Vlak voor mij bruist het van de activiteiten en het ziet werkelijk zwart van mensen. Met een geweldig aanbod van Oosterse versproducten is dit het walhalla voor elke liefhebber van groente, fruit, noten, thee en nog heel veel meer. Het brede scala aan cultuurgewassen, vruchten en allerhande zaken die de kookkunsten prikkelen, ik geniet ervan. Alleen al de kleurenpracht en het typerende tegen elkaar op schreeuwen, werken als een geweldige magneet waar ik bijna geen weerstand tegen bieden kan. Het is weer de tijd van de maand voor mijn kappersbezoek en daarvoor ga ik altijd naar de Zwarte Markt. Daar heb ik zo mijn redenen voor. Niet alleen kan ik daar wel voor een heel zacht prijsje mijn laten knippen, de kapper die ik er gevonden heb kent ook enkele andere voordelen.
Vlak voor de ‘Groentestraat’ sla ik linksaf, meteen de trap op en word ik bovenaan de trap altijd meteen begroet door één van de kappers. Of het is de immer goedlachse Turkse man, met z’n lange zwarte krullen, die alle klanten naar binnen praat, maar waar mijn eigen kapper zelf niet zo’n hoge pet van op heeft. Hij noemt hem steevast de ‘kapperpooier’, een niet zo’n hele charmante bijnaam, maar waar hij zich amper voor schaamt en hij deelt dit dan ook zonder enige gene met al zijn klanten. Volgens Sulaiman, zo heet mijn kapper, moeten zij niet alleen een deel van hun opbrengsten met de kapperpooier delen, maar houdt hij ook het hand boven het hoofd van enkele kappers die de kantjes eraf zouden lopen. Het zijn vaak wat van dit soort meningen die ik van hem aanhoor en waar ik verder maar niet op in ga, maar stiekem hou ik toch ook wel een beetje van dat geroddel. Sulaiman zelf is een al even goedlachse kalende en, in zijn geval, Marokkaanse man en draagt altijd een veelkleurig rond mutsje bovenop zijn kruin. Het is zijn typische kufi of gebedscap die mij door de kleuren vaak eerder aan Zuid-Afrika dan aan Marokko doen denken.
Rechts van de stoel waar hij me in laat plaatsnemen hangt een foto van hem en zijn vader en daaronder nog eentje met een jongere versie van Sulaiman. Hierop heeft hij nog een volle bos haar, zoals de leden van de Jackson 5ive. Hij draagt er zelfs een caramelbruine broek met wijde pijpen. Helemaal uit die tijd! Het contrast met hoe hij er tegenwoordig uitziet kan bijna niet groter. Direct naast zijn foto’s hangt zijn afsprakenkaartje. Mijn kapper is nogal eigenzinnig en heeft als enige van deze kappers zo’n kaartje. Iedere keer dat ik hier de trap op loop, bedank ik voor het aanbod om bij één van de vrije kappers in de stoel plaats te nemen en wacht ik liever tot Sulaiman klaar is. Zodoende heeft hij altijd een stencilblaadje tegen het kurk gedrukt waarop onder elkaar in zijn doktershandschrift nog net wat namen te herkennen zijn.
Mijn kapper weet altijd precies hoe ik mijn haar wil hebben, zoals een goede kapper betaamt, dus hij begint mij vrolijk te knippen. Hij doet rustig en gedreven zijn werk en hij maakt alleen een praatje als hij merkt dat ik daar zelf ook behoefte aan heb. Een andere reden waarom ik mij altijd erg op mijn gemak bij hem voel, is omdat ik gewoon kan zien hoeveel liefde hij geeft aan zijn vak. Er ontgaat hem geen millimeter. Geregeld geef ik hem daarom ook een euro meer tijdens het afrekenen.
En zo is Sulaiman lekker bezig met mijn kapsel tot er op een moment een man in de portiek bij hem komt hangen om te polsen wanneer hij plek heeft. De man is duidelijk Nederlands en hij wordt vergezeld door zijn vrouw en drie werkelijk bloedmooie dochters. Drie maar liefst en duidelijk halfbloedjes. Bij het gissen naar de afkomst van hun moeder kom ik niet veel dan ‘ergens uit het Oosten’, maar mijn kapper is daar duidelijk directer in en vraagt vanuit dezelfde interesse waar zijn vrouw vandaan komt.
“Tunesië,” antwoordt de man, duidelijk trots op zijn eega en hun kroost die uit hun relatie is voortgekomen.
Mijn kapper bespreekt uitvoerig met hem hoe trots hij daar inderdaad op mag zijn en zoekt ondertussen op zijn stencilblaadje met hem naar een plekje. Zo wordt ook mijn aandacht naar dat blaadje getrokken en ik zie juist hoe hij onder mijn – in drie letters opgeschreven – naam aangeeft dat hij na mij eerst nog ‘Johanis’ heeft. Grappig, realiseer ik mij dan, Johannes is mijn tweede doopnaam. Vervolgens zie ik hem naar een onleesbare naam helemaal onderop het rijtje wijzen, waar hij een pijltje bij tekent en deze trekt naar de plek direct na Johanis.
“Na deze man komt … (onverstaanbaar),” legt Sulaiman uit, “… en dan heb ik eerst nog (nog een even onverstaanbare als onleesbare naam) en dan kan ik jou knippen. Is dat goed?”
“Oké,” antwoordt de man, “dus hoe laat is dat dan ongeveer?”
“Over ongeveer één uur van nu,” antwoordt mijn kapper.
“Prima,” reageert de man tevreden, “Oké, dan gaan wij nog even de markt over. Zie je ons zo weer.”
“Dat is prima,” stemt mijn kapper meteen in, “Mag ik nog even je naam?” en hij staat al klaar om onder op het stencilblaadje de naam van deze klant op te schrijven.
Dus de man antwoordt en geeft hem zijn naam: “Harm.”
Via de spiegel zie ik mijn kapper tevreden lachen, terwijl hij de naam opschrijft. En op het stencilblaadje schrijft hij keurig, precies zoals hij het zelf hardop uitspreekt: H-A-R-E-M.
-
Recente artikelen
Recente reacties
- BoB de Winter on Steek de Dievenmoord
- De BoBfather on Steek de Dievenmoord
- Zombie on Steek de Dievenmoord
- BoB de Winter on 14 oktober een nieuwe feestdag: de Nationale bakfietsenverbranding
- Zombie on Fobie
- BoB de Winter on Fobie
- Retroman on Fobie
- Gsorsnoi on Een portret van… Johannes IJzerdraat
- PiCo on Groetjes Jolientjuh!
- BoB de Winter on Groetjes Jolientjuh!
Categorieën
- Algemeen (67)
- Alweerwolven (19)
- English (25)
- Web´s Best (12)
- Games (18)
- Italiano (1)
- Nederlands (777)
- Duimzuigerij (501)
- Astronomisch gedachtegoed (109)
- De consistente cijfercode (3)
- Droomverhalen (10)
- De lugubere avonturen van Graaf Schaurig (1)
- De Verkwistende Vensterbank (6)
- Galbakkerij (44)
- Mijn Peter Parker-onhandigheden (6)
- Ogenblikken (9)
- Onbedoelde mening (58)
- Kakfietsen (11)
- Paarse bonen-saga (8)
- Rinas Recepten (3)
- Scherpe Blik (103)
- Uit het dagboek van een programmeur (5)
- Vacaturepagina: De Assistent Kanarievouwer (28)
- Astronomisch gedachtegoed (109)
- Eindelijk uitgeworteld (107)
- Retourtje naar hier en terug (69)
- Schrijfwedstrijden (12)
- 55 woorden schrijfwedstrijd (1)
- Met de beste bedoelingen (2)
- Onder de boom (3)
- Wisselwereld (5)
- Snooi Gemaakt (1)
- Tycoon Newspaper Archieven (21)
- Verbaal Genot (289)
- Contaminaties (73)
- Gevleugelde Uitspraken (117)
- Knappe koppen (6)
- Reuze Navelpad (64)
- De anagrammen (27)
- Navelpad Mysterie (36)
- Rijmende kunsten (23)
- Het leven van (6)
- WSNOI (58)
- Een portet van … (20)
- Duimzuigerij (501)
- Take it or Leave it (1)
Tycoon Newspaper
Nieuwsbrief
Voeg RSS toe
- Star Wars episode I: Gossip Gungans
- Star Wars episode II: Designer Wars
- Star Wars episode III: Confessions of a Sithlord
- Star Wars episode IV: Sex and the Empire
- Star Wars episode V: C3PO Avant Channel
- Star Wars episode VI: Vader Wears Prada
- Star Wars episode VII: The Fashion Awakens
Nu de New Horizons ons eindelijk het ware gezicht van de (dwerg)planeet Pluto heeft laten zien, is er wel wat duidelijker geworden:
- Pluto is eens te meer een verstoten kindje. Wetenschappers maken dit nu duidelijk door de lichte vlek op Pluto te omschrijven als een ‘gebroken hart’.
- Walt Disney had een bijzondere gave (velen zijn daar al langer van overtuigd): niet alleen liet hij zich door deze bijzondere (dwerg)planeet inspireren voor de naam van zijn nieuwe hond. Nee. Hij zag er zelfs meteen een gezicht bij en zet Hubble daarmee in z’n schaduw.
Loop ik vanmiddag naar Haarlem station om in de wachtruimte rustig van mijn boterham te genieten, zoals ik dit met het koude weer wel vaker met mijn pauze doe, komt er zodra ik naar de ingang loop een lieftallige jongedame op me af die zonder verdere introductie tegen mij zegt:
“Jij ziet eruit alsof je een echt knuffelbeest bent. Mag ik jou eens trakteren op een heerlijke knuffel?” (vandaag is het Wereld knuffeldag)
Mij onbewust van deze uitwerking die ik blijkbaar op mensen heb, gingen mijn gedachten als een razende tekeer. Het aanbod was haast te aanlokkelijk voor woorden; een jonge vrouw, ik schat ergens tussen de 18 en 25 jaar, met een knap smoelwerk, mooie ronde vormen zoals iedere man dat graag voor zich ziet en – in het kader van dit onderwerp een erg uitnodigende volle boezem – klonk dit werkelijk al te mooi om waard te zijn. En omdat ik overtuigd ben dat dit in de meeste gevallen ook vaak zo is, was ik direct op mijn hoede.
Maar het was waar! Deze jongedame zat echt (echt?!) verlegen om een knuffel. Hoe bestond het! (vandaag is het Wereld knuffeldag, sufferd!)
Helaas, voor haar, ik ben een man met principes. En aangezien ik er fel op tegen ben op straat zomaar door jan en alleman aangesproken te worden om mij energieke abonnementen aan te smeren of bedenkelijke goede doelen te steunen, sloeg ik ook daarom dit aanbod… bot af.
“Nee, bedankt. Misschien een andere keer,” loog ik.
Laten we niet om de hete brij heen draaien mensen. We doen het allemaal wel eens; je hebt het voorrecht aan de babbel te zijn geraakt met een wel erg aantrekkelijke gesprekspartner of je treft het dat degene met wie jij aan de praat bent geraakt uiterlijk iets heeft waar jij (graag) naar kijkt. Wij mannen doen het, maar vlak ook vooral die dames niet uit. Ogen waar je in kunt verdrinken, sensuele lippen, een figuurtje om je vingers bij af te likken of natuurlijk dat bos hout voor de deur. Het zijn zomaar wat kenmerken waar een man bij een vrouw graag naar kijkt. Het kan erg prettig zijn om naar te kijken, maar het kan je ook bijzonder afleiden. Terwijl jouw gesprekspartner bij wijze van spreken een heel toneelstuk van Shakespeare kan beschrijven die in jouw belevenis als een enorme wolk ‘blabla’ aan je voorbij vliegt, staar jij al dan niet kwijlend van opwinding of juist onbewust schaapachtig naar dat ene lichaamsdeel. En ga nou niet zeggen, ik ben gelukkig getrouwd dus mij overkomt dat niet, je zal de eerste en ook zeker niet de laatste zijn die na dat ene gesprek de rest van de dag aan niets anders kan denken. Nee mensen, ik heb het niet per se over seks. Niet per se! Hoewel de gedachten daar bij de meeste figuren wel vaak op uitdraaien.
Om de rollen eens om te draaien en het eens een keer niet vanuit het perspectief van een man te bekijken, schetsen we nu eens de situatie hoe het mij vandaag, maar ook de vele gesprekken hiervoor, is overkomen. Het gebeurt niet dikwijls dat ik met zulke appetijtelijke dames in gesprek ben als met deze jongedame, maar ik mag mij gelukkig prijzen dat ik onlangs regelmatig in haar gezelschap verkeer. En nee, het is niet mijn vrouw, noch een potentiële minnares, noch iemand waarbij je kunt denken dat ze enig gevaar vormt voor mijn trouwboekje. Heel toevallig is het wel een erg fijne jonge vrouw waar ik best graag naar kijk en nou eenmaal geregeld mee te maken heb. Nou, dat mag toch, of niet? Goed, zij is erg slank, heeft een figuurtje waar je ‘u’ tegen zegt, kleedt zich bijzonder leuk en vormt doordat ze een brunette met reebruine ogen is wel enig gevaar door mij erg aantrekkelijk gevonden te worden. Maar! Ik heb mij tot noch toe steeds als een heer weten te gedragen en heb haar netjes aangesproken zoals ik ook de post uit de handen van de postbode ontvang of de conducteur keurig mijn kaartje overhandig. En nee, dat zijn niet ook heel toevallig allemaal appetijtelijke vrouwmensen. Eerlijk, de omgang is zoals ik jou, zoals ik je als lezer ken of zou kunnen kennen, ook zou aanspreken.
En toch, kan ik mij niet aan de aandacht onttrekken dat een gesprek met deze lieftallige gesprekspartner er ooit eentje is geweest die mij niet is bijgebleven. Want of ze nou praat over dagelijkse beslommeringen, hoe haar verhuizing of verbouwingen in huis zijn gegaan, hoe ze het al even oneens is hoe de kerstboom is versierd of wat ze vindt van het nut van het maandelijkse getest van het luchtalarm om twaalf uur, iedere keer, ja echt tijdens iedere gelegenheid dat ik met haar aan de praat ben, met of zonder spinnenpoten aangebracht op die superlange wimpers rondom die mogelijk opzettelijk zo zwoele ogen, in werkelijk ieder gesprek, kijkt deze betoverend schone jonge vrouw… altijd(!) naar mijn lul.
Zo, vandaag wel weer genoeg ‘op ons dak’ gehad. Eigenlijk geldt dat wel zo’n beetje voor geheel 2014. Genoeg meegemaakt dit jaar, in uitersten. Om maar een voorbeeldje te noemen: begin dit jaar hebben we een drogerbrand gehad. En vandaag, 4 december, dat wel bekend staat als ‘het heerlijke avondje’, begon als een iets minder heerlijk ochtendje. Nog voordat de dag goed en wel was aangevangen zorgde een verstopping voor een lekkage vanuit de badkamer naar onze keuken en kon ik binnen hetzelfde jaar voor de tweede keer mijn verzekeringsmaatschappij gaan bellen. Alles is weer goed afgelopen, maar toch. Je gaat haast denken: welke uitdagingen kunnen er ons dit kalenderjaar nog meer te wachten staan? Zal ik preventief onze boom maar vast gaan omhakken voordat er nog een storm of blikseminslag komt die dat voor ons doet?
Voor de verandering sloeg de pech vandaag twee keer toe: onze verwarmingsketel heeft de geest gegeven…
Met de Suske en Wiske’s ben ik altijd fan geweest van de samenwerking tussen Willy Vandersteen en Paul Geerts. Ook na het overlijden van Vandersteen heb ik een hele serie S&W’s uit de hand van Geerts geboeid gevolgd. Dat liep goed tot ongeveer vanaf de albums Snikkende Sirene (nr. 205) tot de Begeerde Berg (nr. 215) zo’n beetje. Daarna vond ik het al gauw minder worden. De stijl van tekenen werd in negatieve zin vlotter en de ingebrachte grappen deden voor mij erg geforceerd en gerecycled aan. De afbreuk van het echte Suske en Wiske gevoel kwam voor mij vooral toen Marc Verhaegen z’n gezicht liet zien. Maar Luc Morjaeu en Peter van Gucht maken er wel echt een potje van!
Ik overweeg al langer om de nieuwe strips maar niet meer te kopen, maar om één of andere reden blijf ik toch trouw aan dat gestrikte grietje en die iets te brave gekuifde vriend van haar.
Met het verschijnen van Het Schrikkelspook (331) heb ik zowaar weer even lol; professor Barabas doet ineens weer enkele nieuwe en interessante uitvindingen. Waarom er gelijk een hele serie nieuwe uitvindingen in één album gepresenteerd moet worden snap ik dan weer niet, maar vooral de teledresser kan ik wel pruimen. Het idee van de teledresser is dat de tijdreiziger direct in de stijl van de tijd waar deze naartoe flitst wordt gekleed. Alhoewel ik het bij tante Sidonia thuis de kledingkast in duiken om ons op een nieuw avontuur voor te bereiden ook z’n charmes wel vond hebben, kan ik best respect opbrengen voor deze twist. Ook het tijdstablet, waarmee professor Barabas een flitspoort op elke willekeurige locatie creëert vind ik leuk bedacht.
Toch, aan de andere kant, mensen waar is tijd gebleven dat mensen zich nog alleen met de teletijdmachine verplaatsten?
“Euhm Jos? Ehhh… Hallo? Is daar nog iemand?” vroeg ik plotseling in de ruimte in de hoop dat hij nog terug kwam om mij te verlossen. “Jos!?”
Ik had geen besef van tijd. Het zou een kwartier geleden geweest kunnen zijn, maar het had ook gemakkelijk meer dan twee uur kunnen wezen. Ik was ingedut, staarde nu naar het plafond en probeerde mij zo min mogelijk te bewegen. In plaats daarvan was ik bezig figuurtjes te ontdekken in de verfstructuur rondom de lichtbakken die ik boven mij zag om mij toch wat te vermaken. Maar eerlijk gezegd verveelde ik mij een beetje, in deze veel te rustgevende en inspiratieloze ruimte. Tussen mijn ogen in probeerde ik daarom een voorwerp scherp te stellen. Alleen zat het scherpe ding zo dicht op mijn voorhoofd dat ik het onmogelijk achtte dat ik het helder in beeld zou krijgen. Mijn armen voelde ik niet meer. Mijn benen des te meer. Daar zaten de meeste. Jos had gezegd dat hij dat veel mensen hoorde zeggen.
Waar bleef hij toch?
Op de radio op zijn bureau hoorde ik nu voor de tweede maal de reclames voorbij komen. Ze kondigden het nieuws aan. Gelukkig, want behalve de radio was er niets anders in deze ruimte dat mij kon vertellen hoe laat het was. Ja, mijn horloge dan, maar die lag verderop en daar kon ik niet bij zolang ik mij niet bewegen kon.
Zucht. Wanneer kwam hij nou? Ik was nu toch echt wel voldoende ontspannen. Door de meridianen stroomde de energie nu rijkelijk. En zou ik dat eigenlijk wel mogen, …bewegen? Misschien beïnvloedde ik het effect dan wel. Ik kon mij niets herinneren over de voorlichting op dat vlak. Bovendien zou ik mij een beetje naakt voelen als ik in deze toestand het gebouw zou rondlopen. Stel je eens voor! Want echt veel kleren droeg ik nou ook niet precies.
Negen uur. Het nieuws verklapte het. Dus nu wist ik het zeker. Ik lag hier ruim een uur. En dan te bedenken dat ik de behandeling juist zo duur had gevonden.
Daar kwam Jos eindelijk.
“Sorry, sorry! Ik was je bijna vergeten. Stel je toch eens voor!”
Ja, inderdaad, stel je dat eens voor. Alsof ik echt zo zou weglopen. Hij was mij dus echt vergeten. Wat normaal twintig minuten zou duren, liet hij mij nu ruim een uur voor liggen. Toch bracht hij het als één rekening in behandeling.
“Zal ik je de rekening weer meegeven? W.O., ‘wordt overgemaakt’…”
Eén behandeling acupunctuur, voor een prikkie.
Sinds enkele jaren ben ook ik een fanatiek volger van de televisieserie ‘Wie is de Mol?’, een fantastisch tv-programma waarbij het de bedoeling is dat je erachter ziet te komen wie de ‘mol’ is. De kandidaten, allemaal bekende Nederlanders, moeten allerlei verschillende opdrachten uitvoeren met als doel om geld in de pot te krijgen. De mol echter, doet er alles aan om die pot zo juist leeg mogelijk te houden, een echte saboteur dus. Aan het einde van iedere aflevering moeten de kandidaten een test invullen om zo de identiteit van de mol te achterhalen.
Aan het einde van aflevering 4 sprak presentator Art Rooijakkers van een ‘Grote Oversteek’ en kondigde daarmee aan dat de kandidaten zich moesten opmaken voor een trip naar een ander land. De laatste test en executie vond nog plaats in Hong Kong, waar Daphne Bunskoek de test het slechtst had gemaakt, dus afviel en niet meeging naar het volgende land.
Eerder bij dit televisiespel dacht ik heel even dat het tweede land dat ze zouden aandoen Amerika was. De show opende namelijk helemaal aan het begin met een Aziatische man in een bootje dat brieven postte in een typische Amerikaanse brievenbus met daarop de tekst ‘US Mail’ en de ‘Grote Oversteek’ zou kunnen wijzen op het oversteken van de Grote Oceaan, van Azië naar Amerika. Maar na het bekijken van de beelden wat er ons in aflevering 5 staat te wachten, weet ik in elk geval 100% zeker dat ze daar niet maar toe zullen gaan!
Glunderend, en met de beelden van die aankondiging nog op mijn netvlies, postte ik op Facebook ‘Ik weet meer dan de rest’, want ik weet waar ze wel naar toe gaan. Deze uitspraak werd eerder door Art zelf al eens in een iets andere vorm gebruikt toen hij bij de allereerste test en executie Daphne feliciteerde met de opmerking: “Gefeliciteerd, jij weet meer dan de rest.”
Er waren twee previews van aflevering 5 die mij overtuigden van de reisbestemming: een zekere kerk èn de vlag van een bepaald land op de romp van een vliegtuig waarbij te zien was dat de kandidaten uit het vliegtuig stapten en voet zetten op…
…Filippijnse bodem.
Hiermee werd ook direct verklaard waarom ik de man in de boot (dat al iets weg had van een bangka) verdacht veel op een Filipino vond lijken. Hij was het die aan het begin van dit seizoen een stel brieven op de post deed.
Na mijn ontdekking heb ik iedere dag een aanwijzing gegeven op Facebook. Hieronder nogmaals de aanwijzingen met daar ook telkens een uitleg erbij. Eén en ander kon deelnemers aan de Wie is de Mol?-app helpen met het beantwoorden van vraag 5 voor aflevering 5.
Zondag – “Uitbarsting” – WIDM5
In de kerk, die ik in de preview aan het einde van aflevering 4 had gezien, herkende ik direct een godshuis dat naar mijn beste weten Church of San Augustin moest zijn, beter bekend als Paoay Church. Dit is een 18e-eeuwse kerk in de Filippijnse gemeente Paoay in de noordelijke provincie Ilocos Norte. De Filippijnen staat bekend om grote vulkanische activiteit, vandaar de aanwijzing ‘Uitbarsting’.
Maandag – “Met kennis van het verleden weet je meer over de toekomst” – WIDM5.
Deze tekst verwijst naar het thema van dit WIDM-seizoen. Art heeft ons aan het begin vertelt dat de toekomst een grote rol speelt in dit avontuur. Wel, als mijn vooruitziende blik naar aflevering 5 geen verwijzing naar de toekomst genoeg is, dan weet ik het niet meer. Ik wist door mijn kennis over de Filippijnen (verleden) dat de volgende aflevering (toekomst) daar plaats zal vinden. Je zou dit ook nog kunnen uitleggen als de man in de boot die in aflevering 1 (verleden) al werd getoond, waarbij ik vermoed dat hij in de laatste aflevering weer zal opduiken (toekomst). Dat lijkt mij een redelijke aanname, maar dat is afwachten natuurlijk.
Dinsdag – “US Mail” – WIDM5
Verwijst opnieuw naar de man in de boot. Maar je zou dit ook kunnen lezen als een verwijzing naar de luchtpost waarmee de liefdesrelatie met mijn vrouw mee is begonnen die zelf ook uit de Filippijnen komt.
Woensdag – “LAO – Godshuis” – WIDM5
Godshuis is de meest duidelijke link naar de eerder besproken kerk. LAO is de internationale afkorting voor het vliegveld Laoag International Airport, waarop het WIDM-team geland moet zijn willen ze de snelste verbinding richting Paoay kunnen maken.
Donderdag – “Joker, 20 in the pocket” WIDM5
Wie WIDM een beetje kent, weet dat jokers een machtig middel zijn om daarmee beter door de test en executie te komen. De joker verwijst hier naar de voorkennis over vraag 5 uit de WIDM-app en de 20 in the pocket naar de waarde van die specifieke vraag. Hebben de aanwijzingen je voldoende geholpen, dan heb je 20 punten verdiend door vraag 5 goed te beantwoorden. Die had je met ‘Filippijnen’ moeten beantwoorden. En uiteindelijk was het me daar natuurlijk de hele tijd om te doen.
In de categorie ‘gesprekken die je opvangt in de trein’ ging het vandaag eens niet over ‘hoe belachelijk het nieuwe schoolrooster wel niet is’, ‘waarom de beste vriend van mijn man niet op onze trouwerij is geweest’ of ‘nog eens vijftig tinten van een specifieke en ons allen welbekende kleur’. Terwijl ik ondertussen druk bezig was de ‘snoepgoden’ te vervloeken bij het heen en weer schuiven van zuurtjes, lolly’s en ander zoetig zuigwaar op mijn smartphone, zaten er in de sprinter tegenover mij twee jonge dames van pak ’em beet een jaar of dertig luidkeels te ouwehoeren. Het was overduidelijk dat ze het hadden over een recente voorstelling van… jawel… The Chippendales.
In het begin van hun gesprek had ik al direct in de smiezen dat het over niets anders dan dat kon gaan. Ik hoorde ze namelijk spreken over ‘een collectief schaamtegevoel bij aanvang dat vanzelf wel verdween zodra de show begon’ en het feit dat het publiek zuiver bestond uit vrouwen dat volgens hun bewoording pas moest zijn gescheiden, maar in elk geval aan niets anders konden denken dan domme mannen en seks. Mogelijk klinkt dit toch als een stereotype vooroordeel van eigen hand, maar ik kan je echt beloven dat ik die twee dames deze tekst letterlijk zo heb horen uitspreken. Gedurende hun banale gebabbel deden ze daar zelfs eigenlijk alleen nog maar meer scheppen bovenop. Mijn vermoeden werd overigens al snel bevestigd; allerhande YMCA-outfits passeerden de revue in hun eindeloze gekeuvel. Marinekleding, pilotenpakken en spannende politie-uniformen, het werd allemaal ongewenst aan mijn oren opgedrongen.
Nimmer werd er in hun gekwetter letterlijk gesproken over The Chippendales, maar iedere vent die naast hen in de coupé zat of stond moest wel op z’n achterhoofd zijn gevallen als ze niet door hadden wat er precies besproken werd. Eén punt werd in elk geval onweerlegbaar duidelijk gemaakt: Miep 1 en Miep 2 voelde zich beslist te goed voor zulks platvloers vermaak… maar ze zijn er wel heen gegaan!
Het zijn van die dubieuze dialogen waarin je kort nadat het onderwerp wordt ingezet, al globaal kunt uittekenen welke volgende onderdelen er zullen worden aangesneden. Vanzelfsprekend werd benoemd ‘dat ze altijd wel een dik zeug uit het publiek pikken’ (sorry, dit zijn niet mijn woorden), ‘ze ook langs de balkons gaan’, ‘hoe kunstig ze strippen tot een avondvullende geheel kunnen maken’ en ‘dat altijd wel een neger tussen zit’. Ik had deze quotes vooraf zó voor je kunnen oplepelen. Hoe diepgaand!
Maar juist toen ik dacht dat ik de voorspelbaarheid in eigen perso(o)n(en) leek te hebben ontmoet, werden we in de coupé toch wel heel bizar verrast toen ze ineens op iets geheel anders overgingen. Alhoewel…
Het schaamrood stond niet alleen bij alle heren in de sprinter op de kaken, nee ook de vrouwelijke passagiers moesten inhouden niet te gaan zitten schaterlachen toen Miep 1 en Miep 2 abrupt, zonder enige logische aankondiging, begonnen te praten over… let op.. ‘de ingrediënten van een frikadel’.
Over plaatsvervangende schaamte gesproken!
Zoeken
Kalender
M | T | W | T | F | S | S |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | ||||
4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 |
11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 |
18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 |
25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 |