image by Dave Bleasdale, edited by Gsorsnoi

Fietsen naar je werk is niet zonder gevaren. Dat geldt voor automobilisten, maar net zo makkelijk voor alle andere weggebruikers. Heb je geen last van plotseling overstekende  rollators, vliegende wandelende takken en andere gevaren op de weg, dan  zijn er altijd nog wel die andere gevaren die voor jou op de loer liggen.
Eerdaags ben je er ongewild toch een keer het slachtoffer van.

Aandacht graag.

Zo heb je die wegopbrekingen die wat slecht staan aangegeven en je dwingen vol in je remmen te knijpen. Een minirokje, volle boezem of flirterige glimlach fietst je voorbij of een gevaarlijke blote billboard eist al die essentiële aandacht van je op die je aan de weg had moeten besteden.
Kinderen fietsen door rood en steken zonder op of om te kijken de weg over. Dat doen ze al vanaf het moment dat ze net de driewieler voor de echte meisjes- of jongensfiets hebben verruild, maar ze doen het ook wanneer het reeds lang volwassen kinderen zijn.

Weer geen appeltaart?

Nee, een lelijk avontuur zoals ik jaren geleden mee heb gemaakt zal ik nooit vergeten. Ik fietste zoals ik gewoon was in mijn dagelijkse routine langs mijn dagelijkse route over een onschuldig ogend  en vertrouwd fietspad. Met nog ruim 10 kilometer voor de wielen mocht ik nog opschieten ook, anders zou ik te laat op mijn werk zijn gearriveerd.
Over dat lange rechte stuk fietspad zou je me voorbij hebben zien razen. Je kon wachten op het moment dat een vrouwtje in haar keuken een versgebakken appeltaart uit haar handen zou laten glijden van de schrik, omdat ze mij daar buiten door  haar keukenraam voorbij zou zien flitsen. Waren het niet dat een plat gereden colablikje van het fietspad omhoog geschoten werd door de krachten die mijn voorband er op uitoefende. Een lelijk aluminium schijfje werd tegen mijn voorvork getorpedeerd en blokkeerde de gehele voorwaartse beweging.

Yeehaa!

Het stalen ros was abrupt tot staan gebracht en trilde in zijn constructie. Met nog heel wat vaart in de achterwielen zocht de kinetische energie een uitweg om in te ontsnappen. Deze ontsnapping werd niet langer mogelijk geacht in de richting van de materie in het voorste deel van de fiets, zodat het frame vanachter werd opgeworpen en het stalen ros leek te willen bokken, maar er de bedoeling mee had de berijder van zich af te werpen.
Ik vloog met zoveel snelheid van mijn zadel dat ik niet eens de kans had om te letten op hoe charmant ik dat wel niet deed. Charmant was de landing zeker niet.Nog voor ik had kunnen verwerken dat ik zojuist een fietspadrode zoen had gemaakt met het fietspadasfalt hoorde ik reeds achter mij roepen: “Heb je niets gebroken?”

Ik voel me super man.

Volk begon zich rond mij te verzamelen om zich te buigen over mijn conditie en wellicht over die van mijn fiets.  Voor zij de kans hadden mij in het gips te laten tillen, stond ik eigenlijk alweer overeind en poogde te verwerken wat er nou precies was gebeurd.
Ik vervloekte het blikje, bedankte de mensen voor de geboden hulp, maar maakte duidelijk dat het juist wel goed met me leek te gaan. Superman dat ik was, stapte ik weer vrolijk op het ongeschonden ros waar ik reeds het blik bij uit de vork had verwijderd en fietste gewoon weer verder naar mijn werk.

Nog geen honderd meter verder stapte ik toch maar weer af en moest toegeven dat ik toch niet zo’n Superman was. Ik heb er nog een paar weken kreupel van rondgelopen, waarvan ik de eerste twee dagen niet op mijn benen heb kunnen staan.

Hoe het met de appeltaart is afgelopen zullen we alleen nooit weten.