het voelt alsof je een dooie mus hebt gewonnen. Deze bug werd al twee keer door Querido als opgelost gemeld, maar komt toch nog steeds voor. Prutser!
  • Het uitkeren van de jaarsterren is ook zoiets: doordat het scriptje wat dit geautomatiseerd moet doen niet werkt, moet Querido de jaarsterren ieder jaar handmatig bijwerken. En dat heeft hij dit jaar – en het is nu al mei – nog steeds niet gedaan!
  • Querido presteert het ook om een compleet spel van de website te laten verdwijnen. Zo is Herrezen van de Galg eens onspeelbaar geworden, omdat het gewoon… eh… weg was. Gelukkig wist onze knoeiert dit nog te herstellen door een backup terug te zetten.
  • Een ‘waardeloze’ sterrencheque zorgde er bij BoB voor dat hij de knop om sterrencheques samen te voegen niet kreeg te zien. BoB verdacht Querido van het inbrengen van een ‘ABR’ (Anti BoB Regel, bewuste programmeeracties om topspeler BoB te remmen).

NB: bij het schrijven van dit portret staan er nog zeker zo’n 48 bugs open! De bugs zijn ook genummerd. Het wachten is op de 300e bug. Dat zijn aardig wat foutjes Querido!

Sleutels onvindbaar door bug in website

Stefanie Gotch was er eerder dan Querido Noeyer, al zou je dat niet zeggen.
Uit de conversatie bij het artikel ‘Stefanie is ontroostbaar’ blijkt namelijk dat Stefanie haar sleutels niet kon vinden, omdat er een bug zat in de website. Tja, dan is het ook wel een beetje moeilijk om je sleutels terug te vinden, zou ik dan willen zeggen. Maar vervolgens stelt Stefanie ook dat wij weer naar haar sleutels kunnen zoeken, omdat ze ze weer kwijt is. En voor wie dat al niet kan volgen: als Stefanie er eerder was dan dat Querido er was, wie heeft dan de website WSNOI gebouwd…? Hm! Als je het mij vraagt, hebben we hier te maken van een typisch gevalletje ‘kip-ei-bug’…

De conversatie bij ‘Stefanie is ontroostbaar’:
Stefanie Gotch
Beste mensen, het probleem met het niet kunnen vinden van mijn sleutels is eindelijk opgelost. Er bleek een bug te zitten in de website. Dus mocht je de volgende keer zelf je sleutels eens kwijt zijn, bel beter eerst een programmeur dan dat je zelf op zoek gaat.
Mijn sleutels kunnen in elk geval weer worden teruggevonden. En dat treft! Want ik ben ze weer eens kwijt… 🙁
Stoomkoker
Smells buggy Bob. Ik in elk geval niet. Ooit één of twee keer gevonden, daarna nooit meer.
Querido Noeyer
Over bugs gesproken heren: in een poging vandaag aan bugfiksing te doen, is er een redelijk vervelende situatie komen te ontstaan. De FTP die het overdragen van aangepaste programmatuur moet mogelijk maken laat mij halverwege deze dag in de steek. Hierdoor zijn er halve bestanden overgedragen die zowel het test als het productieve systeem raken en waardoor het zoeken naar pakketjes op dit moment redelijk onmogelijk is geworden.
WSNOI lijkt nu zelf te bazelen te hebben. 🙁
Ik bazel er in elk geval van… euh… baal bedoel ik natuurlijk
Stoomkoker
Vervelend Querido. Ik kom er nu zelfs helemaal niet meer in. Succes ermee! Ik had mijn pakketjes vandaag al bij mekaar gesprokkeld. Dus ik log vanavond of morgen wel weer in.
BoB de Winter
Ojee, het eerste terminale geval van de bazelen, en dat nog wel bij onze Knoeier… Om dit op te lossen heb je natuurlijk de sleutels van Stefanie nodig en laat ze die nou net kwijt zijn 😆
Querido
Zucht. Ik vrees dat ik nu inderdaad zelf ook niet onder die bazelen uit kom. Om dit probleem op te lossen moet ik echt een stabiele FTP verbinding hebben en die laat me in de steek.
Meest vervelende is dat wanneer ik het dadelijk niet kan oplossen, ik niet zeker ben wanneer ik zelf in de gelegenheid ben er weer naar te kijken en we er dus een weekend of langer uit zullen liggen.
Stoomkoker
Zo te zien zijn we er weer. Heb je Koen Voet gevraagd om de deur te forceren Querido? Stefanie is nog altijd haar sleutels kwijt! 😉
Querido Noeyer
Klopt Stoomkoker. Koen is er altijd wanneer je hem nodig hebt. Stefanie zal het vandaag – en langer denk – even zonder haar sleutels moeten doen. Dit betekent niet dat je niet hoeft in te loggen om op WSNOI te komen. Maar de toegang tot de site is in elk geval hersteld. Bugs die met dit probleem te maken hadden zijn zoveel mogelijk geëlimineerd. Alleen kan ik nog niet garanderen dat je niet tegen bepaalde zaken aan zult lopen die ik nu nog niet kan overzien. Pakketjes zoeken e.d. moet weer kunnen, meen ik.
Het was vast een paarse bonen kever… een erg hardnekkig bug, die ook mij even plat kreeg. 😉

Overige kenmerken van Querido:

  • Querido had in 2015 een oogje op gebruiker Smoesjes.
  • De achternaam van zijn modelpersoon is het anagram van ‘nerdy’, wat veel zegt over zijn personage en anagrammen zijn natuurlijk een favoriete taalkunst hier in de TN.
  • Anders dan je misschien zou vermoeden is Querido niet de andere persoon (naast Theo Nologie) die de Onbestaande beroepengenerator zou hebben uitgevonden.
  • Bij de gevleugelde uitspraak ‘Ieder jaar ben je minder jarig’ van Rina Oddel merkte Retroman op dat het opperhoofd van deze site (WSNOI/TN) juist ieder jaar méér jarig is, waarop Querido instemde en zei: “Gsorsnoi heeft mij nog niet verteld wanneer ik geboren ben, maar dat zal wel ongeveer gelijk zijn geweest met het ontstaan van de Quiz van de Maand.”
  • Wie vanaf 9 mei 2019 op WSNOI zijn of haar wachtwoord verkeerd intoetst tijdens het inloggen, krijgt de tekst ‘Ah, ah, ah, You didn’t say the magic word!’ te zien, wat een directe verwijzing is naar het modelpersoon achter Querido Noeyer. Terwijl John ‘Ray’ Arnold (gespeeld door Samuel L. Jackson) in de film Jurrasic Park tevergeefs toegang probeert te krijgen tot Jurrasic Systems verschijnt na drie pogingen herhaaldelijk de tekst ‘Ah, ah, ah, You didn’t say the magic word’, terwijl rechts van hem op een andere CRT-monitor de fameuze computeranimatie van Dennis Nedry verschijnt die hardop in een loop dezelfde tekst uitspreekt. Dit is ook het enige moment in deze scene waarop Ray niet langer al pratend een cigarette op zijn lip weet te balanceren, maar luid begint te vloeken.

Verhaallijn(en)

Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.

Querido zal misschien een cameo maken in de GG. Ik vind Querido namelijk moeilijk te intergreren in de steampunk wereld in zijn huidige vorm.

TN-artikelen waar Querido Noeyer in voorkomt of door hem geschreven zijn:

Querido Noeyer is ook verantwoordelijk voor een hoop teksten op de spelletjessite WSNOI, waaronder:

  • De Quiz van de Maand ‘remindermailtjes’. Querido stuurt hiermee iedereen die de Quiz van de Maand in de bewuste maand nog niet gespeeld heeft een e-mailtje om aan te geven dat er weer een nieuwe Quiz van de Maand klaar staat of dat de tijd bijna verstrijkt dat de quiz nog gespeeld kan worden.
  • Star Sequoia – Spelregels.

En dat zijn alleen de pagina’s waar je duidelijk zijn handtekening onder ziet staan. Hier zou je uit kunnen afleiden dat hij voor de andere pagina’s waar z’n naam niet onder staat geen verantwoordelijkheid durft te nemen. Maar het wijst vooral op de slordigheid dat hij aanpassingen, zoals het plaatsen van zijn handtekening, niet overal even consequent doorvoert.

STEM OP HET VOLGENDE PORTRET!

Even als met het voorgaande ‘Een portret van…’ trakteer ik jullie wederom op de mogelijkheid om jullie zelf over het volgende portret te laten beslissen.

Voor de volgende editie kunnen jullie bepalen over wie ik een portret zal schrijven. Je mag stemmen op de volgende personages:

  1. Tinus Icket
  2. Anna Falbeet
  3. Chris Kras

Het stemmen werkt zo:

  • Jouw absolute voorkeur geef je 5 punten.
  • Hij of zij waar je ook tevreden mee bent 3 punten.
  • Wie nog wel even kan wachten geef je 1 punt.
  • Jouw stem telt alleen indien je een totaal van 9 punten hebt uitgedeeld.
  • Je kunt stemmen tot precies 1 maand na het verschijnen van dit portret (17-06-2019 is dus de laatste stemmogelijkheid)

Let op met op wie je stemt want:

  • Na de volgende twee portretten kun je in elk geval weer op het personage stemmen die als tweede eindigt. Lees: het eerstvolgende en daarop volgende portret wordt dit personage niet als keuze aangeboden.
  • Het personage met de minste stemmen komt op z’n vroegste over drie portretten pas terug.
  • Op wie je stemt kan ook invloed hebben op de sterren die je kunt verdienen met de actie hieronder.

Je kunt met het stemmen zelf niets winnen.

RAAD HET MODELPERSOON EN WIN STERREN!

Ook nieuw vanaf het komende portret is het winnen van sterren door te gokken wie ik als modelpersoon voor mijn personages hanteer. Kijk op de nieuwe pagina met redactieleden om te ontdekken hoeveel sterren je per personage kunt verdienen en geef hieronder bij de commentaren door wie jij denkt wie de modelpersonen zijn. Vermeld dus bij iedere stem wie het modelpersoon van jouw keuze is. Let op: per karakter mag je maar één keer gokken.

EXTRA: Is jouw 5 punten-stem het eerstvolgende portret én je hebt het modelpersoon correct geraden? Dan verdien je een extra cheque van 500 sterren!

By gsorsnoi | January 8, 2018 - 11:52 pm - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., English, Italiano, Nederlands

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: Theo Nologie

Functie: Freelanch Tech Reporter, uitvinder en professor in de Weet-niet-kunde (*)
Andere namen: Geen
Oorsprong naam: Met een beetje fantasie vormen zijn voor- en achternaam samen het woord ‘technologie’. Uiteraard gaat dit woord hand in hand met de aard van zijn functie binnen de Tycoon Newspaper en zijn bestaan als uitvinder.
Modelpersoon: Chriet Titulaer
Eerste oer-artikel: N.v.t.
Eerste online-artikel: Geschiedenis met een staartje

Uitspraken:
“Ik heb er echt een febel voor…” uit Ogenblikje: Frikandellenkoek
“Oh, dat is mijn Perpetuum Mobieltje” verklaarde Theo zonder echt op te kijken van zijn werk. “Het is een experiment waar ik al langer aan sleutel. Helaas houdt het mij meer bezig dan zichzelf.”

( * = Hij kreeg deze onderscheiding uitgereikt door de alchemist J.A.J. van der Zee tijdens een wetenschappelijk congres georganiseerd door de Tycoon Newspaper. )

Een karakter dat nog opnieuw uitgevonden moet worden

Theo Nologie werd ooit bedacht door Willem Kwak, de medeoprichter van onze spelletjeswebsite WSNOI. Hij was toen bedoeld de nieuwe tegenhanger te worden van Joost Stunner. Oplettende lezers kennen Joost uit recentere artikelen vast nog als de als Dirk Waesheyd verkleedde kompaan van George Enverbrander, uit de Paarse bonen saga, en als de ex-man van Olga Sloot-Koers. In tegenstelling tot het nieuw leven ingeblazen karakter van Joost Stunner, die altijd onder die naam bekend is gebleven, was Theo Nologie een geheel nieuw verzonnen pseudoniem van Willem Kwak. Trouwe fans van WSNOI herinneren zich wellicht deze uitspraak van wijlen Jolien van Biesheuvel nog wel:
“[…] Beste von Kwakhoven (die vind ik het leukst!). Bedankt voor het bevestigen van mijn vermoedens. Nu denk ik ook dat ik weet wie Joost Stunner is.[…]”
Ze plaatste deze opmerking nadat ze had ontdekt dat ze op de oude website van WSNOI al die tijd tegen Willem Kwak en mijn persoontje had gestreden, in plaats van respectievelijk onze alter ego’s Erwin Blokker en Joost Stunner.
Zowel Willem als ik hadden, evenals de échte spelers van de oude Huizensite, een eigen fictieve bedrijfje op de oude site waarbij het investeren in vastgoed centraal stond. Willem en ik deelden op spelletjesniveau de passie voor monopoly-achtige (bord)spellen, waarbij we ons verbeeldden dat we ieder een eigen groot imperium runden en waarbij iedere vorm van concurrentie, hoe groot ook, geschoffeerd en verpulverd moest worden. Er kon er immers maar één de beste zijn toch? Dit competitieve spelgedrag ontstond al toen we als jonge vrienden samen met nog een vriend genaamd Rio, meestal bij Willem thuis de spelborden uit de kast trokken en wij hele avonden met elkaar deelden alsof we grote magnaten waren. Hier komt zelfs ‘Tycoon’ vandaan als onderdeel van de naam voor deze webkrant!
Zodra het later ontstane WSNOI op een gegeven moment tijdelijk even offline ging, om daarna weer plaats te maken voor de doorgestarte site in 2005, kwam Erwin Blokker niet direct als karakter mee in de nieuwe site. Dat vonden we aan de ene kant heel jammer, maar was gezien de ontwikkelingen in onze privélevens was dit ook wel begrijpelijk; je studeert, krijgt net een eigen baan, je krijgt andere interesses, et cetera. Toch wilde Willem nog wel af en toe deelnemen aan de inspiratie een artikelenvoeding van met name de Tycoon Newspaper, zodat dit leidde tot de artikelen van Theo Nologie. Willem vond daarbij wel dat een nieuwe site ook een nieuw alter ego verdiende. Eentje die Jolien niet zo gauw zou ontmaskeren, zou je kunnen denken 😉
Willem verzon daarom een nieuwe schuilnaam. De rol die Willem met Theo daarmee mogelijk voor ogen had (een nieuwe fictieve magnaat), verflauwde echter. Hij richtte zich dus meer op het schrijven van een paar artikelen en gebruikte Theo Nologie als nieuwe pseudoniem. Naar ik mij kan heugen hebben wij die naam toen samen verzonnen toen ik een keer bij hem op bezoek was in zijn studio van de radiozender waar hij voor draaide.

Gezien de eerder genoemde ontwikkelingen in onze privélevens, bleef het uiteindelijk bij de twee artikelen Geschiedenis met een staartje en Ogenblikje: Frikandellenkoek die van zijn hand kwamen. Er volgden daarna namelijk nog enkele artikelen die ik onder zijn pseudoniem zelf schreef (zoals Baby downloaden). Het nieuwe personage Theo Nologie herbruikte ik daarom en vond hem opnieuw uit als de kwibusachtige uitvinder en professor in de Weet-niet-kunde zoals we hem nu kennen. Ik gebruikte hem in het Navelpad Mysterie waar Achmed Liën met de Reuze Navelpad als twee van de drie hoofdpersonages bij hem aanklopten voor hulp. Achmed had vroeg in het verhaal gedacht een raadgever in Theo te zien die antwoorden zou kunnen geven op de eigenaardigheden van zijn bijzondere nieuwe amfibische vriend: de Reuze Navelpad. Achmed noemde Theo in het hoofdstuk Zilte Moed toen al als ‘collega reporter’. De gelaagdheid van Theo als karikatuur kwam daarmee al iets op gang en al helemaal toen in het volgende hoofdstuk, Het Vindingrijk, als een soort directe kloon van professor Barabas werd gepresenteerd. Nadat hij vroeg in dat hoofdstuk de vliegeniersbril op zijn koperen helm omhoog schoof werden zijn gelaatstrekken duidelijk. En wanneer hij ook zijn helm zou afzetten, dan kon je niet om de gelijkenis met de nogal kaalhoofdige professor uit de Suske & Wiske-strips heen. Je vraagt je wellicht waarom je dan Chriet Titulaer als modelpersoon bij dit portret ziet staan en niet die verstrooide uitvinder van de Teletijdmachine. Dit heeft vooral als reden dat ik na het schrijven van Het Vindingrijk vond dat Theo teveel een kopie zou worden van het welbekende S&W-personage, maar nog meer omdat ik hem wel erg vol van veel clichés vond zitten. Veel professoren als goeierikken zijn verstrooid, dragen een witte jas, zijn tamelijk oud, kaal of kalend en hebben een baard, dragen een bril en doen vele (soms bizarre) uitvindingen. Dat leek mij daarom allemaal wel iets te veel van het goede, zodat ik zocht naar iets wat hem wat meer Tycoon-eigen zou maken. Wat mij ook erg in de weg zat, was dat het modelpersoon Barabas geen werkelijk bestaand persoon is. Met Tom Nook en het gespierde 3D model voor Kerbert Rent had ik daar al iets last van, maar zolang ik dat op twee of drie personages zou toepassen, kan ik daar nog mee leven. Er moest dus een antwoord komen op de vraag: “Wie vind ik als werkelijk bestaand figuur, het liefst iemand in of uit de buurt van België, nog het meest op professor Barabas lijken?”
Het heeft geen verdere uitleg nodig, dat je dan al heel gauw op de sterrenkundige Chriet Titulaer uitkomt. Alleen heeft dit natuurlijk wel één groot bezwaar: deze Venlose tv-persoonlijkheid was nou niet bepaald erg kaal.
Maar luidt de titel bij deze paragraaf niet ‘Een karakter dat nog opnieuw uitgevonden moet worden’?
Ik doe het niet heel gauw en eigenlijk ook niet heel graag, maar soms moet je iets wat je eerder geschreven hebt wijzigen of zelfs geheel schrappen. En dat wijzigen dat gaat op enig moment met de eerste paar hoofdstukken van Het Navelpad Mysterie zeker gebeuren. Lezers die het tot het einde van boek 1 van dit verhaal hebben volgehouden, zijn het er allemaal over eens dat naarmate de vertelling vorderde, dat deze zich veel meer als een serieuzere en donkerdere vertelling heeft ontwikkeld. En aangezien de eerste hoofdstukken zijn ontstaan als grap en veel luchtiger en joliger worden gepresenteerd, gaat er een moment komen dat ik deze drastisch zal aanpassen. De eerste hoofdstukken zijn erg kort in vergelijking tot de latere hoofdstukken, waardoor sommigen zullen worden samengevoegd. Maar ook de achtergronden en totstandkoming van de genoemde personages aan het begin gaat flink op de schop. Zo zit ik nogal in m’n maag met hoe het ‘anagrammen opboeren’ van de Reuze Navelpad niet erg passend is in een boekvertelling. En als ik dan toch met dat soort aspecten aan de slag ga, dan kan ik net zo goed ook Theo Nologie opnieuw uitvinden. Hij krijgt bovenop een bos haar, de Chriet Titulaer-baard, hij komt wat kilootjes aan en zal worden ontdaan van het ‘oh’-stopwoordje. Hij zal verbaal zelfs wat meer gaan lijken op Newton Gimmick, uit De Avonturen van Teddy Ruxpin, en ik speel ook met de gedachte om hem te laten stotteren. Theo krijgt daardoor, zonder alle clichés overboord te gooien, toch iets meer een eigen kleur. Wat ikzelf namelijk erg leuk vind aan Newton Gimmick, voor wie deze uitvinder uit de tekenfilmserie kent, is dat de besproken clichés bij hem wat minder aan de oppervlakte liggen. Je krijgt daardoor iets minder goed hoogte van hem, maar zijn verstrooidheid valt daardoor minder op. Gimmick is ook wat onhandig, net zoals Theo, maar daar wordt in de tekenfilm heel speels mee omgegaan. Liet ik al eens in eerdere portretten blijken dat ik een beetje van de klungels af wil?
Sommige zaken blijven wel echt hetzelfde bij onze Theo. Het uitvinden van ogenschijnlijk onzinnige uitvindingen, waarvan sommige zoals de Opluchting echt onzinnig zijn, is Theo’s sterkste punt. Lees verderop – als je tegen spoilers kunt – bij ‘Verhaallijn(en)’ waarom dit voor een specifieke uitvinding zo van belang is. Ik durf zelfs zo ver te gaan dat die uitvinding misschien wel de Teletijdmachine uit het Rijk van WSNOI is!

Overige kenmerken van Theo:

  • Hij is uitvinder van onder andere de Moderne Beitel, het gepatenteerde ‘Apple Clay Tablet’, het Perpetuum Mobiel en de Opluchting.
  • Onze Theo is van Belgische afkomst.
  • Hij is een liefhebber van frikandellen.
  • Hij schrijft overwegend relatief korte artikelen.
  • Zijn huis ziet eruit als de kraamkamer van Pinokkio, hoewel enige gelijkenis met Gepetto in hem ver te zoeken is.
  • Hij staat bekend als ‘redelijk sensatiebelust’ en vindt graag zaken uit die nog niet bestaand (afgekeken van mijn eigen karaktereigenschap!)
  • Hoewel je dit misschien niet achter hem zou zoeken is hij een ‘fanatieke gamer’. Ook hierin lijkt hij op mij, al komt dit aspect wat meer naar voren in de artikelen waarin de connectie met het Rijk van WSNOI wat meer wordt losgelaten en hij zich wat meer in de wereld zonder steampunk begeeft (hiermee is hij één van de weinige karakters die (ook) een ontstaansgeschiedenis kent in onze ‘echte wereld’ (zie verderop bij Verhaallijn(en)).
  • Theo kluste in de ‘echte wereld’ bij als Pokémon Trainer.
  • Hij spreekt eerst altijd met enige zekerheid over zijn zaken, maar verzwakt deze daarna ook meteen weer af.
  • Hij gebruikte in de ‘echte wereld’ een thermoskan in plaats van Paintshop, terwijl hij vroeger pixel voor pixel tekende met Deluxe Paint op de Amiga.
  • Heeft tijdens het programmeren met de Straatsoldaat erg gelachen om de regel code: PERFORM MAKE_SEX USING NPAT-GSCHL SEX (waaruit het artikel Baby downloaden ontsproten is).
  • Hem zal quotes worden toegekend zoals: “Nou, dat is euh…”, “Dat verzeker ik je!”, “Hier moet toch zeker een wetenschappelijke verklaring voor zijn”, “Ik kan er theoretisch ook naast missen”, naast het vervangen van “Oh,…” (aan het begin van een zin) met “…euh…” (halverwege een zin).

Verhaallijn(en)

Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.

Dat het personage Theo Nologie flink op de schop gaat, blijkt wel uit bovenstaande beschrijvingen. Maar wat al voor dat besluit vast stond, was mijn idee om Theo één van dé twee uitvinders van de Onbestaande beroepen generator te laten zijn. Huh, is er nog een andere uitvinder dan? hoor ik je dan denken. Jazeker! Alleen wie dat gaat zijn, daar laat ik juist nog even liever niets over los, behalve dan dat deze niet-bestaande beroepen opboerende machine een nogal prominente plaats in de twee boeken van de Gekalibreerde gedrochten zal gaan innemen. Jawel, ook de Onbestaande beroepen generator krijgt een eigen ontstaansgeschiedenis in het Snooise universum!

Voor degene die dan gaat vrezen dat dit mogelijk een krampachtig onderdeel gaat worden van de GG-vertelling, die toch al redelijk wat uitstapjes kent, hoeft niet te vrezen. Uitstapjes kunnen in een verhaal storend worden als er maar kort op één onderwerp wordt ingegaan zonder een verdere fundering te geven voor de rest van het verhaal, maar in het geval van de Onbestaande beroepen generator is de geschiedenis en het gebruik ervan juist erg essentieel. De voorloper van dit nogal steampunk-achtige apparaat is namelijk de Paradox Pletter, de machine die hij bedacht en bouwde in onze ‘echte wereld’ en daarmee in het Snooise universum belandde. De Paradox Pletter draait continu en wordt onder andere ingezet om plotholes op te lossen. Dat is nogal prettig voor een schrijver, zoals ikzelf.

TN-artikelen waar Theo Nologie in voorkomt of door hem geschreven zijn:

STEM OP HET VOLGENDE PORTRET!

Even als met het voorgaande ‘Een portret van…’ trakteer ik jullie wederom op de mogelijkheid om jullie zelf over het volgende portret te laten beslissen.

Voor de volgende editie kunnen jullie bepalen over wie ik een portret zal schrijven. Je mag stemmen op de volgende personages:

  1. Nikki Nancy Werth
  2. Querido Noeyer
  3. Joost Stunner

Het stemmen werkt zo:

  • Jouw absolute voorkeur geef je 5 punten.
  • Hij of zij waar je ook tevreden mee bent 3 punten.
  • Wie nog wel even kan wachten geef je 1 punt.
  • Jouw stem telt alleen indien je een totaal van 9 punten hebt uitgedeeld.
  • Je kunt stemmen tot precies 1 maand na het verschijnen van dit portret (09-02-2018 is dus de laatste stemmogelijkheid)

Let op met op wie je stemt want:

  • Na de volgende twee portretten kun je in elk geval weer op het personage stemmen die als tweede eindigt. Lees: het eerstvolgende en daarop volgende portret wordt dit personage niet als keuze aangeboden.
  • Het personage met de minste stemmen komt op z’n vroegste over drie portretten pas terug.
  • Op wie je stemt kan ook invloed hebben op de sterren die je kunt verdienen met de actie hieronder.

Je kunt met het stemmen zelf niets winnen.

RAAD HET MODELPERSOON EN WIN STERREN!

Ook nieuw vanaf het komende portret is het winnen van sterren door te gokken wie ik als modelpersoon voor mijn personages hanteer. Kijk op de nieuwe pagina met redactieleden om te ontdekken hoeveel sterren je per personage kunt verdienen en geef hieronder bij de commentaren door wie jij denkt wie de modelpersonen zijn. Vermeld dus bij iedere stem wie het modelpersoon van jouw keuze is. Let op: per karakter mag je maar één keer gokken.

EXTRA: Is jouw 5 punten-stem het eerstvolgende portret én je hebt het modelpersoon correct geraden? Dan verdien je een extra cheque van 500 sterren!

Verstuurd vanaf mijn i-Navelpad

By gsorsnoi | February 14, 2017 - 11:57 pm - Posted in Een portet van ..., Nederlands, WSNOI

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. En voor de gelegenheid ditmaal ook eens een karakter dat weliswaar geen verslaggever is, maar door haar aanstelling bij het Gohes City Forensisch Instituut wel een belangrijke rol vervult in het domein van WSNOI. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: America Calista

Functie: Forensisch Geneeskundige bij het Gohes City Forensisch Instituut (GCFI).
Andere namen: Geen
Oorsprong naam: Geen bijzonderheden ten aanzien van de herkomst van haar naam. Dat wil zeggen, haar naam is puur samengesteld uit een voor- en achternaam die ik mij op dat moment aanspraken.
Modelpersoon: Eva Mendes
Eerste oer-artikel: N.v.t.
Eerste online-artikel (waarin dit karakter voorkwam): VZD (10): De rotte appel – deel 1
Uitspraken:
“Deze man heeft [AANWIJZING] meer splinters in zijn donder zitten dan Dwight York interlands heeft gespeeld.”
Hieruit zou je kunnen afleiden dat America graag naar voetbal kijkt en kennelijk wel wat weet van een voetbalheld van haar land Trinidad.

Een sexy bitch met een hart van goud

Zo enthousiast als de lezers keer op keer weer meededen aan het Tycoon Newspaper-detectivespel ‘VZD’ zo groeide ook het aantal personages dat er in optraden. In voorgaande edities van ‘Een portret van…’ heb ik daar al menigmaal wat over losgelaten. America Calista was ook zo’n personage dat met die uitbreidingen op enig moment aan het clubje rechercheurs werd toegevoegd. Maar America is natuurlijk niet even zomaar een karaktertje dat er op het lijstje interessante inspecteurs bij kwam, zij moest echt opvallen. Dat wilde ik, omdat opvallende typetjes de samenstelling dynamisch en onverwacht maken. America moest daarom om te beginnen een arrogante vrouwspersoon zijn én ze moest behoorlijk wat pit hebben, zodat ze geen moeite zou hebben zich te bewegen in het duistere milieu waar de rechercheurs soms mee te maken hebben. Daarbij is het sowieso fijn dat ze van zich kan afbijten en dus ook onder de collega’s niet op haar bekkie is gevallen. Niet dat er in andere misdaad- of CSI-achtige series of verhalen geen gedegen hoeveelheid dames van dit kaliber zit verwerkt, maar het kon geen kwaad om ook aan de VZD een ruige, bijna ongenaakbare femme fatale toe te voegen.
Ik dacht toen, weet je wat, laat ik dit keer eens voor een ruig en sexy type gaan waar de mannen van het Gohes City Forensisch Instituut letterlijk dan wel figuurlijk hun handen vol zouden hebben. Het ‘stijlvolle’ waar femme fatales vaak mee worden geassocieerd, komt daardoor niet echt zo terug in onze America. Maar dat is niet erg. Ik heb haar liever meer sleazy en bijna kinky, kauwgomkauwend en spuwend op de vloer, dan een brave studiebol die bijkans nog wel aantrekkelijk is, maar dat ook alleen is wanneer ze een bril draagt of toevallig iets interessants met haar garderobe rommelt. Toch wilde ik America ook wat onverwachte nettere/zachtaardige eigenschappen toedichten, zoals een groot empathisch vermogen en het dusdanig willen slijpen van conversaties opdat mensen die eerder nog lijnrecht tegenover elkaar stonden het door haar ingrijpen ineens weer wat beter met elkaar kunnen vinden. Een voorkeur voor rockmuziek en ‘harde’ platen zou wellicht ook iets zijn wat je bij haar zou verwachten. Toch blijken die stijlen niet helemaal haar ding. Geef America maar wat jaren ’50 muziek, bossa nova en klassieke muziek, muziek waar ik niet geheel toevallig zelf ook graag naar luister.
Wat je waarschijnlijk wel bij haar zou verwachten zijn van die scenes waarbij je deze sexy bitch een val ziet zetten voor onderwereldfiguren, wat ze dan aanpakt door ze te verleiden om iets van ze gedaan te krijgen en dan net op het laatste moment de val laat dichtklappen en haar behabandjes weer ophijst. Toch gaat ze niet zo ver als ik mij Angelina Jolie voorstel in eenzelfde rol, die ter afsluiting de kop van een mafioso er ook nog af zal knallen zodra deze zijn broek heeft laten zakken en te laat doorkrijgt dat hij is beetgenomen. Nee, veel middelen zal America niet schuwen om in haar werk iets gedaan te krijgen, maar ze werkt wel nog steeds bij het GCFI en dan is het omleggen van criminelen toch niet echt een primair uitgangspunt.
America is meer een ‘dame’ die zich als eerst om een medemens ontfermt zoals het scoutingmeisje Liesbeth, die kort voor hun ontmoeting haar vriendinnetje dood had aangetroffen.
Verder is ze een type dat graag van boter bij de vis houdt en juist niet houdt van om de hete brij heen draaien. Kort nadat ze met Lesley in de dienstwagen na haar introductie aan het korps met hem naar haar eerste zaak rijdt, spreekt ze haar mentor al aan met:
“Pronto, wat hebben de hulpdiensten nou precies aangetroffen?” waaruit voldoende blijkt dat ze ook niet van treuzelkonten houdt. En terwijl ze haar eerste plaats delict (de bus vol moordwapens) aan het inspecteren is, genieten we natuurlijk van hoe zij naast de bus haar rondingen strekt voor een goed overzicht, alsook het moment dat ze samen met Lesley over de stuurkolom gebogen iets aan hem uitlegt en Lesley eerste rang boven haar boezem hangt. Het zijn maar wat details die deze uiterst gespecialiseerde en gedreven forensische geneeskundige extra ‘body’ geven.

De arrogantie druipt er vanaf.

Lesley en Koen merkten het, zoals je hiervoor al hebt kunnen lezen, helemaal aan het begin van De rotte appel meteen al op. Nadat America kort door Karel Riemelneel aan het team was voorgesteld, concludeerden de mannen al direct dat ze zojuist een bloedmooie collega rijker geworden waren. Beide heren waren direct door haar uiterlijk opgenomen en spraken er na haar introductie als mannen onder elkaar over: de latina met haar perfect rondingen, haar grote borsten en haar intrigerende sensualiteit. “Woh, heb je die borsten gezien man?” was het eerste wat Lesley sprak toen de twee nog maar net het GCFI waren uitgelopen, waarop Koen hem tot orde moest roepen, omdat hij al voorzag dat Lesley het anders moeilijk zou krijgen zijn focus erbij te houden daar hij door Karel als haar mentor was aangewezen. Koen had ook allang door dat Lesley nog een pittige kluif aan haar zou hebben, aangezien haar arrogante oogopslag verried dat het geen kat was die je zonder handschoenen moest aanpakken. En dat was iets waar hun collega’s die daarna met haar moesten samenwerken ook nog wel achter zouden komen. Want een kat heb je van haar zo te pakken, zodra je met seksistische opmerkingen begint of met andere vrouw-onvriendelijkheden komt aandraven. En dat is uiteraard nu net hoe ik America in het Tycoon Newspaper-wereldje wil presenteren: een rauwe griet die van zich afbijt en overloopt van arrogantie, al lijkt dat laatste soms gespeeld.
Je zou je, haar beschrijving zo lezende, wellicht al gaan afvragen of hier eigenschappen tussen zouden moeten zitten die van mijn eigen persoonlijkheid zijn afgeleid. De TN personages waar ik jullie middels de portretten al kennis mee heb laten maken zijn immers vaak een uitvergroting van mijn eigen karakteristieken. Wel, voor wie het nog niet van mij weet, ik kan soms ook best zelfingenomen zijn. Dus maak je over die overeenkomst maar geen zorgen. Maar dat is niet hetgeen waar je mij op het eerste oog in zou moeten herkennen. Sterker nog, America hoeft niet primair bedoeld echt veel weerspiegelingen van mijn eigen persoonlijkheid te zijn. In haar geval is het eerder zo dat zij een overdreven versie vormt van de vrouwen waar ik op val…
…Yep!
Zo is het. Je zal het misschien niet achter me hebben gezocht, maar typetjes zoals America Calista zijn nu echt de vrouwen waar ik in het bijzonder een zwak voor heb. Het mooiste meisje van de klas, die bloedmooie verkoopster bij de Starbucks waar iedere man dagelijks een praatje mee heeft, de sexy medepassagier die je elke dag tegenkomt in de trein en jou nog geen blik waardig gunt, kortom: de onbereikbare vrouw. Ik leg de lat graag erg hoog.
En mocht het nu zo zijn dat je hoogst verbaasd reageert nu ik je vertel dat (het modelpersoon van) America Calista kennelijk tot mijn idee van een droomvrouw behoort, wellicht dat je dan al minder geschokt bent wanneer je beseft dat de moeder van mijn kinderen van de andere kant van deze planeet komt, ook buitengewoon sexy is en vol zit met temperament. ‘Stille Willy’, het ‘buitenbeentje van de familie’, de ‘introverte schrijver’, geloof me, ik heb ze allemaal al een keer gehoord, maar wie bij dat beeld van mij had gedacht dat ik oud zou willen worden met een brave vriendelijke huismus, die persoon kent mij kennelijk dan toch nog niet goed genoeg. Ik vrees dat dat niet aan mij besteed zou zijn. Ik zoek graag de tegenstelling op, wordt het liefst uit mijn comfort zone getrokken en maak het mezelf graag zo moeilijk mogelijk. Verliefd worden op de vrouw die ik toch vast niet zou kunnen krijgen, wakkert bij mij juist alleen maar meer de wens aan om alles op alles te zetten om deze persoon het hof te maken.
Een vrouw heb ik het liefst met een sterk karakter, iemand die niet op haar bekkie is gevallen, iemand die net zo graag mij de beslissingen laat maken als zelf het roer in handen neemt, maar ook iemand die overloopt van sensualiteit en wanneer het haar uitkomt ook wat uit de hoogte mag zijn. Een gezonde dosis arrogantie, zolang het niet te overvloedig is, vind ik stiekem eigenlijk best aantrekkelijke eigenschap aan een vrouw.
Wanneer je dan op het punt uit komt om te bepalen wie dan het modelpersoon voor America Calista zou moeten zijn, dan zou je haast gaan denken dat ik daarmee dan op iemand als Keira Knightley zou zijn uitgekomen. Het is niet gezegd dat een vrouw zich ook echt verwaand hoeft te gedragen, maar ik denk dat velen het wel met me eens zouden zijn wanneer ik Keira aanwijs als één van de beroemdheden die om een dergelijk uiterlijk wel echt bekend staat. Zij hoeft haar gezicht niet eens in een plooi te vouwen om het uit te stralen, zij is er gewoon voor in de wieg gelegd om arrogant te kunnen zijn. Hou me ten goede, ik ben helemaal niet iemand die beroemdheden volgt in hun omgang met mensen buiten hun acteerwerk om, dus ik heb ook geen idee of ze zich buiten haar werk ook echt laatdunkend toont, maar wat ik er van op mijn televisie van kan zeggen, is dat ik vooral haar koppie buitengewoon aantrekkelijk vind en dat ze een super verleidelijke uitstraling heeft. Daar is wat Keira betreft voor mij ook alles mee gezegd. Want meer dan haar zelfingenomen uiterlijk vind ik er verder niet bijster veel aan. Niet alleen is ze graatmager, maar hoe ze zich verder gedraagt en hoe ze zich beweegt, is ze het voor mij dan weer net niet.
Nou en op welke bekende dames die zich hooghartig kunnen tonen, kun je dan uitkomen wanneer het op een geschikt modelpersoon voor America Calista aankomt? Er zijn er namelijk nogal wat! Je zou onder andere kunnen denken aan Eiza González, Catherina Zeta-Jones, Jessica Szhor, Sofía Vergara, Michelle Rodriguez, Angelina Jolie, Natalie Eva Marie, Zoe Saldana, of iemand als Ciara(!)
( ik gok dat ik de meeste mannelijke lezers onder ons nu kwijt ben, omdat ze zijn blijven hangen op de ‘Afbeeldingen’ van Google! 😉 )
Merk op dat ik in dit rijtje hoofdzakelijk vrouwelijke bekend- of beroemdheden heb genoemd die een getinte of donkere huid hebben. Anders zouden ze niet voldoen aan het criterium dat America uit Trinidad komt of een afkomst kent van dergelijke origine. Eenieder die in dat rijtje genoemd is die daar wat jou betreft niet aan voldoet mag je ook direct weer uit het lijstje van kandidaten schrappen. Keira Knightley – naast Eva Green wat mij betreft de belichaming van een natuurlijke arrogantie tronie – had dus nooit door deze selectie gekomen. Bovendien heeft America ook wel iets meer ‘bos hout’ om haar er überhaupt voor in aanmerking te laten komen. Een bos hout is bij Keira in het geheel ver te zoeken.
Met zo’n kandidatenlijst voor de missverkiezing ‘America Calista’ zijn er wel een aantal van deze bloedmooie bitches die hoge ogen zouden gooien naar een plaats als First Runner Up. Sofía Vergara, bijvoorbeeld, zou een goede kans maken op een tweede of derde plaats. Met haar imponerende oogopslag en gezonde dosis sensualiteit zou ze het menig deelnemer erg lastig kunnen maken. Waar het op een flinke voorgevel aankomt mept ze een Keira Knightley in ieder geval zonder pardon van het podium(!) Toch heb ik Sofía niet als modelpersoon voor onze America door laten gaan. Daar heb ik een aantal redenen voor: ten eerste is ze vaak te zachtaardig, haar arrogantie vind ik net even te geacteerd en bovendien vind ik haar te veel richting de vijftig neigen om echt goed door de casting te komen. America Calista is met 1974 als geboortejaar toch al een beetje een cougar wanneer je ziet hoe haar invloed op haar jongere collega’s is, maar ze hoeft niet het beeld neer te zetten dat ze ook bijna de moeder van de jongste collega’s had kunnen wezen. America Calista is dus inderdaad niet de jongste, maar ze heeft wel nog steeds die jeugdige uitstraling waardoor haar leeftijd lastiger te raden is. Met dit argument valt een suggestie die eerder werd gedaan dat Salma Hayek haar modelpersoon zou zijn dus ook af. Je zou het misschien niet zeggen, maar van alle hier genoemde exotische schoonheden is zij de enige die op het moment van schrijven van dit portret Sara al heeft gezien.
De hele reden waarom ik eerder Sofía een derde plaats zou toebedelen is omdat ik bijna Michelle Rodriguez voor America had gekozen in plaats van de modelpersoon die het uiteindelijk is geworden. Michelle Rodriguez vervult namelijk niet alleen een bijna even ruige als ongenuanceerde rol in films als Need for Speed zoals de werkelijke modelpersoon dat doet, in kampioen kauwgum kauwen is ze ook een ster in (zou ze ook kunnen dammen?). Evenals Michelle deinst onze America er niet voor terug om, met pech langs de weg of voor normaal onderhoud, Lesley opzij te schuiven en zelf onder de motorkap te kruipen. Met haar diep uitgesneden decolleté bungelend boven de ingewanden van hun bedrijfsbak veegt ze met een moersleutel vast en met de rug van haar hand het zweet van haar voorhoofd terwijl ze Lesley, die haar aan staat te gapen, een blik toewerpt van “had je wat?”
Snelheidsduivel Michelle Rodriguez is geknipt voor een rol als deze. Toch zijn er ook voor haar wat argumenten op te noemen waardoor het niet zij, maar… haar mede Need for Speed-chick Eva Mendes is geworden. Yep, hierboven heb je het natuurlijk allang kunnen zien en lezen, maar voor het geval je het echt hebt kunnen missen: het modelpersoon van America Calista is niemand minder dan Eva Mendes. Een lekker ruig mokkel dat de twee kreten ‘arrogantie’ en ‘ongenuanceerd’ zo ongeveer op haar voorhoofd getatoeëerd heeft staan. Zet Michelle en Eva naast elkaar, met in het achterhoofd de voorkeuren die ik hierboven zojuist beschreven heb en het zal je wellicht weinig verbazen waarom ik voor deze tante heb gekozen. Aangezien we toch al een beetje op de platte toer zijn: Eva heeft er net iets meer de tieten voor.

Verhaallijn(en)

Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.

Echte verhaallijnen heb ik met America nog niet voor ogen. Behalve dat er op enig moment in de VZD-verhalen zal worden onthuld dat ze zwanger is van een van haar collega’s. En nee, dat is ze niet van Karel 😉

VZD-afleveringen waar America Calista in voorkomt:

VZD (10): De rotte appel – deel 1
VZD (10): De rotte appel – deel 2

STEM OP HET VOLGENDE PORTRET!

Even als met het voorgaande ‘Een portret van…’ trakteer ik jullie wederom op de mogelijkheid om jullie zelf over het volgende portret te laten beslissen.
Voor de volgende editie kunnen jullie bepalen over wie ik een portret zal schrijven. Je mag stemmen op de volgende personages:

  1. Christel Cleybroek
  2. Theo Nologie
  3. Abdel Dezertecon Kretonshos

Het stemmen werkt zo:

  • Jouw absolute voorkeur geef je 5 punten.
  • Hij of zij waar je ook tevreden mee bent 3 punten.
  • Wie nog wel even kan wachten geef je 1 punt.
  • Jouw stem telt alleen indien je een totaal van 9 punten hebt uitgedeeld.
  • Je kunt stemmen tot precies 1 maand na het verschijnen van dit portret (14-03-2017 is dus de laatste stemmogelijkheid)

Let op met op wie je stemt want:

  • Na de volgende twee portretten kun je in elk geval weer op het personage stemmen die als tweede eindigt. Lees: het eerstvolgende en daarop volgende portret wordt dit personage niet als keuze aangeboden.
  • Het personage met de minste stemmen komt op z’n vroegste over drie portretten pas terug.
  • Op wie je stemt kan ook invloed hebben op de sterren die je kunt verdienen met de actie hieronder.

Je kunt met het stemmen zelf niets winnen.

RAAD HET MODELPERSOON EN WIN STERREN!

Ook nieuw vanaf het komende portret is het winnen van sterren door te gokken wie ik als modelpersoon voor mijn personages hanteer. Kijk op de nieuwe pagina met redactieleden om te ontdekken hoeveel sterren je per personage kunt verdienen en geef hieronder bij de commentaren door wie jij denkt wie de modelpersonen zijn. Vermeld dus bij iedere stem wie het modelpersoon van jouw keuze is. Let op: per karakter mag je maar één keer gokken.

EXTRA: Is jouw 5 punten-stem het eerstvolgende portret én je hebt het modelpersoon correct geraden? Dan verdien je een extra cheque van 500 sterren!

Verstuurd vanaf mijn i-Navelpad

By gsorsnoi | July 15, 2016 - 8:52 am - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. En voor de gelegenheid ditmaal ook eens een karakter die weliswaar geen verslaggever is, maar door zijn aanstelling bij het Gohes City Forensisch Instituut wel een belangrijke rol vervult in het domein van WSNOI. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: Loek de Graaf

Functie: Forensisch Informaticus, bij het Gohes City Forensisch Instituut (GCFI).
Andere namen: Loek de Hond, Hond, Loekie.
Oorsprong naam: Zowel zijn achternaam De Graaf als zijn schuilnaam ‘De Hond’ verwijzen naar speurwerk (resp. in de relatie met ‘graven’ en ‘speurhond’). Beide verwijzingen kunnen in verband worden gebracht met zijn aanstelling als Forensisch Informaticus waarin speurwerk een groot deel van zijn werk bepaalt. Ook in zijn voornaam is het speuren in de vorm van ‘zoeken’ terug te vinden; Loek kun je ombuigen naar het Engelse werkwoord ‘to look’ wat kijken betekent. Het analyseren van Loeks naam is dus in feite al een hele zoektocht op zich!
Modelpersoon: Mark Zuckerberg.
Eerste oer-artikel: N.v.t.
Eerste online-artikel (waarin dit karakter voorkwam): VZD (10): De rotte appel – deel 1
Uitspraken: “Het gasfornuis stond te ver weg?” en “Welcome in the House of Wax,” zijn twee uitspraken uit de VZD-aflevering ‘De rotte appel’. Met het gasfornuis grijpt hij terug op een eerdere suggestie van een voorwerp van hem waarmee Jericho zich zou hebben verdedigde. Met de ‘House of Wax’ verwijst hij naar de werkplaats van zijn collega Agatha Loon op Toom waar zij druk bezig is met ‘deathcasting’ door middel van het maken van een uit alginaat vervaardigd duplicaat van de schedel van één van de slachtoffers (Olivia) uit die VZD-editie. Mijn favoriete uitspraak van Loek is echter:
“De Tycoon Newspaper. Ik heb zo mijn bronnen.”
Dit zegt hij wanneer hij ten overstaan van zijn collega’s in de vergaderzaal de Sierra Madre niet zijn zoekmachine Nikita, maar de Tycoon Newspaper als bron opgeeft voor het vinden van historische nieuwsfeiten rondom het frotteurisme van Jericho.

Zonder nerd ben je nergens

Na negen afleveringen van de Vuurspuwende zonsverduistering detective, kortweg de VZD, begon ik het wel eens tijd te vinden om de lezers meer kennis te laten maken met de medewerkers van het Gohes City Forensisch Instituut (GCFI). Zeker na de zaken VZD (5) SPECIAL: ‘The show must go on’ en VZD (7): Red mij! groeide ook mijn eigen behoefte om een beter beeld te krijgen van de personages die er achter al die onderzoeken in het veld zitten, maar ook van de figuren op het kantoor van het GCFI. Ik noem bewust de 5e en 7e aflevering, omdat juist in die edities er toch redelijk wat vertrouwde namen deelnamen aan de toen lopende onderzoeken, maar er ook een paar nieuwe geïntroduceerd werden. Agatha Loon op Toom bijvoorbeeld, maakten we kennis mee vanaf VZD (7): Red mij!. Hiermee voegde ik een pathaloog anatoom aan Karels mensen toe. Een bloedspatanalist hadden we natuurlijk met Lesley Spandabato en een inbraakspecialist middels Koen Voet, maar pas in die afleveringen komen ze voor het eerst goed uit de verf.
Met al die vaklui hadden we nog steeds slechts een handjevol leden bij de GCFI. En aangezien ik mij bij het GCFI een brede organisatie aan forensische figuren voorstel – gelijk aan hoe ik daar met het Nederlands Forensisch Instituut een beeld van heb – moesten hier echt nog wat poppetjes bij om mijn organisatie geloofwaardig te doen overkomen. Vandaar dat ik vanuit die behoefte uiteindelijk op een personage als Loek uitkwam.
Ik hou van variatie in de samenstelling van persoonlijkheden van mijn personages. Dus bedacht ik wat er al niet handig kan zijn om dan aan mensen in dienst te hebben, zodat je beslagen ten ijs komt wanneer er zich een omvangrijk onderzoek aandient, zoals in de zaak Roerling. Het hebben van een echte data-analist is dan welhaast een must.
Het kunnen spitten door grote hoeveelheden digitale opslagmedia en dan in recordtijd dat ene ontbrekende stukje van een puzzel kunnen vinden waardoor een zaak sneller of überhaupt kan worden opgelost, was een kwaliteit die één van de specialisten beslist móest bezitten. Natuurlijk kon ik de vertrouwde figuren die in het veld opereren gaandeweg van meer kennis, ervaring, nieuwe inzichten en aanwijzingen voorzien, zodat er altijd wel iemand is die de doorbraak vindt, waarmee we de dader en doodsoorzaak tijdens een onderzoek boven tafel weten te krijgen, maar dan ontbreekt het in je vertelling op enig punt toch een keer aan geloofwaardigheid en dynamiek. Het wisselen van plaats en focalisatie spreekt lezers over het algemeen erg aan, zodat dit er toe leidde dat ik een statisch toneel als het GCFI vaker bij een zaak wilde betrekken. Bovendien draagt het gedoseerd variëren van toneel bij aan een intensere beleving van hetgeen er verteld wordt. In schril contrast met de honkvaste patholoog anatoom Agatha Loon op Toom, wilde ik van Loek de Graaf juist eerder iemand maken, die ondanks zijn natuur als ICT-er toch vooral iemand blijkt te zijn die ook graag wil uitvliegen en het avontuur buiten de muren eens wil opsnuiven. Hiermee komen we onvermijdelijk uit op één van de eigenschappen die een personage van zijn schepper overerft. Als een in het vak gerolde ICT-er is het veld intrekken en de wereld om mij heen beleven namelijk exact wat ik zelf ook in mijn werk nastreef. De andere eigenschap waarmee Loek erg op mij lijkt, komen we verderop in een volgende alinea op terug.
We treffen Loek hoofdzakelijk op kantoor aan. Onder het vertrouwde ritselende geluid van het graaien in een zakken met taco’s of nacho’s en het gerammel van zijn vingers over zijn plakkerige toetsenborden, vinden we deze vierentwintig jarige student in dezelfde vleugel van het GCFI waar ook Agatha Loon op Toom haar lijkschouwingen verricht. Toch wordt hij niet gezien als de meest smerige onder de nerds. Natuurlijk treft de schoonmaker aan het einde van de dag wel de niet opgeruimde chipszakjes van hem aan, maar behoudens deze slordigheid en de chipsresten op en in zijn toetsenborden, verbleekt deze jonge hond naast een figuur als Kornelis Oflook. Uit zijn neus eten doet hij niet. Het is eerder een nette naar het brave neigende kerel. Zijn kleding is zelfs proper te noemen, alsof zijn moeder deze wast en strijkt. Eentonig is zijn kledingstijl wel.
Na vanuit een stage bij Karel Riemelneel te zijn binnengerold, ontpopte Loek zich al gauw als een heuse whizzkid en een goeroe op het gebied van feiten verzamelen. Karel had meteen door dat hij met Loek een talent in huis haalde. Loek viel vooral op door zijn hoge nerdgehalte en extreme speurderskwaliteiten. Hij wist altijd in recordtijd bewijsmateriaal te analyseren en kon aan de hand van foto’s en digitale bronnen met kinderlijke eenvoud die informatie boven tafel te krijgen waar Karel en zijn mensen op dat moment erg op zaten te wachten. Doordat hij ietwat gezet is (door het vele chips eten) en altijd goedlachs is, valt deze krullenbol erg op in het gezelschap van de andere medewerkers op de afdeling. Hij staat bekend om zijn opvallende zwarte humor en ook door zijn scherpe opmerkingen wordt hij graag als deelnemer bij vergaderingen of andere overleggen gezien. Hier komt opnieuw een eigenschap aan het licht waarbij Loek weer op mij lijkt. Of collega’s mij daarom liefhebben weet ik niet, maar ik houd ervan om zoveel mogelijk rake opmerkingen te maken en doe altijd erg m’n best om op het juiste moment met essentiële informatie aan te komen zetten.
En dat is precies waar Loek in extreme sterk in is; wanneer je meent dat het onderzoekt echt muurvast zit, dan kun je altijd bij Loek aankloppen en zorgt hij er met zijn computerprogramma’s wel voor dat hij nieuwe feiten boven tafel haalt waardoor er nieuwe inzichten ontstaan en de ‘nadering’ ineens begint te ‘ontknopen'(*). Al met al is Loek daarmee een onmisbare man op het GCFI. En zeg nou zelf? Waar zouden we zijn zonder een echte nerd?

(* = uitspraak van Karel Riemelneel, waarmee hij aangeeft dat er zoveel aanwijzingen bekend zijn dat we hiermee een onderzoek wel moeten kunnen oplossen)

De maniakele reseacher met flauwe (IT-)humor.

Je voelde hem misschien al aankomen; de overgebleven gemeenschappelijke eigenschap die Loek met mij deelt is zijn gedreven wil om achtergronden bij een verhaal te vinden, goed beslagen ten ijs willen komen en kunnen varen op de daarmee verkregen kennis. In het geval van Loek verwijst ‘verhaal’ natuurlijk hoofdzakelijk naar de zaak waar de mensen van het GCFI op dat moment druk mee zijn. En het is niet zomaar, dat ik deze eigenschap juist op hem overbreng. Graven naar data en het vinden van de juiste informatie die erbij een zeker onderwerp hoort, heb ik altijd hand-in-hand zien gaan met geloofwaardige vertellingen. Een verhaal waarin personen, locaties en objecten zijn opgenomen die niet met de realiteit te verenigen zijn of niet kloppend lijken ook als ze zijn verzonnen, leveren in mijn beleving boeken op die zo naar de prullenbak verdwijnen. Bovendien wil ik als lezer vermaakt worden en in een verhaal worden opgezogen, zodat ik alles echt voor mij kan zien wat de schrijver op papier heeft gezet. En ik vind dat iedere zichzelf respecterende auteur dat doel zou moeten nastreven. Met mijn Tycoon Newspaper-verhalen hoop ik daarom niet alleen dat je Rina letterlijk met thee zal zien tutten, of de klodders snot langs je wangen voelt glijden wanneer Kornelis zijn hand weer eens een niesbui heeft, ik wil dat het je ook moet lukken om zelf je weg te kunnen vinden in mijn redactiegebouw. Je zou in gedachten blindelings bij de receptie moeten kunnen binnen stappen en blindelings naar de bibliotheek of zelfs de Duimzuigerij kunnen lopen. Datzelfde geldt wat mij betreft nu nog niet voor het GCFI, maar naarmate ik ook die locatie meer ga beschrijven, moet je daar ook toe in staat zijn. En belangrijker nog: je moet kunnen geloven dat deze locaties ook werkelijk zouden kúnnen bestaan.
Het vinden van de juiste passende achtergronden bij al deze omgevingen beschouw ik dan ook als een groot goed. Struinen op Wikipedia naar encyclopedische beschrijvingen, googelen naar pagina’s en soms zelfs hele websites, veel gebruikte termen bij een specifiek onderwerp inventariseren… het is precies dat alles wat ik doe om een onderwerp geloofwaardig op papier te krijgen. Het is dat ik niet net zoals Tinus Icket te pas en te onpas in een vliegtuig kan stappen om over de wereld alle locaties te bezoeken die ik zou willen aandoen, omdat één van mijn monsterverhalen zich er afspeelt, anders had ik ook dát nog gedaan. In plaats daarvan is het Tinus Icket die deze rol van mij overneemt en in het TN-wereldje die achtergronden vergaart.
Dit hobbyisme heeft op den duur ook een eigen naam gekregen. Toen trouwe Tycoon Newspaper-fan Bob de Winter eenmaal het monsterverhaal ‘Een Stymfalische vlucht’ had uitgelezen, complimenteerde hij mij na afloop en meende hij dat ik wel erg ver ga om bepaalde details in mijn verhalen verwerkt te krijgen en omschreef deze drift als ‘maniakale research’. Het is een liefhebberij van mij waar ik graag met die specifieke omschrijving naar terug refereer, omdat ik vind dat het mijn terugkerende voorbereiding op mijn hoofdstukken het beste weergeeft.
Loek de Graaf doet met zijn werkzaamheden eigenlijk niets anders dan zijn taak op precies die wijze uit te voeren. Het is inherent aan zijn functieomschrijving dat hij voortdurend bezig is met het uitpluizen van achtergronden. Hij gebruikt daar alleen geen Wikipedia voor (de bron die ik graag toepas), maar heeft hier een wel erg eigenaardige zoekmachine voor. Afgekeken van de kunstmatige intelligentie ‘Max’ uit de Dirk Pitt-verhalen van mijn favoriete schrijver Clive Cussler, is Nikita de zoekrobot van Loek. Bedoeld als ver doorgeschoten afstudeeropdracht ontwikkelde Loek de Graaf een erg geavanceerd programma dat in staat is om de meest relevante zoekresultaten te laten genereren op basis van een of meer eenvoudige zoekopdrachten. Voor dit doel had hij aanvankelijk één afzonderlijke server ingericht en een werkstation gereed gemaakt om de server mee te kunnen aanspreken. Maar al gauw werd dit een veel verder uitgebouwde en meer vernuftige installatie met interessante functionaliteiten zoals stemzoekopdrachten, suggesties voor verbanden met andere lopende zaken, uitklaplijsten voor gerelateerde onderwerpen en voorwerpen, een drill down op stambomen en de mogelijkheid connecties te kunnen leggen met andere personen en nog heel veel meer. Maar wat deze machine vooral bijzonder maakt is dat ze op het scherm een eigen driedimensionaal gezicht heeft en Loek haar de mogelijkheid heeft gegeven om met haar te praten. En met praten bedoel ik dan niet een bijdehante vraag- en antwoordmiep zoals Siri van Apple, maar een heuse persoonlijkheid waar je hele conversaties mee kan voeren. Later wil ik hem dit laten uitbouwen naar een werkelijke driedimensionale zoekmachine door hem een 3D-printer aan haar te laten koppelen. De mogelijkheden die hij haar daarmee laat benutten gaan uiteindelijk zo ver dat hij Nikita zichzelf laat printen en er een robot ontstaat. De eerst nog bekabelde Nikita-robot kan in het begin nog niet zoveel, maar naarmate Loek haar meer intelligentie toevertrouwd bereiken ze op enig punt de situatie dat Nikita verder aan haarzelf kan bouwen door via het internet naar de vereiste technologie te laten zoeken. Het enige wat Loek vanaf dat punt nog hoeft te doen is bouwmaterialen aan te leveren, totdat zijn dit ook zelf kan bestellen en dit uiteindelijk niet meer hoeft.
Met dit concept kom ik dichtbij de eveneens vrouwelijke ‘zoekmachine’ Max uit Clive Cussler’s Dirk Pitt-verhalen. In zijn verhalen is Max het levenswerk van het personage Hiram Yeager, een hippie en tevens hoofd van het computerlab van het NUMA. De persoonlijkheid Max wordt als grafische weergave van Hiram’s vrouw beschreven. Zij wordt in een speciale kamer geprojecteerd en is eveneens een zelfdenkend computerprogramma met een eigen wil, grapt graag en flirt zelfs met het hoofdpersonage uit het verhaal: Dirk Pitt. Het belangrijkste verschil met Nikita is dat Max geprojecteerd is en Nikita zichzelf graag als robot laat printen. Wat dat voor verdere gevolgen heeft op het wereldje van Karel en het GCFI? Daar lees je verderop bij de ‘Verhaallijn(en)’ meer over.
Het idee om Nikita te verzinnen is deels op Cussler’s Max gebaseerd, maar werd vooral verder aangewakkerd door het concept uit een goed boek dat ik heb gelezen van John Saul. In dat boek, met de titel ‘Bezeten Brein’ gaan bijzonder intelligente kinderen naar een speciale school, de ‘Academie’, voor hoogbegaafde kinderen. De hoofdpersoon Josh MacCallum is één van deze kinderen en is in eerste instantie blij dat lessen er uitdagender zijn en hem niet meer vervelen, maar komt er al gauw achter dat er ineens klasgenootjes dood gaan. Dat het niet om een ongeluk gaat ontdekt hij ook en voordat hij het weet verandert zijn leven hij in een nachtmerrie wanneer het brein achter dit alles letterlijk op zijn hersenen uit is.
De reden dat juist dit plot mij zo heeft geïnspireerd, is omdat ik van Nikita een jaloerse computercreatie wil maken die uiteindelijk niets anders wil dan kennis en macht.

Oorspronkelijk een dikke vette vreetzak

Hoewel ik hiervoor nog beschrijf dat je Loek de Graaf niet als een tweede Kornelis Oflook moet zien, is dat wel wat ik ooit voor hem voor ogen had. Nu is zijn grootste smerige zonde tot nog toe een beetje graaien in een zak met taco’s en zijn toetsenborden met chipsresten bevuilen, maar oorspronkelijk stelde ik mij Loek voor als een stereotype dikke vette computerfreak, die buiten niet zo opgeruimd ook nog eens zo lui is als een hond. Toen ik hem nog aan het verzinnen was riep hij bij mij een beeld op van een ICT-er die je onderuitgezakt op een oude bureaustoel op een onordelijke werkplek aantreft en waarvan je je kan afvragen wanneer hij voor het laatst een schone onderbroek heeft aangetrokken. Dit zou het vinden van een modelpersoon voor hem stukken vergemakkelijkt hebben, want dan zou er wat mij betreft maar één persoon voldoende geschikt zijn geweest om hem in die glansrol te plaatsen. Ik zou dan uit zijn gekomen op Wayne Knight, beter bekend als Newman uit de televisieserie Seinfield. Wayne ken ik zelf echter vooral als Dennis Nedry uit Jurassic Park, de blockbuster waarin hij eveneens een computernerd speelt. Iedereen die hem daar ook van kent, zal het weinig moeite kosten om van hem eenzelfde beeld te krijgen als wat ik voorheen dus van mijn Loek de Graaf heb gehad.
Ik kwam al schrijvende aan De rotte appel echter al snel terug op dit modelpersoon, omdat ik een dergelijk type niet vond passen in een werkomgeving met specialisten die van rechercheren tot lijkschouwen met serieuze klussen bezig zijn. Loek transformeerde in mijn hoofd daardoor vanzelf steeds meer in een nettere kerel en werd daarmee de keurige schoolverlater zoals we hem nu kennen.
Dat betekende alleen wel dat ik mij opnieuw een voorstelling moest proberen te maken van wie zijn modelpersoon dan wel zou gaan worden. Want laten nu eerlijk zijn, wanneer je bijvoorbeeld in de filmwereld op zoek gaat naar typetjes die je goed in de categorie computernerd zou kunnen plaatsen, dan kom je hele waslijsten aan overwegend stereotype geeks en nerds tegen, waarvan Dennis Nedry er dus één is. Ik heb zitten ‘bladeren’ door figuren zoals Matt Smith (Doctor Who), Elijah Wood (LOTR), Daniel Radcliffe (Harry Potter), Josh Hutcherson (The Hunger Games), Thomas Lennon (17 Again), Rick Moranis (Honey I Shrunk the Kids) en natuurlijk Dane Carvey (Wayne’s World), maar stuk voor stuk vielen deze karakters voor mij om verschillende redenen af; Matt is meer een soort professor (en bovendien te oud), bij Elijah heb ik te veel die hobbit-associatie, Daniel idem dito maar dan één met een toverstok in z’n handen, Josh oogt me juist weer te jong, Thomas Lennon had ik erg geschikt gevonden maar viel af omdat hij te oud is, Josh is behalve te jong niet serieus genoeg, Rick is erg leuk maar valt vanwege zijn leeftijd af en is daarbij erg debiel en Dane… nou, als we het dan toch al over debielen hebben… laten we dan over Dane helemaal maar niet beginnen…
Je merkt wel dat ik mij breed op mijn modelpersoon georiënteerd heb, maar tot op dit punt bleef het steeds bij het bladeren. Er zijn heel wat beroemdheden die door de brede media als nerd bestempeld wordt. Dus er zou voldoende keuze moeten zijn, zou je zeggen. Toch valt het selecteren van een geschikt figuur niet echt mee. Neem bijvoorbeeld John Francis Daley. Deze acteur heeft meteen al een streepje voor, doordat zijn personage uit Bones uit hetzelfde vakgebied komt als de organisatie waar Loek werkt (daar speelt hij namelijk een forensische onderzoeker). Onder meer om die reden heeft hij lang hoog op mijn lijstje gestaan, maar viel uiteindelijk toch af, omdat ik hem te sullig vind. Ook Dane DeHaan, die je misschien wel kent als Harry Osborn uit Spider-Man, heeft even op het lijstje van kanshebbers gestaan als het om deze verfijnde selectie gaat. Maar om één of andere reden staat zijn tronie me niet aan en bovendien wil ik Loek liever niet op een acteur baseren die vooral de badguy moet spelen. Hij is daarmee wellicht mijn meest dubieuze overweging voor deze ICT-er geweest, maar toch heeft die DeHaan wel iets waar ik Loek erg in herken. En dan hebben we Michael Cera nog, uit Juno. Hij scoorde erg hoog doordat hij uiterlijk welhaast de perfecte Loek is. Hij heeft een krullenbol, een scheef lachje dat ik mij zo bij Loek kan voorstellen, lijkt me een gezellig nerd en verder komt hij met zijn geboortejaar 1988 ook aardig bij Loek’s leeftijd in de buurt. Je zou haast zeggen, waarom niet gewoon Michael Cera dan? Nu verwacht je vast dat ik met een tegenargument kom om aan te duiden waarom ik Michael niet als modelpersoon gekozen heb. Maar dan moet ik je teleurstellen; dat tegenargument heb ik niet. Michael Cera is gewoon een goede tweede. Soms is het puur een kwestie van gevoel wat ertoe leidt dat ik uiteindelijk toch voor een ander kies.
Wel nu dan, je hebt hierboven natuurlijk allang kunnen lezen wie het wel is, maar ik zou graag nog even aandacht besteden aan een grote voor de hand liggende naam die in dit lijstje ontbreekt en niet ongenoemd mag blijven. Want waar blijft Tobey Maguire, Mr. Spider-Man, die door mij middels Tinus Icket altijd wordt aangehaald als de man van de Peter Parker-onhandigheden? Zou hij niet dé perfecte Loek de Graaf kunnen zijn? Het antwoord is even eenvoudig als simpel: Peter Parker is een figuur apart en om die reden blijft hij gereserveerd voor Tinus Icket. Hetgeen expliciet niet wil zeggen dat hij het modelpersoon van Tinus Icket is! Laat daar geen misverstand over bestaan.
Je hebt het al gelezen: mijn keuze is uiteindelijk gevallen op Mark Zuckerberg, de man die we allemaal kennen van Facebook. Met minder overeenkomsten dan Michael Cera mogelijk niet de persoon die een ander voor Loek zou kiezen, maar als nerd doet hij het voor dit lid van het GCFI toch erg goed. Hij heeft een bescheiden krullenbol, wat betreft leeftijd valt hij in de juiste categorie en daarbij Mark is ook erg intelligent. Zou hij dat niet zijn geweest dan had hij het vast niet voor elkaar gekregen om jou dagelijks met notifications, friends requests en privé berichtjes lastig te vallen. Laten we het over zijn bankrekening al helemaal maar niet hebben.
Maar er is nog iets anders wat ik vind dat Mark Zückerberg erg voor heeft op de rest: hij heeft een goede uitstraling. En daarmee is hij erg toegankelijk voor de vrouw (of vrouwen) die ik om hem zal laten vallen…!

Andere eigenschappen en bijzonderheden

Houdt van koffie. Onbekend is hoe hij het drinkt. Verder eet hij graag kippenvleugeltjes, een passie die hij deelt met zijn lunchmaatje inspecteur Bob de Winter.
Uit De rotte appel blijkt dat hij een jonger broertje heeft, die automonteur is geworden (tijdens het eindeweekgesprek over het onderwerp ‘sandwichkind’. Het onderwerp doet zelfs suggereren dat hij nog tenminste één ander broertje of zusje heeft). Onbekend is of hij de oudste is.
Hij werkt veel samen met Agatha Loon op Toom, met wie hij in dezelfde vleugel van het GCFI werkt en wie hij vaak benaderd alsof zij zijn leidinggevende is. Soms gaat dat met een houding gepaard wat haast naar onderdanigheid neigt. Dit wordt vooral veroorzaakt door het leeftijdsverschil tussen de twee, maar wat zeker ook een rol speelt is dat Agatha nogal kil aan doet en een heel eigenaardige manier van doen heeft waardoor het niet heel gemakkelijk is een gesprek met haar te starten of vol te houden. Meestal weet Loek de kunstmatige omgangsvorm wel te doorbreken door met nieuwe inzichten en informatie te komen waar Agatha in geïnteresseerd is.
Anders dan Agatha heeft Loek de Graaf juist wel de voorkeur zoveel mogelijk bij het plaats delict betrokken te zijn. Hij belt daarom graag met zijn collega’s uit het veld om een graantje mee te kunnen pikken van de avonturen die ze er beleven. Zo kon hij zichzelf ook even losmaken van zijn IT-baantje waarbij hij toch veel uren achter pc’s moest besteden.
Heeft kennelijk de macht om op aangeven van zijn baas Karel Riemelneel middelen in te zetten zoals een arrestatieteam (AT). In De rotte appel wordt hiernaar verwezen.
Trivia: Loek’s modelpersoon Mark Zuckerberg en zijn vrouw Priscilla Chan hebben samen een dochtertje met dezelfde naam als de 3D projectie uit Clive Cussler’s verhalen waar Nikita deels op is gebaseerd: Max.

Verhaallijn(en)

Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.

Als ik er ooit al aan toe zal komen om een dergelijk verhaal uit te werken, dan gaan Loek de Graaf en zijn creatie Nikita de hoofdrol spelen in een soort technothriller. Een voorlopige titel die ik daarvoor heb bedacht is ‘Kennis is Macht’. Het verhaal staat ver van het soort verhalen dat jullie van me gewend zijn, die zich vaak in een steampunksetting afspelen en waar elektriciteit in de kinderschoenen staat. In ‘Kennis is Macht’ is dit wel anders: Karel Riemelneel is hier nog werkzaam voor het GCFI (*) en de toegepaste technologieën wijken weinig af van hoe we de ontwikkelingen uit onze eigen tijd kennen. Ik vermeld nooit een jaar waarin mijn verhalen zich afspelen, maar je kunt er ongeveer vanuit gaan dat de avonturen die Karel en zijn kornuiten dan beleven, zich afgespeeld zouden kunnen hebben tussen 1990 en nu. Dat is een heel breed tijdvak, dat besef ik mij heel goed. Maar dat laat wel ruimte open voor bijvoorbeeld Loek om verschillende technologische ontwikkelingen met computers nog langzaam met ons te kunnen doormaken.
In dit verhaal wordt Loek de Graaf tijdens de lopende onderzoeken opeens verliefd. Op wie hij zijn oog laat vallen, hou ik nog even geheim. Degene die hij leuk vindt, ziet hem gelukkig ook wel zitten en er ontstaat een relatie. Dit gebeurt ongeveer in dezelfde periode wanneer de plannen voor Nikita concreter worden om haar naar de 3D-printer te sturen. Wat Loek de Graaf echter niet door heeft, is dat Nikita ook een zekere vorm van gevoelens ontwikkelt en langzaam maar zeker zelfs verliefd wordt op haar schepper. Wat meespeelt in het feit dat Nikita dit lang voor zich houdt, is het gegeven dat ze zich in de vorm die ze dan heeft, nog niet kan meten met een persoon van vlees en bloed. De vrouw in Loek’s leven ziet Nikita uiteraard als een bedreiging, maar ze is in haar vroegere vorm nog niet in staat daar goed mee om te gaan. Door deze belemmering en de jaloezie die ontstaat, is ze extra gemotiveerd om ‘s werelds meest geavanceerde zoekmachine te worden, om zo Loek’s aandacht op haar gevestigd te houden. De vruchten hiervan zien we terug in haar bijdrage via Loek aan het team van het GCFI, maar dat Nikita hiermee een dubbele agenda heeft weet niemand.
Dit alles verandert wanneer Nikita in een later stadium een robot wordt die haast levensecht lijkt en zich begint te uiten en te bewegen alsof ze zelf een mens is. Ook in die fase is er nog niets van haar jaloezie merkbaar, maar dat verandert zodra er het GCFI het ineens erg druk krijgt. Het aantal meldingen van ongevallen of vermeende moorden neemt in hoog tempo toe en de Tycoon Newspaper staat bol van de zaken die hieruit voortvloeien en meldingen van vermissingen. De situatie wordt zo mogelijk nog grimmiger wanneer er ook mensen binnen het GCFI verdwijnen en de spoeling om op alle zaken specialisten te kunnen inzetten almaar dunner wordt. Als vanzelfsprekend voor het team wordt nu ook Nikita zelf ingezet. Het gegeven dat ze razendsnel verbanden kan leggen komt steeds meer van pas en Nikita wordt uit veiligheidsoverwegingen daardoor ook getraind als gevechtseenheid, mocht de situatie echt uit de hand lopen.
Hoe de vork daadwerkelijk in de steel steekt weet niemand. Dat is, totdat Nikki Nancy Werth van Slachtofferhulp ook verdwijnt en Nikita zich ineens heel erg defensief gevraagd richting de vriendin van Loek. Pas op het moment dat het te laat is, beseft Loek als eerste wat er aan de hand is. Maar zodra hij daar met Karel en zijn mensen wat aan wil doen is Nikita in geen velden of wegen meer te bekennen. Op datzelfde moment duikt Nikki ineens weer op. Groot is echter de ontzetting wanneer men ontdekt dat Nikki er ineens erg ongezond getraind uitziet, haar borsten groter zijn en zich veel bloter kleedt dan men van haar gewend is. En zodra ze begint te praten, is het niet de stem van Nikki die Loek daarin herkent, maar de stem van zijn Nikita…
Extra: ‘zoekmachine’ Nikita raakt door haar verliefdheid geobsedeerd door de menselijke eigenschappen die ze als robot nooit zal kunnen bezitten. Door deze beperkingen besluit ze als robot naar mens te willen overstappen, als een soort omgekeerde cyborg…

( * = Hoezo ‘nog’? hoor ik je denken? Heb je je wel eens afgevraagd waarom er in de vertellingen over het GCFI geen steampunk voorkomt, er auto’s rijden en internet een hele normale vorm van communicatie is? De Tycoon Newspaper wordt wel eens naar gerefereerd, maar toch is er iets bijzonders aan de wereld waarom we Karel Riemelneel als hoofd van het GCFI ken niet als misdaadverslaggever kennen. Hoe dat in elkaar steekt? Daar lees je eind 2016/begin 2017 meer over…)

VZD-afleveringen waar Loek de Graaf in voorkomt:

VZD (10): De rotte appel – deel 1
VZD (10): De rotte appel – deel 2

STEM OP HET VOLGENDE PORTRET!

Voor een nieuwe ‘Een portret van…’ gooien we het dit keer eens over een geheel andere boeg. Na jullie alweer een portret of wat op VZD-giecheltjes getrakteerd te hebben, wil ik even de focus daar vanaf halen en de beslissing van het volgende portret aan de lezers zelf laten.
Voor de volgende editie kunnen jullie bepalen waar ik een portret over zal schrijven. Je mag stemmen op de volgende personages:

  1. Tinus Icket
  2. Ed Cetera
  3. America Calista

Je merkt het al, ik heb de keuze meteen maar eens lekker moeilijk gemaakt (of juist héél makkelijk!)
Het stemmen werkt zo:

  • Jouw absolute voorkeur geef je 5 punten.
  • Hij of zij waar je ook tevreden mee bent 3 punten.
  • Wie nog wel even kan wachten geef je 1 punt.
  • Jouw stem telt alleen indien je een totaal van 9 punten hebt uitgedeeld.
  • Je kunt stemmen tot precies 1 maand na het verschijnen van dit portret (15-08-2016 is dus de laatste stemmogelijkheid)

Let op met op wie je stemt want:

  • Na de volgende twee portretten kun je in elk geval weer op het personage stemmen die als tweede eindigt. Lees: het eerstvolgende en daarop volgende portret wordt dit personage niet als keuze aangeboden.
  • Het personage met de minste stemmen komt op z’n vroegste over drie portretten pas terug.
  • Op wie je stemt kan ook invloed hebben op de sterren die je kunt verdienen met de actie hieronder.

Je kunt met het stemmen zelf niets winnen.

RAAD HET MODELPERSOON EN WIN STERREN!

Ook nieuw vanaf het komende portret is het winnen van sterren door te gokken wie ik als modelpersoon voor mijn personages hanteer. Kijk op de nieuwe pagina met redactieleden om te ontdekken hoeveel sterren je per personage kunt verdienen en geef hieronder bij de commentaren door wie jij denkt wie de modelpersonen zijn. Vermeld dus bij iedere stem wie het modelpersoon van jouw keuze is. Let op: per karakter mag je maar één keer gokken.

EXTRA: Is jouw 5 punten-stem het eerstvolgende portret én je hebt het modelpersoon correct geraden? Dan verdien je een extra cheque van 500 sterren!

By gsorsnoi | December 31, 2015 - 3:00 am - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands, WSNOI

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. En voor de gelegenheid ditmaal ook eens een karakter die weliswaar geen verslaggever is, maar wel een belangrijke rol vervult in het domein van WSNOI. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: George Enverbrander

Functie: voormalig stamhoofd. Tegenwoordig magiër, helderziende, kwakzalver en kapper.
Andere namen: Benjamin Arbier, Stamhoofd Pauklos, de magiër George, de voorzienige helderziende
Oorsprong naam:
– Benjamin Arbier: zijn voor- en achternaam kunnen samengetrokken worden tot zijn functie ‘barbier’, een ander woord voor kapper.
– Stamhoofd Pauklos: deze naam is ooit door de Moraelridder aan mij toegekend als variatie op mijn eigen naam.
– George Enverbrander: zijn voor- en achternaam kunnen samengetrokken worden tot zijn functie ‘genverbander’, een ander woord voor kwakzalver.
Modelpersoon: Johnny Depp
Eerste oer-artikel: ‘Stamhoofd Pauklos heeft een bezoek gepleegd aan ons land’
Eerste online-artikel (waarin dit karakter voorkwam): ‘Een Snooi 2015’
Uitspraken: “Ik ben u ook dankbaar dat ik weer deel uitmaak van deze bijzondere fantasiewereld en dat ik niet vergeten ben.” Uit ‘De Duimzuigerij‘.

Ooit had George een neusbotje

Om te weten wie George Enverbander is, moet je eigenlijk vooral weten wie zijn alterego(*) Pauklos is en hoe zijn persoontje in het domein van de Tycoon Newspaper terecht is gekomen. Lang geleden, toen de Tycoon Newspaper nog in oprichting was, ging ik veel om met een vriend die zichzelf de Moraelridder noemt (**). Deze vriend kennen we ook uit de eerste periode dat de Tycoon Newspaper pas digitaal was gegaan en waarvan sommige mensen hem vast nog wel zullen herkennen als commentator. In de tijd, lang dáár nog voor, dat ik hem leerde kennen deed ik nog aan badminton, waarbij ik geregeld een shuttle met hem heb overgeslagen. In deze memorabele periode heb ik hem, die ook wel naar de naam Patrick luistert, vaak bewonderd om zijn badmintonskills en trok daarom graag naar hem toe om de kunst te kunnen afkijken. Daarvoor betaalde ik echter wel een prijs, want hij zag het helemaal niet zitten om mij bij mijn eigen naam te noemen, maar noemde mij liever Bertus. De reden? Zijn broer heeft dezelfde voornaam als ikzelf. Dus dat wekte kennelijk een zekere verwarring bij hem op. Het zal in elk geval niet zijn geweest omdat hij niet met zijn broer geassocieerd wilde worden; de broers konden het immers goed vinden met elkaar. Maar om nou Bertus genoemd te worden, dat zag ik eerlijk gezegd zelf niet helemaal zitten. Dus dat heb ik bij hem aangegeven, waarop hij mij voortaan met Pauklos ging begroeten. Een naam die me veel beter beviel.
Dit ging zo een tijdje door en op een leuke manier. Ik stoorde mij niet echt aan die nieuwe naam. Het prikkelde mij zelfs om vanaf dat moment zelf eigen andere namen te gaan verzinnen. En dat gaf precies de juiste voedingsbodem om mijn ideeën voor de Tycoon Newspaper langzaam handen en voeten te geven. Gsorsnoi ontstond en ook kleurrijke figuren als Karel Riemelneel, Achmed Liën, Rina Oddel en Tinus Icket werden voor het eerst leven in geblazen, alsook de geurrijke figuur Kornelis Oflook. Maar Pauklos, als we het chronologisch even goed beschouwen, was er eigenlijk als eerste.
Toch, als het bij die andere aanspreeknaam was gebleven, dan had er nog altijd geen echt apart karakter Pauklos geboren geworden. Pauklos, zoals we het stamhoofd met z’n neusbotje vooral kennen, kreeg pas echt een beetje een eigen identiteit doordat andere vrienden van mij invulling aan hem gingen geven. Zodra ik door de Moraelridder met Pauklos werd aangeschreven, riep dat bij deze andere vrienden een bepaald beeld op. Kennelijk zagen zij dan een soort bosjesmens voor zich met de bekende neusversiering als extra uiterlijk kenmerk. Het duurde nog zeker tot mijn eigen verjaardag rondom de eeuwwisseling dat Pauklos ook echt een gezicht kreeg. Mijn vrienden Willem en Esther destijds lieten zich van hun meest creatieve kant zien, door een complete bloemlezing te schrijven met allemaal schertsende artikelen, gelijk aan hoe we de Tycoon Newspaper nu ook nog kennen, bedoeld als verjaardagscadeau. Een aantal exemplaren van die krant liggen nog steeds ergens opgeslagen in de Archieven van de Tycoon Newspaper (in de TN-wereld is dit op de bovenste verdieping van het redactiegebouw in de bibliotheek; bij mij thuis is dat gewoon op zolder tussen de folders ‘SVB’ en ‘Univé’). Pauklos werd daarin voor het eerst in opgenomen in een artikel met de titel ‘Stamhoofd Pauklos heeft een bezoek gepleegd aan ons land’. In 2016 zal ik deze wel een keer online zetten. Mijn ‘eerste’ alterego – die ik dus niet eens zelf verzonnen heb – liet zich voor het eerst in zijn berenvel echt aan ons zien en bracht dus, zoals de titel van het stuk al aangeeft, een kort bezoekje aan Nederland. In dit portret zal ik niet te veel over de inhoud van dat verhaal verklappen, aangezien ik het later toch nog zal plaatsen, maar dat er hier vooral wordt ingespeeld op het cultuurverschil tussen de in Ouagadougou verblijvende bosjesmens en de nuchtere Nederlandse vastgoedmagnaten W.Kwak en R.Raat dat komt er duidelijk uit naar voren.
Na deze prachtige publicatie is het snel stilgevallen voor wat betreft de avonturen van stamhoofd Pauklos. Alles wat er vanaf dat moment werd geschreven en in de Tycoon Newspaper terecht kwam concentreerde zich vooral rondom de andere TN-personages. Pauklos verdween naar de achtergrond en met hem Victor Anished, waarbij de laatste toch echt uit mijn eigen hoge hoed is voortgekomen. Hoe dat qua verwikkelingen precies in elkaar zit, daar zal onder andere bepaalde passages van de ‘Gekalibreerde gedrochten’ jullie meer over duidelijk maken. Ik zal jullie dan ook verklappen of er überhaupt een connectie bestaat tussen Victors miraculeuze verdwijning en de plotselinge afwezigheid van Pauklos. Maar dat die twee samen in ongeveer dezelfde periode het toneel hebben verlaten, dat mag wel opvallend worden genoemd.
Het was ook om die reden dat het me wel aardig leek om een keer een artikeltje op te vissen uit de Tycoon Newspaper Archieven dat ooit door Victor geschreven werd: Victor Anished (1): Krabbeltje over koning Pauklos Al vertelt hij daarin eigenlijk alleen maar dat stamhoofd Pauklos na zijn bezoek aan Nederland verder reist door Europa en later ook Noorwegen zal aandoen. Dat hier specifiek Noorwegen wordt genoemd, komt niet helemaal uit de lucht vallen; ik koester al langer een wens om dat land te bezoeken.
Daarna is er niets meer over deze twee kornuiten verschenen (behoudens een verwijzing naar het stamhoofd vanuit het anagrammenspel in de editie ‘Aardbei Prikt Tong‘).

( * = of het al niet erg genoeg is dat ik zelf vrachtladingen alterego’s heb. Misschien kan ik beter zeggen: zijn vorige persoonlijkheid)
( ** = beter bekend als Patrick Paulszoon Goodefroot van Berghesteyn Swaevelhooffen Koschter, moraelridder van Velschen tot Bloemendael, curator van de thermo-nucleaire, semi-biologisch getransmuteerde klonen van troetelbeertjes in diens lab in Capelle a/d IJssel)

Graaf Schaurig blies Pauklos nieuw leven in

Aangezien het vrijwel ondenkbaar is dat TN-personages gewoonweg uit het rijk der verbeelding verdwijnen, had ik eind 2014 ineens het idee opgevat om Pauklos weer eens onder het stof vandaan te trekken. Ik was immers hetzelfde van plan met Victor Anished. Maar voor Victor had ik al heel veel langer ideeën op de plank liggen en ben voor hem echt een grote ‘comeback’ (***) aan het voorbereiden. Je zult de twee boeken van de Gekalibreerde gedrochten in z’n geheel moeten uitlezen wil je alles over hem te weten komen. Voor Pauklos was dit plan veel minder concreet. Pauklos was wat dat betreft een beetje een speciaaltje. Natuurlijk dacht ik tijdens het verzinnen van de verschillende TN-verhaallijnen al wel eens vaker aan hem, maar ik had eigenlijk nooit een goed omlijnd beeld van hoe ik hem in mijn wereldje terug op het toneel zou krijgen. Natuurlijk kon ik altijd Tinus een keer op reis sturen en hem wilde avonturen laten beleven in Afrika, zodat hij stamhoofd Pauklos kon ontmoeten, maar dat ging me toch ergens wel wat erg ver. De kans dat dit onnodig veel nieuwe verhaallijnen zou opleveren die ver van de vertrouwde TN-wereld zouden komen te staan, was daarmee ook best reëel. Dus worstelde ik daar wat mee. Ik had zelfs al een paar keer voor mezelf besloten, begraaf die Pauklos nu gewoon maar, met dat karakter valt toch niet veel te doen.
Dat was totdat ik op een decembernacht ineens in mijn slaap werd overvallen door één van mijn vele inspiratiedromen. Daarin droomde ik dat ik mij in mijn eigen hersenkamer bevond, alwaar ik oog in oog stond met de door mijzelf gecreëerde graaf Schaurig. Dit was niet heel verwonderlijk, want voor het slapen gaan zat ik voor de voltooing van het Navelpad Mysterie nog te mijmeren over zijn ontstaansgeschiedenis, zodat hij zich via die gedachte in mijn droom heeft kunnen manifesteren. Het meest gehate karakter uit mijn TN-wereld was er middels een list in geslaagd om het redactiegebouw binnen te dringen en had daarbij wat hulp gekregen van een vrouwelijk personage die ik als actrice uit een zekere televisieserie ken (een week ervoor had ik haar eens gegoogled omdat ze in een nieuwe film zal spelen). Nu is het met dromen al niet erg ongewoon dat er verschillende realiteiten met elkaar vermengd raken en dat ze samen een gemixt beeld op het netvlies kunnen opleveren, maar deze bijzondere samenstelling van gedachten bracht mij na het ontwaken toch ineens op een lumineus idee: niet Ignatz en zijn vrouwelijk compagnon, maar stamhoofd Pauklos krijgt de uitzonderlijke kans om zijn schepper te ontmoeten.
Zo kwam het dus dat ik daarmee ook een spontane invulling kon geven aan het begrip ‘De Duimzuigerij‘. Ik heb mij de Duimzuigerij altijd al een beetje voorgesteld als mijn eigen hersenkamer, maar vooral ook als een soort groot geheim vertrek in het redactiegebouw van de Tycoon Newspaper waar je niet zomaar kunt binnentreden. Het is een ruimte zonder vaste elementen en waarin het volume en de indeling sterk kan variëren. Mijn inspiratie en eigen wensen bepalen hoe dit vertrek van moment tot moment zijn invulling krijgt. Ik zal later wel eens meer over deze speciale afdeling vertellen.
Voor de gelegenheid van de terugkeer van Pauklos bedacht ik dat het wel leuk zo zijn om hem in ‘mijn eigen kantoor’ te ontvangen. Zodoende creëerde ik een speciale entree voor dit vergeten figuur en plande ik een ontmoeting met hem in mijn bovenkamer. Alleen receptioniste Stefanie Gotch was geïnformeerd over deze afspraak, terwijl andere TN-personages juiste helemaal van niets mochten weten. Voor mijn bezoeker, die toen al naar zijn nieuwe naam George luisterde, was alleen al de komst naar mijn kantoor voor hem een spannende belevenis. Hij beschouwde het als een enorme eer en had er bovendien vrees voor dat Rina Oddel in het bijzonder zijn aanwezigheid zou opmerken. Want ondertussen had hij al begrepen dat Rina, na haar bezoek aan zijn ‘glazen bol’-praktijken (zie ‘Een Snooi 2015‘ ), ondertussen al begon aan te voelen dat er iets niet in de haak was. Gelukkig had ik er daarom voor gezorgd dat hij onze roddeltante onderweg niet zou tegenkomen en had ik ook voor de andere reporters iets bedacht waardoor George ongezien kon binnensluipen.
Het schiet z’n doel een beetje voorbij om het hele plot van het Duimzuigerij-artikel hier nu meteen in dit portret mee te nemen, maar er zijn toch een aantal elementen in die vertelling die ik even moet benoemen om meer over Pauklos/George (en verderop Benjamin) duidelijk te maken. Zoals de transformatie van stamhoofd Pauklos naar George Enverbrander. Gaandeweg in de vertelling komen steeds meer te weten over de ‘hebbelijkheden’ van George Enverbrander en we leren ook steeds meer over zijn uiterlijk. Het onvoorzichtig omspringen met de Wisseljaarbeker van de Quiz van de Maand is één voorbeeld van zijn gekunsteldheden. Een oplettend lezer die een beetje bekend is met de acteurs uit de filmwereld moet op dit punt al heel gauw de acteur Johnny Depp hebben herkend, de modelpersoon waar George en Pauklos dus op gebaseerd zijn. En net zoals je tijdens het selecteren van een aardig bioscoopflimpje al moeilijk om Johnny Depp heen kunt – of je hem nu leuk vindt of niet – geldt datzelfde een beetje voor onze George. Je merkt dit aan zijn typische manier van bewegen en reageren op bepaalde situaties, alsook zijn gespeelde ongemakkelijke gedrag. Pas veel later in het verhaal volgt de grote onthulling dat de bezoeker in wie we inmiddels George Enverbrander hebben herkend al die tijd ons stamhoofd Pauklos blijkt te zijn.
Nu is ‘De Duimzuigerij‘ al een verhaal op zich waar volgens BoB “[…]heel wat lijntjes uit het TN-universum bij elkaar komen[…]”, het is ook een vertelling dat bol staat van Snooise en niet-Snooise verwijzingen en symboliek (denk aan het beeldje van de pad waar de schepper z’n hand op legt). Op enig moment reageert George Enverbrander nederig dankbaar met de volgende uitspraak richting zijn geestelijk vader:
“Ik ben u ook dankbaar dat ik weer deel uitmaak van deze bijzondere fantasiewereld en dat ik niet vergeten ben.”
Je zou dit kunnen lezen als woorden die door Pauklos als onvoltooid karakter worden uitgesproken en daarmee te kennen geeft dat hij blij is dat hij als hele oude schets toch niet naar de prullenbak is verwezen, maar een nieuwe kans krijgt na een metamorfose weer in het TN-universum te worden opgenomen. De Grote Naamloze wist direct waar George Enverbrander op doelde. Het zegt heel veel over de totstandkoming van dit personage en het ‘tweede hands karakter’ dat hij door zijn transformatie geworden is.
Als toegift – toch maar even een spoiler – ontdekken we tegen het einde van ‘De Duimzuigerij‘ dat we nog ineens met nóg een plottwist te maken hebben; degene naar wie we steeds als ‘schepper’ en ‘geestelijk vader’ hebben verwezen, blijkt ineens de duistere graaf Schaurig te zijn! Want, om deze überslechterik toch wat credits te geven voor het aandragen van inspiratie, besloot ik op het allerlaatste moment dat het mij wel aardig leek om de vertelling toch nog een beetje te laten lijken op de droom die ik had gehad. En omdat hij toen ook een vrouwelijke metgezel met zich meebracht, had ik meteen iemand gevonden waar ik de naam Charlene Latan aan kon toekennen (dit besloot ik pas tijdens het schrijven nádat ik George vorige identiteit als stamhoofd Pauklos al had onthuld!). Een beter passende naam had ik haast niet kunnen verzinnen voor deze wulpse slang (****).
Spijt heb ik niet gehad van deze plottwist, want tijdens het schrijven naar Pauklos’ onthulling was ikzelf gewoon de schepper. Pas toen George de scenario’s van de Tycoon Newspaper-verhalen mocht inkijken kwam de ingeving dat het wel leuk zou zijn als de schepper door graaf Schaurig gespeeld zou worden. Deze verandering van gedachte kun je nog heel duidelijk terugvinden doordat ik de schepper ineens wat geïrriteerd laat reageren op George’ vraag over het Navelpad Mysterie of er nog plannen zijn om dat werk te voltooien. De ‘schepper’ reageert daarop kortaf dat dat nog te bezien valt en gebied George om door te lopen naar de andere tafel. Uiteraard reageerde de schepper zo, omdat het Navelpad Mysterie een verhaal is dat graaf Schaurig graag wil vergeten.
Interessant: eigenlijk verklap ik hiermee dat de afloop van het Navelpad Mysterie kennelijk niet in het voordeel zal uitvallen voor de graaf. Weten we dat ook alvast.

( *** = het is maar hoe je een nieuwe blik in het verleden interpreteert)
( **** = evenals het later toegevoegde nieuwe personage Ed Cetera zal ook Charlene Latan later een eigen portret krijgen en zal ik onthullen wie hun modelpersonen zijn. Ik speel met de gedachte dat Charlene nog een klein rolletje zal vervullen in de Gekalibreerde gedrochten, met een verhaal over weerwolven. En mochten we George nog gaan terugzien, dan ligt het voor de hand dat zij zijn tegenspeelster gaat worden.)

De paarse bonen-saga

George Enverbrander is dus, zoals je hierboven hebt kunnen lezen, nogal een karakter met een lange ontstaansgeschiedenis. Desondanks zou ik George toch willen omschrijven als een figuur dat ‘er gewoon ineens was’. Want zo heb ik die droom met graaf Schaurig en Charlene Latan en hem als voortvloeisel ervan vooral ervaren. En daarbij is zijn naam ook pas verzonnen toen deze nachtvoorstelling zich aan mij opdrong. Veel personages zijn (zeer) geleidelijk ontstaan, maar George stond gewoon van het ene op het andere moment in het midden van mijn denkraam.
Het is een beeld dat erg goed bij zijn eigenaardigheden past. George heeft namelijk iets wat we bij de andere TN-personages nog niet echt zijn tegengekomen. Hij is rebels en speelt ongewild de onruststoker, iets wat heel duidelijk terugkomt in ‘De paarse bonen-saga’, een serie van verhalende artikelen dat met zijn komst heel het Rijk van WSNOI z’n greep hield. Koffiebonen waren van de ene op de andere nacht in het gehele land ineens spontaan verdwenen en Lesley Spandabato werd samen met een aantal andere figuren ingeschakeld om een klopjacht te houden op de zogenaamde koffiedief, die, zo bleek veel later, George Enverbrander bleek te zijn. Nog nooit heeft een TN-personage zó enorm huisgehouden in het dagelijkse leven van het Rijk van WSNOI. Hiermee is het ontregelen van de ons zo vertrouwde vaste gewoonte en opvallende eigenschap van hem. En wist je trouwens dat hij met dit portret ook de plek heeft ingepikt van Loek de Hond? Want die zou ik nu eigenlijk hebben geschreven.
Het bevestigt alleen nog maar meer hetgeen wat ik jullie nu wil gaan vertellen. Om nog even terug te grijpen naar ‘De Duimzuigerij‘, daarin heb ik de rol van graaf Schaurig vooral als een soort metafoor willen gebruiken om de suggestie te wekken dat kwade gedachten bezit van mij namen, zodat George zijn geruchten kon verspreiden en het land in onzekerheid liet verkeren. Mensen werden ziek, de ziekte de bazelen brak uit, er vielen doden en daarmee stond het dagelijkse Snooise leven ineens volledig op z’n kop. Op WSNOI kreeg je vanaf 1 april van dit jaar ineens te maken met een onvoorspelbare nieuwe boon en liep je na het begraven ervan de kans gebeten te worden door een paarse bonen-kever. We hebben het natuurlijk over de paarse springboon, de eigenwijze variant op de toch al moeilijk onder bedwang te houden rode springboon. Het zijn allemaal ideeën die zich zomaar vanuit het niets aan mij op hebben gedrongen en daarmee opnieuw perfect passen bij het zonderlinge figuur dat George Enverbrander is, een man die kennelijk helemaal van ‘Gsor los is’.
En zijn macht reikt enorm ver, want dit fictieve karakter heeft het zelfs gepresenteerd om een werkelijk bestaand persoon bijna te kelen. Ik heb het natuurlijk over Romeo Mazzei, die het in de gedaante van zijn alter ego Retroman met hem aan te stok krijgt zodra hij nietsvermoedend een bezoekje brengt aan de kapper.
Toch hangt er iets mysterieus zachtaardigs om George heen, waardoor ik hem niet zomaar meteen in het hokje ‘goeierik’ of ‘slechterik’ heb willen plaatsen. George acteert namelijk – vooral in zijn eigen beleving – volgens de genade van zijn schepper. En hij danst daarmee ook naar diezelfde pijpen. Want, zoals ook in de ‘De Duimzuigerij‘ valt na te lezen, is George feitelijk een marionet van een groot en machtig man voor wie hij veel respect heeft. Dat hij naar de wereld de indruk wekt dat hij zelf de touwtjes van alles en iedereen in handen heeft, is dus ook slechts gespeeld. Hij heeft dus pit en is in het publieke optreden amicaal en brutaal, maar naar zijn opdrachtgever (waarvan hij denkt dat dit zijn geestelijk vader is) is hij uiterst onderdanig. Niet zoals de hielenlikker Jochem A. Knikker (de lakei van de BoBfather), maar niettemin erg volgzaam. Hierdoor voorzie ik in George een personage waar we ongetwijfeld nog wel eens van zullen horen, zelfs nu hij in zijn woonwagen de stad is uitgevlucht (zie ‘Retroman gaat naar de kapper‘). En dan heb je kans dat hij evenals zij kompaan Joost Stunner weer als huurling zal optreden en het hem niet zal uitmaken of zijn rol voor de goede zaak zal worden ingezet of opnieuw voor het kwade.

Modelpersoon was zelfs de Dalai Lama van Uitgeest (en Kernfusiekapper)

Dan keren we nog even terug naar Johnny Depp, het modelpersonage waar ditmaal niet alleen het uiterlijk maar ook veel van George’ gedragingen op gebaseerd zijn. Je hebt het haast niet kunnen missen: waar ik normaal nogal wat mysterieus blijf over wie het modelpersonage van mijn alter ego’s toch zouden kunnen zijn, lag dat er bij George Enverbrander dit keer wel erg dik bovenop. Met name in het Duimzuigerij-artikel, maar zeker ook in enkele artikelen uit in de rest van ‘De paarse bonen-saga’ kun je keer op keer Johnny Depp ontdekken in die eigenaardige trekjes van dit nieuwe kleurrijke figuur.
Wist je trouwens dat we George Enverbrander zelfs al vóór zijn glazen bollen-actie en ‘De paarse bonen-saga’ ook al eens hebben gezien? Wel, sla er dan deze vacature maar eens op na: ‘Dalai Lama van Uitgeest‘.
Degene die daar met z’n giecheltje op de foto boven het artikel hangt, lijkt toch wel verdacht veel op Johnny Depp, nietwaar? En dat is hem natuurlijk ook. Kennelijk heeft de toen nog Pauklos geheten magiër zijn knappe koppie al eens geleend voor de schrijfsels van onze rechercheur Karel. En dan moet je echt Karel Riemelneel heten om dan niet eens het stamhoofd te herkennen in die prehistorische gelaatsbeschilderingen waar Pauklos zich mee dacht onherkenbaar te maken.
De keuze om Johnny Depp het modelpersoon voor George te laten zijn gebeurde net zo automatisch als dat het feitelijk ook gewoon erg voor de hand lag. Johnny Depp is namelijk een erg veelzijdig acteur, zodat zijn kameleon-achtige eigenschappen eenvoudig op George’ gevarieerde carrière toe te passen waren. De gekunstelde manier van bewegen, zijn verfijnde manier van op situaties inspelen, zijn sublieme wijze van onschendbaar lijken, alsook de theatrale uitspattingen. Het past allemaal perfect bij hoe ik George meteen voor ogen had. En zeg nu zelf, wie zou nou er beter een rol kunnen bekleden van een magiër, een helderziende, een kwakzalver of een kapper? Johnny Depp speelde al deze rollen zelf al eens in enkele van zijn talloze films. Ook de Gekke Hoedenmaker, waarin ik in ‘De Duimzuigerij‘ naar verwijs door ‘die hoed toch maar weg te laten’, bevestigde het vermoeden keer op keer dat George Enverbrander Johnny Depp wel móest zijn.
Oorspronkelijk en hoofdzakelijk bedoeld als een extraatje, voegde ik daar op het laatste nog een verstevigende factor aan toe. Want in het slotartikel van ‘De paarse bonen-saga‘, ‘Retroman gaat naar de kapper‘, werk ik toe naar een ultieme cliffhanger, maar laat jullie daarmee ook kennis maken van een achtergrond van nog vóór George Pauklos was. Ben ik nog te volgen? Net zoals met enkele verhaallijnen in het TN-universum verzin ik het uiteindelijke plot soms nog terwijl ik aan de helft ervan aan het schrijven ben. Datzelfde gold ook voor ‘De paarse bonen-saga’, zodat ik pas halverwege die saga besloot een bezoek aan de kapper voor Retroman in te plannen. En aangezien Johnny Depp toch al zo prominent in mijn hoofd aanwezig was, besloot ik dat het Sweeny Todd-verhaal zich eigenlijk wel erg goed leende voor het voltooien van her personage George Enverbrander.
Zo leren we uiteindelijk dat George oorspronkelijk eigenlijk Benjamin Arbier heette en de overstap naar stamhoofd Pauklos niet zijn eerste transformatie was…

Overige wetenswaardigheden over George Enverbrander

  • George kent de inhoud van de boekwerken uit de Tycoon Newspaper en heeft daardoor de meeste kennis over het wel en wee van het TN-universum. Hiermee fungeert hij in zijn rol als helderziende als een soort alwetende verteller. Wat er in het Tycoon Newspaper-jaar 2015 stond te gebeuren wist hij om die reden aardig goed te voorspellen.
  • George komt in ‘De Duimzuigerij‘ te weten dat al de herinneringen die hij en zijn collega’s hebben door de Grote Naamloze aan de TN-verslaggevers zijn toebedeeld. Herinneringen die niet voor verhaallijnen interessant zijn bezitten zij niet. Hiermee beseft George dat hij en de andere TN-personages fictieve karakters zijn.
  • George is er vooralsnog niet van overtuigd dat hij magische krachten zou bezitten en/of hoe hij deze eventuele krachten moet aanspreken. Daardoor gelooft hij niet in zichzelf als volwaardig magiër en vult deze rol daarom zolang in alsof hij een soort Wizard of Oz is (neptovenaar red.). Dit laat de ruimte open om hem in toekomstige verhaallijnen te laten ontdekken of hij inderdaad over bijzondere magische krachten zou bezitten, hoe hij daar aan is gekomen en wat hij ermee kan. Toch lijkt het er in ‘De Duimzuigerij‘ op dat hij onbewust reeds magische krachten toepast. Dit uit zich doordat hij bij het inkijken van de onvoltooide werken in een oogwenk veel informatie tot zich weet te nemen. Of zou hij dit zo bovenmenselijk snel kunnen doordat hij toch al in een ruimte aanwezig was waar toch al zoveel magie vanuit gaat?
  • “Fantasiewerelden bestaan bij de gratie dat we ze kunnen verzinnen”, was een zin die in de aantekeningen van de Grote Naamloze stond die George Enverbrander ook had moeten meekrijgen. Maar aangezien graaf Schaurig de positie had ingenomen van de Grote Naamloze, heeft de graaf verzuimd George Enverbrander daar wat mee te laten doen. Voor de oplettende lezer: dit is de openingszin van de Gekalibreerde gedrochten(*****)…
  • Het is stamhoofd Pauklos die zich ritueel vermaakt met het tromgeroffel op de navels van zijn dorpsleden om de verveling te verdrijven. Zie ‘Aardbei Prikt Tong‘.
  • Reageert nonchalant en afwezig (doet net of ie gek is) op betoog van Retroman zodra Retroman onthult hoe George Enverbander Gohes City maandenlang in z’n greep hield
  • Is dus kennelijk helemaal niet uit Gohes City ontsnapt, maar meteen teruggekeerd als de demonische kapper Benjamin Arbier.
  • Drinkt zijn koffie zwart. Zie ‘Retroman gaat naar de kapper
  • Retroman herkende in Benjamin Arbier een Jatmos, omdat Jatmozen gitzwart haar hebben en een bleke huid. Benjamin stribbelt echter tegen en ontkend zijn afkomst, uit vrees herkend te zullen worden. Hij verklaart dat zijn uiterlijk vanuit zijn familie komt en zelfs zo bruin was dat hij in Afrika heeft gevraagd aan een medicijnman om zijn hun te bleken. Alleen is die medicijnman daar zo ver in doorgeschoten dat hij nu zo overdreven bleek ziet. Dat bleken van de medicijnman is natuurlijk een verwijzing naar mijn idool Michael Jackson die aan Vertiligo leed (huidziekte) en met de medicijnman bedoelde Benjamin Arbier zichzelf toen hij destijds zijn nieuwe identiteit van stamhoofd Pauklos had aangenomen. Iemand heeft mij ooit eens geleerd dat als je toch moet liegen, dat je dan altijd moet zorgen dat je dichtbij de waarheid blijft. Wel, dat kan George Enverbrander als geen ander.
  • George is geen fan van de Tycoon Newspaper, in ‘Retroman gaat naar de kapper‘  noemt hij de TN een ‘onnozel onzinnige feitenkrantje’.
  • Doordat George Enverbrander als Benjamin Arbier geboren is in Jatmos, maakt dit hem een uitgelezen tegenspeler van Warwinkelaar Kerbert Rent, aangezien inwoners van Warwinkel geen beste relatie hebben met het naburige Jatmos.
  • Afijn, George Enverbrander is dus naast magiër, helderziende en kwakzalver ook stamhoofd Pauklos en kapper Benjamin Arbier. Mis ik dan nog iemand?
    Nee?
    …Niemand?
    😉

( ***** = daarin is ‘fantasiewerelden’ alleen vervangen in ‘dimensies’.)

TN-artikelen waar George Enverbrander in voorkomt (of aan gerelateerd is):

Een Snooi 2015
De Duimzuigerij
Lesley lost ‘t op (2): De koffiediefstal
Uitbraak bazelen (Morbus Aprilis)
Bazelenepidemie zet door
Het Enverbrander Wondermiddel
Tip uit Het Theehuis
Retroman gaat naar de kapper
Tezamen vormen deze artikelen ‘de Paarse bonen saga’.

De volgende keer gaan we weer verder met de VZD-portretten. Dan behandelen we eindelijk het portret van: Loek de Hond

Verstuurd vanaf mijn i-Navelpad

By gsorsnoi | September 29, 2015 - 9:17 pm - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands, WSNOI

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. En voor de gelegenheid ditmaal ook eens een karakter die weliswaar geen verslaggever is, maar wel een belangrijke rol vervult in het domein van WSNOI. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: Koen Voet.

Functie: Forensisch sporenonderzoeker gespecialiseerd op inbraken, bij het Gohes City Forensisch Instituut (GCFI).
Andere namen: Geen
Oorsprong naam: Zijn voor- en achternaam kunnen samengetrokken worden tot een voorwerp dat duidelijk iets met zijn functie te maken heeft: koe(n)voet.
Modelpersoon: Gers Pardoel.
Eerste oer-artikel: N.v.t.
Eerste online-artikel (waarin dit karakter voorkwam):VZD (4): Triest bericht‘.
Uitspraken: op de vraag van Jolien van Biesheuvel komt Koen in ‘VZD (4): Triest bericht‘ na sporenonderzoek tot de conclusie: “Inderdaad inspecteur, diegene die de E 2.400,- heeft buit gemaakt was in het bezit van de sleutel van het huis.” & in ‘VZD (6): Verrassing!‘: “Welnee inspecteur,” reageerde Koen op het dakterras en hield een roestige kandelaar omhoog, “het was vast Kolonel Mustard met een kandelaar!” – dit zei hij als reactie op Karels verzoek dat de heren geen spelletje maakten van hun werk.

Op gelijke voet met Karel

Koen Voet maakt onderdeel uit van de paar essentiële personages uit de detectivereeks VZD. Met zijn eerste optreden in ‘VZD (4): Triest bericht‘ gaf hij invulling aan de behoefte die zomaar een keer spontaan ontstond toen – zoals je hierboven kunt lezen – inspecteur Jolien van Biesheuvel wilde weten of er bij de familie Ten Dam was ingebroken. De detectiveserie was zich in die tijd nog grotendeels aan het ontwikkelen, hetgeen ook wel bleek uit de spelregels die in diezelfde vierde aflevering pas echt vorm begonnen te krijgen. Ditzelfde gold voor het minimale setje forensisch onderzoekers, waar het team waar Karel geregeld mee op pad trok, tenminste uit zou moeten bestaan. Het hebben van een inbraakspecialist was een onvermijdelijk gegeven waar we vroeg of laat tegenaan zouden lopen (zie ook ‘Een portret van… Lesley Spandabato‘). Koen Voet was hierop vanzelfsprekend het antwoord. Zijn naam, zoals gebruikelijk bewust wat flauw gekozen, bleek een geniale vondst; iedereen wist direct wie hij was en vooral wat hij kwam doen. En dan te bedenken dat de opdracht waarvoor hij helemaal naar de plattelandsgronden buiten Gohes City kwam afreizen, tot het resultaat leidde dat er helemaal niet eens wàs ingebroken. Ik herinner me nog dat ik Koen toen even snel verzon en hem een korte alinea gaf om niet te veel van de rode draad van het toen lopende onderzoek af te willen wijken. Inbraak, of iets wat daar op lijkt, was helemaal niet aan de orde. Dat was meteen ook de reden waarom ik Koen in datzelfde verhaal niet meer aan bod liet komen en hij pas weer in VZD (5) SPECIAL: ‘The show must go on’ een nieuw optreden deed. Opmerkelijk genoeg bleek ik Koen eigenlijk al eerder nodig te hebben gehad, in één VZD-aflevering eerder: ‘VZD (3): De koprol‘. In dat onderzoek werd er namelijk over een kluis gerept en of daar eventueel sportfondsen uit ontvreemd zouden zijn. Mocht hij toen al dienst hebben gehad, dan had hij ook toen tot een weinig spannend te noemen ontdekking gekomen: de kluis was leeg en lag onder het stof.
De totstandkoming van het personage Koen Voet is daarom goed te vergelijken met zijn werkgever Karel Riemelneel; beide verschenen pas een verhaal of artikel later dan eigenlijk logisch was (Karel Riemelneel had oerartikel Bewaking Kwak & Go vat vlam na bomaanslag wat genre betreft beter kunnen schrijven dan Tinus Icket, red.).

Onwrikbaar element

Eenmaal thuis in de detectiveserie werd Koen ook meteen een terugkerend personage waar je van op aan kon. Vanaf de 4e aflevering tot en met zaak nummer 10 werd iedere keer wel even zijn hulp ingeroepen. Het begon natuurlijk met ‘VZD (4): Triest bericht‘ waarin hij constateerde dat er geen deur was geforceerd en ook bij de kozijnen van huize Ten Dam geen sporen van braak gevonden konden worden. Zo concludeerde hij dat degene die de E 2.400,- buit had gemaakt in bezit moest zijn geweest van de sleutel van het huis. In VZD (5) SPECIAL: ‘The show must go on’ bevonden wij ons ineens terug in de tijd en hield hij zich bezig met zandzakken. Hij ontdekte dat in één ervan een juwelenkistje zat verstopt, een cruciale aanwijzing die ons uiteindelijk bewust op het verkeerde spoor zette. Tijdens de speurtocht naar aanwijzingen in ‘VZD (6): Verrassing!‘ was hij vooral in de tuin te vinden en later ook op het dakterras, waar hij naar Karel een geestige opmerking maakte over Kolonel Mustard (zie ‘Uitspraken’ hierboven). Hij was het die de ontdekking deed dat er een raam naar binnen toe was gebroken, terwijl het slachtoffer buiten in de tuin lag. Dit zette ons even voor raadsels, maar werd uiteindelijk toch een passende verklaring voor gevonden. Ook in ‘VZD (9) SPECIAL: The Last Angel‘ bleek Koen weer even niet naar zijn specialisme toe hoeven handelen; hij zou Karel vrijkopen uit het gevang, waarvoor hij helemaal naar de Filippijnen was komen vliegen, maar iemand anders bleek hem al voor te zijn geweest. Helemaal aan het einde van deze spannende zedenzaak was er ineens een lolbroek die de werkelijk absurde suggestie deed dat ons slachtoffer mogelijk wel eens kon zijn ‘dood geswaffeld’. Koen en Karel pikte die suggestie op een creatieve manier op om erachter te komen of de daders daadwerkelijk hun geslachtsdelen in de aanslag hadden gehad. Hetgeen gelukkig niet het geval bleek (althans niet voor de doodsoorzaak). In die aflevering verleende Koen het duo ook de toegang tot een garage door in een metalen bakje even naar een sleutel te voelen. Dit stelde mij als schrijver nog even in gelegenheid om alvast een aparte eigenschap aan Koen toe te dichten; namelijk dat hij zich soms als wijsneus opstelt (waar Karel zich aan irriteert), maar wat er over het algemeen wel voor zorgt dater schot in de zaak komt. Dat gegeven wordt namelijk tijdens dat zoeken naar een sleutel door Karel even aangehaald.
Met het aanbreken van de 10e editie van de VZD gebeurde er veel meer wat binnen het expertisegebied van Koen valt. Wat voor Koen begon met de vondst van een man die erg akelig door een dakkapel van een trap naar beneden was gevallen. Bij het schrijven van de ‘aantekeningen’ rondom deze zaak (er gebeurde zoveel in deze ene detective dat het wenselijk was er even een samenvatting van op papier te zetten) werd even kort uit de doeken gedaan wat Koen’s inbreng ongeveer nog meer in het verhaal was:
Koen Voet stuitte op twee lijken bij het brengen van een huisbezoek aan het familieadres van Roger Roerling. In de woonkamer vond hij het ontzielde lichaam van Roger’s vrouw Olivia. Zijn zoon Jericho was er zo slecht aan toe dat een reanimatiepoging niets meer uithaalde. Hierop heeft Karel Koen naar huis moeten sturen, zoals de CGFI-regels voorschrijven. Hij was emotioneel te zwaar aangeslagen om het verlof niet te accepteren. Niet eerder dan dinsdag werd hij vervolgens weer op kantoor verwacht. Maar zolang zouden de verwikkelingen niet duren, zodat dit ook meteen zijn voorlopige laatste optreden in de serie was. Over de specifieke rol die hij in die 10e aflevering had valt veel te zeggen, maar leuker is om het bewuste fragment er nog eens een keertje op na te lezen, dat onderaan dit artikel terug te vinden is. Een ander leuk onderdeel is hoe er in diezelfde zaak nog eens wordt teruggekomen op de bijzondere samenstelling van zijn naam. Dat is het andere fragment wat je hieronder leest.
Vanaf het moment dat de 10e VZD even een voorlopig einde aankondigde op de detectiveserie, leek het ook gedaan met het optreden van onze helden. Maar gelukkig vult Lesley Spandabato dat gat soms op door even een van Mickey Mouse afgekeken Lesley lost ‘t op te produceren. En in de tweede editie, die over gestolen koffiebonen ging, rent Koen op enig moment met Lesley nog even achter een ontsnapte paarse springboon aan, zodat deze miniversie van de detective serie toch oplevert dat we deze VZD-personages af en toe nog eens terugzien.

Toffe gast

Koen is één van de jongere medewerkers bij het GCFI. Hij is, zoals vele collega’s hem zullen omschrijven, een nogal ‘vlotte jongen’. Ik zie hem graag als een handig figuur die, in tegenstelling tot het aantal klunzen dat het Rijk van WSNOI ondertussen telt, z’n hand niet omdraait voor een vuil of lastig klusje. Om die reden is het eigenlijk ook wel praktisch dat ik hem steeds in bepaalde scenes bij bepaalde zaken inzet, waarvan je wellicht zou denken dat je niet per se een inbraakspecialist hoeft te wezen om aan een dergelijke taak invulling te kunnen geven. Het vlotte aan hem zien we ook terug in de omgang die hij heeft met zijn collega’s. Aan het begin van de zaak ‘De rotte appel‘ bijvoorbeeld vraagt hij nogal ongenuanceerd aan Lesley “Woh, heb je die borsten gezien man?” waarmee hij verwijst naar het imposante voorkomen van hun nieuwe collega America Calista. Aan de ene kant geeft dit aan dat hij het kennelijk goed kan vinden met Lesley, maar het vertelt ook dat Koen niet iemand is die om de hete brij heen draait. Hij is dus erg recht voor z’n raap en daardoor ook een medewerker die snel meters maakt.
“Met jouw nichterige voorkomen maak je toch geen kans,” zei hij in datzelfde stukje tekst nadat hij over America’s borsten begon en refereerde daarmee naar het niet erg hetero uiterlijk van zijn collega Lesley Spandabato.
Kort daarop slaat Koen zijn collega Lesley op gebroederlijk doch hardhandig tussen zijn schouderbladen om hem geluk te wensen. Dit deed Koen, omdat hij inmiddels ook wel door had dat America nogal een pittige tante bleek en Lesley hem niet mans genoeg leek om haar onder zijn duim te houden.
Verderop in diezelfde aflevering komen we nog te weten dat Koen zijn koffie met een scheutje melk drinkt. Het is een niet heel noemenswaardig detail, maar het komt en passant voorbij, vlak voor een scene waarin er wat interessants gebeurt zodra collega Abdel zich laat afleiden door de schone verschijning van America Calista.
“Aarde aan Abdel! Hallo?!” was de boodschap die Koen zacht fluisterend via extraterretische signalen aan zijn collega probeerde over te brengen. “We hebben je hier nodig, niet in de armen van onze schone Calista.”
De heren zijn hier in gesprek met de geëmotioneerde Johannes IJzerdraat, die de eigenaar is van het dakdekkersbedrijf Lekt ‘t een beetje. In deze fase van de ondervraging lijkt schotrestenonderzoeker Abdel de verantwoordelijkheden echter geheel aan Koen over te willen laten. De billen van America Calista en de rest van haar voorkomen leiden hem namelijk zo af, dat hij liever Koen opscheept met de taak om het slechte nieuws aan de familie Roerling over te gaan brengen.
“Nee, Abdel dat flik je me niet” dacht Koen toen, maar slikte deze lage streek.
Uiteraard heb ik deze grap er toen met opzet zo ingeschreven, want ik wilde echt een keer iets verzinnen waardoor we konden lezen waarvoor inbraakspecialist Koen in de schoolbanken gezeten heeft. Daarnaast was het weer een leuke uitdaging voor mezelf om mij te verdiepen in een onderwerp (sporen van braak onderzoeken) waar ik tot dan toe zelf niet zoveel kaas van gegeten had. Voor dit soort scenes struin ik dan het internet af naar omschrijvingen van hoe echte experts in zijn vak hun werk uitoefenen. Dan beland ik op de site van het NFI (waar het GCFI van is afgeleid) en vermaak ik mij opperbest terwijl ik bezig ben met wat men noemt ‘maniakale research’.

Geen gezicht

Koen Voet heeft, net zoals zijn collega Abdel Desertecon Kretonshos, lang geen gezicht gehad. Ik kan dan ook niet zeggen dat ik al die tijd – al was het ongeveer – een plaatje in m’n hoofd had van hoe hij eruit zou moeten zien. Maar ja, helemaal geen uiterlijk aan m’n karakters meegeven is natuurlijk ook geen pan. Dus ook voor Koen heb ik even thuis op mijn luie stoel m’n ogen gesloten en mijn gedachtes de vrije loop laten gaan op wie ik dacht dat toch het beste bij het personage Koen Voet zou passen. In conversaties met BoB en Retroman kwam ik zodoende (via Huub Stapel, Tom Felton, Waldemar Torenstra, Johnny de Mol, Pieter Storms, Lange Frans, Brainpower, Yes-R en Ali B) op niemand minder dan Gers Pardoel.
Spring maar achterop bij mij… dan gaan we even een zaak oplossen!

Verhaallijn(en)

Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.

Met Koen Voet heb ik vooralsnog geen specifieke verhaallijnen voor ogen.

– fragment uit ‘VZD (10): De rotte appel – deel 1’:
Onze inbraakspecialist nam het zekere voor het onzekere en schakelde met zijn mobiele telefoon naar de vaste verbinding voor collega-hulpdiensten. Daar kreeg hij te spreken met centraliste Monique van Wijngaarden van de locale meldkamer. Zij liet, op basis van de melding die ze van Koen doorkreeg, een ambulance aanrijden. Onderwijl spurtte hijzelf naar zijn dienstwagen om daar zijn inbraakkit tevoorschijn te toveren. Met de juiste gereedschappen in de aanslag controleerde hij de voordeur en koos hij zijn geautomatiseerde KLOM Lockpick Gun om de klus mee te klaren. Zo dreef hij de Pickgun naalden één voor één het slot in tot hij de juist had en kreeg daarmee in een handomdraai de deur geforceerd. Deze was nabij de scharnieren nog wel voorzien van dievenklauwen, maar die stonden er overdag natuurlijk niet op. Eenmaal binnen trad hij vanuit het voorportaal eenvoudig de woonkamer binnen, maar had uit voorzorg zijn Beretta al in de aanslag. Omzichtig knielde hij bij het eerste slachtoffer dat hij eerder vanaf buiten maar half kon zien en zocht naar een pols. Godzijdank vond hij die, maar deze was kritiek zwak. Het ging om een jonge knul van een jaar of 16 of 17 die [AANWIJZING] gekneusd en vol blauwe plekken in de hoek van de kamer tegen een fauteuil lag gevouwen. Hij vloekte inwendig en wist dat de hulpdiensten hier op voorhand zouden falen als hij niet zelf in actie kwam. Om zeker te zijn dat hij de vrouw, die vermoedelijk zijn moeder was, een kans had gegeven, stond hij even op en controleerde hij ook haar. Kort daarop was hij alweer bij zijn jongste slachtoffer terug; de moeder was niet meer te redden. Bij zijn poging de pols terug te vinden, was hij gealarmeerd toen hij daar moeite mee had. Koen twijfelde geen ogenblik en met oog voor eventueel nieuw letsel positioneerde hij de jongen precies zo dat hij voldoende werkruimte had om reanimatiecontroles uit te voeren. Op aanspreken werd door de jongen niet meer gereageerd. Ademhalen deed hij evenmin. Hij seinde de centrale opnieuw in om een tweede ambulance te laten aanrijden en vermeldde daarbij dat hij de reanimatie was opgestart.
Al zijn inspanningen ten spijt overleed de jonge knul nog voor de eerste ambulance was gearriveerd. De broeders hadden de reanimatie bij aankomst nog wel overgenomen, maar staakten hun gespecialiseerde hulp al snel. Hij was al niet meer te redden voordat Koen Voet het huis was binnengedrongen. De inwendige kwetsuren hadden zijn lot reeds lang bezegeld. Vermoeid en ontdaan stond Koen even later onvast op zijn benen. Alhoewel hij vaker reanimaties heeft moeten toepassen – en helaas allen zonder het gewenste resultaat – was hij opnieuw flink geëmotioneerd. Ik heb hem daarop van de zaak gehaald en hem verzekerd dat zijn collega’s het hier zouden overnemen.
De slachtoffers werden eenvoudig geïdentificeerd als Olivia Roerling en haar zoon Jericho. Tezamen met Andrea in het duinbos en Roger op zijn klus onderaan een trap, was één ding duidelijk: iemand was erop uit geweest dit hele gezin om te leggen.

{KOEVOET} – fragment uit ‘VZD (10): De rotte appel – deel 1’:
Het was mij opgevallen dat Loek voor een tweede maal op een rij ons vlot van belanghebbende informatie omtrent dit onderzoek wist te verschaffen. Naast hem zat ik niet, zodat ik het schouderklopje verbaal moest uitdelen.
“Fijn dat je de feiten zo paraat hebt Loek. Daar steunt ons enorm. Wellicht dat je ons ook bij kunt schijnen voor wat betreft de moordwapens waarmee Gert Jan om het leven is gebracht? We zijn nu al zo’n tijd over zijn verwondingen aan het speculeren dat een oplossing toch binnen handbereik moet komen te liggen?”
Loek voelde de druk op zijn schouders toenemen en weifelde met een reactie, simpelweg omdat hij ditmaal zijn antwoord niet paraat had, terwijl hij moest bekennen dat hij verschillende theorieën had getoetst. Verzuchtend haalde hij zijn schouders op en schudde langzaam van nee. Hij wist het niet. Ook voor hem was de klauwhamer werkelijk de beste kandidaat. Plotseling ontstond er geroezemoes aan tafel waarbij de verschillende collega’s met elkaar in discussie gingen en theorieën met elkaar uitdeelden. Deze vraag had blijkbaar wat losgemaakt in mijn team waarop ik merkte hoe zeer dit vraagstuk ons allen bezighield. Maar aan wat wild gekakel had ik natuurlijk helemaal geen bal, zodat ik de groep moest manen niet door elkaar te praten.
“Hé, hé, hé, ik wil het even centraal houden allemaal! Graag de focus erbij. Jullie gekwebbel klinkt als onrustige stemmetjes in mijn hoofd.”
En zodra ik dat had uitgesproken, doofde abrupt het gonzende gesprek. Retroman was iets trager met reageren, maar maakte zichzelf onsterfelijk briljant met de timing van zijn op de eerste gehoor onbenullige vraag richting Sjors Kersten:
“…Dus jij hebt Koen Voet niet meer gezien voordat jij het Sambeekse Korenveld van hem overnam?…” Bedremmeld keek hij naar mijn strenge blik op welke geleidelijk overging in naar een zachtere gezichtsuitdrukking waarin ik in gedachten verzonken was. Iedereen had zijn of haar blik op Retroman of mij gericht en kreeg door dat er iets bizars aan tafel was gebeurd. Enkelen die het ook door hadden, proefden op hetzelfde moment met mij dat ene woord dat zich langzaam begon te manifesteren.
“…Koe-voet… Koevoet! Mannen dat is het!” riep ik verheugd. “Dat is de grote broer van de klauwhamer. Het profiel, de langere steel, het klopt allemaal. Gert Jan is vermoord met een koevoet. Haha!” Verrukt ontmoette mijn bruine kijkers één voor één eenieder die aan tafel zat. De meesten waren even blij verrast als ik. Ik stond op en liep die twee passen verder langs de tafel om Retroman hartelijk in zijn schouders te knijpen. Wat was ik blij. Retroman op zijn beurt keek nog altijd wat beduusd om zich heen alsof hij had opgetreden als de onbedoelde superheld in een strip. Duidelijk was dat iedereen de vreugde deelde. Alleen Agatha zat er nog wat bedenkelijk bij. Met haar vuist voor haar lippen gebald zat ze achteruit in haar sofa. De andere hand had ze om een elleboog gevouwen.
“Wat is het Agaat, ben jij niet blij dat we nu eindelijk weten hoe Gert Jan op de kop is getikt?”
“Oh jawel, dat ben ik zeker,” en ter bevestiging trakteerde ze ons op een gedoceerde glimlach. “Maar ik weet ook dat we met een koevoet nog altijd niet kunnen verklaren hoe Gert Jan aan de steken op zijn torso is gekomen. Zo’n handspaak is niet van [AANWIJZING] zaagtanden voorzien, wat zou kunnen verklaren dat de wonden op de voorkant van zijn lijf gekarteld zijn.”
En zo liet Gert Jan ons opnieuw met een raadsel achter.

VZD-afleveringen waar Koen Voet in voorkomt:

VZD (4): Triest bericht
VZD (5) SPECIAL: ‘The show must go on’
VZD (6): Verrassing! – bij het zoeken naar een linkerschoen. In de tuin niet gevonden.
VZD (7): Red mij!
VZD (8): Eendjes voeren – alleen een korte ontmoeting met Karel om van gedachten te wisselen.
VZD (9) SPECIAL: The last Angel
VZD (10): De rotte appel – deel 1

Voorlopig gaan we even door met de VZD-portretten. Daarom is het portret van de volgende keer: L…

By gsorsnoi | August 13, 2014 - 7:27 am - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands, WSNOI

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. En voor de gelegenheid ditmaal ook eens een karakter die weliswaar geen verslaggever is, maar wel een belangrijke rol vervult in het domein van WSNOI. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: Agatha Loon op Toom.

Functie: patholoog anatoom in de detectivereeks VZD.
Andere namen: Agaat en Agaatje Alginaatje.
Oorsprong naam: Agatha Loon op Toom is een anagram van haar functie, patholoog anatoom.
Modelpersoon: Meryl Streep
Eerste oer-artikel: N.v.t.
Eerste online-artikel (waarin dit karakter voorkwam): ‘VZD (7): Red mij!’
Uitspraken: “Arm joch toch. Heb jij zoveel zware balken moeten tillen?” naar aanleiding van haar onderzoek van het lijk van Gert Jan uit ‘De rotte appel – deel 1’.

Agatha overleefde Anna Toxomia

Eindelijk kunnen we het eens over één van mijn andere favoriete personages van het Gohes City Forensisch Instituut hebben. Agatha Loon op Toom mag, doordat ze zich zo opsluit in het GCFI en continu met haar neus in de lijken zit, misschien een erg stoffig type lijken, ik vind haar juist erg kleurrijk. Ze heeft een krachtig karakter, verdiept zich minutieus in zaken op een manier hoe ik dat voor mijn research ook graag doe en daarnaast hebben we haar gewoon keihard nodig om achtergronden bij slachtoffers naar boven te brengen waar Karel met zijn team in het veldwerk anders niet uit zou zijn gekomen. Nog even met betrekking tot dat laatste: soms is het gewoon prettiger – en in enkele gevallen zelfs geloofwaardiger – niet alle details over de slachtoffers in de acties en dialogen van de veldwerkers op te verwerken. Bij een werkelijk bestaand forensisch team (ho wacht even! Het GCFI bestaat toch echt?) vullen de onderzoekers op locatie en op kantoor elkaar ook aan om het snelst tot de gewenste resultaten te komen. En om die reden zocht ik zo rond de 7e editie van deze detectiveserie naar een paar van deze nuttige mensen.
Agatha trad om die reden voor het eerst op in de aflevering ‘Red mij!’. Al was haar rol daarin nog wel wat miniem. Natuurlijk werd ze wel een aantal keren genoemd, maar ik had haar in dat deel vooral nog even ingezet om als kapstok te kunnen fungeren voor zaken die met lijkschouwing te maken hadden. Voordeel was dat ik haar op deze manier geleidelijk kon introduceren. Maar ik wilde een al te uitgebreide karakterschets ons ook niet van het toch al erg complexe verhaal doen afleiden. Uiteindelijk was de obductie in de finale van deze aflevering natuurlijk wel een cruciaal onderdeel in het licht van ontknoping, zodat er toch nog even een scène was waarin ze in beeld kwam. Maar ook toen werd ze enkel even kort aangehaald.
In tegenstelling tot Anna Toxomina, de andere researcher die achtergronden kon onderbouwen, overleefde Agatha deze aflevering van de VZD ternauwernood. Dit kwam doordat ze op het einde van het verhaal niet werd gebeten door de slang, die de veroorzaker bleek te zijn van de comateuze toestand van het slachtoffer en was meegelift in zijn kleding naar de autopsiekamer.

Harde tante

Haar grote opwachting – en dus de meer uitgebreide karakterbeschrijving – maakte Agatha uiteindelijk in de beslist niet minder complexe zaak ‘Roerling’, ook wel ‘De rotte appel’. Voor het eerst heb ik met Agatha Loon op Toom een TN-karakter heel bewust om een bestaand figuur heen ‘gebouwd’. Voorheen schreef ik de personages namelijk eigenlijk gaandeweg al als vanzelf een modelfiguur toe zonder daar echt altijd bewust bij stil te staan. In het geval van Agaath was dat anders. Bij haar had ik direct een figuur als Meryl Streep voor ogen zoals je haar ziet in de rol als Miranda Priestly uit The Devil Wears Prada. De verdere vormgeving van haar karakter ging toen erg gemakkelijk. Zoals valt te lezen in dit fragment uit deel 1 van ‘De rotte appel’:
“[…]Waar Lesley reeds zo op zijn eigen manier een onwaarschijnlijke partner vormde in het veldwerk met America, was Agatha Loon op Toom nauwelijks een betere match om mee samen te werken. Dat wil zeggen, indien haar aanwezigheid niet op het plaats delict was verreist en er grondige sectie moest worden verricht in één van de autopsieruimtes. Gevoeligheid en subtiliteit waren niet de meest opvallende karaktereigenschappen van deze autoriteit binnen het GCFI. Hoewel Agatha altijd welwillend was om objecten te inspecteren die weinig diepgang hebben, kon je haar veel beter vragen voor het echt zware werk. Hoe meer complexiteit er aan het stoffelijk overschot viel af te lezen, hoe meer deze geharde tante in haar element was. Ze was onbuigzaam in haar oordeel en een terperamentvolle collega om mee te moeten samenwerken. Met haar de discussie aandurven omdat je meent beter te weten hoe de vork in de steel steekt, resulteerde steevast in een onbegonnen strijd. De felheid die Loon op Toom haar karakter gaf zag je terug in haar devotie tijdens haar werk.
Je kon Agatha van veel betichten, secuur was ze. Ze mocht inmiddels zestig lentes tellen, wanneer ze zich volledig liet gaan in het doorlichten van haar immer zwijgzame patiënten, was ze zo onverstoorbaar als haar kleinzoon bij het kijken van Phineas and Ferb. Volkomen afgezonderd van de locaties waar de slachtoffers in de maak waren geweest, wist ze je soms nog beter te vertellen hoe ze in die noodlottige situaties waren beland als haar collega’s die midden tussen de verse sporen stonden. En dat terwijl ze vaak verkoos om bij aanvang van haar lijkschouwing zo min mogelijk van het slachtoffer af te willen weten. Die inzichten waar zij soms mee kwam, dwongen je haast om alle eerder opgedane kennis van het onderzoek van je te willen afschudden om vervolgens met een frisse blik tegen de materie aan te kijken.[…]”
Ik heb het mij even gemakkelijk gemaakt door dit fragment aan te halen in plaats van haar karakter geheel opnieuw te beschrijven. Het fragment laat namelijk zo mooi zien hoe Meryl Streep en Agatha hier bij elkaar komen, dat ik denk dat ik dat niet nog eens zo fraai in andere woorden op papier zou kunnen krijgen. Wat ik wel tijdens de uitwijdingen over haar karakter destijds heb gedaan is Agatha een tikkeltje minder onverbiddelijk te maken dan Miranda uit The Devil Wears Prada. Het kwam mij goed uit dat Agatha het karakter van een koele kikker kreeg, maar zoals dat in de film zo meesterlijk wordt overdreven vond ik voor haar rol bij het GCFI wat te ver gaan. Dat zou de zweem hebben opgeroepen van een bijna tirannieke bitch. En dat was toch niet de bedoeling. Dat moet ze nou ook weer niet uitstralen. We moeten niet vergeten dat Agatha bij Karel op de loonlijst staat en hij met zijn zachte karakter haar toch nog wel weerstand moet kunnen bieden.

Weinig avontuurlijk

Agatha lijkt in weinig opzichten op mijzelf. Iets wat zich dus laat verklaren doordat ik haar echt op de modelpersoon Meryl Streep heb bedacht in plaats van haar een karikatuur te laten zijn van mijn eigen eigenaardigheden. In tegenstelling tot haar ben ik juist wel die huismus die graag zou willen uitvliegen (en soms ook wel doet) en van het avontuur wil proeven. Mijn uitstapjes naar Zuid-oost Azië en wat dat voor mij privé heeft opgeleverd zijn daar toch wel de mooiste voorbeelden van. Agatha zul je niet snel op pad zien gaan. Veel liever blijft zij bij haar ‘subjecten’ op kantoor en verdiept zich letterlijk tot op het bot in wat de stoffelijke overschotten haar beweegt.
Toch zie je ook juist een heel duidelijke overeenkomst tussen haar en mijzelf: de zucht naar informatie. Al verwacht ik dat dit toch beter uit de verf komt zodra ik Loek de Hond een actievere rol kan geven (daarover verderop meer) en daar een portret over mag schrijven. Een groot verschil met hem is natuurlijk de bron waarlangs hij tot zijn informatie komt: internet. Hoewel is graag aan CSI- gelijkende series kijk, sta ik toch niet bekend om het wroeten in menselijke kadavers.
Agatha is iemand van stille wateren met diepe gronden, iemand die scherp uit de hoek komt wanneer anderen een frisse blik hard kunnen gebruiken. Een fijn detail waaruit blijkt hoe Agatha, ver van het PD verwijderd, inzichten kan bedenken waar niemand anders op komt, vind ik nog wel haar analyse met betrekking tot de handboormachine in ‘De rotte appel’. Zodra Karels hele team ‘s avonds in vergaderzaal Sierra Madre aan de kip nuggets zit, ontstaan er theorieën over hoe Gert Jan door zou hebben gekregen wat er zich op het dak had afgespeeld tussen Roger en zijn moordenaar. Agatha oppert hier dat Gert Jan pas iets vreemds begon op te merken zodra hij de scherven van de handboormachine van de straat opraapte. Lesley ging niet direct in die bewering mee, omdat zo’n apparaat van hand tot hand gaat bij dergelijke werkzaamheden. Dus vroeg hij zich ook meteen af waarom Agatha zo stellig was dat Gert Jan de handboormachine als laatst moest hebben gehanteerd. Toen zij verklaarde dat Gert Jans vingerafdrukken aan de binnenkant van de scherven werden gevonden, werd er een hoop duidelijk. Die konden daar pas terecht zijn gekomen nadat het gereedschap vanaf het dak naar beneden was getuimeld. Het is slechts een klein voorbeeld van hoe haar kracht tot uiting komt, maar het laat wel even duidelijk haar scherpte zien.

Loek de Hond, twijfelachtige sidekick

Wat mij al vaker in boeken, televisieseries en andere verhalende media is opgevallen, is dat je soms de meest verrassende en verfrissende wendingen creëert door twee mensen bij elkaar te brengen die volstrekt niet bij elkaar passen. Zo’n ‘karakter clash’, zoals ik het zelf noem, wordt vaak heel subtiel door een schrijver in een verhaal of filmscènario ingebracht. Degene die het verhaal dan ontvangt wordt op die manier gedwongen om onbewust heel specifiek naar bepaalde karaktereigenschappen van de twee personages te kijken. Door een dergelijk contrast aan te brengen, benoem en versterk je dus eigenlijk de afwijkende kenmerken van de verschillende individuen. Ik had jullie gedurende de detectiveserie gewoon kunnen vertellen wat de hebbelijkheden van mijn VZD-personages zijn, maar ik haal die afwijkingen juist nog even extra aan door de tegenstellingen op deze manier aan te roepen.
Tussen Agatha Loon op Toom en Loek de Hond zie je dit in de vertelling langzaam tot stand komen. Loek is een echte tegenpool van haar op het GCFI. Waar Agatha een al wat ouder persoon is, kun je van Loek met recht zeggen dat hij een jonge hond is. Al heb ik zijn leeftijd nog niet benoemd (Agatha is precies zestig – zie boven), ik hoop dat nu al duidelijk mag zijn dat hij één van de jongeren is bij het forensisch instituut. Verder houdt Loek zich – ook al eerder gezegd – meer met digitale bronnen bezig en zijn die van Agatha eerder organisch. Maar het is vooral het starre en haast apathische aan Agatha wat haar sterk doet verschillen van de joviale Loek. Een fragmentje:
“[…]De patholoog anatoom veerde op en draaide zich naar haar jongere collega om. Door de aard van hun werkzaamheden, maar met name door het leeftijdsverschil was er tussen de twee een werksfeer ontstaan waarbij Loek Agatha benaderde alsof zij zijn leidinggevende was. Soms ging dat met een houding gepaard wat haast naar onderdanigheid neigde. Agatha had hier een hekel aan, alleen had ze er nooit echt een onderwerp van willen maken. Die kunstmatige omgangsvorm verzwakte op het moment dat Loek met zijn informatie haar volle aandacht wist op te eisen. Iets wat hem doorgaans meer moeite zou hebben gekost. Hij ontspande daardoor.[…]”
Wat je hier ook ziet gebeuren, is dat ik de verhoudingen tussen de verschillende personages in de VZD langzaam aan het opbouwen ben. Bovenstaand moet de lezer nieuwsgierig maken waarom Loek kennelijk zo’n moeite heeft een goed gesprek met zijn collega opgang te brengen. Met andere woorden: wat maakt hem zo nerveus in het benaderen van iemand die op papier niet eens zijn meerdere is? Of is Agatha zo autoritair en ongenaakbaar dat je knieën ervan gaan trillen wanneer je met een bericht in haar deuropening staat met de angst om haar te storen? Welnu, dat is bewust een beetje hoe ik de contrasten op een zo natuurlijk mogelijke manier probeer aan te brengen. Maar zoek niet naar de eventuele achtergronden die er achter deze vragen schuilgaan, want daar zal ik in de detectiveserie waarschijnlijk toch geen antwoord op (kunnen) geven.
Toch lees je ook dat, ondanks de tegenwerkende verschillen die er zijn, ik ook heb getracht een element in te brengen waardoor er iets van een ontspannen sfeer tussen deze twee collega’s is. Loek blijkt namelijk nogal een lolbroek. En dat Agatha daar soms wat verzuchtend mee omspringt, zie je opnieuw terug in een tweetal fragmentjes:
“[…] “Dus mogen we hier de voorzichtige conclusie trekken dat het zware voorwerp waarmee Olivia op haar kop is geklopt dan ook geen dakdekkersgereedschap is?”
“Nou,” zei Agatha, ”daar ben ik nog niet zo van overtuigd. Wat voor looiig ding heb jij in huis dat een hoofdwond als die van haar kan veroorzaken?”
Loek grinnikte en suggereerde:
“Mijn gasfornuis?”
Agatha glimlachte zuur.[…]”
En verderop in dezelfde alinea:
“[…]Soms vond ze haar jongere collega, die graag de leukste thuis was, erg vermoeiend om mee in gesprek te zijn.[…]”
Samen vormen ze dus een dubieus duo, die Agatha en Loek. Maar leuk vind ik ze wel.

Agaatje Alginaatje

Agatha was voor mij als patholoog anatoom een echte uitdaging. Dat was toen ik eraan begon namelijk niet echt een onderwerp waar ik veel verstand van had. In vergelijking tot de mensen die er hun dagelijks werk van hebben gemaakt heb ik dat natuurlijk nu nog niet. Maar ik heb wel in die materie moeten duiken om een en ander in de context te kunnen plaatsen. Ik werd eerder al eens door (inspecteur) BoB de Winter geroemd om mijn ‘maniakale research’ en die bezigheid pas ik voor Agatha dus ook gretig toe, wanneer ik weer een passage moet schrijven waarin haar werkzaamheden moeten worden uitgelegd. Met dit VZD-karakter krijg ik keer op keer vanzelf de kans die onderzoeksdrift opnieuw in te zetten. Het gebeurt natuurlijk maar heel zelden dat een schrijver alles weet van de professie van zijn personages – of je moet vanuit dat specifieke beroep schrijver zijn geworden – dus wil je als schrijver toch goed voor de dag komen met een geloofwaardige presentatie van de werkzaamheden van je personage, dan zul je er zelf wat tijd en onderzoek in moeten steken. Zo gezegd zo gedaan.

Eén van de onderzoeksmethodieken die ik heb opgedoken heb ik in het bijzonder aan mijn personage toegekend, om haar iets van een subspecialisme mee te geven. Agatha is namelijk een fervent beoefenaar van de techniek ‘deathcasting’ waarbij afgietsels van (delen van) het menselijk lichaam worden gemaakt. Hiermee kopieert ze haar subjecten en geeft haar dit de mogelijkheid er proeven mee uit te voeren. De substantie waarmee ze tot haar afgietsels komt heet alginaat. Wat haar de bijnaam Agaatje Alginaatje oplevert. Alginaat is een hydrofiel polymeer dat voornamelijk bestaat uit alginezuur. Voor het onderzoek in deze detectivereeks geven deze details de lezer een onderbouwd beeld. Al probeer ik deze achtergronden natuurlijk wel zo te schrijven dat je er gemakkelijk doorheen leest, zonder daarbij te worden afgeleid van de flow van het verhaal. Zoek de procedure tot het afgieten en ‘deathcasten’ maar op op het internet zoals is beschreven in de laatste alinea van ‘De rotte appel – deel 1’. Ik denk dat ik het proces daar redelijk natuurgetrouw heb beschreven, alsof Agatha dit echt zo zou kunnen hebben toegepast.
Het lijk waarbij ze deathcasting toepast is dat van slachtoffer Olivia Roerling. Of eigenlijk alleen het hoofd van deze vrouw. Geassisteerd door GCFI-collega Loek de Hond wil zij haar uit alginaat gekopieerde schedel onderwerpen aan een proef om te zien of de aangebracht doodsklap op de echte schedel het gevolg kon zijn van de impact met een zwaar metalen voorwerp. Bij het uitvoeren van die proef wordt ze ook nog door een andere ‘collega’ geholpen. Dit is niet echt een collega van vlees en bloed, maar een robotische arm die ‘Optimus’ wordt genoemd. Deze heb ik uiteraard vernoemd naar de baas van de Autobots uit de serie Transformers! In volgende VZD-afleveringen zal ik kijken of ik hem nog eens kan laten terugkeren en hem ook van enige achtergrond kan voorzien. Maar of ik dat echt zal doen dat weet ik nog niet helemaal zeker. Wellicht dat als ik dat toch doe ik Loek de Hond daarin dan als zijn schepper laat optreden. Agaat zal de hulp van beide collega’s in echt geval goed kunnen blijven gebruiken. Want om op haar leeftijd met uit alginaat gegoten lichamen en lichaamsdelen te gaan zeulen…!

Andere opmerkelijke eigenschappen

  • Agatha werkt op vrijdag altijd nog even door, voordat het weekend begint. Een echte workaholic is het wel.
  • Ze drinkt kruidenthee. Persoonlijk walg ik daar van. Al die kunstmatige geconcentreerde korreltjes in m’n glas, bah! Bij Rina Oddel of mijzelf zal ze in elk geval niet snel op de thee komen.
  • Agatha kijkt je meestal niet recht in het gezicht aan, maar wat onpersoonlijk langs je heen. Of ze staat van je afgewend wanneer je met haar in gesprek bent.
  • Haar manier van omgang en spreken doen de meeste mensen waarschijnlijk al snel aan (strenge) leerkrachten op school denken.
    “[…]Ze had altijd iets gedoceerds in de manier waarop ze sprak zodat dit haar het imago had opgeleverd van een kille geschiedenislerares. Of misschien was biologie een vak dat beter bij haar paste. Als haar denkbeeldige pupillen niet zaten op te letten, hoefde ze zonder op of om te kijken van de ingeleverde proefwerken maar één simpele vraag te stellen of ze had de leerlingen die waren afgeleid weer bij de les.[…]”
  • Dit is wellicht de enige overeenkomst die ikzelf met Agatha heb: in gezelschap kan ik de stille toehoorder zijn, die ineens een opmerking geeft waardoor het gesprek een hele andere wending krijgt.

Verhaallijn(en)

Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.

Met Agatha Loon op Toom heb ik vooralsnog geen specifieke verhaallijn voor ogen. Wel zal ze een vast element blijven in nieuwe zaken waarin het inschakelen van ondersteuning vanuit haar rol voor de hand ligt.

VZD-afleveringen waar Agatha Loon op Toom in voorkomt:

VZD (7): Red mij!
VZD (10): De rotte appel – deel 1
VZD (10): De rotte appel – deel 2
Aantekeningen in de zaak Roerling

Het portret van de volgende keer: Nee, niet Loek de Hond. We doen eerst nog even Koen Voet.

Geplaatst vanaf mijn i-Navelpad

By gsorsnoi | January 16, 2014 - 11:42 pm - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands, WSNOI

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. En voor de gelegenheid ditmaal ook eens een karakter die weliswaar geen verslaggever is, maar wel een belangrijke rol vervult in het domein van WSNOI. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: Balthazar Roerling.

Functie: Seriemoordenaar, antagonist in de detectivereeks VZD.
Andere namen: Taco Roerling, ‘Bally’, ‘De rotte appel’, de Bever.
De naam ‘de Bever’ is (natuurlijk) afgeleid van mijn eigen woonplaats Beverwijk.
Oorsprong naam: Tezamen met de ‘B’ uit Balthazar vormen dat, de ‘e’ als toevoeging en zijn achternaam samen het woord ‘beroerling’ wat synoniem staat aan naarling of ellendeling.
Modelpersoon: Robert Carlyle, specifiek vanuit zijn rol als Rumpelstiltskin in de TV-serie ‘Once Upon A Time’.
Eerste oer-artikel: N.v.t.
Eerste online-artikel (waarin dit karakter voorkwam): ‘VZD (10): De rotte appel’
Uitspraken: “Daar ga je inderdaad geen 46 meer vinden nee”, “Zo, nu ik me eindelijk van die Biezentrutter heb verlost mogen jullie mij vertellen waar Kareltje blijft…”, zijn typische lachje: “Ni-hihihi!” en op de suggestie van Karel dat Andrea zou zijn bewerkt met een zinksnijder lacht hij dit weg met de opmerking “[…]Kareltje. Echt. Is dit niet een zaak om je tanden in te zetten?”. Karels reactie op die vraag kan dan niet ongenoemd blijven: terwijl hij zijn dienstpistool uit zijn zak trekt zegt hij: “Niet wanneer er rotte appels in voorkomen zoals jij!”
En tegen het einde van ‘De rotte appel – deel 2’: “Zagen, zagen, wiedewiedewagen… Gert Jan kwam thuis om een boterham te vragen.”

Er was eens een schurk…

Voor vele schrijvers stel ik mij voor dat dit één van hun favoriete bezigheden moet zijn: het toewerken naar het moment dat je eindelijk de antagonist in je boek naar voren kunt schuiven en alle totstandkomingen en ontwikkelingen rondom dit figuur uit de doeken kunt doen. Voor mij geldt dat in elk geval zeker. Hoe leuk ik de andere, veelal goedaardige karakters ook vind, ik hou vooral van de schurken. Het zijn vaak kleurrijke personages, het liefst gruwelijk gemeen en ze voegen vaak smeuïge elementen aan de algemene verhaallijnen toe. En geef het zelf maar toen: stiekem willen de meeste mensen zelf ook best wel eens zo’n schurk zijn (of spelen). Ik in elk geval wel, al blijft dat natuurlijk wel bij het mij fictief in hen verplaatsen. Want in werkelijkheid doe ik natuurlijk geen vlieg kwaad!

Darth Sidious (the Emperor) uit Star Wars en The Joker uit Batman voeren beslist de top 10 aan van ergste ellendelingen waar ik graag naar kijk. De volgorde waarin ik deze twee figuren nu noem is dan ook niet willekeurig. Het is precies hoe ik ze over de plaatsen nummer 1 en 2 verdeel. Darth Sidious zie ik echt als de schurk der schurken, de mens geworden Duivel en vertegenwoordiger van het Kwaad. Of zoals Ian McDiarmid (acteur van senator Palpatine / Darth Sidious) zelf in een interview over het karakter dat hij speelde eens stelde: “Iedereen denkt dat Darth Vader de ergste schurk is van de Star Wars-saga, maar eigenlijk is dat senator Palpatine die hem als poppenspeler manipuleert naar zijn eigen wil en hem zo weet over te halen naar de Dark Side of the Force. Hij is het die de Duivel zelf vertegenwoordigt.”
En hoewel ik Graaf Schaurig als hoogste schurk in het WSNOI-domein heb benoemd, is het toch niet Balthazar Roerling die de tweede plek in de schurken ranglijst inneemt. Al zou je dat nu wel misschien hebben verwacht. Die dubieuze eer hou ik liever nog even gereserveerd voor slechteriken zoals Magere Hein of discipelen waarmee ik Graaf Schaurig nog laat omringen. Desondanks moet Balthazar een door de wol geverfde schobbejak voorstellen die, door wat er in zijn leven is voorgevallen, van het brave burgerleventje niets meer moet hebben en alleen nog maar met liquideren bezig wil zijn. Balthazar is daarmee, binnen de verhalen uit de Tycoon Newspaper, voor mij de ideale prototype seriemoordenaar. Hij is een nietsontziende psychopaat die er alles aan zal doen om nog wraak te nemen op de persoon waarvan hij meent dat hij verantwoordelijk is voor de dood van zijn dochter Katelijn: Karel Riemelneel.
En wanneer je dit zo leest, zal je wellicht de link hebben gelegd naar mijn lijstje van schurken waarbij Batmans Joker wel degelijk bij mij op de tweede plek staat. Toegegeven, Balthazar toont zeer veel overeenkomsten met The Joker. Wanneer je onderstaande beschrijvingen doorleest dan ontdek je dat hij net zo geestesziek is, uiterlijk ook in de categorie ‘clown’ kan worden geplaatst en erg creatief blijkt in het creëren van Plaatsen Delict. Maar zo verknipt als The Joker stel ik mij Balthazar toch niet voor. Nee, bij mijn seriemoordernaar is absoluut serieus een steekje los, maar wat ik bij hem juist zo’n fijne eigenschap vind, is dat zijn besluiten en handelingen nog enigszins terug te voeren zijn naar wat hem heeft bewogen om tot zijn maatschappelijk verwerpelijke acties te komen. Om die reden vind ik Balthazar ‘menselijker’.
Iedere schurk heeft namelijk zo zijn of haar voorgeschiedenis, althans zo zie ik dat. Een schurk ben je meestal niet, dat word je. En dat probeer ik met Taco Roerling – want zo heet hij officieel – ook zo goed mogelijk op papier te zetten. Niemand zegt zomaar op enig moment “goh, laat ik nu eens even een badguy worden”, gewoon omdat ze er zin in hebben. Alleen Boris Boef antwoordde in de klas op de vraag wat hij later wilde worden dat hij zich bij ‘het hondsvot’ wilde aansluiten.

Laat ik even beginnen met Balthazars modelpersoon. En dan start ik vooral met de ‘schurkwording’ van dat karakter. Afgekeken van mijn favoriete personage uit de Amerikaanse televisieserie Once Upon A Time van ABC, zijn zowel Balthazars voorgeschiedenis als zijn uiterlijk immers sterk te herleiden naar hoe in die serie Rumplestiltskin de Dark One is geworden (alweer zo’n donker geval). Rumplestiltskin – of Repelsteeltje – was in eerste instantie een lafaard, maar besloot op enige dag om een slechterik te worden omwille van het welvaren van zijn leven met zijn zoon. Repelsteeltje was namelijk eerst een goede inborst, maar omdat hij zag dat hij arm bleef en daardoor in zijn eigen beleving niet goed genoeg voor zijn zoon kon zorgen, liet hij zich verleiden om tot een slechte daad te komen. Hij had namelijk iemand ontmoet die hem had voorgespiegeld dat hij onoverwinnelijke macht zou verkrijgen als hij een bepaalde bandiet zou ombrengen. Wat Repelsteeltje echter niet wist, was dat uitgerekend deze persoon die hem hierover informeerde het Kwaad zelf was en meteen ook de figuur moest voorstellen die Repelsteeltje moest vermoorden. De eerdere Dark One bleek zijn taak als een vloek te hebben ervaren en wilde daarom uit zijn lijden worden verlost. Maar dat ging alleen als iemand zo dapper was om hem te vermoorden en daarmee zelf de vloek zou gaan dragen. Repelsteeltje trapte in deze val die Dark One voor hem zette en werd daarmee de Dark One zelf.
Dat is een kleine synopsis van hoe Rumplestiltskin kunstig in de verhaallijn van Once Upon A Time werd gepast. En tijdens die metamorfose in dit duistere sprookjesverhaal zie je hoe dit ervoor zorgt dat zijn uiterlijk verandert naar precies zo’n persoon zoals hoe ik mij Balthazar ook voorstel: inktzwarte kraalogen, ongeschoren, een brede glimlach bovenop een slecht onderhouden gebit, het magere postuur van een harlekijn en een potsierlijke haviksneus. Ja, zelfs de goudgrijze glans waarmee Rumplestiltskin is opgemaakt zie je terug op het gezicht van mijn Balthazar. In ‘De rotte appel’ vergelijk ik dit met soldaten die uit het slachtveld zijn teruggekomen en de camouflagestrepen nog half uitgeveegd op het gelaat hebben staan. En ook hier heb je weer de verwijzing naar The Joker, wiens gezicht ook met een plakkaat verf wordt beklad iedere keer voordat de camera’s gaan draaien.
Later in Once Upon A Time zie je Repelsteeltje trouwens nog frequent als ene Mr. Gold terugkomen, waar hij juist het (verzorgde) uiterlijk heeft van mijn Balthazar vóórdat hij seriemoordenaar werd.

Een opeenstapeling…

Door een reeks van tegenvallers en traumatische ervaringen in zijn leven, waarbij keer op keer dierbaren van Balthazar als slachtoffers worden genoemd, is deze man het spoor volledig bijster geraakt en transformeert hij geleidelijk van Taco Balthazar Roerling in de psychopaat Balthazar. De laatste paar nare voorvallen die samen de toedracht vormen voor het rotte appel-verhaal bepalen het toneel en Karel Riemelneel en zijn team krijgen daarmee een zaak voorgeschoteld waarbij velen voor hun leven moeten vrezen.
Balthazar wil zijn woede en wraakgevoelens kwijt en projecteert dit uiteindelijk op Karel Riemelneel, de enige persoon met wie hij gaandeweg in de vertelling nog niet heeft kunnen afrekenen. Voordat het echter tot deze confrontatie met Karel komt heeft hij al flink wat dood en verderf gezaaid. Zijn oudere broer Roger is in ‘De rotte appel’ als eerste aan de beurt. Hij vermoord hem bij een in aanbouw zijnde dakconstructie waar hij hem er met een dakpan door het venster slaat van het dakkapel.
Er is veel aan vooraf gegaan voordat Taco Roerling tot deze gruwelijke actie komt en daarmee ook besluit het gezin van zijn broer om te brengen. De wrok jegens zijn oudere broer werd immers al vroeg tijdens eerdere gebeurtenissen opgebouwd. Vanuit zijn jeugd was de verstandhouding met zijn broer al snel niet echt geweldig doordat Taco een zogenaamd ‘sandwichkind’ is. Dit wil zeggen dat hij het tweede kind is en er na hem nog minimaal één ander kind geboren werd. In het gezin Roerling klopt dat, want in totaal telt dit gezin vier broers. Een sandwichkind geniet daarbij meestal minder aandacht van zijn ouders, wat dus komt door de chronologische ontwikkelingen binnen zo’n gezin. Karel legt het principe haarfijn uit wanneer hij met zijn personeel een borrel drinkt in de bedrijfskantine van het GCFI. Het komt erop neer dat er doorgaans meer liefde en mogelijkheden om zich te ontwikkelen gaan naar het eerste en het derde kind. In Taco’s geval wordt dit zelfs nog extra verstrekt aangezien er na hem twee keer een situatie ontstaan waarin het gezin een nieuwe benjamin kent. Taco raakt daardoor in het gezin eigenlijk ‘vergeten’ en krijgt daardoor te weinig aandacht.
Langzaam maar zeker wordt hij door de jaren heen vooral steeds jaloerser op zijn grotere broer en treden er nog meer ontwikkelingen op waardoor hij Roger vanzelf als de grote boeman gaat zien. Het verhaal gaat dat Balthazar zijn broer Roger verantwoordelijk houdt voor het feit dat hij zijn vrouw Petra voor de trein zou hebben geduwd. In ‘De rotte appel’ wordt dit nauwelijks echt in detail beschreven, maar Taco had eens met zijn vrouw Petra en broer Roger op een druk perron gestaan waarbij zijn vrouw verongelukte doordat ze voor een arriverende intercity op de rails was beland. Ze werd door de menigte van het perron werd gedrukt, maar door de opstelling van mensen op het perron leek het erop dat het juist zijn broer Roger was die haar duwde. Dit klopt ergens natuurlijk, omdat hij naast haar stond en zo met zijn gewicht tegen haar aan leunde, maar in wezen kon hem dit niet geheel worden aangerekend; het perron was gewoon overvol. Een dergelijk onfortuinlijke incident, hoe vervelend ook, kon in de enorme drukte nou eenmaal gebeuren. Over deze vrouw van Taco’s wordt verder niet veel in het verhaal verklapt, maar ze moet een prachtige vrouw voorstellen die door Taco in elk geval mooier worden gevonden dan de ‘zeug’ waarmee Roger was getrouwd. Vandaar dat Taco dacht dat Roger het niet kon hebben dat Taco het zo getroffen had met Petra, maar dit is enkel een beeld wat ik in zijn hoofd heb laten ontstaan om het gevoel van rivaliteit tussen die twee wat extra op te voeren. Dit gegeven is overigens niet helemaal toevallig, want tijdens de laatste verjaardag van Roger zouden de twee heren tevens een oude wond hebben open gereten aangaande hun gezamenlijke jeugdliefde Desire Eersteling.
Over deze vrouw komt verder ook niets meer terug in het verhaal, maar dat de vrouwen in het leven van de Roerlings een belangrijke rol spelen wordt wel duidelijk tijdens Lesley Spandabato’s ondervraging met Humfried Roerling. Hij meende namelijk dat hij wist wat het motief van deze jongste telg onder de Roerlings moest zijn geweest; van inspecteur Bob de Winter had hij begrepen dat Roger nog met Humfrieds vrouw Miranda van bil was gegaan voordat zij met hem het huwelijksbootje instapte. Humfried bleek later natuurlijk onterecht van de voorgevallen moorden te zijn beschuldigd, want in ‘De rotte appel – deel 2’ leren we dat Taco de boef is.

Al deze elementen bij elkaar maken onderhand wel duidelijk dat Taco in de loop der jaren flink wat haatgevoelens richting zijn broers heeft opgebouwd, Roger in het bijzonder. Uiteindelijk hoefde er dus nog maar één ding te gebeuren en Taco zou volledig door het lint gaan. In ‘De rotte appel – deel 2’ gebeurt dat dan ook en komen we erachter dat het de verkrachting en dood van zijn dochter Anika is dat hem over de rand heeft getild. Hierna verloor hij alle equiteit, zoals Karel het omschrijft, en begon hij aan de reeks van wandaden. Wie zijn dochter zou hebben verkracht en vermoord wordt in dat deel nog niet met zekerheid bevestigd, maar omdat hij sigaretten bij Anika’s ontzielde lichaam had gevonden maakte Taco direct de link naar Roger. Hij was immers de enige waarvan hij wist dat hij dit merk rookte. Op Rogers 46e verjaardag had zijn broer toevallig laten vallen waar Roger voor dakdekkersbedrijf Lekt ‘t een beetje met een grote klus bezig was waardoor hij ook wist waar hij hem moest gaan zoeken en waar hij met hem kon afrekenen.
Een extra katalysator om hem te bewegen hiertoe te komen was het feit dat Taco op dezelfde ochtend de zak had gekregen. Hij werkte als IT-specialist bij een energiebedrijf. Dit is niet echt een goede reden voor een moord, maar het zorgde er wel voor dat zijn manier van denken reeds was vertroebeld nog voordat hij zijn dochter vond.

Vlucht 46

Dan de gezamenlijke geschiedenis en confrontatie met Karel:
Naast (aard)appels, scouting, schaken en dakdekkers is er nog een ander opmerkelijk item wat herhaaldelijk in ‘De rotte appel’ terugkomt: het cijfer 46. En ik moet bekennen dat dit getal aanvankelijk letterlijk uit de lucht is komen vallen. Nadat ik eerder aan Taco’s schoenmaat het cijfer 46 verbond (“[…]Trots liet hij zijn Van Bommels zien, met bloemetjesmotief[…]”, verzon ik per ongeluk dat de familie Roerling op Sambeekse Korenveld 46 moest wonen. En toen ik later ontdekte dat ik Roger op zijn laatste verjaardag ook 46 had laten worden, bedacht ik mij dat dit wel een interessant sleutelgegeven in het verhaal kon zijn.
In een belangrijk onderdeel van het plot komt dit getal nog een keer terug wanneer wordt gerefereerd naar de geschiedenis die Balthazar samen met Karel Riemelneel deelt. Tien jaar eerder dan dat de gijzeling in “Scouting Admiraal Biezenhutter” plaatsvond, reisden Taco en Karel met hun gezinnen samen naar het Andes-gebergte. Onderling waren zij niet van ieders vakantieplannen op de hoogte en eigenlijk kenden zij elkaar tot op dat moment ook eigenlijk nog niet zo heel goed. Dat kwam pas tijdens hun ontmoeting op die vliegreis naar Zuid-Amerika. Taco en Karel bezochten wel al reeds langer en veel eerder dezelfde populaire stamkroeg de ‘Maten van Willekeur’. En daar hebben ze elkaar klaarblijkelijk al zelfs eens op een pilsje getrakteerd. Ook van de schietvereniging Banschoten konden ze elkaar hebben gekend. Maar daar hielden de eerste contacten wel mee op. Deze opzet heb ik bewust zo gekozen omdat ik graag wilde dat de heren onopzettelijk met elkaar te maken zouden krijgen, maar wel duidelijk wordt dat er van voorbestemming sprake is (voor wie dat nog niet van mij weet: ik geloof niet in toeval). Zo werden ze geleidelijk aan elkaar voorgesteld en bleef de connectie expres losjes totdat hun karakters voor het leven aan elkaar verbonden zouden raken door die vliegtuigcrash.
Nummer 46 is zodoende dus letterlijk als getal uit de lucht komen vallen doordat de Boeing die ze voor hun vakantievlucht namen van dat vluchtnummer was voorzien en ongelukkigerwijs uit de hemel stortte. Beide heren overleefden deze crash, maar moesten in een race tegen de klok nog wel hun dochters in veiligheid brengen. Het toestel was namelijk op de rand boven een ravijn tot stilstand gekomen en stond op het punt alsnog in de afgrond te stortte. En omdat die reddingspoging door het gekanteld zijn van het vliegtuig alleen door Karel kon worden uitgevoerd kon hij wel zijn eigen dochter Isabel redden, maar niet Katelijn, de dochter van Taco. Duidelijk is dat Balthazar hem dit nooit heeft kunnen vergeven en heeft Karel daarom altijd gehaat.
Hoe het precies zit waarom Karel wel Isabel uit het toestel heeft kunnen bevrijden en Katelijn niet zal ik in een ander hoofdstuk nog eens precies gaan beschrijven. Daarin zullen er ook meer achtergronden worden uitgewerkt over Karels eigen achtergronden en komt ook aan het licht waarom Balthazar van mening is waarom Karel Katelijn makkelijk in zijn reddingspoging had kunnen meenemen.

Easteregg: Toen Retroman de juiste suggestie deed voor het moordwapen waarmee Gert Jan (die ook schoenmaat 46 heeft) werd vermoord, deed hij dat op tijdstip 14:46. Dat heeft hij er vast om gedaan!

Een harlekijn in een beverpak

Pas in de rotte appel – deel 2 ontdekken we dus wie Balthazar Roerling is. Want in het eerste deel zijn we nog vooral bezig met de plaatsen delict in kaart te brengen en te speculeren wie de moorden gepleegd kan hebben. En het moge duidelijk zijn: van alle karakters uit het WSNOI-domein is het uiterlijk van Balthazar tot noch toe het meeste uitgewerkt. Geen ander personage is zo precies door mij opgetekend als hij.
Karel beschreef hem zelf, kort na de ontmaskering, als volgt:
“De medepassagier die mij toen zo keurig was overgekomen als een welverzorgde zakenman was nu getransformeerd in een verknipte zot met slordig uiterlijk. Niet alleen was ook Balthazar tien jaar ouder geworden, zijn halflange en nog altijd tot zijn schouders reikende bruine haren staken verwilderd alle kanten op, alsof iemand die een slag had in zijn haren ‘s ochtends zijn haar niet had gekamd. Het piekte alle kanten op. Ik kon me nauwelijks voorstellen dat dit alleen door het dragen van het masker was gekomen. Al zal de bevermuts ongetwijfeld een statisch effect hebben veroorzaakt. Hoe het ook zij, het droeg perfect bij aan het getaande duistere gelaat dat de plaats had ingenomen van de frisse blik uitstraling die het eens had gehad. Hoewel Balthazar Roerling een blanke man was, deed zijn huid bruingeel aan. Onwillekeurig moest ik daarom denken aan mannen in legeroutfits die van het slachtveld terugkwamen en de camouflagestrepen met de rug van hun handen uit het gezicht wreven. Geschoren had hij zich ook al enige dagen niet, zodat zijn stoppelbaardje door zijn huid stak als een ruw borstelig oppervlak dat dik in de verf was gezet.”

Balthazar is verder iemand die snel kan denken en waarbij je voortdurend op je qui-vive moet zijn om in een conversatie niet voorbij gepraat te worden. Hij gedraagt zich als een naar soort clown, een nar en tegelijk een vervelend verwend kind dat constant het bloed onder je nagels vandaan haalt. Balthazar was een verknipte geest geworden en blijkt de meeste criminele zonde al wel zo’n beetje op zijn naam te hebben staan. Ga maar na: meervoudige moord, verkrachting, gijzeling, brandstichting. Afijn, rijp voor het gesticht en goed voor een enkeltje naar het vagevuur.

Een paar andere opmerkelijke eigenschappen:

  • Balthazar gebruikt een ouderwetse Walther PP. Ik heb veel onderzoek naar het geschikte wapen voor hem gedaan. Wist je trouwens dat de Walther PPK het trouwe vuurwapen is van James Bond?
  • Hij noemt inspecteur Romeo Mazzei consequent ‘gozertje’, America Calista ‘bimbo’.
  • Karel Riemelneel noemt hij steeds Kareltje, en slechts eenmaal gewoon Karel.
  • Op schietvereniging Banschoten staat hij beter bekend als ‘Bally’. Daar vonden zij zijn tweede naam cooler dan zijn eerste. En het is om die reden dat hij later de naam Balthazar aanneemt.
  • Zijn irritante lachje ‘Ni-hihihihi’ wordt ook door zijn modelpersoon Rumplestilskin veel gebezigd. Dus als je wilt weten hoe je hem moet imiteren dan adviseer ik je even naar Once Upon a Time te kijken.
  • Zijn humeur kan omslaan als een blad aan een boom, waardoor je vaak een omslag ziet van overdreven joligheid naar bittere ernst. Deze eigenschap heb ik ook van The Joker afgekeken.

Dan nog een leuke:
De toen nog onbekende gijzelnemer deed Karel denken aan een figuur uit een videospel, alleen wist hij zo gauw niet wie exact. Het figuur waarnaar wordt gerefereerd is Waluigi, de tegenhanger van Luigi uit de Mario en Luigi-spellen. Het gegeven dat Karel even niet wist te herinneren om wie het ging heb ik bewust gedaan, niet alleen omdat ik het optreden van Waluigi irrelevant vind, maar eigenlijk om Retroman een beetje bij de les te houden. Retroman staat er namelijk om bekend dat hij veel van deze Nintendo-franchise weet. Dus ik hoop dat hij een beetje heeft opgelet tijdens het lezen van de VZD(!)

Verhaallijn(en)

Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.

Met Balthazar Roerling heb ik vooralsnog de volgende verhaallijnen voor ogen:

  1. Tijdens vlucht 46 zal hij voor de ramp in gesprek raken met Karel over het leven van de inspecteur. In dat gesprek zal voor een deel worden uitgelegd hoe Karel Riemelneel aan zijn bijnaam de ‘Vuurspuwende Zonsverduistering Detective’ komt.
  2. Balthazar zal nog een prominente rol gaan spelen in de ontknoping van het eerste VZD-boek, daar we er nog achter moeten komen hoe Anika is vermoord.
  3. In de toekomst zullen we nog enkele keren met hem te maken gaan krijgen in VZD’s of de nieuwe Lesley Lost ‘t Ops.

VZD-afleveringen waar Balthazar Roerling in voorkomt:

VZD (10): De rotte appel – deel 1
VZD (10): De rotte appel – deel 2

Het portret van de volgende keer: Agatha Loon op Toom

Verstuurd vanaf mijn i-Navelpad