image by 2e14, edited by Gsorsnoi
Over het koude hart van de pontwachter strijkt geen hand wanneer een eenzame fietser over de deels opgebroken pontweg een verwoede poging doet de veer niet te missen. Roodwit gestreepte slagbomen dalen neer in het grauwe licht en ontnemen de fietser elke kans op een tijdige overtocht. Met een opgetrokken laadklep vaart de pont af de duisternis in en verlaat één van zijn persoonlijke havens.
“Prachtig! Nu mis ik nog eens dertig minuten van zijn show” denk ik hardop terwijl ik in mijn machteloze gevoel besluit geen moeite meer te doen het wiel rond te krijgen. De lange pontweg daalt af in een flauwe bocht naar links. En met de wetenschap dat ik de overtocht nu toch niet meer haal is het geen schande mijn stalen ros het gevecht tegen de wrijving te laten verliezen. Ik had beter moeten weten en eerder moeten vertrekken. In deze late herfstdagen ontnam het weggevallen daglicht mij het overzicht om tijdig te anticiperen op de borden die mij wezen op die rare omleiding.
Het eerste uur van Willem’s radioprogramma komt aardig dichtbij de nieuwsonderbreking van het hele uur wanneer ik eindelijk eens kom binnenstappen. Ik zie hem live op de ether in gesprek met een nieuwe gast die iets naar voren buigt om zichzelf hoorbaar te maken in de microfoon die voor hem is opgesteld. Naast deze microfoon staat er nog één op een metalen arm opgesteld met daarvoor een lege stoel die staat aangeschoven. Na mijn jas uit te hebben gedaan schuif ik bij en geef de nieuwe gast een hand.
“Clark” stel ik mij voor en tracht mijn grijns te verbergen.
“Marijn” krijg ik als antwoord en ik geloof hem. Van het bureau pak ik de koptelefoon op die ik na het ophangen van mijn jas had weggegrist van een dressoir en sluit de connector aan. Ouwe troep, maar met een beetje geluk heb ik er vandaag eentje die werkt. Ik draai mij nog eens naar Marijn en stel mij opnieuw voor. Ditmaal noem ik mijn echte naam en werp een blik op mijn Superman t-shirt.
“Huh?”
Het kwartje valt, maar wel wat laat. Uit de schelp van de koptelefoon peuter ik wat haren waarvan ik verdenk dat ze van de Moraelridder zijn, Willem’s voormalige co-host. Ik slik en plaats het versleten voorwerp op mijn hoofd.
Tijdens de show herinnert Willem me nog eens aan een nieuwsbericht over een vleesetende plant die een Vlaamse gaai zou hebben verorbert. Het oplezen van dergelijke opmerkelijke nieuwsfeiten was langzaam een onderdeel geworden van zijn show. Het betreffende bericht kan ik niet helemaal meer voor de geest halen, maar weet nog wel dat ik hem erop had gewezen dat ik het nou ook niet zo slim vond van deze Belgische vogel om zich in de buurt van zo’n plant te begeven. Zowel Willem als ikzelf konden ons namelijk niet voorstellen dat de hongerige plant de lucht in was gesprongen om de onverstandige vogel buit te maken. Eigenlijk, met mijn levendige fantasie, kon ik dat wel.
“Wie weet was die plant wel achter die vogel aan gerend” merkte hij in de radioshow waarin hij het nieuws besprak droog op. Waarop ik antwoordde:
“Heb je wel eens een vleesetende plant achter een struisvogel aan zien rennen dan?” De fantasie en de gekoppelde voorbeelden werd hoe langer hoe hilarischer. Willem zag al helemaal voor zich hoe de botanische biefstukliefhebber zich voorzien van een raketmotor aan zijn pot zou inspannen om op de grote loopvogel te kunnen jagen.
Marijn denkt er vast het zijne van nu we deze gedachtes nog eens de revue laten passeren en kijkt ons wat schaapachtig aan. Wat moeten de luisteraars wel niet denken? De schuif stond open zodat men thuis kon mee fantaseren. Eenieder wordt in deze voorstelling verlost van de opgedrongen fantasieën nu het echte nieuws plaats maakt voor Willem’s zendtijd.
“Gaan we nog even naar beneden?” stelt Willem voor en neemt ons mee naar buiten voor een frisse neus.
Terug in de studio voor het tweede uur besluiten we een pizza te willen bestellen, maar we willen er wel per se eentje zonder tomatensaus. Naast ‘die bodem’ mag je toch wel stellen dat deze rode saus eigenlijk wel het hoofdingrediënt vormt van de Italiaanse lekkernij. Marijn heeft een vriend die bij een ambachtelijke pizzeria werkt en vast wel bereid is ons te vertellen hoe normaal of zo’n bestelling wel niet is. Hij weet dat zijn vriend deze avond niet werkt, dus besluiten we hem te bellen op zijn 06.
“Dus ik bestel een pizza zonder tomatensaus, maar de prijs blijft hetzelfde?” vraagt Willem de pizzaboy een paar minuten later quasiverontwaardigd in het telefoongesprek.
“Ja” antwoord deze koel waarop de verbinding plots wordt verbroken.
“Dat was vast een rare vraag” brengt Willem in de ether en trakteert ons op een veelzeggende glimlach.
“Hij wist het” brengt Marijn uit en trekt hiermee de conclusie dat zijn vriend moet hebben geweten dat hij in de zeik werd genomen. Willem schuift er nog eens een plaatje in en wacht af wat de vriend Marijn zal vertellen die hij kort daarop opbelt. Natuurlijk vernemen we later dat hij het inderdaad door had, maar de verbroken verbinding een andere oorzaak had.
Na een paar plaatjes wil Willem van ons weten wat wij eigenlijk op ons verlanglijstje hebben staan. Zijn vraag wordt hierbij vanzelf getriggerd op het moment dat wij de actualiteiten over de goedheiligman aan het licht brengen en nog even stilstaan bij de nieuwe film van Dick Maas.
“Nou, een struisvogel lijkt me wel wat!” antwoordt Marijn als eerst. Zijn ogen glinsteren daarbij, maar vertrekken verder geen spieren die zou kunnen verraden dat hij het niet meent.
“Een struisvogel?” wil Willem bevestigd krijgen en trekt één wenkbrauw op. Beide kijken we hem verrast aan en verlangen een toelichting. Zijdelings werpt Willem een blik op het mengpaneel en verzekerd zich ervan dat de luisteraars dit gesprek meekrijgen.
“Wat moet je nou met een struisvogel?” vraag ik hem.
“Nou dat is toch leuk? Ik vind dat hele mooie beesten. Vrolijke beesten met mooie ogen.” Ondertussen stel ik mij een schoen voor waar een lange grijze nek in verdwijnt en doe mijn grootste best een proestende lach in te slikken.
“Kom op nou,” reageert Willem “hoe duur is zo’n beest wel niet? Als ik er eentje voor 15 euro kan vinden, wil ik er best één voor je kopen, maar veel gekker moet het niet worden.” Met die wijsheid besluiten we Google er eens op na te slaan. Een niet veel later zien we Marijn in een moeilijke houding achter een toetsenbord en turen we naar een beeldscherm wat ergens tussen de apparatuur is opgesteld.
‘Struisvogel’ zijn de eerste letters die er worden ingetikt in het zoekveld. En even voordat Marijn zijn zoekterm vervolledigd heeft tot het zoekcriterium ‘struisvogels te koop’, verschijnt er tussen de afbeeldingresultaten als reactie op de halve zoekkreet een angstwekkend plaatje. Voor slechts een fractie van een seconde worden we geconfronteerd met een beeltenis van de gezochte loopvogel die ons demonisch aankijkt met een bek vol scherpe tanden. Je zou het zelf eens moeten proberen. Om je kapot te schrikken.
Afijn, de zoekpogingen op diverse verkoopsites leveren nou niet echt direct de gewenste informatie op die we voor Marijn proberen te achterhalen om hem te plezieren met het gevogelte. Nu treft het toeval dat hij volgende week jarig is. Dus mocht je toch bij hem langs gaan, steek dan niet je kop in het zand, maar geef die vent in vredesnaam een Nationale Struisvogelbon!