“Gossiemikkie, je wordt hier wel verwend hoor,” merkte Retroman dankbaar tegen de barbier op en daarmee zijn personeel van wie hij zojuist een hartig stukje taart aangeboden had gekregen. “Ik kwam hier enkel om even mijn kapsel bij te laten werken, maar heb nu na mijn thee en deze aanlokkelijke traktatie dadelijk al geen ontbijt meer nodig.”
Op dit moment pauzeerde de kapper de knipbeurt even en nodigde hij zijn klant middels een handgebaar uit om alvast een stukje te nemen.
“Heerlijk. Even proeven.” Retroman liet zijn handen vanonder het de kapperscape verschijnen en reikte naar het gebak dat naast zijn muntthee was neergezet. Hij nam er gestudeerd een hap van en merkte gemeend op: “Mmmmm! Dat heeft dat personeel van jou lekker gebakken kerel. Ze hebben er veel werk in gestopt.”
In de spiegel zag Retroman de kapper, die achter hem stond, tevreden glimlachen. Deze wendde vervolgens zijn hoofd af en nam zelf een slokje van zijn koffie.
“Erg smakelijk. Zeg, heb je de laatste ontwikkeling in die paarse bonen-saga nog gevolgd?” veranderde Retroman van onderwerp. “De Tycoon Newspaper kopte laatst met een ‘gevlogen koffiedief’. Bleek het toch al die tijd om die George Enverbrander te zijn gegaan! Wist jij dat?”
De kapper reageerde woordeloos met een kort knikje met z’n hoofd waar weinig uit viel af te leiden. “Gompie zeg,” vervolgde Retroman, “Ik begon me al af te vragen hoe deze doldwaze dief destijds al die bonen gegapt moet hebben. Maar nu bekend is dat het al die tijd om die maffe magiër ging, lijk ik toch van het begin af aan op het juiste spoor te hebben gezeten. Die Tita Tovenaar heeft toen met zijn markante mentalistische magie gewoonweg al die brutale bonen betoverd! En daarmee blijkt hij ook nog achter die vermaledijde bazelen te zitten. Tezamen met zijn als Dirk Waesheyd verkleedde assistent Joost Stunner heeft hij vanuit Het Theehuis die gevreesde pimpelpaarse bonen losgelaten en hebben zij met een achtergehouden voorraadje dat bedenkelijke tegengif gebrouwen. Je weet wel, dat zogenaamde wondermiddeltje van hem, dat je wel geneest, maar waarna je je de volgende dag direct gewoon weer opnieuw kan ziek melden. Wat een gladjakker zeg! En ondertussen natuurlijk gretig al die zbersibarnen incasseren. Tenminste, zo stond het in de krant. Allememachies. Om nog maar te zwijgen van het negen dagen moeten uitzieken van een stel paarse pukkels. Asjemenou? Hij heeft zo’n beetje het hele land op z’n kop gezet…”
Terwijl Retroman driftig met zijn betoog was aangevangen, was zijn kapper ondertussen rustig doorgegaan met knippen. Hij was ongestoord met het haar van de Gohesiaan in de weer en tuitte er zijn lippen bij alsof hij zijn werk op waarde keurde. Daar was hij zo in opgenomen dat het leek alsof alle woorden die zijn klant aan hem adresseerde rakelings aan hem voorbij vlogen. In plaats van het onderwerp met de gepaste aandacht in zich op te nemen, werd hij meer opgenomen door de paar grijze haren die hij in het kapsel van de man ontdekte. De kapper keek op zo’n moment misprijzend en rekende op geheel eigen wijze met de gevonden kleurverschillen af. Een likje schoensmeer deed de truc.
“…Poe hee!” ratelde Retroman in de tussentijd onverstoorbaar door. “Da’s nog best een odyssee geweest voor die Lesley. Die inspecteur van het GCFI heeft nog een pittige kluif aan dit onderzoek gehad. Al vanaf het begin is hij iedereen gaan ondervragen die denkelijk iets van de bonenroof af zou kunnen weten en heeft me toch een partij dwaalsporen voorbij zien komen. Ik ben niet zo’n expert in koffiedik kijken, maar ik vind het toch knap hoe die pientere politiepet had zien aankomen dat Joost Stunner kennelijk al die tijd zijn rechterhand was.”
Ditmaal liet de kapper een reactie horen, al bleef het bij een hummend keelgeluid. Onduidelijk was echter of het als luistergeluid bedoeld was of dat hij er echt iets mee wilde aangeven. Het was in elk geval een moment voor Retroman om even op adem te komen en maakte hij van de gelegenheid gebruik om nog even een hapje en een flinke slok te nemen. Onderwijl hield de kapper zijn gereedschappen ongeduldig in de lucht en irriteerde hij zich aan de kruin van de man, alsof er een vervelende vlieg op zat.
“Snurtverdeernis,” was Retroman inmiddels alweer verder gegaan en papegaaide daarmee een uitspraak van een bekende handelaar, “wat een toestand zeg! Gelukkig was ik niet in dat ‘Amazing Discoveries’-verkooppraatje van die mislukte magiër getuind…”
Op dit moment maakte de kapper een misser, schijnbaar afgeleid door iets. De kruin van de onder de lokale bevolking bekend staande ninjaheld werd ineens een stukje té gretig gekortwiekt.
“…Zo’n heilig boontje als die George Enverbrander, die met zijn magische bol tot noch toe nog altijd de waarheid heeft verkondigd, geloofden ze natuurlijk gelijk.”
De kapper trok een flinke lik uit zijn doosje met schoensmeer en trachtte te redden wat er te redden viel. Zonder dat Retroman het doorhad, was hij met een afgeknipte pluk haar die hij had onderschept, een verwoede poging aan het doen om de opengeknipte kruin weer wat toe te dekken.
“Wat moet die arme Lesley van de week op z’n neus hebben gekeken, toen die gewiekste kwakzalver uiteindelijk het hazenpad koos! Zodra het de magiër te heet onder voeten werd schijnt hij met zijn woonwagen Gohes City uitgescheurd te zijn. Inspecteur Lesley probeerde hem daar nog te arresteren, maar was daar niet meer toe in staat. Dat rijdende kot van die George was toch net een tikkie sneller dan Lesley’s eigen benenwagen. Arme jonge. Reken maar dat hij enkele old-school uitspattingen in de rondte heeft geslingerd toen hij merkte dat hij de koffiedief uit zijn handen had laten glippen! Daar was vast geen woord Warwinkels bij. Hij heeft hem toen moeten laten gaan, maar heeft naderhand nog wel een klopjacht georganiseerd om die listige linkmichel nog te traceren. Toen ook die poging mislukte heeft hij nog een ‘wanted’-bericht het land in laten gaan om hem toch voor zijn daden te kunnen laten opdraaien. Daar is alleen niet meer op gereageerd.”
De kapper, die uit niets liet blijken dat en of hij überhaupt een woord meekreeg van wat zijn klant zojuist allemaal verkondigde, liet ditmaal een tevreden glimlach zien. Hij aanschouwde zijn schoensmeercreatie en leek zelf weer helemaal in zijn nopjes.
“Had die toevallige tovenaar van jou niet ook een stel muzikanten bij zich?” vroeg de kapper zelf ineens. “Zo van die verkleedde clowns die hem zijn muzikale ondersteuning boden toen hij bezig was zijn spulletjes wat aan te prijzen? Ik stel mij voor dat dat inspecteurtje, die Spandabato, hen wellicht ook aan de tand heeft willen voelen…”
De blik van Retroman ontmoette die van de kapper via de spiegel. De monoloog, die er één van een cabaretier tegenover een braaf toeluisterend publiek had kunnen zijn, werd door de vraag van de barbier bruusk uit het ritme geslagen. Als een kinderwagen die methodisch werd voortgeduwd totdat deze abrupt stopte omdat er ineens een pop uit viel, kwam Retroman tot het besef dat zijn ritmisch handelen werd ontbroken. Beide heren keken elkaar eerst haast robotachtig voor een moment aan totdat Retroman tenslotte als gerepeteerd vanuit een toneelscript antwoordde:
“George’s mystieke muzikanten bleek juist één van zijn vele trucs.” Hij liet zijn blik afwezig langs zijn kapper glijden waardoor Retromans pupillen zich iets verwijdden en vervolgde gestaag zijn verklaring: “Zodra Lesley de magiër de stad zag verlaten schopte George Enverbrander zijn muzikanten één voor één zijn woonwagen uit. Zo, hopsakee! De inspecteur verwonderde zich toen natuurlijk over de ondankbaarheid van de magiër waarmee hij afscheid nam van zijn personeel. Maar er kwam nog meer waarover hij vreemd zou opkijken. Want toen de muzikanten eenmaal goed en wel hun evenwicht op het zandpad hadden hervonden, transformeerden deze welklinkende kornuiten ineens een stel guitig gakkende ganzen. Het gekrakeel dat deze olijke gevleugelde jongens daarbij ten gehoren brachten leek inmiddels in de verste verte niet meer op de mierzoete melodieën die ze in de dagen tevoren aan het publiek hadden overgebracht. Het was een gesnater van jewelste. En dat terwijl die slinkse charlatan fier uit zijn kar naar achteren keek en Lesley uitdagend adieu wenste terwijl hij zijn hoge hoed voor hem afnam. Blijkbaar had die George van te voren al bedacht dat hij zijn getuigen later uit de weg zou moeten ruimen. Zodoende had die slimmerik ergens een willekeurig stel onnozele ganzen buit gemaakt die hij tot illustere muzikanten omtoverde. Had hij die Lesley toch mooi een poets gebakken zeg! Hahaha!” Retroman lachte, proestte en slikte even. Kennelijk ging hij helemaal op in z’n eigen vertelling. “Persoonlijk vind ik dit alles eigenlijk wel erg amusant allemaal. Die Lesley. Hij zal er zelf ongetwijfeld iets minder om hebben kunnen lachen. Die zal waarschijnlijk zijn schoen uit ergernis wel hebben opgevreten. Denk je niet? Of loop ik nu te bazelen?”
De kapper moest nu ook wel glimlachen. En oprecht, zo leek het, want Retroman zag via de spiegel een tevreden schittering in zijn ogen. Diabolisch, zou Retroman haast hebben gedacht.
De man aan wie deze ninjaheld zijn looks had toevertrouwd leek Retroman verder een vriendelijk doch warrig iemand. De kapper droeg een Victoriaanse pandjesjas en een overhemd met franjes en pofmouwen, maar voor iemand die bedreven was met het verzorgen van andermans kapsels, leek hij aan zijn eigen coupé wat erg weinig aandacht te besteden. Zoals hij het zelf droeg had zijn haar nog het beste het resultaat kunnen zijn van de effecten van een ontplofte haarföhn, waar de kapper vervolgens nonchalant een hand vette haarwax doorheen had gestreken. Al had het Retroman ook niet verbaasd wanneer dit meeuwenpoep was geweest, aan de kleur te oordelen.
“En hoe zit het dan met die Joost Stunner?” vroeg de kapper toen. “Die heeft hij toch zeker wel bewust als neppatiënt aangetrokken?”
“Ja dat moet wel. Dirk Waesheyd, inmiddels beter bekend als Joost Stunner, bleek al die tijd al in het complot te hebben gezeten. Deze niet al te verstandige draaideurcrimineel heeft zich al vroeg met die Enverbander ingelaten, zodat zij samen dat verduivelde wondermiddel konden brouwen. En wat ook blijkt – maar waar Joost natuurlijk geen weet van had – is dat George Enverbrander op voorhand al van plan was om Joost te laten opdraaien voor al de misdaden van de magiër.”
“Wat een boef zeg…” mijmerde de kapper, al klonk dat enigszins onverschillig.
“Tja,” reageerde Retroman, “dat hadden zomaar mijn woorden geweest kunnen zijn,” grinnikte hij. “Sapperdeflap.”
“En met zijn verdwijning is nu blijkbaar ook zijn wondermiddel van de markt?” wilde de kapper weten.
“Niet helemaal. Er duiken her en der nog namelijk flesjes op.”
“En hebben ze die kunnen terug herleiden naar George Enverbrander?”
“Niet dat ik mee bekend ben,” antwoordde Retroman.
Retroman nam opnieuw een moment om even bij te komen van zijn relaas. Hij reikte, wederom op goedkeuren van de kapper, naar de thee en de taart en vroeg zich ondertussen geen moment af hoe ver de kapper inmiddels met zijn nieuwe kapsel gevorderd was.
“Er zijn veel mensen erg ziek geweest van die bazelen,” zei Retroman nadat hij zijn taart en thee op had. “Die magier heeft een hoop ellende met zich mee gebracht. Alleen de Jatmozen in onze stad zijn aan deze dans ontglipt.”
“Ja, erg typisch hè?” meende de kapper.
“Maar nu ik er zo over nadenk… U bent volgens mij ook niet ziek geweest, wel? Dat weet ik natuurlijk helemaal niet, maar als ik me niet vergis komt u zelf ook uit Jatmos, of zit ik er naast? Dat gitzwarte volle kapsel, uw… hoe zeg ik dat? Niet overdreven bruine huid…”
Het was voor het eerst dat Retroman zijn kapper niet alleen aankeek, maar zichzelf ook even de kans gunde om de beste man eens wat beter in zich op te nemen. Hij zou zelfs bijna denken dat die man hem ergens bekend van voorkwam. Maar waarvan precies, daar kon hij even zijn vinger niet opleggen.
“Ik? Een Jatmos?” begon de kapper. “Oh nee. Ben je gek? Nee hoor, in onze familie hebben we allemaal van dat zwarte haar. Dat is niet alleen aan die Jatmozen toebedeeld, zie je. Daarnaast heb ik een tijdje in Afrika gewoond. En daar ben ik ooit wel eens zo bruin geweest dat de inheemsen daar al begonnen te denken dat ik één van hen was. Vandaar dat ik mij toen bij een medicijnman heb gemeld die mij weer een beetje bleker wist te maken. Maareh, daar is hij duidelijk een beetje te ver in doorgeschoten.”
Retroman keek de kapper wat bevreemd aan na het horen van deze bijzondere verklaring. Het klonk niet echt als een erg stevige verklaring, zodat hij zich begon af te vragen wat hier achter zat. Ondertussen lachte de kapper wat ongemakkelijk en stak hij een hand voor zijn mond. Retroman wist niet wat hij ervan moest denken, maar veronderstelde dat de kapper een slecht gebit had en z’n best deed om niet de staat van al zijn tanden te laten zien.
Toen schoot Retroman ineens iets heel belangrijks te binnen. En dat maakte dat hij in het geheel vergat hoe hij zojuist de kapper in verlegenheid had gebracht.
“Sakkerloot!” Retroman ging rechtop in zijn stoel zitten. “Zeg, weet je wat ik mij nu ineens bedenk?”
De kapper reageerde verdwaasd. Niet dat hij het erg vreselijk vond dat hij niet langer het onderwerp van gesprek meer bleek te zijn, maar hij verwonderde zich wel waarom zijn klant zijn aandacht zo opeens naar iets geheel anders liet overgaan.
“Herinner je je nog dat onze roddelverslaggeefster Rina Oddel helemaal aan het begin van dit jaar een bezoek had gebracht aan diezelfde George Enverbrander die nu ook voor die koffiediefstal verantwoordelijk wordt gehouden?”
De kapper kneep met z’n rechteroog, als blijk dat hij probeerde te volgen waar Retroman op zou gaan uitgekomen. Al zou dat vast een irrelevante conclusie blijken te zijn, dacht hij nog.
“Die aanval op het redactiegebouw van de Tycoon Newspaper… de plotselinge onbedwingbare drang naar koffie en die heksenjacht op het alternatief…! Beste man, dit was uiteindelijk allemaal van voren af aan zo gepland. Snap je het dan niet? Die George Enverbrander heeft al deze toevalligheden al die tijd van te voren zo bedoeld! Of om wat meer in de taal van Tinus Icket te spreken: dit was voorbestemd om te gebeuren.”
Wat was dit nu? dacht de kapper die zowat omviel van verbazing. Meent die Retroman dit nu echt serieus? Deze openbare informatie die door iedereen op dat onnozele onzinnige feitenkrantje gevolgd kon worden, hoor ik mijn klant nu echt beweren dat voor hem het spreekwoordelijke kwartje nu pas viel? Instinctief krabde de kapper aan z’n achterhoofd en voelde zijn gelaat warm worden van de plaatsvervangende schaamte waar hij plotseling last van kreeg.
“Ha. Ha. Ha. Goed-gedaan-Bassie, zou Robin nu hebben gezegd,” vervolgde Retroman en haalde er daarmee een vergelijking bij waarvan de oorsprong volkomen door de kapper gemist werd. “Wat ben ik toch blij dat ik af en toe zo’n retrogoed geheugen heb! Ik ben benieuwd of dat gebazel van die magiër 2015 nog tot een goed einde zal brengen. Kun je het nog volgen?”
De kapper begon nu zichtbaar op z’n voorhoofd te zweten. Die kluns meende het echt.
“Hatsiekadee! Nou, dan wordt het de hoogste tijd dat we gaan afstemmen op de volgende fantastische gebeurtenis, vind je niet? Eens efkes denken wat Rina nog meer meende dat die Enverbrander vanuit z’n toverbol aan ons heeft willen laten doorschemeren. Even die hersentjes van mij laten piepen en knarsen. Hm… er schiet me zo snel nog niks te binnen.”
Oh jee, dacht de kapper nu. Tijd om in actie te komen. Het was tot noch toe erg voordelig geweest dat deze zogenaamd ninjaheld niet zo erg snugger bleek, maar als hij toch dadelijk… En terwijl de kapper zijn eigen conclusies trok, schoot er een ‘gigant’ van een ingeving bij Retroman te binnen:
“Ja, ik herinner het me weer! Er was iets met een cliffhanger!”
“Eh, jouw kapsel is trouwens klaar. Wil je dat ik je baardje nog even meeneem?” probeerde de kapper gauw en hij wist niet hoe snel hij zijn scheerspullen tevoorschijn moest halen. Gehaast trok hij z’n kappersmes uit z’n broekzak en pakte hij het scheerschuim bij de hand.
“Oh ja dat is…”
“Mooi!” riep de kapper nog voor Retroman goed en wel was uitgesproken en hij bracht direct een haal scheerschuim bij hem aan.
“Hmm… Afscheid nemen van een personage. Slik! Als dat mijn eigen kop maar niet gaat kosten!” ging Retroman onverstoorbaar verder. Vlokken scheerschuim kozen tijdens het praten het luchtruim.
Inmiddels drong er iets bij Retroman door en keek de kapper opeens strak aan. En juist op het moment dat dit trouwe personage begon te beseffen dat er iets niet aan de haak was, had de kapper zijn scheermes al in de aanslag. Hij hield hem trots omhoog in zijn handen en liet het scherpe blad akelig fonkelen in het ochtendlicht.
“Oh jee…”
“Men kent mij onder vele namen mijn vriend. Heel vroeger, nog voordat ik voor mijn nieuwe aanstelling als stamhoofd voor een aantal jaren naar Afrika vluchtte, noemde ze mij Arbier,” antwoordde de kapper met een sardonische uitdrukking op zijn gezicht. En voordat hij uithaalde voegde daar tot besluit aan toe: “Benjamin Arbier… Al luister ik tegenwoordig ook naar George Enverbrander…”
This entry was posted on Wednesday, June 10th, 2015 at 08:17 and is filed under Duimzuigerij, Nederlands, Paarse bonen-saga. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.
Oh jee, oh jee? Noem dit maar ‘oh jee’! Retroman, onze grote held en onze hoop in bange dagen…. gaat hij nu het loodje leggen? :-O Schrik!
Eerst al Karel Riemelneel. Nu Retroman. Ik weet dat dit onderwerp landelijk wat gevoelig ligt, maar wie is het volgende slachtoffer die voor z’n leven moet vrezen???
( PS: leuk en erg smeuiig artikel! Aangezien ik weet dat Retroman geen ‘stemmetje’ is ben ik erg nieuwsgierig naar hoe hij dit avontuur heeft beleefd! )
Anders ik wel! Ik had Gsors’ mail ook gehad en moet bekennen dan ik niet alles heb teruggelezen. Maar ik heb er wel de essenties uit opgepikt. Leuke epos! Knap gedaan Snor. 😉
Ba(ze)len zeg, Retroman, dat je nu uit de TN geschreven bent (zou niet weten hoe dit anders moet aflopen). Ga je het nu met Karel opnemen tegen Magere Hein? Die kan vast wel een handje gebruiken van een ‘handige’ inspecteur zoals jij 😛
Inderdaad vermakelijk verhaal weer. Retroman als karakter komt erg echt op me over. Overigens, die Sweeny Enverbrander doet ook erg Depp aan voor me. Het is niet echt meer een geheim wie er achter het portret van Benjamin “Pauklos” Enverbrander schuil gaat lijkt me? 😆
Ja, is het nu echt ‘toedeledokie Retroman’! 😯 Ik zou toch wel geschokt zijn als dat echt zo was?
Gsorsnoi kennende zal hij hier vast wel een twist op hebben bedacht…
‘arme jongen’
Dat is inderdaad een verrassende wending! Retroman was nu echt wel het laatste personage op mijn lijstje van kanshebbers. En dat terwijl hij in dit verhaal weer zo lekker Retromannig aan het bazelen was geslagen…
Wel verdraaid! Dacht ik even koppie-koppie te zijn, word ik gelijk een koppie kleiner gemaakt door die mentalistige tovenaarling!
Wie had ooit kunnen verwachten dat een N.I.N.J.A. (Nogal Imposante Navelpadden-Jagende Autoriteit) uiteindelijk om scheerzeep geholpen zou worden door zo’n buitengewoon barbaarse barbier?
Ik zou die Onguri Geller graag een karatetrap willen geven in zijn Hans Klokkenspel, maar ik vrees dat het doek nu toch echt gevallen is voor jullie trouwe Retroman…
GAME OVER 🙁
Zo zie je maar weer, niemand is veilig voor de fantasieën van Gsorsnoi! Zelfs zijn oudste vrienden gaan eraan als dat voor het verhaal zo uitkomt. Ik hou mijn hart vast <3
Die George moet gewoon wel de Kernfusiekapper uit het gelijknamige artikel zijn!
Nu je het zegt! Volgens mij klust hij ook bij als Dalai Lama. Of was hij toen nog Pauklos?
Trouwens, voor wie is die Retroman eigenlijk bang? Die George Enver… of hoe hij ook heet, die legt het met dat goedkope scheermesje natuurlijk zo af tegen onze dapper dojobewoner met zijn grote samuraizwaard. Denk je ook niet?
Probleem opgelost. Retroman leeft!
Verhip (deze waren we nog vergeten Retroman 😉 )! Zo te lezen heeft dit artikel al meteen een hoop reacties en speculaties teweeg gebracht. Nou, ik geloof dat wanneer het mijn opzet was om iedereen flink van z’n (kappers)stoel te laten vallen, mij dat in elk geval gelukt is 😀
Zo blijkt maar weer wat voor zieke twisten er huizen in die twistzieke geest van mij.
Zoals jullie hebben gemerkt, heb ik geprobeerd echt alles uit de kast te trekken om zoveel mogelijk personages uit het Rijk van WSNOI in die verduvelde paarse bonen-saga op te nemen. En dat heb ik gelijk maar als excuus aangegrepen om met name die karakters naar voren te schuiven waarin ik mijn creatieve ei het eenvoudigst kwijt kon. Kerbert Rent lag daarom voor de hand, omdat ik graag in zijn Bommeliaanse huid kruip. Zoals hij in Het Enverbrander Wondermiddel het komische duo moest vormen met Rina Oddel, ben ik naderhand toch erg tevreden over hoe dat me gelukt is. Voor Rina heb ik al langer een lans willen breken waar het aankomt op het opnemen in echt TN-verhaal. Met Raining Chestnuts vond ik daar toen een excuus voor, maar ik was nog niet tevreden en wilde haar meer bij jullie laten leven.
Zo kwam ik vanzelf ook bij Retroman (over komieken gesproken) uit, een makkelijk maar tegelijk ook erg moeilijk karakter (niets ten nadelen van de man die er achter schuilt). De uitdaging die ik met ‘Retroman’ heb is het hem echt willen laten lijken, zodat jullie haast ‘voelen’ hoe ik deze makker als Romeo in het echte leven ken. En hoe hij zich dus ook daadwerkelijk uitdrukt!
Nou, en wie had er vanaf de eerste paar zinnen al bedacht dat we op een soort ‘demon barber uit Fleet Street’-verhaal zouden uitkomen? Eerlijk? Ik gok dat er wel een paar onder jullie zijn die dat te verwachten verloop gauw door hadden. Maar oh, wat hoopte ik daarbij dat ik jullie gespannen kon houden of dat wat er met de klanten van deze barbaarse barbier normaal gebeurde Retroman ook echt zou overkomen.
Ik hoop dat ik jullie niet teleurgesteld heb. Hahaha!
Wie mij kent zal er inmiddels niet meer van opkijken; ik heb hier natuurlijk wel weer even wat maniakale research voor uitgevoerd. De Johnny Depp-verfilming van Sweeny Todd had ik toen ik George Enverbrander creëerde (of was dat graaf Schaurig? 😉 ) nog niet eens gezien. Dus uiteraard heb ik mij laten inspireren door die film even op te zoeken en minutieus te bestuderen.
Iemand trek in een hartige paars bonen-vlaai? 😀
Alles was, zoals Tinus zou onderschrijven, al van te voren uitgedacht. George Enverbrander was voorbestemd een echte oplichter type personage te worden. Eéntje die de schijn wekt over ons (lees: de karakters in het Rijk van WSNOI) de touwtjes in handen te hebben, maar tegelijkertijd is hij zelf een uitstekend voorbeeld van een aan handen en voeten gebonden marionet. Alleen wie hem echt controleert, dat laat ik nog even in het midden. 😉
In de aanloop naar dit slotartikel ben ik veel in gesprek geweest met de ster van deze show: Retroman. Middels moderne Whatsapp-conversaties (val je hier toch even door de mand) heb ik hem steeds net voldoende informatie toegespeeld opdat hij wel zou weten dat er iets aan stond te komen waar die goeie ouwe Atari-aanbidder een prominente rol in zou hebben. Met als doel, dat Retroman precies zo zou reageren zoals we hem kennen: van zijn typerende uitspraken. Nou dat heb ik geweten! Bijna iedere reactie die hij mij stuurde hebben jullie nu, verwerkt in zijn retrodialoog, in het verhaal kunnen teruglezen. Maar, daar heb ik ook best een kluif aan gehad hoor! Op den duur heb ik hem verklapt dat dit mijn opzet was en zelfs de titel van dit verhaal aan hem toegefluisterd.
Een fragmentje van ons appgesprek nadat ik hem vroeg wat hij nog wist van de voorspellingen uit Een Snooi 2015:
“Hmm… Afscheid nemen van een personage… Retroman gaat naar de kapper. Ik word toch niet onthoofd hè?”
Retroman, ik zei het toen al, maar doe het hier graag opnieuw: je bent briljant! En vervolgens nog steeds erop vertrouwen dat het toch wel goed zou aflopen. Retroman had “naar de kapper gaan” figuurlijk opgevat.
Hier in het Rijk van WSNOI mag je Rina Oddel, Retroman, Karel Riemelneel of the BoBfather heten, soms is de inkt die er door Gsorsnoi’s pen vloeit bloedrood. Maar voor wie nu denkt dat Retroman z’n samuraizwaard aan de wilgen hangt en keurig achterover naast Karel Riemelneel op een wolkje gaat liggen, kent me dan toch nog niet goed genoeg. Vooralsnog heb ik mij vooral aan de voorspellingen uit de glazen bol gehouden, maar hoe die vork precies in de steel steekt, houd ik nog angstvallig geheim.
Overigens, over die cliffhanger waar ik jullie nu op heb getrakteerd, valt nog best een hoop te vertellen. Voorlopig zullen jullie het hier even mee moeten doen en blijft het nog even onduidelijk of Retroman naar de kelder afdaalt en wordt opgebakken als veredelde kersenvlaai. Wil ik de glazenbolvoorspellingen nog kunnen waarmaken, zal ik mij nu toch echt op de Gekalibreerde gedrochten moeten storten en gaan we ons nu eerst druk maken over Achmed’s fantastische belevingen… (na de beloningen van het Lesley Lost ’t op te hebben uitgekeerd).
Poe Hee! Wat dacht je? Ik schrijf hier alvast de eerste aflevering uit het nieuwe seizoen? Je had net zo goed alvast die Gekalibreerde gedrochten kunnen uitwerken… 😆
Ik begin nu toch wel een aardig beeld te krijgen van die Retrorakker. Snugger type lijk je me wel Retroman 😛
Ik moet je wel teleurstellen Snor. Ik begon Sweeny pas te herkennen toen ik ongeveer dit las:
“Eh, jouw kapsel is trouwens klaar. Wil je dat ik je baardje nog even meeneem?”
Toen kreeg ik door ‘dat er iets niet in de haak was’. Ben ik gelukkig toch nog net iets snuggerder (is dat goed Nederlands?) dan de ‘ster van de show’. 😉