Stukje. Prachtig, hier kan ik weer alle kanten mee op. Ter verklaring: dit is mijn werkwijze. Ik kies aan het einde van de werkdag een woord, kijk wat het allemaal kan betekenen en ga gewoon wat typen.
Stukje goodwill. Vanochtend monteur voor onderhoud CV-ketel. Heb even een bakkie voor hem gezet. Van hem gehoord: dit gebeurt bijna nergens meer. Ik ben dus een uitstervend ras. Wat het oplevert: de man heeft mij 2 mooie bespaartips gegeven.
Stukje trainen. Weet niet of dit voor allen geldt maar aan het begin van een nieuw jaar gaat alles wat moeizamer. Vandaag dus even door de zure appel heen bijten. Viel wel mee hoor. Je staat versteld van wat je allemaal kunt. Yoga-stretches toegepast.
Extra: moeder had kind meegenomen naar de trainingszaal. Echt schattig. Ze was aan het gewichtheffen met haar dochtertje. Zo leuk om te zien. Heb nog even gekeken bij haar. Je moet er echt bij geweest zijn om het te begrijpen. Hierna toestel: trainend persoon zit klem met benen en buigt voorover (rugoefening?) en daar zat het dochtertje in de Maxi-Cosi (breeduit lachend). Gaaf. Heb haar nog aangeraden om volgende keer een tweeling te “nemen”. Kindjes aan uiteinde van een stang en je kunt bankdrukken.
Stukje werken. Ook alweer niet erg. Even bijpraten en leuke afspraak gemaakt met collega om bedrijfsbezoeken aan mij uit te leggen. Learning al the time.
Stukje korter: dinsdag is “inloopdag” bij mijn kapper. Weer met hulpstukje afgeholpen van overtollig grijs. Tevens: vanaf nu hoef ik dus geen rare slingerbeweging met mijn hoofd te maken omdat mijn haar nu niet meer voor mijn ogen hangt.
Stukje winkelen: mezelf even voorzien van primaire levensbehoeften. Hierbij in de jezelf-verwenmodus. Ierse biefstuk (stukje vlees). Geen zin om de BBQ helemaal “op te tuigen” dus gewoon in de pan. Was-ie lekker? Geen idee, ik moet hem nog bereiden. Komt goed.
Stukje schrijven: zie boven.
Stukje verder: ga mezelf nu culinair verwennen. Hierna bakkie met Bakkersbest Jan Hagel (Deka).
Stukje van jezelf en stukje van … (naar de bekende reclame).
Stukje bij beetje vult de dag zich vanzelf.
Geen zin in “iets heels”? Mijn advies: probeer eens een stukje.
-
Recente artikelen
Recente reacties
- BoB de Winter on Steek de Dievenmoord
- De BoBfather on Steek de Dievenmoord
- Zombie on Steek de Dievenmoord
- BoB de Winter on 14 oktober een nieuwe feestdag: de Nationale bakfietsenverbranding
- Zombie on Fobie
- BoB de Winter on Fobie
- Retroman on Fobie
- Gsorsnoi on Een portret van… Johannes IJzerdraat
- PiCo on Groetjes Jolientjuh!
- BoB de Winter on Groetjes Jolientjuh!
Categorieën
- Algemeen (67)
- Alweerwolven (19)
- English (25)
- Web´s Best (12)
- Games (18)
- Italiano (1)
- Nederlands (777)
- Duimzuigerij (501)
- Astronomisch gedachtegoed (109)
- De consistente cijfercode (3)
- Droomverhalen (10)
- De lugubere avonturen van Graaf Schaurig (1)
- De Verkwistende Vensterbank (6)
- Galbakkerij (44)
- Mijn Peter Parker-onhandigheden (6)
- Ogenblikken (9)
- Onbedoelde mening (58)
- Kakfietsen (11)
- Paarse bonen-saga (8)
- Rinas Recepten (3)
- Scherpe Blik (103)
- Uit het dagboek van een programmeur (5)
- Vacaturepagina: De Assistent Kanarievouwer (28)
- Astronomisch gedachtegoed (109)
- Eindelijk uitgeworteld (107)
- Retourtje naar hier en terug (69)
- Schrijfwedstrijden (12)
- 55 woorden schrijfwedstrijd (1)
- Met de beste bedoelingen (2)
- Onder de boom (3)
- Wisselwereld (5)
- Snooi Gemaakt (1)
- Tycoon Newspaper Archieven (21)
- Verbaal Genot (289)
- Contaminaties (73)
- Gevleugelde Uitspraken (117)
- Knappe koppen (6)
- Reuze Navelpad (64)
- De anagrammen (27)
- Navelpad Mysterie (36)
- Rijmende kunsten (23)
- Het leven van (6)
- WSNOI (58)
- Een portet van … (20)
- Duimzuigerij (501)
- Take it or Leave it (1)
Tycoon Newspaper
Nieuwsbrief
Voeg RSS toe
Geloof jij dit nou?
Mijn gevolg gelooft dat bijgelovig gevogelte het golfen beter heeft uitgevogeld dan bevlogen vogels.
Vervolgens is het volgende dat bevlogen bijgelovige gevogelte weer niet per se beter golft dan de vogels die enkel bijgelovig of bevlogen zijn. Om nog maar te zwijgen van gevogelte dat vanuit hun Golf golfen. Volgens mij heeft dat overigens wel grote gevolgen!
Je merkt het al, dit belooft weer een onnavolgbaar ogenblikje vogelleesvoer te worden met verregaande gevolgen. Het gevolg is natuurlijk wel dat dit beloftes oplevert die beloven nagevolgd te worden. Dat wil zeggen: voor de gelovige vogels onder ons natuurlijk. De anderen zijn allang weggevlogen.
Volg jij het nog?
Het volgende punt is dat golfen op golven voor geen meter golft. Maar golven doet het weer wel! Daar raak ik dus bevlogen van. Wat meteen weer oplevert dat als ik het gevolg volg ik minder goed zou moeten kunnen golven dan de bijgelovigen.
Geloof ik.
Wat de gevolgen zullen zijn is mij niet bekend. Ik volg het toch niet meer. Mijn conclusie zou zijn dat als je niet zo goed kunt golfen, je dan maar beter kunt opvliegen!
Wordt vervolgd!
Hoe valide is het om de devalidatie van de validatie van de revalidatie op een invalidenparkeerplaats te evalueren?
Bob zou daar vandaag achter komen.
Nietsvermoedend parkeerde hij zijn vehikel per abuis op de invalidenparkeerplaats van zijn werkgever. Hij is natuurlijk niet bepaald invalide, maar gebruikte zijn gebrek aan nachtrust als excuus om voor deze gelegenheid zijn automobiel op de invalidenparkeergelegenheid te plaatsen.
Zo abuis was hij dus eigenlijk niet. Hij vond dat hij zijn milieuvervuiler om deze reden toch wel heel juist op een valide plaats had geplaatst.
Abuis was het dus niet, maar wel invalide. Of toch niet?
Afijn. Bob liep de afdeling op om achter zijn buis te kruipen en weer eens fijn aan een nieuwe werkdag te beginnen. Veel kans om te revalideren van zijn gebrek aan slaap had hij niet: hij kreeg op zijn werk meteen te horen dat revalidatie per ongeluk gevalideerd was.
Als daar maar geen ongelukken van komen!
Er komen pas ongelukken van als je echt serieus wilt begrijpen waarom revalidatie niet gevalideerd mag worden. Laat dat maar aan de experts over.
Feit is, dat de validatie van de revalidatie gedevalideerd moest worden. Anders zouden er hele vervelende en weinig valide situaties optreden waar een flink revalidatie proces voor nodig zou zijn om de weinige validen onder ons te revalideren van invaliditeit.
Bob kreeg er in elk geval al gauw de bibberaties van.
En ik kan je melden, dat hij daar nu nog lang niet van gerevalideerd is.
Geïnspireerd door: – hoe kan het ook anders – BoB
Ik wil nog een kort ogenblikje stilstaan bij hoe ik het artikel ‘Er is een storm op handen’ afgesloten had met de woorden: “De tak wandelde verder en ik kwam veilig thuis.”
Hoe zit dat nu? Een tak die eerst vloog en daarna de benen nam. Dat moet dan toch een wandelende tak zijn geweest? Alhoewel, als een tak wegwandelt dan moet hij op z’n minste ledematen hebben om zich op voort te bewegen. Daar herinner ik me weinig van.
Of was het toch een vliegende tak? De tak vloog immers langs mijn gezicht waarbij het een onwelriekend windje van rottende lucht in mijn gezicht blies. En ach, met de gedachte aan die geur kan het ook zo’n takkevlieg zijn geweest. Je weet wel, van die vieze beesten die neerdalen op bruine hoopjes om zich tegoed te doen aan de uitwerpselen van maakt-niet-uit wat voor dier. Zou Toto hier soms iets mee te maken hebben gehad?
Die takkelucht bleef wel hangen, dat kan ik je wel vertellen!
Wat ik mij trouwens afvraag: zijn wandelende takken meerslachtig?
“Of wandelende takken neerslachtig zijn?” hoor ik jullie dan vragen. Nee, niet ‘neerslachtig’. Daar hebben we de afgelopen dagen al genoeg van gehad. Dat je van die neerslag wel goed neerslachtig kan worden, dat moge duidelijk wezen. Wat ik bedoelde is ‘meerslachtig’. Dus of er bij dit organisme meer seksen voorkomen?
Man, wat stel ik eigenlijk rare vragen. Laat maar, ik ga er wel even op Googelen.
Een kleine beetje Googelen levert ons al gauw het antwoord op dat het antwoord ‘ja’ is. Maar het hangt wel af van het ras. De gewone wandelende tak bijvoorbeeld, die is niet meerslachtig. Zijn volledige naam luidt ‘Carausius morosus’. Bij deze soort komt er dus geen mannetje aan te pas. De vrouwtjes leggen eerst een stel onbevruchte eieren waar weer een heel stel nieuwe vrouwtjes uitkomen.
En dat noemen ze ‘gewoon’? Ik zou er seksueel flink gefrustreerd van worden!
Kortom: Ik ben aangevallen door een Takkewijf.
Aangevallen of niet. Met dit takkeweer was ik toch maar wat blij dat ik met de fiets was. Want om nou dat hele takke-eind te moeten wandelen …
Aangevraagd door: xNikkiX
“Krijg toch allemaal de kolere! Val voor mijn part allemaal dood!” Het zou zomaar een stukje kunnen zijn uit het levenslied van deze makker:
De hitsige menigte danst op de denderende muziek op deze late herfstnacht. De mensen in de buurt doen hun uiterste best om boven de herrie uit de slaap te vatten. De lege dorpstraat glimt nat in de koude nacht. In dit seizoen vinden we deze jongeman die dit stelletje ongeregeld vanachter de bar gadeslaat in de plaatselijke kroeg. Hij is het die de jeugd van een vochtige versnapering blijft voorzien. De dj vervangt het voorlaatste nummer met de laatste voor deze nacht. Hij heeft reeds vanaf tien uur plaatjes zitten draaien. De nuchtere barman zet rustig de spullen aan de kant en laat de boel de boel.
De laatste wiebelende kontjes hebben zich in een regenjas gehesen en verplaatsen zich op bagagedragers de nacht in. De nuchtere barman smijt zichzelf eruit en pakt het zadel om zich naar huis te bewegen. Alleen een huis … dat heeft hij niet. Normaal is zijn bagagedrager ook bezet en ontwaakt hij de volgende middag weer in een vreemd bed. Nu miezert het, het drupt en het zeikt dusdanig dat hij radeloos door de moezon tuurt naar een dak boven zijn hoofd. Zijn maag knort en zijn hoofd wordt draaierig. De chinees is al uren dicht. En omdat andere opties uitblijven besluit onze nuchtere barman om maar weer bij zijn broer in te breken. Echt inbreken is het niet. In geval van nood mag hij van zijn broer met de gegeven sleutel binnensluipen om niet in de open lucht te hoeven slapen.
Al fietsend gaan er allerlei gedachten door hem heen. Hij heeft geen huis en is dus feitelijk dakloos. De kamer die hij laatst had gehuurd voor een prikkie was hij uit getrapt, omdat zijn betalingsverplichtingen vaak op niets uitdraaide. Tezamen met een draai om zijn oren was hij met zijn knapzak op straat gezet. En dat was niet de eerste keer dat dit gebeurde. Nadat hij het ouderlijk huis had verlaten begon het leven meer en meer op een ratjetoe te lijken. Het leven draait meer en meer op overleven. Een fatsoenlijke opleiding kon er niet meer vanaf. En dus kijkt onze nuchtere barman met zijn glazige ogen door een waas van tranen voor zich uit. Fietsend op de automatische piloot gaat er door hem heen: “Ik heb geen zin om braaf te leren. Ik eindig toch wel … in de goot”.
Plotseling zwaait het lichaam van de barman in een radslag door de lucht terwijl de stalen constructie van de fiets onder zijn benen vandaan wordt getrokken. Met een kletterend geluid schraapt het frame over de klinkers en breekt de fietsbel af van het stuur. Het zou het eerste en enige geluid zijn die de fietsbel zou maken daar deze nooit heeft gefunctioneerd. De verdraaide radertjes die de oorzaak vormden van het defect schieten los uit de schelp waarin deze waren gevat en stuiteren over de straatstenen in alle richtingen. Een linkerjukbeen kraakt op de rand van een open put zodat een sliert slijmerig bloed buiten de put op straat belandt. Aan de rand van de open put klapt een houten hek dicht en valt om zodra deze door een slingerende arm omver wordt geworpen. De normale doorgaande weg werd gebarricadeerd door wegwerkzaamheden, maar de duisternis had niet hoeven beletten dat hij dat zou opmerken. Enkele raddraaiers hadden een stok tussen de wielen gestoken. Het valt te raden wat er vervolgens gebeurde. Het licht bij de barman knipt uit wanneer zijn lichaam de put inglijdt.
“Kinderen willen niet met me spelen. Noemen me Rat, en wijzen me na. De enige die me wat kan schelen. Die is er nooit, dat is m’n pa”
De energie trekt verder weg uit het lijf van de ongelukkige barman terwijl deze dieper in de put zakt en tegen de wanden van de put knalt. Met het bewustzijn verloren tuimelt hij in een grote open ruimte welke diep in de aarde verborgen ligt. Een met een stalen pin doorstoken stuk kunststof met reflectoren glinstert nauwelijks meer in deze inktzwarte duisternis wanneer deze op het hoofd van het slachtoffert dondert.
En daar ligt hij dan: de nuchtere barman, nu nuchterder dan ooit, op de binnenkant van een met slijk bedekte betonnen pijp, midden in het rioleringssysteem van de stad waarin hij ooit een huis had. Een stroom afvalwater gutst vanuit een hoger liggende pijp op zijn voeten en zoekt een weg langs zijn lichaam door de rest van de pijp naar het laagste punt. Brokken viezigheid uit gootstenen, putjes, afwateringssystemen en toiletbuizen drijven in het rioolwater over het gebroken lichaam. Het water is koud en kleurt zich een korte poos rood vanaf de plaats waar de barman ligt. Een beetje maag draait zich om bij de aanblik van dit alles.
Enkele minuten verstrijken tot er plotseling weer wat leven komt in deze man. Het zijn vooral de ledenmaten en het hoofd dat de meeste schade heeft geleden aan deze val. Een brandende pijn trekt zich door het hele lichaam. Normaal gezien zou een val als deze iemand in comateuze of half dode toestand hebben achtergelaten. Het mag dan ook een wonder heten dat er beweging is te zien in de armen die langzaam het lichaam willen oprichten. Maar het mag de moeite niet baten, de vreselijke pijn drukt hem weer terug in het rioolwater. Een rat draait zich om en neemt de benen wanneer een donkere gedaante naast het gebroken lichaam komt staan. De nuchtere barman doet een poging een glimp te krijgen van het persoon naast hem voordat het licht in zijn ogen helemaal uitgaat. Voordat dit gebeurt ziet hij dat dit een blauw ge-uniformde politieagent is. Maar wat de agent hier zo snel heeft gebracht mag Joost weten.
“Had ik maar iemand om van te houden
Twee zachte armen om me heen
Die mij altijd beschermen zouden
Ik voel me zo verdomd alleen”
Enkele maanden later drinkt de nuchtere barman een pilsje in de kroeg met zijn redder na hun dienst. Het doet hem goed dat hij vandaag met zijn maatje opnieuw wat gespuis heeft de bak in heeft kunnen laten draaien.
Aangevraagd door: Anda (België)
Frikandellenkoek;
Niet heel vaak wordt mij, Theonologie gevraagd een product uit te pluizen danwel te onderzoeken wat geen stekker heeft. Maar voor deze Belgische fan maak ik graag een uitzondering. Des te meer omdat de frikadel dan wel met of zonder koek tegenwoordig met behulp van een apparaat met een stekker gemaakt wordt. Hieronder zal ik dan ook een licht laten schijnen op de ahum Europese beroemdheid de Frikadel. Dan wel met of zonder koek.
Over frikadellenkoek gesproken, ik heb er een echt febel voor. De vrije vertaling in het Belgische woordenboek van Frikadellenkoek luid: gehaktbrood. Als we een vertaling rondje maken, meatloaf is de Engelse vertaling niet te verwarren met de Amerikaanse band natuurlijk en Frikadellebrot is het in het Duits. (dit is echter bij benadering de juiste vertaling in het Duits)(uit zeer betrouwbare bron overigs)(die ik graag anoniem houd)(maar doch zeker wil bedanken voor het meedenken). Ik zal u uitleggen hoe de vertaling tot stand is gekomen. Gehakt=Frikadel en Brood=Brot en dan is de samenstelling compleet en komen we tot Frikadellebrot. Dit leek namens mijn anonieme bron en mijzelf de beste Duitse benadering. Maar goed we dwalen af. Het nu volgende stuk tekst is niet voor mensen die aan een streng regime zitten. Of misschien ook wel. Want na het lezen van de nu volgende uitleg ga je vanzelf wel aan een streng regime of zet je de frituur aan:
Nee, het is geen uit slachtafval of darmresten afkomstig van onze veestapel gevormd donkergekleurd langwerpig worstje wat wij Nederlanders zo graag warm gefrituurd als snack verorberen. Maar een één of ander 16e eeuws balletje gehakt wat speciaal gekruid en compact is. In Nederland kennen we natuurlijk wel een koekje bal, maar das weer wat anders.
Een Frikadel, niet te verwarren met een Frikandel, is een ronde compacte gehaktbal met bepaalde kruiden gekruid. Volgens het “Etymologisch woordenboek van het Nederlands” draagt de bal deze naam al sinds het einde van de 16de eeuw.
De frikadel wordt vooral in Europese landen gegeten door dellen, in Nederland is de frikadel niet zo bekend, hier is de frikandel bekender.
De eerste frikandel werd in 1954 gelanceerd in de Nederlandse stad Dordrecht. Slagersknecht en snack freak Gerrit de Vries maakte gehaktballen die hij aan de horeca verkocht. Door een wijziging in de Warenwet moest hij zijn product, dat in de smaak viel bij zijn klanten, veranderen. Zijn oplossing was de vorm maar niet het recept te wijzigen: van de bal maakte hij een worst. De naam voor zijn product werd hem door een vrouwelijke snackbarhouder van Duitse afkomst ingefluisterd: daar bestond de Frikadelle, een platte gehaktbal (tevens te verkrijgen bij cafetaria Franka aan het marktplein in IJmuiden). De Vries nam die naam over. De zoon van de Vries geeft toe dat Jan Bekkers (die zijn naam liet wijzigen in Jan Beckers om vóór zijn concurrent en neef in de telefoongids vermeld te staan) van de gelijknamige snackfabriek uit het Noord-Brabantse Deurne de frikandel vervolmaakt heeft. Hij vond zijn inspiratie bij de Amerikanen, waar de snackcultuur in opmars was, en maakte van de frikandel een glad exemplaar van fijngemalen vlees.
In de meeste streken van België echter, is een frikadel inderdaad een gehaktbal.
De Nederlander moet daar om een Curryworst vragen om te krijgen wat hij thuis een frikandel noemt. In sommige Belgisch-Limburgse streken wordt een frikandel ook wel een “hamburger” genoemd. In Duitsland moet erbij gezegd worden Holländische Frikadel of “Holländische Bratrolle”, anders krijgt men de ronde gehaktbal zoals hierboven beschreven is.
Ingrediënten;
Er werd wel eens gesuggereerd dat er van alles en nog wat in een frikandel zou zitten: slachtafval, uiers, koeienogen en vet. Producenten moeten daar echter niets van weten. In de moderne frikandel vind je kippenvlees dat achterbleef op het karkas na het fileren (40 %), ook wel separatorvlees genoemd, 25% is varkensvlees; sommige producenten voegen voor de smaak nog circa 5% paardenvlees toe. De rest is water, paneermeel, bindmiddel, kruiden, uien en smaakversterkers. Ook bestaan speciale kipfrikandellen die tot wel 80% kippenvlees en geen varkensvlees bevatten.
De koek is op maar heb je na het lezen van de geschiedenis en ingrediënten nog steeds trek in een frikandel of frikadel dan wel met of zonder koekje, dan verwijs ik u naar het dichtbijzijde frietkot, cafetaria of snackbar bij u in de buurt.
Met vriendelijke culinair/technische groet,
Theonologie
Het eerste ogenblikje is gesuggereerd!
Hiermee zijn wij een mijlpaal en een fan rijker. We kregen de groeten van ene Anda uit België, die blijkbaar meteen wist wat wij bedoelden, toen wij een ogenblikje aan de lezer vroegen. Anda kwam met een wel zo’n hilarische titel aanzetten, dat wij hier bij de redactie moesten vechten als honden om een bot om te bepalen wie van deze master titel een masterpiece mag schrijven. En beste Anda – of wat jouw werkelijke naam ook moge wezen – je wordt verschikkelijk bedankt! Voor de steken in onze buiken die wij hebben overgehouden van het lachen.
Ben je ook nieuwsgierig met welke dijk van een gesuggereerde ogenblik Anda ons onze lachgier heeft doen opensproeien?
Je leest het in één van onze volgende artikelen.
Mocht je zelf een ogenblik willen suggeren, dan kun je dit doen door rechts in onze krant op ‘Ogenblikje suggeren’ te klikken.
Guido is volgens zijn zeggen een ware chef de cuisine. Zo schept hij graag op over zijn hoogstaande keukengerei en de kunsten die hij daarmee kan uithalen. Trots verkondigde hij ons laatst dat hij nu eindelijk een echt koksmes voor zijn verjaardag heeft gekregen. Maar hoe lang duurt het voordat hij dit moordwapen enkel nog hanteert als iemand zijn huis probeert leeg te roven? Want dan gaan we pas echt over lijken! Guido, wie beter bekend staat als de Beowulf van de keuken, is zeker geen keukenleek in het bereiden van eten, maar terwijl de keukenlijken zich opstapelen in de kasten heeft deze man voldoende aan zijn mes.
Elke Nederlander heeft wel een voorwerp in de keuken dat zelden of nooit wordt gebruikt. Het is een fenomeen dat in uw keuken leeft onder de naam ‘keukenlijk’. En nee, dan hebben we het niet over uw partner of een andere keukenhulp, maar doelen hiermee op zo’n nooit gebruikte tiendelige keukenmachine die onder de gootsteen voor lekemmer speelt of een eenmaal gebruikte spatel welke nu beter plakt dan de gemiddelde koelkastmagneet.
Veel keukens wemelen van pakken voedingswaren die drie oma’s hebben overleefd of kruidenverzamelingen die uit de fungus van de oude specerijen zijn ontstaan. De uiterste houdbaarheidsdatum was voor de oorlog blijkbaar nog geen wettelijk verplichte vermelding. Dus is het niet ondenkbaar dat de ene fles slasaus zich is gaan voeden met de inhoud van wat voor een pot Zaanse glorie had moeten doorgaan. De gemorste mosterd kreeg hierdoor de kans om op de koelkastplank te rijpen en heeft de basis gevormd voor één van de vele kwellende keuzes in de supermarktschappen waarmee we wekelijks worden geconfronteerd.
Schijn bedriegt als je een huis binnenstapt met een prachtige keuken waarbij iedere keukenprinses vochtig zou worden tussen de dijbeentjes. Achter de deurtjes van de keukenkastjes leven gedrochten van ongebruikte spullen. Dacht je dat jouw verzameling Russische poppetjes nu wel compleet was? De overdaad aan stofhappende pannensets kunnen mogelijk nog een rijke aanvulling bieden.
Een beetje moderne gamer zal niet kunnen wachten tot het eerste deel van ‘Keukenlijken’ in de winkel ligt. Beschermd met een omgekeerde steelpan op de kruin kruipt de gamer een keukenkastje binnen en baant zich een weg tussen de blauw beschimmelde broodplanken en stuit daarbij op een zwerm gemuteerde staafmixers. Gelukkig is de gamer gewapend met de inhoud van de keukenlade, zodat de cocktailprikkers en appelboren al gauw het luchtruim zullen kiezen. Het zal van de werptechnieken van de gamer afhangen of de gemuteerde staafmixers zich zullen mogen promoveren tot vleesmolens om zich meteen maar tegoed te doen aan deze kansloze indringer.
Neem nou van mij aan: het is veiliger om een ruzie met je vrouw te riskeren omdat je geen rijstkoker wilt kopen voor haar verjaardag dan erachter te moeten komen dat je op een nacht wordt aangevallen door een tot zombie vergane stampotstamper.
Eet (on)smakelijk!
Heb je even voor mij? Dan zal ik zo even vertellen wat dat ‘ogenblikje’ nou eigenlijk precies betekent. Dat bespreek je namelijk niet zomaar eventjes. Aan die blik in je ogen zie ik dat je het heel graag wilt weten. Er is heel wat gaande in zo’n tijd. Je verkijkt je zo gemakkelijk op een ogenblik.
‘Ogenblikje’ wordt al snel geroepen. Maar het vergt enige tijd om een ogenblikje uit te voeren. Eigenlijk duurt dit zelfs langer dan wanneer je met je ogen knippert. Ogenblikkelijk vragen ze je een ogenblikje te wachten. Onderwijl heb je tijdens het luisteren naar het woord ‘ogenblikje’ al even geknippert met je ogen, want blikken met je ogen is zo gebeurd. Knipper je even met je wimpertjes dan is er in een ogenblik al met het oog geblikt en zo is een ogenblikje toch al snel voorbij.
‘Eventjes wachten’ klinkt dan al wat minder netjes, maar geeft de mens toch wat meer tijd om in een kort tijdsbestek al wat meer uit te voeren dan in een tijd van een ogenblik. Bij het woord ‘ogenblikkelijk’ verwacht je eigenlijk dat iemand meteen klaar staat voor je of snel iets uitvoert. “Wil je eventjes ogenblikkelijk knipperen met je ogen?” Het zou toch wat gek zijn als iemand dat aan je vraagt! En ja – daar zeg ik het alweer – je knippert dus eventjes met je ogen. Toch hebben we net gesteld dat ‘eventjes’ toch langer is dan ‘een ogenblik’? *Zucht*! Eventjes kan dus al gauw vijf minuten in beslag nemen. En als ik vijf minuten mezelf moet gaan bezighouden met het sluiten en openen van mijn ogen dan ga ik me toch snel vervelen.
Wat moet ik me nou eigenlijk voorstellen bij ‘een ogenblikje’? Is dat eventjes? Nee, want eventjes kan makkelijk vijf minuten duren. Dat zeiden we net. Maar eventjes met je ogen knipperen is zo voorbij. Nu, zou dat dan toch een ogenblik zijn? Ik kan me toch lastig voorstellen dat een ogenblikje het even weg zijn om een conserveblikje gevuld met ogen te gaan halen? Nee, dat lijkt me eigenlijk net eventjes een te luguber idee van een ogenblikje. Het duurt dus wel even iets langer dan ik verwacht had om de definitie van een ogenblikje te bepalen.
‘Momentje’ klinkt zo commanderend, maar geeft wel precies aan waar het om gaat. Een momentje kan inderdaad makkelijk vijf seconde of vijf minuten betekenen. En in een moment kan er heel wat gebeuren. Momenteel ben ik namelijk bezig om eventjes in een korte tijd deze tekst over een ogenblik ogenblikkelijk te tikken. En nog geen moment geleden heb ik een punt gezet aan het einde van de laatste zin die ik hiervoor had getikt.
Dus wat is er nu eigenlijk de meest eenvoudige definitie voor een ogenblik? Ogenblikje hoor! Daar ga ik eventjes een momentje over nadenken…
Zoeken
Kalender
M | T | W | T | F | S | S |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | ||||
4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 |
11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 |
18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 |
25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 |