De Tycoon Newspaper is aan een nieuwe reeks artikelen begonnen: portretten van haar verslaggevers. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.
Personalia: Tinus Icket
Functie: Buitenlandspecialist.
Andere namen: Reizende reporter.
Oorsprong naam: Tezamen met de ‘T’ uit Tinus vormen dat en zijn achternaam samen het woord ‘ticket’, wat natuurlijk verbonden is aan zijn bestaan als reizende reporter.
Modelpersoon: Dan Dreiberg (gespeeld door Patrick Wilson in Watchmen)
Eerste oer-artikel: De Voorbijwandelaar
Eerste online-artikel: De Voorbijwandelaar
Uitspraken:
“Let u bij het verlaten van het toestel op uw eigendommen?” Mijn Peter Parker-onhandigheden (3): Het witte bloesje
“Bedankt dat je weer eens de kastanjes voor me uit het vuur hebt gehaald.” Raining Chestnuts
Meeste artikelen geschreven uit eigen persoonlijke ervaring
Er is wel vaker opgemerkt dat als er iemand model zou moeten hebben gestaan voor het karakter Tinus Icket dan zou ik dat zelf moeten zijn geweest. Die gedachte is natuurlijk ook wel erg begrijpelijk en zeker als je bedenkt dat het gros van alle artikelen die uit Tinus’ pen komen vrijwel altijd één op één verslagen zijn van zaken die ik zelf dagelijks beleef. Mensen die mij een beetje beter dan goed kennen, zullen nu misschien wel direct aan ‘Mijn Peter Parker Onhandigheden’ (MPPO) denken, maar voorgenoemde verklaring is zeker niet alleen op die stuntelige ervaringen van mij gebaseerd. Van alle personages op de Tycoon Newspaper vertoont Tinus misschien wel de meeste uitvergrote karaktereigenschappen van mijzelf. Dat heeft er deels mee te maken dat Tinus één van de eerste alterego’s was die ik in 1999 verzon, maar die overeenkomsten laten zich ook voor een groot deel verklaren doordat ik mijn persoonlijk ervaringen zo goed in zijn personage kwijt kon (en kan). We spreken hier over een tijd waarin Karel Riemelneel, Kornelis Oflook, Wilburt Eerman en Achmed Liën de enige andere mannelijke personages waren die naast Tinus het levenslicht zagen. En hoewel ons warhoofd Achmed toch ook wel griezelig veel op mij lijkt, heb ik mijzelf altijd beter kunnen spiegelen met deze reizende reporter. Wat ook zeker meespeelt is dat ik liever Tinus zou willen zijn dan Achmed.
Echt? Moet ik dat nog uitleggen? Je zou het een beetje kunnen vergelijken met de vraag of je liever de knappe held van 1 meter 90 met opaalgroene ogen uit een van de veel gelezen avonturenromans zou willen spelen of toch liever de wat meer kluizenaarachtige vreemde snuiter die zich ergens in een zolderkamertje (of Grote Bibliotheek) verstopt om uren achtereen aan rare verhalen te schrijven… Hiermee bedoel ik natuurlijk niet dat ik Tinus ooit voorgenoemde uiterlijke kenmerken heb aangemeten, maar je begrijpt het idee wel.
Het is om die reden dat Tinus zich heeft ontwikkeld als de persoon aan wie ik het eenvoudigst mijn persoonlijke ervaringen toedicht. Hij vertegenwoordigt de persoon die ik zou willen zijn, maar ook Tinus worstelt met zijn eigen onvolkomenheden in het leven en deelt ook een aantal van mijn persoonlijke ambities. Heb ik een kort lontje? Dan heeft hij deze ook. Ben ik verliefd? Dan geldt voor hem hetzelfde. Dit alles bij elkaar is nog steeds slechts een kleine greep uit onze gelijkenissen. Al deze ontwikkelingen hebben het voor mij ook eenvoudiger gemaakt om hem deels het leven te laten leven alsof dit het mijne was. De relatie met Jenny, de kinderen die uit onze liefde zijn voortgekomen, de eigen reizen rond de wereld die we samen hebben gemaakt… ik heb het allemaal aan Tinus toegedicht alsof hij dit zelf zo beleeft. Niemand staat dichter bij mij dan Tinus.
En toch… ben ik niet zijn modelpersoon…
Eerste echte kennismaking in GG-hoofdstuk ‘Lang voordat ik grijs werd’
Wie de Tycoon Newspaper al een tijdje volgt zal het volgende ook zijn opgevallen: Tinus is er altijd. Daarmee bedoel ik niet dat hij in elk verhaal optreedt, maar eerder in de zin dat hij de stabiele factor is, de man op de achtergrond waarvan je er altijd vanuit kunt gaan dat hij voor het evenwicht zorgt. Goedbeschouwd zijn alle andere personages in de vaste groep die deel uitmaken van de Tycoon Newspaper figuren waar voortdurend de aandacht op gevestigd is (mits het geen artikelen of verhalen zijn waarin Tinus zelf de hoofdrol speelt natuurlijk). Stuk voor stuk zijn het op een podium gezette karikaturen die het grootste deel van de schijnwerpers opeisen. Tinus heb ik altijd meer gezien als een ‘verteller’ en het geweten van de rest. Zo is hij bijvoorbeeld ook de persoon in ‘Gekalibreerde gedrochten’ met de witte jurk, de vleugels en het aureool die Achmed controleert en hem de goede dingen influistert. Heel prominent komen die eigenschappen nu nog niet in het verhaal naar voren, maar gedurende de vertelling maakt de lezer ook kennis met de tegenhanger van Tinus en zal Tinus zijn rol steeds duidelijker gaan invullen.
Het kon natuurlijk niet missen dat ik net als alle anderen van de in 1999 bedachte personages ook Tinus meteen in hoofdstuk 1 van de GG aan de lezer wilde voorstellen. Het is meteen duidelijk dat Tinus de leidersrol pakt in de afwezigheid van de leidinggevende van de groep (Victor Anished) en de eindredacteur (ikzelf). Deze plek neemt hij als vanzelf in. De lezer zal dit voor het eerst opmerken zodra Achmed op de afdeling wordt voorgesteld. Hij neemt Achmed spreekwoordelijk bij de hand en stelt hem aan de andere collega’s voor. Vervolgens zien we Tinus langzaam weer wat naar de achtergrond verdwijnen en komen de andere collega’s en uiteraard Achmed in het verhaal in de schijnwerpers te staan.
Zo schoon als de tijd
Kort voor Achmeds introductie wordt er in datzelfde hoofdstuk een moment besteed aan Tinus’ bezigheden en vooral ook aan zijn onberispelijkheid en dwangmatigheden worden een paar zinnen gewijd. Om hier meteen een vergelijking te trekken tussen de werkelijkheid en Tinus als karikatuur daarvan: ik ben wel wat ijdel, maar bij lange na niet zo ijdel als Tinus. Ik ben zelf wel graag wat ‘metro’, zoals ze dat tegenwoordig noemen, maar als m’n haar of kleding even een dag niet zo perfect zit zoals je het soms wilt hebben, maar het porumt nog aardig, dan vind ik het ook prima. Tinus niet. De reizende reporter vijlt zijn nagels, schikt zijn das of strik wel honderd keer als het moet en hij is er ook voortdurend mee bezig om te controleren of er geen smetje op z’n schoenen of kleding zit. Hij gaat op z’n minst eens per vier weken naar de kapper en zijn gezichtsbeharing wordt keurig iedere dag door hem schoon gehouden en gemillimeterd. Tinus zal er werkelijk alles aan doen om er piekfijn uit te zien. Voor wie dat nog niet genoeg aanleiding vormt om hem het stempel ‘OCD’ mee te geven, zal de obsessieve compulsieve stoornis wel herkennen in zijn handelen. Tinus is vooral een ‘tijdneuroot’; een klok die niet de correcte tijd aangeeft móet hij goed zetten. Een minuut te laat óf te vroeg op een afspraak verschijnen is voor hem echt uit den boze. Alles rondom het concept ‘tijd’ moet honderd procent kloppen. Anders krijgt Tinus het warm, wordt hij onrustig en slaat de angst toe, allen kenmerken van zijn dwanggedachten en dwangmatig handelen. Dat ik niet zo’n pietje precies ben als Tinus waar het op het uiterlijk aankomt, wil dat niet zeggen dat dit voor zijn dwangmatigheden ook zo geldt. Wie weleens bij mij thuis over de vloer komt, zou het kunnen zijn opgevallen dat er een aantal zaken zijn die altijd precies hetzelfde zijn. Neem bijvoorbeeld het servies in mijn buffetkast: alle oortjes van de thee- en koffiebekers wijzen altijd dezelfde kant op en staan strak tegen elkaar uitgelijnd. Ook valt er een constante lijn te ontdekken in hoe mijn meubels geschikt zijn; eettafelstoelen staan altijd recht naast elkaar en ook de geurkaarsen in mijn vensterbanken luisteren naar een exacte compositie. De deur tussen het voorportaal en de woonkamer die niet dicht kan, moet ook altijd onder dezelfde hoek staan ten opzichte van de tv, want als ik televisie wil kijken en de positie van de deur bevalt me niet, dan kan ik echt niet geconcentreerd tv kijken. Wie vervolgens denkt dat mijn huis altijd smetteloos en opgeruimd is, moet ik teleurstellen, ook bij mij is het wel eens een troep. Dat sommige zaken keurig gerangschikt moeten zijn, wil dus niet zeggen dat de boel altijd spic en span is.
Toch valt juist in dit soort merkwaardige gewoonten een opmerkelijk verschil te ontdekken tussen Tinus en mij, want van al onze obsessieve gebruiken is het ‘tijdneuroot’ zijn hét kenmerkende verschil tussen mijn karikatuur en mijzelf. Anders dan Tinus ben ik namelijk géén tijdneuroot. Lees: ik kan er prima tegen wanneer een klok niet helemaal precies op tijd staat (ik heb op de overloop twee klokken hangen die al maanden stil staan). En om mijn gewoonten met ‘OCD’ te bestempelen gaat natuurlijk ook wel wat ver.
Wat de oorzaak is van Tinus’ obsessies voor tijd en uiterlijk wordt in de verhalen over en rondom de Tycoon Newspaper (nog) niet toegelicht. Wel is duidelijk dat hij door zijn OCD extra gevoelig is om later in de vertelling het geloof te ontwikkelen in de stelling dat alles is voorbestemd en dat er dus niet zoiets bestaat als ‘toeval’. [SPOILERALERT] Op het moment van het schrijven van dit portret is dit nog niet in het verhaal Gekalibreerde gedrochten aan bod geweest, maar al gauw zal van Tinus duidelijk worden dat hij in het begin van de GG juist nog een groot voorvechter is van het bestaan van toeval. Hoe deze overtuiging bij hem uiteindelijk gaat veranderen, zal later in de GG nog verklapt worden.
Reislust
Naast alle voorgenoemde zaken vertegenwoordigt Tinus ook zeker de globetrotter in mij. Wat niet wil zeggen dat ik al zoveel van de wereld gezien heb als ik zou willen zien. Helaas, was dat maar waar. Maar als ik het me zou kunnen veroorloven om eens paar maand naar het buitenland te gaan, dan zou ik het zeker niet nalaten. Die reislust in mij zou je kunnen vergelijken met het principe dat je je als lezer graag verplaatst in je favoriete held. Denk hierbij maar aan de kloeke avonturier van 1 meter 80 met zij opaalgroene ogen, waar ik helemaal aan het begin van dit portret naar refereerde. Die wensgedachte om zo iemand te willen zijn, dat is ook het gevoel wat Tinus’ luxepositie om juist wél iedere maand tenminste één keer op reis te kunnen bij mij naar boven brengt. Dit is ook de reden waarom Tinus’ introductie in de GG begint met zijn gemijmer over Praag, een prachtige stad waarvan ik dan toevallig (zei ik echt ‘toevallig’?) kan zeggen dat ik daar wel ben geweest. Och, wat lijkt het mij toch zalig om een nieuwsreporter te zijn die voor zijn werk over de hele wereld mag vliegen! Lekker in een gyrocopter naar de verste oorden trekken of in een zeppelin boven de mooiste landschappen zweven. Dan neerdalen en de benen strekken in de meest fantastische dorpen of steden waar je voorheen zelfs het bestaan niet eens van wist. Om al die mooie gedachten vast te houden, maakte ik van de streken waar ik wel ben geweest dan ook maar wat graag rapportages in de vorm van korte artikelen die ik Tinus liet onderbrengen in zijn categorie ‘Retourtje naar hier en terug’. Van zijn op waarheid gebaseerde wonderlijke verhalen over de Filippijnen tot en met de geromantiseerde en tot moordzaak omgeslagen vertelling uit Budapest (zie ‘Raining Chestnuts’), stuk voor stuk komen ze voort uit mijn reiservaringen en pen ik ze onder Tinus’ naam op. Deze ervaringen noem ik zelf (niet op de Tycoon Newspaper trouwens) ‘de diamanten uit mijn leven’.
Toeval bestaat niet… toch?
Hoe kun je een kleurrijk personage als Tinus Icket bespreken zónder het over zijn overtuiging dat toeval niet bestaat te hebben? Want het is waar, Tinus gelooft stellig niet in het bestaan in toeval. En dit is misschien wel de allersterkste overeenkomst met mijzelf. De bakfietshaat (nog zo’n onderwerp waar je wel ongeveer een heel portret aan kunt besteden) is een wel erg sterk overdreven onderdeel van zijn karikatuur, maar over onze weerstand tegen het bestaan van toeval kunnen Tinus en ik het eens zijn. Dus wanneer je op de Tycoon Newspaper op een artikel stuit dat dit onderwerp behandelt, dan kun je het net zo goed lezen en interpreteren alsof ik het zelf geschreven heb. Euhm… wacht even… maar dat heb ik natuurlijk ook 😀 Maar je begrijpt wel wat ik bedoel!
Het allermooiste voorbeeld – zonder hier het hele artikel nog eens na te vertellen – is toch wel ‘Toevallige voorbestemming’, een verslag van een opeenstapeling van zoveel bijzondere zogenaamd ‘toevallige’ factoren die allen in dat ene moment samen kwamen dat je niet langer van toeval meer kunt spreken. Kort samengevat kwam ik eens in de Filippijnen in één van de vele miljoenen ‘jeepneys’ die er rijden (soort taxi van de Filippijnen) een Canadees tegen die uitgerekend op de dag dat ik hem trof een t-shirt droeg van de gymzaal van de school waar ik vroeger als kind in mijn geboorteplaats op had gezeten. Deze zéér onwaarschijnlijke, maar toch wel degelijk waargebeurde gebeurtenis, markeerde voor mij het begin van een reeks van dit soort bizarre ervaringen die mij er keer op keer van overtuigde dat toeval dus echt niet bestaat. Nee sorry, hier kunnen mensen hele debatten over voeren met mij, maar ik blijf bij dit geloof. In de loop der tijd is mijn visie hierop natuurlijk wel iets verfijnd, maar voor mij is de bottomline dat voor alles een zekere mate van voorbestemming geldt. Hetgeen niet wil zeggen dat wij met z’n allen volgzame individuen zijn die onderworpen zijn aan de ‘wil’ van een bovennatuurlijke regisseur, want daar geloof ik dan weer niet in. Je hebt wel degelijk invloed op het verloop van alles, maar het kan in mijn optiek niet zo zijn dat iets zo is, omdat het ‘per ongeluk’ tot die toestand is gekomen. Dat maak je mij niet wijs. De eenvoudigste manier hoe ik mijn overtuiging vaak probeer toe te lichten is middels te T-sprong-theorie. Volgens dit principe dwingt een T-sprong je altijd tenminste tot het maken van twee keuzes: je gaat links of je gaat rechts (even afgezien van de keuze om terug te lopen naar waar je vandaan kwam of eventuele andere exotische keuzes). Ga je rechts dan wordt je door de eerste de beste gemotoriseerde verkeersdeelnemer voor je potje gereden en is het einde verhaal, maar ga je links dan wacht je een fortuin, ontmoet je de liefde van je leven of wordt je misschien wel op een heel andere manier de gelukkigste persoon op aarde. Het is een wat versimpelde uitleg op een ander vergelijk wat ik geregeld maak als ik bijvoorbeeld met iemand aan het natafelen ben, met een collega, een vriend of misschien wel die nieuwe liefde van m’n leven. Vaak vertel ik mijn tafelgenoot dan dat hij of zij eens moet bedenken wat er zou gebeuren als deze persoon aan het einde van de avond eens niet rechts om het restaurant naar de auto loopt, maar eens de langere route neemt door linksom te gaan en daarmee voor lief neemt een klein stukje om te lopen. Want je weet nooit wat er dan gebeurt. Maar doordat je door die keuze drie minuten later je auto start, hoef je een keer niet voor rood licht te wachten op dat kruispunt, maar kun je in één keer doorrijden en kom je door de ‘groene golf’ zelfs 2 minuten eerder thuis dan je vooraf had bedacht. En daardoor krijg je nog net de kans om die lieve tante van je te begroeten die dezelfde avond bij je vrouw een kop thee had gedronken en vertelt ze jou iets leuks waardoor zij en jij op het idee worden geholpen om toch maar wel naar die film te gaan waar jullie eerder nog zo over twijfelden. Of, want tja, dat kan ook natuurlijk, je ontdekt nog juist, door die 2 minuten dat je door jouw keuze eerder thuis komt, hoe jullie buurman ter afscheid met jouw vrouw staat te zoenen…
Kortom: Toeval bestaat niet, alles gebeurt met een reden, maar de regie van al deze gebeurtenissen heb je voor een (zeer) groot deel wel zelf in de hand.
“Jij hebt toch nog geen vriendje? Of wel?”
En dan die ‘Mijn Peter Parker Onhandigheden’ van me. Och gut, ik maak af en toe dingen mee dat ik mij afvraag hoe het toch kan dat ik in dat soort bijzondere situaties beland. Ik heb het hier natuurlijk over mijn stuntelige ervaringen zoals toen ik per ongeluk op de schoot van een mooie dame kwam te zitten toen de trein van spoor wisselde of toen ik ineens nattigheid voelde toen er boven mij in een winkelstraat een dame haar plantjes water stond te geven. En ik maak dit soort dingen zo vaak mee dat ik nog niet eens te tijd heb gehad om al deze verhalen op te pennen. Ik moet nog steeds een keer een ‘MPPO’ schrijven over de keer dat ik uren lang in een boom vast had gezeten, omdat er een Schotse Hooglander haar jong wilde beschermen en mij ertoe dwong om naar hoger terrein te vluchten. Oké, het waren wellicht geen uren dat ik in die boom gezeten had, maar de hele actie had er wel eentje kunnen zijn uit een Disney-tekenfilm. Eén van de meest memorabele MPPO-ervaring vond ik nog wel de keer dat ik in Haarlem nietsvermoedend tijdens mijn pauze door de Grote Houtstraat liep en op TV-persoonlijkheid Gordon stuitte. Ik trachtte nog in een grote boog om hem heen te lopen, maar hij had kennelijk zijn oog(je) al op mij laten vallen, bracht mij voor de camera en vroeg of ik niet misschien al een vriendje had. Oh! Dat soort dingen moet mij dus altijd overkomen. En uiteraard beschrijf ik deze opmerkelijke ervaringen graag alsof Tinus ze beleeft heeft.
De bakfietsen-‘haat’
Wat is het toch met Tinus en mij met bakfietsen? Wel, dit is echt een nogal uit de hand gelopen reactie op de keer dat in Amste- … Gohes City een bakfietsbestuurder tegen mij en mijn fiets was aan geknald en de algehele ergernissen die ik uit het fietsen in dezelfde stad overhield aan het observeren van het gedrag van bestuurders van deze uit de kluiten gewassen tweewielers. Uiteindelijk liet ik Tinus er zelfs een hele politieke partij tegen oprichten.
Eerlijk? Nee, ik ben geen fan van bakfietsen, maar om van haat te spreken… Wel, in de eerste jaren na die vervelende ervaring had ik er echt wel even een tijd wat tegen, maar er zijn natuurlijk ook zat bestuurders van zo’n (on)ding die er prima mee overweg kunnen en ook rekening houden met hun omgeving én de inzittende(n) van hun bakfiets. De voornaamste reden waarom ik toen zo verbolgen was over een specifieke bakfietsbestuurder was omdat zijn kinderen na onze botsing uit de bak buitelden en meneer meer aandacht had voor de ‘schade’ aan zijn bakfiets en zijn kleding. Eén blik op zijn kleding, zijn bakfiets en zijn gedrag zorgde er bij mij voor dat ik vanaf dat moment met hele andere ogen naar bakfietsbestuurders keek. Wat hieraan bijdroeg is het feit dat ik in een aantal jaren in Haarlem heb gewerkt in een buurt waar een redelijk aantal mensen woonde die sommige mensen als ‘kakkers’ zouden bestempelen. En uiteraard had het gros van deze mensen een bakfiets. Ik ontmoette ze vaak in de winkel waar ik destijds werkte en werd vaak door ze aangesproken alsof ik een of andere voetveeg was. Toen in Haarlem, maar ook in de tijd dat ik in de binnenstad van onze hoofdstad werkzaam was, werkten die tweewielers me geregeld op de zenuwen.
Het is natuurlijk hartstikke generaliseren wat ik in die jaren heb gedaan, maar ach, dat is natuurlijk wel ook hoe de meeste personages in verhalen ontstaan. En stiekem smul ik er ook nog steeds van wanneer ik Tinus weer een verhaaltje kan laten schrijven over hoe hij ditmaal weer een aanvaring heeft gehad met een typetje ‘pandjesjas met retro knijptoeter’.
Nee, een fan van die bakbeesten zal ik nooit echt worden, maar wist je dat ik zelfs even een relatie heb gehad met iemand die helemaal weg is van die dingen? Goh, wie had dat gedacht? Van een gespeelde haat hebben voor zoiets tot daten met Miss Bakfiets.
Het keurige okergele pak en lakleren schoenen
Als je Patrick Wilson in de rol van Dan Dreiberg (Nite Owl) uit Watchmen had geraden als de modelpersoon van Tinus Icket, dan had ik dat wel echt heel bijzonder knap gevonden. Het leek mij ook vrijwel onmogelijk om je precies hem voor te stellen bij een complex en tegelijk zo verfijnd karakter als Tinus. Ik heb zelf ook jaren echt geen idee gehad wie ik voor mij zou moeten zien, iedere keer dat ik Tinus in mijn hoofd had. Dat veranderde echter toen 10 jaar geleden Watchmen werd verfilmd, een superheldenverhaal waar ik daarvoor het bestaan nog niet eens van kende. Een heerlijk ruig verhaal met kleurrijke personages dat zich afspeelt in een alternatieve versie van de werkelijkheid. Het was alsof het zo was voorbestemd. En, heel slecht, de eerste keer dat ik deze film zag, bekeek ik hem in een slechte camversie met belabberde geluidskwaliteit. Het gekke is echter dat dit het cultgehalte van het verhaal alleen maar versterkte, waardoor het kijken naar deze film meteen al een bijzondere zit opleverde. Toch, ik kan je aanraden, als je iets hebt met Zweedse actrices en je wilt Malin Akerman in de beste beeld- en geluidskwaliteit kunnen bewonderen in haar Silk Spectre II-kostuum, dan moet deze film écht niet in een slechte camversie gaan kijken. Daar kwam ik wel achter toen ik het genot had de film een keer in HD te zien.
Terug naar ons modelpersoon. Tinus is niet zomaar een figuur. Om hem goed te kunnen omschrijven moet je óf heel veel verhalen van hem hebben gelezen óf je moet in mijn hoofd zitten. De gewoontes en kenmerken die je een personage meegeeft, gaat vaak vanzelf en is veelal gebaseerd op een gevoel. Jouw karakter gelijkstellen aan een (werkelijk) bestaand figuur is in de meeste gevallen dus vrijwel onmogelijk. En in het geval van Tinus Icket was mijn idee van wat voor persoon hij precies moest voorstellen altijd bijzonder specifiek geweest. Tinus neigt heel erg naar de man die perfectie wil uitstralen en dat tegelijkertijd natuurlijk helemaal niet is. Hij is bijziend, heeft keurig kapsel wat helaas in geen enkel tijdperk echt in de mode is geweest, hij weet zichzelf met uiterst gemak in de meest onhandige situaties te manoeuvreren en hij lijkt ook nog eens heel erg op mij. Toch straalt Tinus wel de rust en zelfverzekerdheid uit van een man die het keurig voor elkaar heeft en zich nergens echt druk over hoeft te maken. Een antiheld is hij niet, maar hij staat ook wel erg ver van de gevierde strijder die als een voorgrondfiguur een groot verschil maakt binnen de maatschappij. Tinus is een gewone man, geen superheld, maar een reporter die zichzelf als Clark Kent ziet en hooguit wat Superman ambities heeft, maar zelf ook wel door heeft dat hij het meest doorgaat voor Peter Parker, zonder een hele webinterface. Toch staat ook Tinus graag in de sportschool en doet hij er alles aan om zo voornaam mogelijk voor te komen. Sullig op z’n tijd, maar voorbeeldig in zijn gedrag en een geweldige collega om mee samen te werken, zo heb ik mij Tinus altijd voorgesteld.
Het wachten was daarom op die ene scène die voor mij in één klap duidelijk moest maken welk gezicht ik op Tinus zou plakken. Met de filmquote “We were supposed to make the world a better place. What happened?” in het achterhoofd, kijkend naar Dan Dreiberg die moedeloos plaats neemt op de trap van een metrostation met het Nite Owl-pak op de achtergrond, wist ik meteen wie mijn Tinus Icket zou moeten worden. Vanaf dat moment had het ook geen nut meer voor mij om mij met andere potentiele modelpersonen voor hem bezig te houden. Dan Dreiberg, in zijn okergele pak en zijn brede rij witte tanden vertegenwoordigde voor mij vanaf dat moment het personage dat zo dichtbij mij staat. Zijn ongemakkelijk manier van glimlachen, zijn onbeholpen manier van doen en tegelijkertijd zo’n prominente rol in het verhaal invullen, maakte dat ik alles zag samenkomen in dit ene figuur. Tinus Icket wordt dus ook niet zomaar voorgesteld door de acteur Patrick Wilson. Want dan had ons TN-karakter net zo goed gebaseerd kunnen zijn op de schurk King Orm (Aquaman 2018), eveneens door hem vertolkt. En hij is ook niet alleen het personage Dan Dreiberg, maar echt de combinatie van Patrick Wilson in de rol van de gepensioneerde Nite Owl mét zijn okelgele pak en zijn veel te grote jaren ’80-bril. Dat is Tinus Icket.
Fragment uit ‘Lang voordat ik grijs werd’
Verwachtingsvol borg Tinus daarom de aantekeningen van zijn eigen nieuwsbijdrage op en wierp hij, ijdel als hij is, nog even een vluchtige blik in de spiegel. Hij fatsoeneerde zijn colbertje en deed zijn uilenbrilletje weer op om zijn bijziendheid te compenseren. Op dat moment zwaaiden de dubbele deuren naar de afdeling geluidloos open. Precies op het tijdstip waarop mijn introductie stond gepland, escorteerde Rina Oddel mij de redactievloer op. Meteen werd ik hartelijk verwelkomd door de goedlachse Tinus. Een brede rij witte tanden en gladgeschoren gelaat vervolmaakten zijn onberispelijke uitstraling. Ook zijn keurige okergele pak en lage lakleren schoenen droegen bij aan zijn werkelijk smetteloze uiterlijk. De pols van zijn linkerhand hield hij een fractie gebogen om zich nog even van de tijd te vergewissen, waarna een cirkelvormige lichtweerkaatsing van zijn Rado horloge over het plafond flitste en hij mij letterlijk met open armen kwam begroeten.
Overige kenmerken van Tinus Icket:
- Tinus is super ijdel. Dat ben ik zelf ook wel een beetje, maar Tinus is en blijft een uitvergrote versie van mijn karaktertrekken. Zowel hij als ik het beide belangrijk om er goed en verzorgd uit te zien, maar Tinus slaat daar echt wel een stuk in door. Bij Tinus moet alles smetteloos zijn!
- In tegenstelling tot ikzelf is Tinus harstikke bijziend. Dit verklaart zijn uilenbrilletje.
- Tinus heeft hele duidelijk neurotische trekjes.
- Tinus trekt de rol van leider naar zich toe bij afwezigheid van Victor Anished.
- Tinus is ook uiterst zorgvuldig in zijn manier van spreken. Hij denkt altijd goed na voordat hij iets zegt om er zeker van de zijn dat hij niet iemand tegen de borst stuit of iemand kwetst. Wat anderen van hem denken, vindt hij ook erg belangrijk.
- Tinus is de kleinzoon van een duivenmelker. Hier opnieuw een overeenkomst: mijn opa was duivenmelker!
- Is het iemand trouwens wel eens opgevallen dat het artikel ‘Stationsbevolking’2x op de TN staat? Hoewel, op 1 mei 2009 staat het artikel geplaatst onder de naam ‘Stationbevolking’ en op 31 mei 2009 staat het onder de naam ‘Stationsbevolking’. Dat zal toch geen … zijn? Ik ga er maar vanuit dat Tinus in beide gevallen op platform 9 ¾ stond (zie verderop ‘Verhaallijn(en) en de opmerking over verschillende tijdlijnen).
Verhaallijn(en)
Nieuw bij de portretten is dit onderdeel ‘Verhaallijn(en)’. Ik gebruik het voor mezelf om wat aantekeningen kwijt te kunnen om een startpunt te hebben waar ik met het TN/WSNOI-karakter naar toe wil. Als je helemaal nog geen idee wilt hebben wat ik voor deze figuren in petto heb en dat liever gewoon gaandeweg in het boek leest, dan adviseer ik je deze tekst over te slaan. Het kan plotspoilers bevatten.
( Let op! Bevat serieuze plotspoilers! )
Eén van de eerste boeken waar ik mij na het gereedkomen van ‘Gekalibreerde gedrochten’ op wil storten is ‘Het toeval wil…’, met daarin een beschrijving van de visie van Tinus/mijzelf waarom ik er zo sterk in geloof dat toeval niet bestaat tezamen met enkele eerdere hier op de TN gepubliceerde artikelen die gerelateerd zijn aan het al dan niet bestaan van toeval.
Mensen die eerder dan op de Tycoon Newspaper al in hoofdstuk ‘Knetter’ al hebben kunnen lezen dat er twee karakters in de GG voorkomen die Joaquima en Phínique heten, zouden zich kunnen hebben afgevraagd of er dan niet een enorme plot hole in het Rijk van WSNOI aan het optreden is. Immers: uit ‘Lang voordat ik grijs was’ hebben we kunnen opmaken dat zowel Achmed en Rina jonge mensen zijn en dat Tinus in elk geval ‘iets ouder is dat een jonge twintiger’, maar wanneer Joaquima zich voor het eerst aan Achmed voorstelt, meent Achmed toch stellig dat zij er jonger uit ziet dan hem. Wanneer je dan bedenkt dat in een losstaand verhaal als ‘Raining Chestnuts’ Joaquima en Phínique in de familie Icket nog hele jonge meisjes zijn, dan zou je gauw gaan denken dat ‘Raining Chestnuts’ zich dus afspeelt ruim vóór de GG. Wel, tot zover klopt dat, maar dat zou ook betekenen dat Tinus Icket in het begin van de GG al met Jenny Icket samen is en dat – aangenomen dat Phínique en Joaquima dan tenminste al iets ouder zijn dan 18 – hij wel tegen de veertig moet zijn. Wel, hier lijkt er toch iets mis te gaan: Patrick Wilson was 36 toen hij de rol van Dan Dreiberg vertolkte. Dus, hoewel ik mijn karakters niet werkelijk een leeftijd wil meegeven, zou dit impliceren dat Tinus Icket aan het begin van de GG rond de 36 was. Prima, laat dat een paar jaar meer of minder zijn. Stel dat Joaquima pak ‘em beet 20 was toen Achmed haar voor het eerst ontmoette, dan moet Tinus toch evengoed een hele jonge vader zijn geweest als hij de vader is van beide meisjes van de zeppelincrew. Hier komt de twist: zodra Tinus in ‘Knetter’ aan boord stapt van ‘Groen Licht’ hebben Tinus en Jenny elkaar nog helemaal niet ontmoet.
En wat nog meer is: Tinus Icket gelooft op dat punt nog helemaal niet in voorbestemming… (vanaf hoofdstuk 16 ongeveer zal daar verandering in komen).
Hoe deze hele samenstelling van feiten dan toch kan blijven kloppen, kan alleen als er sprake is van meerdere tijdlijnen…
… of… Tinus Icket is niet de vader van Joaquima en Phínique…
Ach. Ben je serieus nog verbaasd in een wereld waarin karakters worden verzonnen die zelf personages bedenken/ voortbrengen (denk aan Kornelis Oflook en Graaf Schaurig)?
Niet Karel Riemelneel maar Tinus Icket zal (vooral in de vertelling van de GG) verantwoordelijk zijn voor het op de redactie aannemen van enkele ‘oude vertrouwde’ zoals Wilburt Eerman én Karel Riemelneel zelf. Over Karels aanstelling is zelfs eerder in de Tycoon Newspaper Archieven al iets verschenen: De Tycoon Newspaper is een groot journalist rijker
Tinus zal in GG boek 2 het eerste geheim ontdekken van de repeterende zinsnede ‘Dimensies bestaan bij de gratie dat we ze verzinnen’.
Dat Victor vroeg in de vertelling van de GG protesteerde toen Tinus opperde om Achmed mee te laten gaan naar de plaats van de beving komt heel veel later in de GG nog eens terug, met de reden waarom…
TN-artikelen waar Tinus in voorkomt of door hem geschreven zijn:
(aangezien dit er nogal wat zijn, heb ik ervoor gekozen om alleen mijn persoonlijke favoriete, de beste en meest noemenswaardige artikelen hier te vermelden)
- De Voorbijwandelaar
- Het gebeurde
- Endorfine-speler
- Treinpersoneel met humor (ze bestaan)
- Parallel elementen
- Stationsbevolking & Stationbevolking
- Toevallige voorbestemming
- Slapen onder een windmolen
- Koe-op-rails-syndroom
- Waarom ik bakfietsen haat
- Galopperend koeien
- Ivoren torentjes (1): Hey ventje!
- Er is een storm op handen
- Vliegende Wandelende tak
- Shampoo in de koelkast
- Filippijns spookstadje nabij Taal Vulcano
- Ivoren torentjes (2): En wie was er dan?
- Ivoren torentjes (3): De Schijn
- Seattle. Hoe kon ik dat nou weten?
- Mijn Peter Parker-onhandigheden (1): de Hangende Tuinen
- Fietspadgevaren (1): Blik(je) op de weg
- Fietspadgevaren (2): Levendige bushokjesreklame /a>
- 14 oktober een nieuwe feestdag: de Nationale bakfietsenverbranding
- Fietspadgevaren (3): Kijk uit je doppen!
- Mijn Peter Parker-onhandigheden (2): Bijna ontspoord!
- De Tycoon Newspaper is een groot journalist rijker
- Mijn Peter Parker-onhandigheden (3): Het witte bloesje
- Een ketting van keuzes
- Mijn Peter Parker-onhandigheden (4): De flirt van Gordon
- Niet vatten
- Raining Chestnuts
- Mijn Peter Parker-onhandigheden (5): Een nieuwe fietsenstalling
- Mijn Peter Parker-onhandigheden (6): De naambordjes
STEM OP HET VOLGENDE PORTRET!
Even als met het voorgaande ‘Een portret van…’ trakteer ik jullie wederom op de mogelijkheid om jullie zelf over het volgende portret te laten beslissen.
Voor de volgende editie kunnen jullie bepalen over wie ik een portret zal schrijven. Je mag stemmen op de volgende personages:
- An de Gang
- Abdel Dezertecon Kretonshos
- Ed Cetera
Het stemmen werkt zo:
- Jouw absolute voorkeur geef je 5 punten.
- Hij of zij waar je ook tevreden mee bent 3 punten.
- Wie nog wel even kan wachten geef je 1 punt.
- Jouw stem telt alleen indien je een totaal van 9 punten hebt uitgedeeld.
- Je kunt stemmen tot precies 1 maand na het verschijnen van dit portret (30-01-2020 is dus de laatste stemmogelijkheid)
Let op met op wie je stemt want:
- Na de volgende twee portretten kun je in elk geval weer op het personage stemmen die als tweede eindigt. Lees: het eerstvolgende en daarop volgende portret wordt dit personage niet als keuze aangeboden.
- Het personage met de minste stemmen komt op z’n vroegste over drie portretten pas terug.
- Op wie je stemt kan ook invloed hebben op de sterren die je kunt verdienen met de actie hieronder.
Je kunt met het stemmen zelf niets winnen.
RAAD HET MODELPERSOON EN WIN STERREN!
Ook nieuw vanaf het komende portret is het winnen van sterren door te gokken wie ik als modelpersoon voor mijn personages hanteer. Kijk op de nieuwe pagina met redactieleden om te ontdekken hoeveel sterren je per personage kunt verdienen en geef hieronder bij de commentaren door wie jij denkt wie de modelpersonen zijn. Vermeld dus bij iedere stem wie het modelpersoon van jouw keuze is. Let op: per karakter mag je maar één keer gokken.
EXTRA: Is jouw 5 punten-stem het eerstvolgende portret én je hebt het modelpersoon correct geraden? Dan verdien je een extra cheque van 500 sterren!