By DJ p and p | August 29, 2011 - 6:49 am - Posted in Het leven van, Nederlands, Rijmende kunsten

image TexasPol, edited by Gsorsnoi

In het begin van je leven heb je altijd in de belangstelling gestaan.
Op zich is dat geen verkeerd bestaan,
maar je moet er geen misbruik van maken.
Dat is iets waar je ouders voor moeten waken.
Het voelt goed om populair te zijn,
en streken uit te halen voor de gein.

Maar je heb ook mensen die erbij willen horen,
en het gevoel van anderen willen doorboren.
Je zag dat mensen je stoer vonden en om je lachten.
Maar de meeste zaten daar toch niet helemaal op te wachten.
Het liefst haalde je ze helemaal onderuit,
en zaten ze er jou eens verbaal mee op de huid.

Je deed het ook om je ego mee te strelen,
zodat je zogenaamde vriendjes de vriendschap met je wilden delen.
Pesten, dat was pas stoer en ook erg vet,
alleen heb je voor jezelf de poort naar de hel open gezet.

Op een bepaald moment merkte jij het wel,
ineens werd je gepest door je voormalige metgezel.
Daardoor kreeg je veel pijn en veel verdriet,
en natuurlijk, dat wilde je helemaal niet.

Je zocht een manier om jezelf te bewijzen,
maar je vriendschap begon al wat te vergrijzen.
Dus begon je andere te slaan,
en uiteindelijk kwam jou dat duur te staan.
Je had veel woede en drift van binnen,
een gevoel van misplaatstheid die je wilde innen.

“Wat heb je gedaan?”
vroeg jij je af toen je naast het lijk ging staan.
De dood was hier langs geweest,
en de persoon die jij nu pestte, gaf de geest.
Jezelf kun je het nooit vergeven,
het verdriet dat je aan zijn nabestaanden hebt gegeven.

By wilburteerman | August 26, 2011 - 11:40 am - Posted in Alweerwolven, Duimzuigerij, Gevleugelde Uitspraken, Nederlands, Verbaal Genot

Voordat ik aan dit artikel begon, zat ik me even af te vragen welke titel ik hieraan zou geven. De volgende variaties kwamen in mij op:

“Het weer is spetterend vandaag”, “Het is weer spetterend vandaag”, “Het is vandaag spetterend weer”, “Vandaag is het spetterend weer”, “Vandaag is het weer spetterend”, “Weer is het vandaag spetterend”, “Weer spetterend is het vandaag”, “Spetterend weer is het vandaag” of toch “Spetterend is het vandaag weer”.

Maar hoe ik het ook schrijven zou, de conclusie die je eruit kunt trekken blijft hetzelfde. Al zou ik er wel aan toe willen voegen “…zolang je maar binnen blijft.” Want ofschoon de eendjes vrolijk geëlektrocuteerd op het water van de Haarlemse grachten drijven en iedere sensatiebeluste medewerker vol ontzag tegen het raamwerk zit geplakt, braakt de hemel haar wonderschone krachten uit over ons pittoreske Nederlandje. Mobiele netwerken dreigen ontregeld te raken, dus je hoeft niet bang te zijn dat je overspoelt wordt met telefoontjes. Lekker rustig. De boom in mijn tuin, die ons al een tijdje een doorn in het oog is, krijgt vandaag misschien wel weer een nieuwe kans om door een bliksemschicht in tweeën gespleten te worden waardoor het boven op de in onze straat geparkeerde auto’s dondert en er weer wat parkeerproblemen mee oplost. Tuinders die nog vol stress waren van dat het weerbarstige weer van het afgelopen jaar, zullen nu rustig kunnen slapen: de laatste hoop op een beetje succesvolle oogst wordt vanmiddag genadeloos weggespoeld. Vervelend, en het zal een flinke duit gaan kosten, maar zo zijn ze in elk geval van de zekerheid verzekerd dat het dit jaar gewoon niet anders is.

Mensen, wat heb ik vandaag zin in deze dag!

By gsorsnoi | August 25, 2011 - 7:36 am - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands, WSNOI

image by kremer, edited by Gsorsnoi

De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen  even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Functie: Verslaggever van eigenaardige- en buitenaardse zaken.
Andere namen: Knuffel-Marokkaan.
Oorsprong naam: Tezamen met de ‘A’ uit Achmed vormen dat en zijn achternaam samen het woord ‘aliën’ dat alleen correct gespeld is met een trema op de ‘e’. Vandaar dat het dus ook Achmed Liën is en niet Achmed Lien.
Modelpersonen: Acteur Achmed Akkabi (Appie uit jeugdserie ‘Het huis Anubis’) tevens vakkenvuller bij de Albert Heijn en een beetje Jeff Goldblum.
Eerste oer-artikel: Man bijt hond: UFO landt op spoorrails Rio(niet eerder online gepubliceerd).
Origineel artikel staat hieronder.
Eerste online-artikel: Huigvermuiting veroorzaakt dremel.
Bijzonderheden: Wordt (dagelijks) ontvoerd door aliëns, maar ook door Elvis.
Uitspraken: “Een waar gebeurd verzinsel” uit Navelpad Mysterie (1): Fietsie Foetsie.

Man bijt hond: UFO landt op spoorrails Rio.
25 Januari jl. rond de klok van vier ‘s middags werd de heer Rio verrast met een vreemd telefoontje: “Rio, geef je over. Wij nemen jou bedrijf wel over! Of anders zul je het bezuren en laten we je bielzen vreten ! ! !*” Aangezien de heer R hier zeer weinig van verstond was hij even blij dat hij nummerweergave had. Hij belde terug en gebruikte zijn automatische vertaler (die 123.456.789 mln intergalactische talen aan kan, waaronder Smurfs). Na een uren durend gesprek met de Plutanen (inwoners van Pluta op Pluto) nam de heer R het besluit het zaakje aan de luchtmacht te overhandigen. De Plutanen werden met de aardse bodem gelijk gemaakt en R had een fiks stukje spoor te repareren.
(* = de gecursiveerde tekst stond destijds in het lettertype ‘Wingdings’ gedrukt. Het is me nog een hele klus geweest om dat van papier naar online overgetypt te krijgen en te vertalen. Helaas ondersteund WordPress geen Wingdings, anders had het hier ook in dat lettertype gestaan.)

De Z-Files.

Achmed Liën begon zijn carrière bij de Tycoon Newspaper als schrijver van de Z-Files. Vanaf de allereerste edities van dit blad wilde ik hem al in een hoek hebben waarin hij een beetje de eigenaardige man moest zijn. Bijna iedere nationale krant die Nederland kent heeft wel een eigen speciale bijlage voor het buitenlands nieuws en een segment waar aandacht wordt besteed aan opmerkelijke berichten. Zo kon ik al snel concluderen dat ik de Tycoon Newspaper het gros van haar aandacht wilde laten besteden aan bijzondere actualiteiten. En daar was Achmed Liën het aangewezen personage voor dat dit nieuws mocht gaan verzamelen. Maar waarom zouden we voor katernen kiezen met algemene rubrieken als we ook iets afwijkends konden doen? Ik verzin namelijk graag dingen die nog niemand anders op deze planeet zou hebben gedaan. Daarom kwam ik op het idee van de Z-Files, een aparte editie speciaal voor eigenaardig- en buitenaards nieuws. Achmed Liën, die de aliëns toch al in zijn naam heeft zitten, werd de verslaggever die bijna dagelijks ontvoerd zou gaan worden door buitenaardse wezens. Deze met mystiek omhulde praatjesmaker ging verslagleggen van al hetgeen wat wij als ‘ongewoon’ zouden bestempelen.

De eerste twee artikelen die hij schreef voor de Z-Files waren ook gelijk zijn laatste voor die bijlage. Niet dat hij het niet goed deed, maar de term Z-Files werd door mij niet verder gehanteerd en raakte in de vergetelheid. Tegenwoordig, in de online versie van de Tycoon Newspaper, is daar wel een nieuwe categorie voor in de plaats gekomen: Astronomisch Gedachtegoed. Persoonlijk vind ik daar meer originaliteit vanuit gaan en het bekt wat lekkerder.

Ontvoering door Elvis en de aliëns

Groen Licht en Energiek 2000 in waren die enige twee Z-Files artikelen. Beide stukken beschrijven de abnormale ervaringen die twee badmintonvrienden van ons destijds beleefd zouden hebben. Energiek 2000 in is een redelijk cliché verhaal waarin badmintonvriend Bart zich erg laat opnemen in zijn computerspel en daar allerlei bijzondere zaken bij fantaseert die hij in verband brengt met de eeuwwisseling en haar millenniumproblemen. In Groen Licht lezen we hoe badmintonvriend Michiel op een goede avond denkt dat hij aan het hallucineren is. Hij bemerkt dat één van de straatlantaarns zich onder een groen schijnsel begint te vervormen en er zich een mooi meisje uit manifesteert. Alhoewel hij bijna verblind raakt door het licht dat zij uitstraalt laat hij zich naar haar toetrekken en kan hij later aan zijn vriendin thuis gaan uitleggen hoe hij aan zijn ‘groene lippenstift’ komt.

Met de aard van deze twee schrijfsels was direct een stempel gezet op Achmed’s karakter. Aanvankelijk zag ik hem nog voor me als een soort Jeff Goldblum die onder andere de rollen van Seth Brundle en Dr.Ian Malcolm vertolkte in respectievelijk de films ‘The Fly’ en ‘Jurrasic Park’. Met name in die twee films zet deze, in mijn ogen topacteur, twee wel erg merkwaardige maar prachtige typetjes neer. Zo excentriek als hij deze wetenschappers weet te belichamen zo markant zag ik Achmed Liën ook voor me. Al had ik voor Achmed geen (mad) scientist concept in gedachte, waar de rollen van Goldblum toch een ten dele op gebaseerd waren. Die wetenschappers kwamen later in de Tycoon Newspaper nog aan de orde in de personen van Graaf Schaurig en Theo Nologie. Nee, van Achmed maakte ik wel een bizar figuur die erg op zichzelf is. Je moet er niet gek van staan te kijken dat hij, samen met een stel andere zogenaamde uitverkorenen, ergens op het dak van een hoog gebouw gaat staan als men meent dat de wereld vergaat, wachtend op de verlossing. Feit blijft dat hij meent door Elvis te zijn ontvoert. Of waren het nou toch de aliëns? Ach, wie ziet het verschil?

Naar zijn gelijkenis…

Zoals je bij veel personages die schrijvers op papier hebben gezet wel ziet, blijken de karakters vaak gedeeltelijk een weerspiegeling te zijn van hun geestelijke ouders. Over het algemeen wil de bedenker van zo’n typetje toch bedoeld of onbedoeld deels een evenbeeld van zichzelf neerzetten. Bij Achmed was dit in mijn geval niet anders. Net als ik bij vlagen toch een persoon kan zijn waar mensen niet altijd lekker hoogte van kunnen krijgen, zo is Achmed dat in versterkte vorm. Hij is erg filosofisch (neem bijvoorbeeld het artikel De komeet, de vlo en de scheet), bij tijd en wijle zweverig (zie Iedereen is Superman) en ook vooral vaak op een eigenzinnige manier praktisch (Onbewust lezen).

De eerste Monsterverhalen

Dat was echter niet het enige waar ik Achmed zonderling in liet wezen. Al bij het verschijnen van de eerste papieren versies van de Tycoon Newspaper bedacht ik dat ik het wel leuk vond om thematisch te gaan schrijven over een vast onderwerp. En daar kwam hij later bij van pas. Hoe ik precies op het idee kwam om juist over die eerste twee beesten te gaan vertellen weet ik niet exact meer, maar iets bracht mij ertoe om de achtergronden van de narwal en de megalodon uit de doeken te doen. De gelijknamige artikelen werden daar het resultaat van en waren in eerste instantie geschreven door ex-Tycoon Newspaper reporter Thomas Anton Rantulla. Sindsdien hebben we ook nooit meer iets van deze verslaggever vernomen, maar feit blijft dat hij een prima eerste aanzet heeft gegeven voor een artikelenreeks die later uitgroeide tot één van de best gelezen hier op de Tycoon Newspaper. De Megalodon werd voor het eerst op 6 augustus 2008 online gepubliceerd en vervolgens ging er bijna een half jaar overheen voordat het tweede monsterverhaal verscheen De Narwal. Het verlangen om deze reeks nieuw leven in te blazen speelde bij mij al veel langer. Zodoende besloot ik om onder de eerste twee monsterverhalen even mijn vaste pseudoniem te zetten: Gsorsnoi. Alleen had ik eigenlijk toen wel al in mijn hoofd dat ik liever zou zien dat Achmed Liën dit stokje van me zou overnemen. De categorie ‘Gekalibreerde gedrochten’ werd hiermee geboren en resulteerde in een verzameling verhalen die een hele unieke kijk moesten gaan geven op de beschreven griezels. En Achmed… die werd de vaste schrijver van deze stukken.

En zo had hij er een nieuwe toegespeelde interesse bij: monsters. Maar naast deze monsters maakten wij ook kennis met een vriend van hem die op Puerto Rico woonachtig is. In zijn verhaal El Chupacabra vertelt hij deels in ik-vorm over zijn verblijf bij ene Joaquin alwaar hij zich liet uitdagen tot een potje ‘Super Space Invaders’. Tja, het zal niet met buitenaardse wezen te maken hebben!

De Reuze Navelpad en Het Navelpad Mysterie

Hoe Achmed dan toch van die rare snuiter transformeerde in die zachtaardige knuffel-Marokkaan laat zich pas goed verklaren wanneer we inzoomen naar het moment dat de Reuze Navelpad in beeld kwam. De manier waarop vele figuren op de Tycoon Newspaper zijn ontstaan is op z’n zachts gezegd apart te noemen, maar de Reuze Navelpad spant toch echt de kroon. Het begon er mee dat mijn ex-collega, die wij hier kennen als Retroman, mij plompverloren op een willekeurige dag een e-mailtje stuurde waarin hij mij op zijn joviale wijze uit de doeken deed wat hij per ongeluk ontdekt had: ‘Reuze Navelpad’ is een anagram van mijn naam. Beng! En daar had hij mij direct een juweeltje van een brok inspiratie voor mijn voeten geworpen waar wij nog altijd van aan het nagenieten zijn. De Reuze Navelpad – het was zo mooi gevonden – daar moest ik gewoon iets omheen bedenken en iets creatiefs mee doen. Retroman had zijn creatieve bijdrage al geleverd, dus restte mij de schone taak er iets geweldigs van te maken.

We schrijven woensdag 13 mei 2009 dat het eerste artikel over de Reuze Navelpad verscheen. Perplex dat ik was van zijn ontdekking betichtte ik Retroman ervan een Galgjeafwijking te hebben, een Lingofiel te wezen of dat er een Scrabble bij hem los zat. Dat hij dit kon bedenken! Toen ik aangejaagd door deze openbaring wordsmith.org ontdekt en zo wist hoe ik zelf anagrammen moest gaan maken, ontstond het anagrammenspel. Te gek! Daarmee had de Tycoon Newspaper ineens een eigen puzzelrubriek en sloeg de interactiviteit op hol. Maar ik was nog niet tevreden. Want hoe leg je nou uit wat een ‘Reuze Navelpad’ precies is?

In januari van het opvolgende jaar was ik plotseling van mening dat ik op die vraag antwoord moest gaan geven. Voor de lol liet ik Achmed Liën een artikel schrijven waarin hij doodleuk uiteenzet hoe hij in aanraking was gekomen met de Reuze Navelpad. Alles was gebaseerd op een waar gebeurd verzinsel. Me dunkt, want dit hele beest was uit Retroman’s geniale brein ontsproten! Achmed, die tot die tijd zich steeds voordeed als de bedenker van de anagrammen in het anagrammenspel, biecht in dit verhaal op dat het eigenlijk zijn huispad was die hem al die anagrammen in zijn oor had ingefluisterd. Hij zou deze pad, die toen nog een naamloze kwaker was, van een gewisse dood hebben gered in zijn eigen tuin. Hij adopteerde hem en verzorgde hem als was het zijn eigen zoon. Vervolgens ontstond er uit deze bizarre verklaring mijn behoefte om het verhaal verder toe te lichten. Het resultaat van die drang is uiteindelijk geworden dat ik aan mijn eerste boek ben begonnen dat we hier kennen onder de titel het ‘Navelpad Mysterie’.

Achmed Liën speelt daarin gewoon zichzelf en we beginnen hem daarin steeds meer te leren kennen als ‘die rare goedzak’. Waar hij in dat verhaal steeds meer groeit van die zweverige kluizenaar naar de  hulpvaardige knuffel-Marokkaan, is Achmed zich in mijn hoofd gaan vormen als een kruising tussen Achmed Akkabi en eerder genoemde acteur Jeff Goldblum. De Nederlandse Anubis acteur (die tevens bijklust als vakkenvuller in de – jawel – Appie Heijn) past in mijn beeld van hoe ik Achmed Liën zou willen ontmoeten nog wel het best.

Theezakjes africhten

Hoe buitensporig zijn ervaringen soms ook moge zijn, ik heb hem nooit ‘de mafkees’ willen noemen. Dat zou te veel een negatief beeld hebben geschapen dat ik niet bij hem voor ogen had. Achmed is natuurlijk typisch, maar bovenal gewoon een zachtaardige man die geheel tegen het principe van zijn bijna kluizenaarsbestaan een grote allemansvriend is. Prettig gestoord, dat zou een betere benaming zijn. Want wie beweert er nou dat hij contact heeft met het buitenaardse, dat hij theezakjes kan africhten of erger nog: dat hij de adoptief vader is van een anagrammen opboerende pad…

Ander bekend werk van Achmed Liën:

Portret van de volgende maand: Wilburt Eerman.

By karelriemelneel | August 24, 2011 - 8:37 am - Posted in Gevleugelde Uitspraken, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit: “Het danst me voor mijn ogen” + “Het werd hem groen en geel voor de ogen”.

Uitgesproken door: Achmed Liën na een bizarre droom.

Datum: zondag 26 juni, 2011

By wilburteerman | August 21, 2011 - 5:29 pm - Posted in Alweerwolven, Nederlands

image by snowpeak, edited by Gsorsnoi

Een weerman voorziet ons van weersverwachtingen. Abuis wordt er wel eens gesproken over ‘weersvoorspellingen’. Maar die bestaan natuurlijk niet. Want een meteoroloog kan op basis van wat rekenmodellen en historische gegevens wel een verwachting uitspreken van hoe het weerbeeld er de komende dagen uit zal gaan zien – simpelweg omdat het weer zich in de afgelopen honderd jaar ook zo gedroeg onder gelijke omstandigheden – maar garanderen kan hij dit nooit. Of toch?

Pestbuien hebben we allemaal wel eens. Dat is niets nieuws en vermijden kun je het soms even moeizaam als het tegengaan van opkomend slecht weer. Gewoon niet dus. Op hete zomerdagen als deze heb ik daar ook wel eens last van. Zeker wanneer er verderop vanuit het westen een depressie opkomst is. Dat woord ‘depressie’ is echt niet uit de lucht komen vallen. Laat ik je dat verzekeren! Het is tekenend voor hoe ik mij dan voel en het uit zich dan in destructiviteit en humeurigheid, vaak het eerste als gevolg van het tweede. De hoofdpijn krijg ik er dan gratis bij en ik voel hoe de druk dan op mijn gestel toeneemt. Het hoge- en het lagedrukgebied komen boven ons continent in aanvaring en blijken geen goed woord voor het gedrag van elkander over te hebben. Donkere wolken pakken zich al boven mijn hoofd samen terwijl de elementen nog kilometers van mij verwijderd met elkaar in de clinch liggen. Mijn kop doet pijn en voel me zwaar ellendig. Ik raak snel geïrriteerd en foeter naar mijn kroost om de meest onbenullige dingetjes. Nee, wanneer er onweer in de lucht is, ben ik niet te genieten. En of dat komt door het vreemde samenspel van de luchtdrukken of door de broeierigheid die dit om ons heen teweegbrengt, ik weet het niet exact. Wat ik wel weet is dat wanneer er een depressie in aantocht is waarbij een hoop gedonder komt kijken en lichtflitsen bijna hoorbaar zijn, ik een pestbui heb. Ja, ik kan de onweer voorspellen. En ben altijd weer blij wanneer die onweer losbarst, hier of tien kilometer verderop, want dan ben ik het tenminste weer kwijt.

Dus je weet het nu: ben ik zwaar chagrijnig verwacht dan maar vast dat er kutweer op komst is!

Lieve lezers,

Ronde 8 van Youzzle’s wedstrijd ‘Nederland schrijft een boek’ is alweer aan de gang. Met nieuwkomer Isabel van Egdom en trouwe deelnemer Johan van de Velde strijden we om de winst om dit hoofdstuk opgenomen te krijgen in het verhaal ‘Wisselwereld’. Sjors Kersten won met het gelijknamige hoofdstuk de eerste ronde en zette daarmee de basis voor het verhaal.

Naar mate we dichter naar het einde komen, en dus steeds meer moeten teruglezen om bijgelezen te zijn en de continuïteit te bewaken, wordt het schrijven van een hoofdstuk ook steeds meer een opgave. Maar ik heb het weer met plezier gedaan en er meer willen instoppen dan er uiteindelijk binnen 5.000 woorden uit is gekomen. Want dat is het maximum aantal woorden waarbinnen je moet blijven. Ik heb me in dit hoofdstuk met name hierop gericht:
– Hoe beleeft Myrthe het ‘buiten de tijd geplaatst zijn’?
– Een vervolg geven op het dichter op de huid laten aansluiten van Myrthe’s catsuit waarmee Isabel geëindigd was.
– Deirdre introduceren.
– Antwoord geven op waarom Evan Luis’ catsuit niet kon vinden.
– En voor mij persoonlijk iets waar ik erg naar toe heb geleefd … wat is de motivatie van Techlab om Procyon te willen perfectioneren? Wat is überhaupt hun doel met dit project? Afijn, met dat laatste kun je natuurlijk nog steeds alle kanten op.

Origineel had ik ook in de planning Luis weer tot leven te wekken in de Wisselwereld, maar schrapte dat plan later. Sorry BoB(*).

Wat ik helaas niet heb kunnen inbrengen, maar er eerst wel half in had zitten waren uitstapjes naar het vervolg van Dytre en zijn gat in de muur. En natuurlijk wat er met Procyon en Evan verder gebeurt.

(* = Luis is niet door mij verzonnen, maar ik durf toch wel te zeggen dat ik zijn karakter flink heb uitgewerkt. Hierbij was BoB een groot voorbeeld.)

Hierbij mijn versie van hoofdstuk 6 in het verhaal Wisselwereld:

( of klik hier voor de YOUZZLE versie )

Toen ze tegen de middag van haar penthouse was vertrokken, was de horizon moeilijk te zien door het stof en de hittenevel, maar bij het oprijden van de Route du Soleil had de laatste koele luchtstroom van die maand de lucht gezuiverd en zag ze in de verte hoe het Rhônedal werd geflankeerd met blauwe bergruggen. De hellingen aan weerszijden waren ruig met bos begroeid en strekten zich uit tot zover het oog kon reiken. Het dal werd doorsneden door de Rhône die de kolkende stroom was die naar het zuiden liep en door de bergen werd gevoed in kracht. Het was afzien geblazen in de drieëneenhalve week die nu zouden volgen. Een genadeloze hittegolf zou vanaf deze dag het onderste deel van Frankrijk in haar greep houden. Toen Myrthe de snelweg verder opreed, werd de bebouwing minder en het natuurschoon uitnodigender. Op nog geen half uur voor twaalf bereikte ze het breder wordende asfalt dat een nieuwe aansluiting op de autoroute naar de zon markeerde. Met dit verschil dat ze van de zon afreed naar het noorden, als je tenminste mag aannemen dat je voor de meeste zon aan de Middellandse Zee moest zijn. De stad Lyon onderbrak die route, waar de tolpoorten mede hun bestaansrecht aan te danken hadden. Binnen de stad werd geen tol geheven, dat betaalde je voor de Route du Soleil. Myrthe had eigenlijk net zo goed de zuidelijke tolpoort kunnen kiezen voor het doel waarvoor ze hier kwam. Maar omdat de noordelijke haar hier naar 25 juli had gebracht, vertrouwde ze erop dat deze haar ook weer terug naar 19 augustus zou kunnen brengen. Hoe wist ze alleen nog niet.

Met gepaste snelheid volgde ze de verkeerstroom naar de poorten. Niet dat het wat uitmaakte hoe snel zij reed, want ze leek toch geen deel uit te maken van deze wereld. Ze deed dit uit gewoonte en het misstond hier niet. De overige weggebruikers weken in ieder geval niet voor haar uit en reden blind door haar heen. Daar was ze ook nog niet compleet over uit; op de één of andere manier moest Myrthe naast de tijd zijn geplaatst. Hoe had ze dat nou voor elkaar gekregen? Waar ze ook ging of wat ze ook deed, er was niemand die opkeek van haar acties. Evenmin keken mensen naar háár om. Voor hetzelfde geld had ze hier in haar blote kont kunnen rondwandelen. Nu, dat scheelde met haar catsuit toch niet zoveel.
Myrthe hield halt op het uit asfalt bestaande plateau, nam haar helm af en overdacht haar opties. Wat kon ze hier nu uitrichten? Iets zei haar dat dit de juiste plek was geweest om naar toe te rijden, maar een stevig argument voor het ‘waarom’ had ze niet. Ofschoon het bijna twaalf uur was, was dit de volstrekt verkeerde dag om Dytre te ontmoeten voor die vervelende afspraak. En al had ze die confrontatie met hem aan kunnen gaan, ze kon zich moeilijk naar haar eigen tijd flitsen door even met haar vingers te knippen. De péage  moest haar dit antwoord gaan geven, was ze van mening. Door de slagbomen gingen de automobilisten, veelal bestaande uit toeristen, af en aan. Myrthe zocht de tolhokjes af door er vanuit een ontspannen houding naar te kijken en sprak haar pak aan om eventuele mogelijkheden af te tasten. Niets. Statische betonnen huisjes waren het. Er was niets magisch aan. De monotone wijze waarop de slagbomen om beurten op en neer sprongen begonnen haar zelfs te irriteren. En toch had het erop afrijden haar de eerste keer naar hier gebracht. Procyon was opslag verdwenen en met hem was het grillige toneel van verkeersslachtoffers door hun achtervolging schoongeveegd zodra ze door één van die poorten was gegaan. Ook dat gegeven stond haar niet aan. Waarom kon zij wel door zo’n poortje naar een andere tijd bewegen en bleef dat duistere figuur dat haar op de hielen zat achter in de andere wereld? Hier zag zij hem immers niet. Een logische gevolgtrekking kon zijn dat hij haar naar deze wereld zou volgen om hier alsnog korte metten met haar te maken.

Hij was zeker tien keer sterker dan haar, dus waar bleef hij nou met zijn superkrachten? Of dat überhaupt hout sneed wist Myrthe niet. Evenmin wist ze of het wel betekende dat hij minstens over dezelfde capaciteiten moest beschikken als zij inmiddels bij haarzelf had ontdekt. Zij droeg een catsuit dat haar die vermogens had gegeven. Maar wat Procyon precies moest voorstellen was Myrthe nog niet volledig over uit.
Op dat ogenblik staarde ze naar haar armen en kwam tot een griezelig inzicht. Bevend liet Myrthe haar stuur los en hield haar handen onvast voor zich. Ze draaide haar polsen naar binnen, aanschouwde ze en zag vol verbijstering hoe haar lichaamshaar door het catsuit stak. Ook ontwaarde ze door de zwartroze stof heen de paar kleine moedervlekjes op haar onderarmen en het beetje littekenweefsel dat haar bleef herinneren aan dat moment dat zij zich aan de ovendeur had verbrand. Opnieuw kreeg ze het warm en begon zichtbaar te transpireren. Parelend zweet drong door het catsuit heen en werd aan de oppervlakte zichtbaar. De stof was zich verder om haar huid gaan aanspannen en was er nu compleet één mee geworden. Strakker dan dit kon het catsuit gewoon niet worden, en het voelde werkelijk alsof ze naar haar eigen huid keek, maar dan de zwartroze versie daarvan. Myrthe begon te trillen. Het bracht haar tot het besef dat ze wilde weten hoe de rest van haar lichaam hierop had gereageerd. Even slikte ze en keek vervolgens naar beneden. De beheersing op haar ademhaling was ze al langzaam aan het verliezen. Waar ze even bang voor was geweest werd namelijk bewaarheid; van haar dijen tot haar heupen en haar borsten, ja zelfs het meest intieme plekje, het liet allemaal even weinig aan de verbeelding over. Het catsuit was overal om haar heen samengesmolten. Haar lijf zat er nog bloter bij dan ze ermee het strand op had gedurfd. Myrthe was gewoon poedelnaakt!

Volslagen in paniek stapte ze van haar motor af en deed een paar passen naar achteren. Het was alsof ze ervoor wilde wegstappen, maar het ding had natuurlijk niks verkeerd gedaan. Het enige wat ze er echt mee bereikte was dat haar motor op de grond stuiterde. Ze had in haar ontsteltenis vergeten het op de standaard te plaatsen. Uit schaamte hield ze haar handen voor haar intieme delen en drukten haar dijbenen bij elkaar. Verwilderd keek ze om haar heen en smeekte bijna dat niemand haar had kunnen zien. In elk geval niet zo. Ze was bloot en dacht dat ze er uit moest zien als  een monster. Haar ogen schoten van links naar rechts. Een reactie van het reizende volk om haar heen bleef echter uit. Auto’s draafden voort naar en van de tolpoorten. Een jongetje kwijlde in haar richting tegen het raampje van een portier, maar dat was slechts omdat hij sliep en op was van de laatste vakantiereis die hij met zijn ouders wenste te maken. Zijn moeder zat verveeld haar haardos te bloemschikken terwijl ze op haar arm leunde tegen dezelfde kant van de auto. En haar man achter het stuur leek de intentie te hebben slecht weer mee naar huis te nemen voor zijn collega’s. Hadden ze hem maar niet moeten bellen tijdens zijn vakantie. Een nieuwe met uitlaatgassen vervuilde luchtstroom beroerde Myrthe en maakte dat ze die kant op keek waar de oorzaak vandaan kwam. Instinctief was ze toch van de stationwagen, die haar juist voorbij reed, opzij gestapt en ze zocht in de achteruitkijkspiegel naar de bevestiging dat ze niet was gezien. En ook die persoon had zijn blik op oneindig en leek Myrthe in het geheel niet te hebben opgemerkt, althans dat dacht ze. Misschien had hij wel eerder in zijn spiegeltje gekeken dan zij naar hem keek. Ze draaide om haar as en voelde zich doodongelukkig. Haar hart begon als een bezetene in haar borstkas te kloppen en een ongecontroleerdheid in haar ademhalen bracht een lichte hyperventilatie op gang. Juist in deze situatie zouden alle hoofden nu haar kant op moeten staan. In haar verwachting van het slechtste in de mens zouden ze altijd erger hebben gereageerd dan ze in werkelijkheid zouden doen. Met een duivelse schaamteloosheid hadden ze haar dan in een kring staan uitlachen. Met name de mannen zouden zich naar voren hebben gedrongen om maar zoveel mogelijk van haar te zien en haar gebiologeerd aan te staan gapen. Met een beetje geluk was er dan een vrouw of misschien zelfs wel een gentlemen die met een jas op haar af kwam stappen en haar toedekkend uit de menigte zou wegleiden. Niets van dat alles gebeurde. Myrthe werd volkomen genegeerd.

Huilend met een stroom dikke tranen bleef ze in afwachting van al die gebeurtenissen. Ze hoopte bijna dat mensen zo zouden reageren. Want als er ook maar iemand was die op haar af kwam stappen dan betekende dat in ieder geval dat ze gezien was. En belangrijker: dat ze bestond. Liet het maar de meest vernederende gebeurtenis zijn die ze in haar leven had meegemaakt. Alles beter dan dit. Nu gierde er een mix verscheurende gevoelens door haar lijf en brachten een eindeloze emotie van eenzaamheid teweeg. Snikkend zakte zij op haar knieën en begroef haar gezicht in haar handen. Ze miste Evan en wist noch hoe ze hem kon helpen noch hoe ze hier uit deze wisselwereld kon geraken. Myrthe was de wanhoop nabij.

Er ging zeker een minuut of vijf voorbij voordat Myrthe zich hervond. Het had haar echter veel langer geleken. Stijfjes en schokkerig als een pas geboren veulen raapte ze zichzelf bijeen en stond wankel op. Bloed steeg haar direct in rap tempo naar het hoofd. Sterretjes in haar zicht informeerde haar dat ze te snel was opgestaan. Moeizaam tuurde ze door de waas die voor haar ogen hing. De hitte van de dag werkte daar niet in mee. Ze snoof luidruchtig de zoute tranen weg en zonder dat ze nu direct wist wat haar te doen stond, herstelde zij zich aardig. Het kon haar ook geen barst meer schelen eigenlijk. Fijn, dacht ze. Dan zouden ze haar maar zien! Belangrijker was dat ze een weg naar haar eigen tijd vond. Dan kon ze daar haar blote achterste bij Dytre laten zien en hem vervolgens zo’n harde rottrap tussen de benen verkopen dat hij snakkend naar lucht opdracht zou geven aan zijn mannen om Evan vrij te laten. Prioriteit had nu daar te geraken. En als ze eenmaal terug in haar eigen vertrouwde wereldje was en aan alle verplichtingen had voldaan dan eiste ze alsnog dat haar verjaardagsfeest gevierd werd.
Myrthe kookte. Wijdbeens en met gebalde vuisten stond ze woest tegenover de poorten met rechts van haar op de grond haar motor. Ze raapte deze van het asfalt, wierp haar lange stelten eromheen en startte haar motor, vastberaden dat te doen wat ze in haar hoofd had. Zodra één van de slagbomen omhoog zou komen en de enige auto die ervoor stond erdoor zou gaan, zou zij er met een noodvaart langs glippen. De keer dat ze door Procyon achterna gezeten werd werkte dit ook. Toen was het een noodgreep, nu een bewuste keus. Een automobiliste had juist haar kaartje ontvangen en Myrthe zag hoe haar hand door het raampje van het bestuurdersportier verdween. In dezelfde seconden dat die warme banden hun rollende bewegingen vervolgden gaf Myrthe vol gas. Ze trok snel op en had binnen geen tijd de snelheid bereikt waarmee ze ook de auto zou passeren. De schaduw van de rechtopstaande slagboom gleed nog maar net over de achterbak van deze vakantiegangers toen de weerkaatsing van het licht uit Myrthe’s koplampen op z’n felst het kenteken bescheen. Haar skinny catsuit had haar reeds verwittigd dat ze nu precies genoeg ruimte zou hebben om langs de achterkant het brede wegdek op te scheuren. De uittekening van hoe de materie stroperig om haar heen zou samenpakken om haar terug te tillen naar haar eigen dimensie bleef echter uit. Ze zoefde op een haar na tussen het beton van de tolpoort en de achterbumper door. Myrthe had het gas losgelaten, terwijl de vakantiegangers juist vol gas doorstoomden naar hun thuisadres. Ze draaide haar motor in een U-vorm om haar eigen as en wenste het resultaat te zien van haar actie.
“Hou maar op tante,” klonk schielijk een matte vrouwenstem achter haar, “… wat je nu doet heeft niet zoveel zin.”
Verschrikt trok Myrthe haar helm af en keek om. Op een afstand van zo’n dertig meter achter haar zag ze een vrouw die op haar af kwam lopen. Te oordelen aan haar huidskleur en bouw moest ze van Spaanse afkomst zijn, al was ze modieus gekleed als een Fran?aise. Ze droeg een nauwsluitende broek van een soort spijkerstof die bij de broekzakken wat wijder was. Daarbovenop had ze een glinsterende zalmkleurige blouse aan met allerlei franjes. Ze had kort kastanjebruin haar dat haar mokka huid accentueerde en keek met twee diepbruine kijkers de wereld in. Haar leeftijd liet zich moeilijk raden. Duidelijk was wel dat trouwe huidverzorging gemakkelijk vijf tot acht jaar van haar werkelijke leeftijd aftrokken zodat ze dichter bij de achtentwintig moest zitten dan de tien jaar daarboven.
Maar sprak deze persoon nou echt tegen haar? Dat zou dan wel eens kunnen betekenen dat ze weer in haar eigen dimensie was beland. De boodschap dat iets geen zin had bleek haar uitwerking te missen en ontging Myrthe volkomen. Myrthe was zo vol hoop dat haar hart een sprongetje maakte. Ze keek links- en rechtsom om te zien of ze nog iemand anders kon ontdekken aan wie deze woorden gericht konden zijn. Buiten de voorbijtrekkende automobilisten was er geen persoon te met wie zij in gesprek kon zijn. Dus haar verwachting op de bekrachtiging van haar succes nam daarmee alleen maar toe. Zou ze echt terug zijn in haar versie van de wereld? Myrthe keek gespannen terug naar achteren maar realiseerde zich ineens dat ze met haar lijf naar de tolpoorten wilde blijven zitten; het besef dat ze naakt was drong ineens weer bij haar op. Zij die op haar af kwam lopen zou werkelijk alles aan haar kunnen zien. Met die gedachte dwong zij zich om niets aan haar houding te veranderen en keek opnieuw enkel met haar hoofd naar achter.
“Blijf alsjeblieft waar je bent,” gaf Myrthe schijterig naar haar bezoeker. Een koude rilling trok door haar gestel en bracht bij Myrthe een kippenvel teweeg. Kleine spiertjes spanden zich samen zodat er allemaal haren op haar catsuit omhoog gingen staan. Het was een gevoel van onbehagen dat blijkbaar werd herkend.
“Maak je niet dik mens. Ik ben geen vent. Daarbij, ik weet precies hoe jij je nu moet voelen. Draai je nu maar om. Dat praat een stuk gemakkelijker.”
Myrthe, van haar stuk gebracht, gaf geen krimp. Het stond haar niet aan dat de vreemdeling zo bits en tegelijk zo koel reageerde en bezorgde haar een misplaatst idee van comfort. Wat deed zij hier eigenlijk en vanwaar liep ze op haar toe alsof ze op haar komst had staan te wachten?
“Vraag jij je nu niet af waarom ik je hier sta op te wachten … waarom ik je überhaupt toespreek?” probeerde de vreemde vrouw het over een andere boeg.
Toegegeven, Myrthe vroeg zich dat inderdaad ook af. Ontwijkend keek ze langs haar heen en zocht enigszins passief een uitvlucht.
“Wacht, misschien helpt dit,” zei de vrouw op een toon waar al wat meer vriendschappelijkheid uit doorklonk. Ze bracht haar handen naar haar borst en trok voor op haar blouse aan een koordje. Een deel van de huid boven haar bescheiden borsten werd daarmee ontbloot. Ze trok haar kleding net genoeg opzij dat er voldoende huid zichtbaar was om de boodschap mee over te brengen. Myrthe werd daardoor niet nog meer in verlegenheid gebracht dan nodig was.
De vrouw had Myrthe’s volle aandacht. Aanvankelijk wilde Myrthe haar gezicht juist afwenden, maar toen haar duidelijk werd waarom haar dat decolleté werd getoond was alles zonneklaar. Deze huid zag er precies zo uit als hoe haar eigen lichaam eruit was komen te zien nadat ze het catsuit zolang had aangehad. Ze ontspande zich meteen, liet wat schaamte van haar afglijden en durfde zich verder om te draaien om hier getuigen van de zijn. Vragend keek ze van die zwartroze huid omhoog en ontmoette twee ogen die even vriendelijk stonden als de glimlach waarop ze getrakteerd werd.
“Kom,” zei vrouw, die inmiddels naast haar stond, bijna moederlijk. Ze stak haar hand toe en stelde zich netjes voor: “Deirdre de la Paz is mijn naam. In mijn auto heb ik nog wel een jasje dat je zolang hierover kunt aantrekken. Je zult je nu wel niet heel erg op je gemak voelen.”
Myrthe keek stomverbaasd, noemde kort haar naam en knikte. De vrouw die zich als Deirdre had voorgestelde draaide zich om en wuifde gebiedend.

Verderop op het terrein van Peage de Villefranche Limas had een chauffeur over zijn schouder dit tafereel zitten bekijken. Hij had vaart geminderd toen Deirdre aan haar blouse was begonnen en zich afgevraagd wat haar bezielde. Nu zij zich weer had gefatsoeneerd en zich in zijn richting bewoog, keek hij weer voor zich en reed snel weg.

Bij de auto aangekomen had Deirdre niet alleen een dun donkerblauw jasje tevoorschijn gehaald, maar ook een paar rode instappers. Ze wist dat Myrthe vol vragen zat, maar prioriteerde diens gemoedsrust. Hier bij de auto zou ze wel het één en ander verklaren.
“Oh shit, wat is dit nu?” Deirdre had het jasje aangereikt, maar het bleek niet in Myrthe’s vermogen te liggen het ook echt aan te nemen. Haar handen grepen simpelweg door de stof heen en beide dames keken elkaar daarop verschrikt aan. Ook de schoentjes die Deirdre daarop voor haar voeten neerwierp, stapte Myrthe dwars doorheen.
“Wat is dit Deirdre?” sprak Myrthe luid en paniekerig. “Waarom gebeurt dit toch allemaal met mij?” Haar ogen stonden angstig en de vragen in haar ogen leken Deirdre te willen doorboren. Ze stond op het punt te huilen van ontreddering, maar wist zich te beheersen nu ze nieuw gezelschap had waarop zij haar hoop had gevestigd. Deirdre keek verdwaasd en schudde niet-begrijpend haar hoofd.
“Ik moet je zeggen dat ik dit ook even niet had zien aankomen. Hoe kun jij hier nu zijn en toch geen deel uitmaken van deze wereld? Ik snap dat niet! Ik had voorzien dat jij net als ik met de ongemakkelijke situatie zou komen te zitten van de stof die aan je huid ging plakken en dat je er daardoor compleet bloot uit zou zien. Dat is mij immers ook overkomen toen ik dat catsuit bij mijn werk weggriste.”
Myrthe wreef met beide handen de huid van haar voorhoofd uiteen. Ze poogde alles een plaats te geven en zweette het uit. Na een diepe zucht gaf zij zich gewonnen aan de hele situatie en beruste erin.
“Al goed. Het zij zo. Ik ben naakt en naast jou kan toch verder niemand me zien. Vervelend, maar dat moet dan maar even zo. Waarom de wereld hier geen invloed op mij heeft of andersom vogelen we later wel uit. Eerst wil ik jouw verhaal horen. Hoe kan het dat jij op mijn verschijning hebt gereageerd alsof je mij hebt zien aankomen? En wat bedoel je precies met dat weggrissen van dat catsuit uit Techlab?”
Deirdre begreep de ernst en wilde graag op de geëiste informatie reageren. Ze begreep ook dat Myrthe met Techlab bekend was, wat haar aanspoorde om meer details prijs te geven.
“Dit hele verhaal is begonnen op de dag dat er onlangs op Techlab een presentatie werd gegeven over de pakken die wij nu aanhebben. Feitelijk is dat hier in deze wereld niet onlangs, maar vind dit alles morgenmiddag plaats. Daar kunnen wij misschien nog wel ons voordeel bij doen. Twee Techlab-medewerkers demonstreren dan de werking ervan aan de hand van lichtbeelden en proeven die op de stof worden uitgevoerd…”
“Sorry, dat ik je onderbreek, maar die twee Techlabbers zijn niet heel toevallig Evan en Luis?”
Natuurlijk wist Myrthe welk antwoord er zou komen.
“Klopt,” antwoordde Deirdre en trok vragend één wenkbrauw op, “ze hebben zich als Evan en Luis voorgesteld inderdaad.”
“Interessant. Evan is mijn vriend,” verklaarde Myrthe haar haastig, “maar ga verder.”
Deirdre trok haar kin wat naar achteren en haar gezichtsuitdrukking van verwondering sprak nu werkelijk boekdelen.
“Dytre ken je dan ook?” De zure grimas die ze daarop als antwoord kreeg zei genoeg. Geamuseerd vervolgde ze haar verhaal: “Afijn, in onze eigen tijd is deze demonstratie dus allang gegeven en heeft het tot een hele reeks gebeurtenissen geleid waarmee je dan ook wel bekend zal zijn.”
Myrthe zuchtte enkel.
“Ik was één van de vele Techlabbers die aanwezig was tijdens deze presentatie. Dytre was erbij en er aanvankelijk zo enthousiast over dat hij meende dat het ons wel eens extra zou kunnen motiveren bij onze eigen projecten. Interne bedrijfspropaganda was het in wezen. Gedurende die presentatie heb ik slechts op een paar stoelen verwijderd van hem gezeten. Hierdoor was het me opgevallen dat hij zich al die tijd wat vreemd gedroeg, al leek hij zich in stilte te hebben zitten verheugen op wat de heren allemaal wel niet lieten zien. Na de presentatie werd zijn gedrag nog merkwaardiger en klopte hij de heren meesmuilend op de rug om ze te bedanken voor hun optreden. Het was overduidelijk dat Evan en Luis niet bijzonder gecharmeerd waren van zijn reactie. Zeker niet toen Dytre ten overstaan van half Techlab het succes ervan bagatelliseerde dat ‘deze geweldige sciencefiction ooit nog eens van nut zou kunnen zijn’. Helder was dat hij het werk van de twee als interessante fantasie afdeed, maar in werkelijkheid had hij zijn verborgen agenda natuurlijk allang gepland. Na de presentatie heb ik Evan niet meer gezien, maar ik werd op een gegeven moment door Dytre bijna gedwongen samen te werken met zijn collega Luis aan het project met de codenaam ‘Procyon’. Dat ik daar aan meewerkte was overigens buiten Luis’ medeweten om, want we werden in gescheiden en gesloten ruimtes aan het werk gezet. Waarschijnlijk was dit om te voorkomen dat wij elkaar zouden demotiveren dit duistere project voort te zetten, maar vooral om tegen te gaan dat we het bijltje er bij neer zouden gooien en de tent zouden verlaten. Eerder al had ik onder enige druk een contract moeten tekenen waarin stond wat mijn bijdrage daarbij precies inhield. En daar had Dytre mij mee geconfronteerd toen mijn ten volle duidelijk werd wat er werkelijk van mij werd verwacht. Niet alleen werd van mij verlangd dat ik twee serums moest doorontwikkelen, waarvan één op dat moment praktisch klaar was, maar ik moest ook iets van mezelf afstaan.” Deirde slikte even. “Myrthe, voor het project ‘Procyon’, hebben ze bij mij een eicel laten weghalen,” een korte stilte volgde, “…Procyon is eigenlijk mijn kindje.”
Myrthe was perplex en hield haar hand voor haar mond. De woorden oh mijn god vormden zich er  klankloos in. Tranen vloeiden inmiddels rijkelijk over Deirdre’s wangen en het kon niemand ontgaan dat zij zich diep schaamde voor hetgeen zij op de wereld had gezet. Dapper verhaalde ze verder nadat ze haar gezicht had droog geveegd.
“Luis heb ik niet eerder gezien dan de dag dat alles pas echt fout ging. Op de vooravond van die noodlottige dag viel bij mij het kwartje toen ik mij realiseerde wat een doorbraak, die ik laatst had, tot gevolgen zou hebben. Ik had eerder de taak gekregen speciale eigenschappen toe te kennen aan een serum met de naam ‘G127′. Twee dagen nadat ik dit had uitontwikkeld zag ik in dat G127 in feite een directe verwijzing was naar een psalm uit de Bijbel…”
“Genesis 1:27, het scheppingsverhaal,” zei Myrthe. En Deidre vulde haar aan:
“En God schiep de mens.”
Beide dames zuchtten van ongeloof.
“Dus dit serum waar ik alle bemoeienis mee had, schiep de mogelijkheid de vrucht buiten mijn baarmoeder in een onvoorstelbaar tempo te laten uitgroeien tot wat wij nu beide kennen als Procyon. Het enige wat er nog voor nodig was om deze groei ergens in te laten plaatsvinden was een exo-skelet.”
“En dat was precies Luis’ specialiteit,” wist Myrthe.
“Klopt. Dus mijn vinding werd naar Luis gebracht waarmee hij zijn taak kon afronden. Even later was Procyon geboren en werd hij ongetwijfeld ergens opgesloten waar ze hem konden beteugelen. Hij moest een ultiem moordwapen worden voor een hoger doel waar ik nog niet helemaal achter ben. Alleen dát hij een moordenaar geworden was, werd mij wel duidelijk op de dag dat hij uitbrak.

Op Techlab was het toen één grote chaos. Iedereen was in rep en roer en rende door de gangen. Een hels kabaal kondigde aan dat er iets gigantisch aan de hand was. Als ik niet beter zou hebben geweten dan zou ik hebben gedacht dat er een ophol geslagen neushoorn door de kantoren rende. Nee, het was erger nog. In elk geval was iedereen in paniek, maar het had er alle schijn van dat Techlab nog steeds aan het roer stond en deze actie had gepland. Dat er mensenlevens mee gemoeid gingen kon die hufters geen ruk schelen. Procyon moest zijn entree maken en daar mocht alles voor wijken. Alleen hadden de heren één ding niet voorzien: met Proycon’s geënsceneerde ontsnapping werd ook ik in de gelegenheid gesteld om uit mijn gevangenschap los te breken. Procyon was zo’n woest schepsel geworden dat hij als een wilde huishield en daarbij ook gaten sloeg in de kantoorruimte waar ik in zat. Dit was mijn kans dacht ik, dus vluchtte ik naar buiten zo gauw ik meende dat het veilig genoeg was en rende over de gangen naar een eerste veilig heenkomen. Maar toen ik in die vluchtpoging zag dat Procyon was teruggekomen deinsde ik achteruit en wilde mij verbergen in het eerste de beste kamertje dat ik vinden kon. Zo vond ik de werkruimte waar Luis aan het werk was geweest. Hij zal ongetwijfeld ook zijn vastgehouden terwijl hij aan het project werkte, maar de deur was inmiddels ontwricht, zodat ik bij hem binnen kon lopen. Ik herkende hem direct van de presentatie en wist meteen met wie ik van doen had. Voor hem kon ik elke Techlabber zijn. De groep die de demonstratie bijwoonde was te groot om daar alle gezichten van te kunnen onthouden. Maar misschien herkende hij mij wel, je weet het niet. Hoe dan ook, zowel hij als ik zaten nu als ratten in de val. Procyon kwam terug deze gang door en zou ons spoedig ontdekken. Vanaf dat moment ging het allemaal heel snel. Tijdens het zoeken van beschutting kwam ik in aanraking met een kledingstuk dat Luis hier al die tijd had bewaard.”
“Het catsuit natuurlijk…”
“Inderdaad. En als het niet voor het catsuit was geweest, dan had ik hier ook niet meer gestaan. Ik herinnerde mij waartoe dit catsuit tijdens de demonstratie ongeveer toe in staat moest zijn geweest en met de goedkeuring van Luis deed ik het ondenkelijke.”
“Dus je trok het aan en vocht met Procyon?” wilde Myrthe weten.
“Ik had geen andere keus. Maar omdat ik niet in het catsuit kon stappen zonder al mijn kleding uit te trekken, vertraagde dat mijn handelen. Eerst vond dat Luis dat nog amusant, maar later bleek dit helaas vergaande consequentie te hebben voor hem. Inmiddels had Procyon Luis al te pakken gekregen en was ik te laat om nog voor hem te springen en zijn leven te redden.”
Ditmaal was het Myrthe op wiens wangen de tranen biggelden. Al die tijd had ze ademloos naar Deirdre’s verhaal geluisterd en wist nu ongeveer hoe de vork in de steel stak. Deirdre frummelde wat aan het koordje van haar bloes en zuchtte een lading spanning uit nadat ze een diepe teug lucht had genomen.
“Oké, dus ik snap hoe je aan het catsuit bent gekomen, maar hoe heeft jou dat dan hier gebracht?”
“Dat Myrthe, is de hele sleutel in dit verhaal. En het is ook de reden dat jij zo wordt opgejaagd. Jij en ik hebben iets gepresteerd wat nog niet uit de onderzoeken is gebleken, maar waar Dytre en zijn superieuren enorm in geïnteresseerd zijn.”
“En wat is dat dan?”
“Herinner jij je dat ik je vertelde dat ik ook nog aan een tweede serum werkte?”
“Euh, jazeker.”
“Welnu. Dat tweede serum was verre van klaar, maar moest een eigenschap gaan bevatten die afgekeken was van het catsuit. Het catsuit is doordrenkt van ontelbaar veel kleine nanodeeltjes die het instaat stelt zichzelf te helen en de mogelijkheden van andere stoffen kan doorzien. Zo kan het bijvoorbeeld verbanden leggen en het verleden en de toekomst in kaart brengen. Het had jouw komst dus in wezen voorspeld. Dit kan het omdat het is voorzien van het ingrediënt ‘HGW98’. Maar zoals je nu wel hebt ontdekt zorgen die nanodeeltjes er ook voor dat je door dimensies kan reizen. En dat gebeurt alleen als alle andere mogelijkheden die het in deze wereld kent uitgeput zijn. Pas op het moment dat er geen mogelijkheid over is waarin de gastheer van de nanodeeltjes kan voortbestaan, zoeken zij collectief een oplossing in andere dimensies. Luis noemde dit in een eerder stadium van zijn onderzoek ‘de mogelijkheid tot het reizen naar een Wisselwereld’. Aangezien ik het gevecht met Procyon niet kon winnen, koos mijn catsuit ervoor om te gaan tijdreizen.”
“Oh shit, en dat verklaart dan ook waarom Dytre zo graag heeft dat hij of Procyon mij in handen krijgt!”
“Procyon kan nu nog niet tijdreizen, maar als ze ons en onze catsuits in handen krijgen, dan hij dat straks misschien wel.”
“En zijn onze catsuits de enige die er gemaakt zijn?”
“Nee, er zijn er nog zeker drie meer, maar Evan en Luis namen die versies mee die het verst waren doorontwikkeld. Eigenlijk hebben wij onszelf tot proefkonijnen gemaakt.”

By rinaoddel | August 14, 2011 - 7:03 am - Posted in Eindelijk uitgeworteld, Nederlands, Rara Rina

image by Howard Dickins, edited by Gsorsnoi

Met het volgende nummer is iets bijzonders aan de hand dat het uniek maakt:
8549176320

Kun jij er achter komen wat het is? Eén ding is zeker, bellen naar dit nummer heeft niet zoveel zin.

image by boloy, edited by Gsorsnoi

Als ik toch vandaag nog steeds vrijgezel had geweest – of dat ik überhaupt vrijgezel was – dan had de gebeurtenis van deze ochtend mijn vrijgezelle leven resoluut op een ander spoor gezet. Mijn trein had zojuist het tweede van de vier tussengelegen stationnetjes gepasseerd dat er een extra passagier onze coupé binnen kwam gestapt. Op de zes keer vier zitplaatsen die dit deel van het treinstel telde, zat op minimaal elke vierzitplek wel één passagier. Naast deze coupé was de eerste klas. De nieuwe passagier had enkel de keuze er bij iemand hier bij te gaan zitten of haar geluk te beproeven in een coupé lager. Doorlopen naar een ander treinstel doe je, zelfs in een overvolle trein, toch vaak niet.

Uiteraard besloot deze jongedame op onze vierzitplek plaats te nemen. Tegenover mij zat een grof gebouwde kerel tegen het raam geplakt. Zijn rol in deze anekdote is, afgezien van het bezet houden van zijn eigen plaats, van essentiële betekenis. Nog voor de niet onaantrekkelijke jonge vrouw van Indische afkomst haar bescheiden achterwerk naast hem neervlijde ging het al fout. Aangezien zowel hij als ik onze tassen naast ons wegtrokken had zij ineens de keuze uit twee zitplaatsen. Toen ze ervoor koos schuin tegenover mij te gaan zitten, haakte haar voet vast in de lus van mijn tas omdat ik die juist weer naast mij wilde plaatsen. Tot super gevaarlijke situaties leidde dat niet, maar het leverde wel een mierzoet oogcontact op dat het voorval moest voordoen als onbelangrijk. Haar ogen logen in elk geval. Want hoe onbelangrijk dat oogcontact voor haar was geweest, bleek uit de verschillende pogingen daarna om de mijne nog eens te mogen ontmoeten. Nu zat ik klem, want ik ben getrouwd en alhoewel ik niet vies ben van deze ongewone aandacht, is mijn huwelijk mij heilig. Ik las een fantasieboekwerk en besloot te gaan verzitten om mijn gedachten toch vooral op dat verhaal geconcentreerd te kunnen houden. Niets van dat alles, die concentratie was ik inmiddels compleet verloren. Nu lijken veel Indische vrouwen op elkaar, zoals dat ook voor een hoop andere nationaliteiten opgaat, maar een rol gelijk aan die van Freida Pinto in ‘Slumdog Miljonairs’ had deze schone niet misstaan.
Nog geen twee stations verder werd ik alweer getrakteerd op een glimlach. De bijna perfecte V-vorm aan die lach was zo overduidelijk dat de achterliggende betekenis mij er moeilijk van kon ontgaan.

De eerste gedachte bij het willen in stand houden van de kreet ‘tot de dood ons scheidt’ dwong me naar het idee nu zelfmoord te plegen of hard de trein uit de rennen bij het volgende station. Gelukkig was het volgende mijn plaats van bestemming en moest ik toch vluchten aan deze benaderde positie waarin de duivel mij had gedwongen. Het moment was daar; perron 2a was in zicht en de bestuurder van de trein kondigde juist over de intercom aan hoe de zaken ervoor stonden. Goedgemutst dat hij was, wist ook hij hoe hij me opnieuw in verlegenheid kon brengen. De amicale saus en het jolijt waarmee hij zijn standaardboodschap tot iets origineels probeerde te verbouwen deed eenieder in de coupé uit het ochtendhumeur ontdooien. Hierdoor zag Freida Pinto haar kans schoon en zocht bij mij die bevestiging of ik die boodschap ook zo ongewoon vond. Ik lachte het weg en stond op.

Nu was die actie natuurlijk onvermijdelijk als je de trein uit wilt stappen, maar een slechter moment had ik hier niet voor kunnen kiezen.

Onder het schelle piepende geluid waarbij metaal over metaal knarst gleed ons treinstel van het ene naar het andere spoor. Ik was half opgestaan en bewoog mij juist langs Freida dat de zijwaartse beweging van de trein mij tot andere acties dwong. Te weten het mezelf in evenwicht houden of accepteren dat ik bij Freida op schoot zou belanden. Nu was het voordeel deels aan mijn kant dat ik dat laatste kon voorkomen, maar wat ik niet meer in de hand had was de positie waarin ik wél werd gemanoeuvreerd. Met mijn rechterhand vond ik steun op haar kortgerokte dijbeen en kon nu niet langer afwenden dat ik haar op een afstand van een paar luttele centimeters recht in het gezicht moest aankijken.

Na mij geëxcuseerd te hebben keek ze me na met een rode kop en een glimlach die moeilijk nog groter kon zijn. Ik liep vlug de coupé uit en dwong mezelf niet achterom te kijken. Hoe leg ik dit zondag nog uit in de kerkbank? Laat ik me eerst maar voorbereiden op de biecht aan de eettafel vanavond.

By reuzenavelpad | August 8, 2011 - 5:00 am - Posted in De anagrammen, Duimzuigerij, Nederlands, Reuze Navelpad

image by flickr4jazz, edited by Gsorsnoi

We gaan weer bekende Nederlanders zoeken in anagrammen. En ditmaal doen we dat met bediening. Dus mocht je tijdens het puzzelen trek hebben in een biertje of een andere vochtige versnapering, schiet je collega dan even aan, die vindt het vast niet erg om even de rol van die barmeid op zich te nemen.
Gezien de afbeelding bij deze opgave zou dit anagram artikel beter ‘De vuurspugende zonsverduistering barmeid’ kunnen heten, maar je begrijpt al dat we dat wat anders hebben aangepakt. Deze mevrouw kan namelijk heel eenvoudig jouw biertje laten verdwijnen. Alleen heeft ze daar een iets andere aanpak voor dat jij wellicht gewend bent.

Alle gekheid op een stokje, nog even de spelregels. Daarvoor verwijs ik naar het artikel ‘Verse anagrammen, nieuwe regels‘. Daarin staan de nieuwe regels zo compleet beschreven dat je er daarmee uit moet komen. Let dus wel even op die nieuwe regel dat je niet voor je beurt mag spreken! Zijn er desondanks toch onduidelijkheden, laat dit dan even via een comment of een e-mailtje aan info@wsnoi.com aan ons weten.

Ook de anagrammenverzameling van deze maand staat weer geheel in het teken van een actueel thema. Welke dat is verklap ik nooit. Daar moet je tijdens het oplossen achter zien te komen. Maar ook daar hebben we iets interessants omheen bedacht, want zoals je zojuist in het aangescherpte reglement hebt kunnen lezen krijg je ook voor het raden van het thema een paar zbersibarnen op je Snooi Bank gestort. Eén tip kan ik wel weg weggeven: dit thema moet je verdacht bekend voorkomen.

Word jij de nieuwe ‘Navelklopper’?

Succes met ontanagrammaniseren!

  • Loco Mentor (geraden door Burbick)
  • En IKEA Jurylid (geraden door BoB)
  • Verstop Spanje (geraden door Burbick)
  • Savanne Brood (geraden door BoB)
  • Herstelt Biervat (geraden door Sandra)
  • Col Dijk (geraden door Retroman)
  • Korf Bedaren (geraden door BoB)
  • Voetbal Spul (geraden door Burbick)
  • Probeer Petemoei (geraden door Sandra)
  • Kipcorn Gehoord (geraden door BoB)
  • Lord Kuur (geraden door BoB)
  • Sneeuwt Praktisch (geraden als bewuste pluis door Sandra)
  • Sas In Den Lynne (geraden door BoB)
  • Granietsteen Jus (geraden en ontpluisd door BoB)
  • Goochel Barmeid (geraden door Burbick)
  • Vos Orkesten (geraden door BoB)

Met vriendelijke reuzel,

Navelpad

PS: In deze opgave zit één bewuste pluis. Dus er is een anagram waar geen bekende Nederlander achter zit. Deze is ZB 200,- waard. Wanneer je het anagram ervan verdenkt de bewuste pluis te zijn geeft dat dan duidelijk in de comment aan zoals: Voorbeeld Anagram = bewuste pluis.

Te laat ingeschakeld?

Je kunt je op onze Tycoon Newspaper-artikelen abonneren door links in het menu onder het kopje ‘Tycoon Newspaper’ een RSS-abonnement te nemen op nieuwe artikelen. Zo wordt je altijd direct op de hoogte gehouden van nieuwe artikelen die hier verschijnen en krijg je dus ook direct bericht wanneer er weer anagrammen zijn.

By rinaoddel | August 3, 2011 - 6:37 pm - Posted in Gevleugelde Uitspraken, Nederlands, Verbaal Genot

Uitgesproken door: een therapeut uit de praktijk

Datum: woensdag 3 augustus 2011.