De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. En voor de gelegenheid ditmaal ook eens een karakter die weliswaar geen verslaggever is, maar wel een belangrijke rol vervult in het domein van WSNOI. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.
Personalia: Agatha Loon op Toom.
Functie: patholoog anatoom in de detectivereeks VZD.
Andere namen: Agaat en Agaatje Alginaatje.
Oorsprong naam: Agatha Loon op Toom is een anagram van haar functie, patholoog anatoom.
Modelpersoon: Meryl Streep
Eerste oer-artikel: N.v.t.
Eerste online-artikel (waarin dit karakter voorkwam): ‘VZD (7): Red mij!’
Uitspraken: “Arm joch toch. Heb jij zoveel zware balken moeten tillen?” naar aanleiding van haar onderzoek van het lijk van Gert Jan uit ‘De rotte appel – deel 1’.
Agatha overleefde Anna Toxomia
Eindelijk kunnen we het eens over één van mijn andere favoriete personages van het Gohes City Forensisch Instituut hebben. Agatha Loon op Toom mag, doordat ze zich zo opsluit in het GCFI en continu met haar neus in de lijken zit, misschien een erg stoffig type lijken, ik vind haar juist erg kleurrijk. Ze heeft een krachtig karakter, verdiept zich minutieus in zaken op een manier hoe ik dat voor mijn research ook graag doe en daarnaast hebben we haar gewoon keihard nodig om achtergronden bij slachtoffers naar boven te brengen waar Karel met zijn team in het veldwerk anders niet uit zou zijn gekomen. Nog even met betrekking tot dat laatste: soms is het gewoon prettiger – en in enkele gevallen zelfs geloofwaardiger – niet alle details over de slachtoffers in de acties en dialogen van de veldwerkers op te verwerken. Bij een werkelijk bestaand forensisch team (ho wacht even! Het GCFI bestaat toch echt?) vullen de onderzoekers op locatie en op kantoor elkaar ook aan om het snelst tot de gewenste resultaten te komen. En om die reden zocht ik zo rond de 7e editie van deze detectiveserie naar een paar van deze nuttige mensen.
Agatha trad om die reden voor het eerst op in de aflevering ‘Red mij!’. Al was haar rol daarin nog wel wat miniem. Natuurlijk werd ze wel een aantal keren genoemd, maar ik had haar in dat deel vooral nog even ingezet om als kapstok te kunnen fungeren voor zaken die met lijkschouwing te maken hadden. Voordeel was dat ik haar op deze manier geleidelijk kon introduceren. Maar ik wilde een al te uitgebreide karakterschets ons ook niet van het toch al erg complexe verhaal doen afleiden. Uiteindelijk was de obductie in de finale van deze aflevering natuurlijk wel een cruciaal onderdeel in het licht van ontknoping, zodat er toch nog even een scène was waarin ze in beeld kwam. Maar ook toen werd ze enkel even kort aangehaald.
In tegenstelling tot Anna Toxomina, de andere researcher die achtergronden kon onderbouwen, overleefde Agatha deze aflevering van de VZD ternauwernood. Dit kwam doordat ze op het einde van het verhaal niet werd gebeten door de slang, die de veroorzaker bleek te zijn van de comateuze toestand van het slachtoffer en was meegelift in zijn kleding naar de autopsiekamer.
Harde tante
Haar grote opwachting – en dus de meer uitgebreide karakterbeschrijving – maakte Agatha uiteindelijk in de beslist niet minder complexe zaak ‘Roerling’, ook wel ‘De rotte appel’. Voor het eerst heb ik met Agatha Loon op Toom een TN-karakter heel bewust om een bestaand figuur heen ‘gebouwd’. Voorheen schreef ik de personages namelijk eigenlijk gaandeweg al als vanzelf een modelfiguur toe zonder daar echt altijd bewust bij stil te staan. In het geval van Agaath was dat anders. Bij haar had ik direct een figuur als Meryl Streep voor ogen zoals je haar ziet in de rol als Miranda Priestly uit The Devil Wears Prada. De verdere vormgeving van haar karakter ging toen erg gemakkelijk. Zoals valt te lezen in dit fragment uit deel 1 van ‘De rotte appel’:
“[…]Waar Lesley reeds zo op zijn eigen manier een onwaarschijnlijke partner vormde in het veldwerk met America, was Agatha Loon op Toom nauwelijks een betere match om mee samen te werken. Dat wil zeggen, indien haar aanwezigheid niet op het plaats delict was verreist en er grondige sectie moest worden verricht in één van de autopsieruimtes. Gevoeligheid en subtiliteit waren niet de meest opvallende karaktereigenschappen van deze autoriteit binnen het GCFI. Hoewel Agatha altijd welwillend was om objecten te inspecteren die weinig diepgang hebben, kon je haar veel beter vragen voor het echt zware werk. Hoe meer complexiteit er aan het stoffelijk overschot viel af te lezen, hoe meer deze geharde tante in haar element was. Ze was onbuigzaam in haar oordeel en een terperamentvolle collega om mee te moeten samenwerken. Met haar de discussie aandurven omdat je meent beter te weten hoe de vork in de steel steekt, resulteerde steevast in een onbegonnen strijd. De felheid die Loon op Toom haar karakter gaf zag je terug in haar devotie tijdens haar werk.
Je kon Agatha van veel betichten, secuur was ze. Ze mocht inmiddels zestig lentes tellen, wanneer ze zich volledig liet gaan in het doorlichten van haar immer zwijgzame patiënten, was ze zo onverstoorbaar als haar kleinzoon bij het kijken van Phineas and Ferb. Volkomen afgezonderd van de locaties waar de slachtoffers in de maak waren geweest, wist ze je soms nog beter te vertellen hoe ze in die noodlottige situaties waren beland als haar collega’s die midden tussen de verse sporen stonden. En dat terwijl ze vaak verkoos om bij aanvang van haar lijkschouwing zo min mogelijk van het slachtoffer af te willen weten. Die inzichten waar zij soms mee kwam, dwongen je haast om alle eerder opgedane kennis van het onderzoek van je te willen afschudden om vervolgens met een frisse blik tegen de materie aan te kijken.[…]”
Ik heb het mij even gemakkelijk gemaakt door dit fragment aan te halen in plaats van haar karakter geheel opnieuw te beschrijven. Het fragment laat namelijk zo mooi zien hoe Meryl Streep en Agatha hier bij elkaar komen, dat ik denk dat ik dat niet nog eens zo fraai in andere woorden op papier zou kunnen krijgen. Wat ik wel tijdens de uitwijdingen over haar karakter destijds heb gedaan is Agatha een tikkeltje minder onverbiddelijk te maken dan Miranda uit The Devil Wears Prada. Het kwam mij goed uit dat Agatha het karakter van een koele kikker kreeg, maar zoals dat in de film zo meesterlijk wordt overdreven vond ik voor haar rol bij het GCFI wat te ver gaan. Dat zou de zweem hebben opgeroepen van een bijna tirannieke bitch. En dat was toch niet de bedoeling. Dat moet ze nou ook weer niet uitstralen. We moeten niet vergeten dat Agatha bij Karel op de loonlijst staat en hij met zijn zachte karakter haar toch nog wel weerstand moet kunnen bieden.
Weinig avontuurlijk
Agatha lijkt in weinig opzichten op mijzelf. Iets wat zich dus laat verklaren doordat ik haar echt op de modelpersoon Meryl Streep heb bedacht in plaats van haar een karikatuur te laten zijn van mijn eigen eigenaardigheden. In tegenstelling tot haar ben ik juist wel die huismus die graag zou willen uitvliegen (en soms ook wel doet) en van het avontuur wil proeven. Mijn uitstapjes naar Zuid-oost Azië en wat dat voor mij privé heeft opgeleverd zijn daar toch wel de mooiste voorbeelden van. Agatha zul je niet snel op pad zien gaan. Veel liever blijft zij bij haar ‘subjecten’ op kantoor en verdiept zich letterlijk tot op het bot in wat de stoffelijke overschotten haar beweegt.
Toch zie je ook juist een heel duidelijke overeenkomst tussen haar en mijzelf: de zucht naar informatie. Al verwacht ik dat dit toch beter uit de verf komt zodra ik Loek de Hond een actievere rol kan geven (daarover verderop meer) en daar een portret over mag schrijven. Een groot verschil met hem is natuurlijk de bron waarlangs hij tot zijn informatie komt: internet. Hoewel is graag aan CSI- gelijkende series kijk, sta ik toch niet bekend om het wroeten in menselijke kadavers.
Agatha is iemand van stille wateren met diepe gronden, iemand die scherp uit de hoek komt wanneer anderen een frisse blik hard kunnen gebruiken. Een fijn detail waaruit blijkt hoe Agatha, ver van het PD verwijderd, inzichten kan bedenken waar niemand anders op komt, vind ik nog wel haar analyse met betrekking tot de handboormachine in ‘De rotte appel’. Zodra Karels hele team ‘s avonds in vergaderzaal Sierra Madre aan de kip nuggets zit, ontstaan er theorieën over hoe Gert Jan door zou hebben gekregen wat er zich op het dak had afgespeeld tussen Roger en zijn moordenaar. Agatha oppert hier dat Gert Jan pas iets vreemds begon op te merken zodra hij de scherven van de handboormachine van de straat opraapte. Lesley ging niet direct in die bewering mee, omdat zo’n apparaat van hand tot hand gaat bij dergelijke werkzaamheden. Dus vroeg hij zich ook meteen af waarom Agatha zo stellig was dat Gert Jan de handboormachine als laatst moest hebben gehanteerd. Toen zij verklaarde dat Gert Jans vingerafdrukken aan de binnenkant van de scherven werden gevonden, werd er een hoop duidelijk. Die konden daar pas terecht zijn gekomen nadat het gereedschap vanaf het dak naar beneden was getuimeld. Het is slechts een klein voorbeeld van hoe haar kracht tot uiting komt, maar het laat wel even duidelijk haar scherpte zien.
Loek de Hond, twijfelachtige sidekick
Wat mij al vaker in boeken, televisieseries en andere verhalende media is opgevallen, is dat je soms de meest verrassende en verfrissende wendingen creëert door twee mensen bij elkaar te brengen die volstrekt niet bij elkaar passen. Zo’n ‘karakter clash’, zoals ik het zelf noem, wordt vaak heel subtiel door een schrijver in een verhaal of filmscènario ingebracht. Degene die het verhaal dan ontvangt wordt op die manier gedwongen om onbewust heel specifiek naar bepaalde karaktereigenschappen van de twee personages te kijken. Door een dergelijk contrast aan te brengen, benoem en versterk je dus eigenlijk de afwijkende kenmerken van de verschillende individuen. Ik had jullie gedurende de detectiveserie gewoon kunnen vertellen wat de hebbelijkheden van mijn VZD-personages zijn, maar ik haal die afwijkingen juist nog even extra aan door de tegenstellingen op deze manier aan te roepen.
Tussen Agatha Loon op Toom en Loek de Hond zie je dit in de vertelling langzaam tot stand komen. Loek is een echte tegenpool van haar op het GCFI. Waar Agatha een al wat ouder persoon is, kun je van Loek met recht zeggen dat hij een jonge hond is. Al heb ik zijn leeftijd nog niet benoemd (Agatha is precies zestig – zie boven), ik hoop dat nu al duidelijk mag zijn dat hij één van de jongeren is bij het forensisch instituut. Verder houdt Loek zich – ook al eerder gezegd – meer met digitale bronnen bezig en zijn die van Agatha eerder organisch. Maar het is vooral het starre en haast apathische aan Agatha wat haar sterk doet verschillen van de joviale Loek. Een fragmentje:
“[…]De patholoog anatoom veerde op en draaide zich naar haar jongere collega om. Door de aard van hun werkzaamheden, maar met name door het leeftijdsverschil was er tussen de twee een werksfeer ontstaan waarbij Loek Agatha benaderde alsof zij zijn leidinggevende was. Soms ging dat met een houding gepaard wat haast naar onderdanigheid neigde. Agatha had hier een hekel aan, alleen had ze er nooit echt een onderwerp van willen maken. Die kunstmatige omgangsvorm verzwakte op het moment dat Loek met zijn informatie haar volle aandacht wist op te eisen. Iets wat hem doorgaans meer moeite zou hebben gekost. Hij ontspande daardoor.[…]”
Wat je hier ook ziet gebeuren, is dat ik de verhoudingen tussen de verschillende personages in de VZD langzaam aan het opbouwen ben. Bovenstaand moet de lezer nieuwsgierig maken waarom Loek kennelijk zo’n moeite heeft een goed gesprek met zijn collega opgang te brengen. Met andere woorden: wat maakt hem zo nerveus in het benaderen van iemand die op papier niet eens zijn meerdere is? Of is Agatha zo autoritair en ongenaakbaar dat je knieën ervan gaan trillen wanneer je met een bericht in haar deuropening staat met de angst om haar te storen? Welnu, dat is bewust een beetje hoe ik de contrasten op een zo natuurlijk mogelijke manier probeer aan te brengen. Maar zoek niet naar de eventuele achtergronden die er achter deze vragen schuilgaan, want daar zal ik in de detectiveserie waarschijnlijk toch geen antwoord op (kunnen) geven.
Toch lees je ook dat, ondanks de tegenwerkende verschillen die er zijn, ik ook heb getracht een element in te brengen waardoor er iets van een ontspannen sfeer tussen deze twee collega’s is. Loek blijkt namelijk nogal een lolbroek. En dat Agatha daar soms wat verzuchtend mee omspringt, zie je opnieuw terug in een tweetal fragmentjes:
“[…] “Dus mogen we hier de voorzichtige conclusie trekken dat het zware voorwerp waarmee Olivia op haar kop is geklopt dan ook geen dakdekkersgereedschap is?”
“Nou,” zei Agatha, ”daar ben ik nog niet zo van overtuigd. Wat voor looiig ding heb jij in huis dat een hoofdwond als die van haar kan veroorzaken?”
Loek grinnikte en suggereerde:
“Mijn gasfornuis?”
Agatha glimlachte zuur.[…]”
En verderop in dezelfde alinea:
“[…]Soms vond ze haar jongere collega, die graag de leukste thuis was, erg vermoeiend om mee in gesprek te zijn.[…]”
Samen vormen ze dus een dubieus duo, die Agatha en Loek. Maar leuk vind ik ze wel.
Agaatje Alginaatje
Agatha was voor mij als patholoog anatoom een echte uitdaging. Dat was toen ik eraan begon namelijk niet echt een onderwerp waar ik veel verstand van had. In vergelijking tot de mensen die er hun dagelijks werk van hebben gemaakt heb ik dat natuurlijk nu nog niet. Maar ik heb wel in die materie moeten duiken om een en ander in de context te kunnen plaatsen. Ik werd eerder al eens door (inspecteur) BoB de Winter geroemd om mijn ‘maniakale research’ en die bezigheid pas ik voor Agatha dus ook gretig toe, wanneer ik weer een passage moet schrijven waarin haar werkzaamheden moeten worden uitgelegd. Met dit VZD-karakter krijg ik keer op keer vanzelf de kans die onderzoeksdrift opnieuw in te zetten. Het gebeurt natuurlijk maar heel zelden dat een schrijver alles weet van de professie van zijn personages – of je moet vanuit dat specifieke beroep schrijver zijn geworden – dus wil je als schrijver toch goed voor de dag komen met een geloofwaardige presentatie van de werkzaamheden van je personage, dan zul je er zelf wat tijd en onderzoek in moeten steken. Zo gezegd zo gedaan.
Eén van de onderzoeksmethodieken die ik heb opgedoken heb ik in het bijzonder aan mijn personage toegekend, om haar iets van een subspecialisme mee te geven. Agatha is namelijk een fervent beoefenaar van de techniek ‘deathcasting’ waarbij afgietsels van (delen van) het menselijk lichaam worden gemaakt. Hiermee kopieert ze haar subjecten en geeft haar dit de mogelijkheid er proeven mee uit te voeren. De substantie waarmee ze tot haar afgietsels komt heet alginaat. Wat haar de bijnaam Agaatje Alginaatje oplevert. Alginaat is een hydrofiel polymeer dat voornamelijk bestaat uit alginezuur. Voor het onderzoek in deze detectivereeks geven deze details de lezer een onderbouwd beeld. Al probeer ik deze achtergronden natuurlijk wel zo te schrijven dat je er gemakkelijk doorheen leest, zonder daarbij te worden afgeleid van de flow van het verhaal. Zoek de procedure tot het afgieten en ‘deathcasten’ maar op op het internet zoals is beschreven in de laatste alinea van ‘De rotte appel – deel 1’. Ik denk dat ik het proces daar redelijk natuurgetrouw heb beschreven, alsof Agatha dit echt zo zou kunnen hebben toegepast.
Het lijk waarbij ze deathcasting toepast is dat van slachtoffer Olivia Roerling. Of eigenlijk alleen het hoofd van deze vrouw. Geassisteerd door GCFI-collega Loek de Hond wil zij haar uit alginaat gekopieerde schedel onderwerpen aan een proef om te zien of de aangebracht doodsklap op de echte schedel het gevolg kon zijn van de impact met een zwaar metalen voorwerp. Bij het uitvoeren van die proef wordt ze ook nog door een andere ‘collega’ geholpen. Dit is niet echt een collega van vlees en bloed, maar een robotische arm die ‘Optimus’ wordt genoemd. Deze heb ik uiteraard vernoemd naar de baas van de Autobots uit de serie Transformers! In volgende VZD-afleveringen zal ik kijken of ik hem nog eens kan laten terugkeren en hem ook van enige achtergrond kan voorzien. Maar of ik dat echt zal doen dat weet ik nog niet helemaal zeker. Wellicht dat als ik dat toch doe ik Loek de Hond daarin dan als zijn schepper laat optreden. Agaat zal de hulp van beide collega’s in echt geval goed kunnen blijven gebruiken. Want om op haar leeftijd met uit alginaat gegoten lichamen en lichaamsdelen te gaan zeulen…!
Andere opmerkelijke eigenschappen
- Agatha werkt op vrijdag altijd nog even door, voordat het weekend begint. Een echte workaholic is het wel.
- Ze drinkt kruidenthee. Persoonlijk walg ik daar van. Al die kunstmatige geconcentreerde korreltjes in m’n glas, bah! Bij Rina Oddel of mijzelf zal ze in elk geval niet snel op de thee komen.
- Agatha kijkt je meestal niet recht in het gezicht aan, maar wat onpersoonlijk langs je heen. Of ze staat van je afgewend wanneer je met haar in gesprek bent.
- Haar manier van omgang en spreken doen de meeste mensen waarschijnlijk al snel aan (strenge) leerkrachten op school denken.
“[…]Ze had altijd iets gedoceerds in de manier waarop ze sprak zodat dit haar het imago had opgeleverd van een kille geschiedenislerares. Of misschien was biologie een vak dat beter bij haar paste. Als haar denkbeeldige pupillen niet zaten op te letten, hoefde ze zonder op of om te kijken van de ingeleverde proefwerken maar één simpele vraag te stellen of ze had de leerlingen die waren afgeleid weer bij de les.[…]” - Dit is wellicht de enige overeenkomst die ikzelf met Agatha heb: in gezelschap kan ik de stille toehoorder zijn, die ineens een opmerking geeft waardoor het gesprek een hele andere wending krijgt.
Verhaallijn(en)
Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.
Met Agatha Loon op Toom heb ik vooralsnog geen specifieke verhaallijn voor ogen. Wel zal ze een vast element blijven in nieuwe zaken waarin het inschakelen van ondersteuning vanuit haar rol voor de hand ligt.
VZD-afleveringen waar Agatha Loon op Toom in voorkomt:
VZD (7): Red mij!
VZD (10): De rotte appel – deel 1
VZD (10): De rotte appel – deel 2
Aantekeningen in de zaak Roerling
Het portret van de volgende keer: Nee, niet Loek de Hond. We doen eerst nog even Koen Voet.
Geplaatst vanaf mijn i-Navelpad
This entry was posted on Wednesday, August 13th, 2014 at 07:27 and is filed under Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands, WSNOI. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.
Een mooi portret en tegelijk een leuk inkijkje in jouw schrijfpraktijken! Al voordat je het zelf noemde kwam het begrip “maniakale research” weer in mijn hoofd op…
Bedankt BoB! Naast het schrijven zelf, is het beschrijven van Agaats werkzaamheden voor mij een plezierige bezigheid.
Interessant portret weer Snooi! Haar optreden in de VZD komt ook erg ‘echt’ op mij over. Meryl Streep is (opnieuw) niet de minste persoon om een karakter op te schrijven. Maar, dat is je wederom goed gelukt.
In het verlengde van de comments op het eerdere portret ben ik wel met BoB eens dat Agaat ook mij wel appetijtelijk overkomt. Moet je eens kijken hoe zwoel ze je aankijkt Snooi! 😉
Ja, ja Stoomkoker. Wel jij smelt wellicht bij die blik, ik word er niet warm of koud van 😉