By De Waterlander | September 13, 2010 - 4:15 pm - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Scherpe Blik

image by AdamKR, edited by Gsorsnoi

Nu het horizon verleggen een beetje over is heb ik ontdekt dat je voortaan eens over je eigen schaduw heen moet springen.

Heeft iemand dat al eens gedaan?  Ik heb besloten om dit weekend de techniek hiervan onder de knieën te krijgen. En ik kan je vertellen: dat valt helemaal niet mee.
Hoe meer ik het probeer hoe minder ik de uitspraak begrijp.

Schaduw (ver)mist.

Vanmorgen vroeg opgestaan en een poging gedaan. Naast het feit dat ik meteen omviel is het mij daarna niet één keer gelukt om over mijn schaduw te springen.
Om 10.00 uur een nieuwe poging gedaan. Regenbui.  Leuk, waar is nou mijn schaduw gebleven? Hierop heb ik direct aangifte gedaan bij de politie van het verdwijnen van mijn schaduw.  Schoot ik ook niet veel mee op: het plaatje bij het bericht van de vermissing dat werd verspreid maakte niet echt duidelijk wie er vermist werd.
Toen ik terug kwam bleek mijn schaduw weer terug. Hij bleek alleen wel op een andere plek te staan dan vanmorgen. Meteen weer een paar pogingen gedaan erover te springen, maar helaas weer niet gelukt. Toch vreemd dat je schaduw op elk uur van de dag ergens anders staat. Mocht het je dan ten slotte al lukken om over je schaduw heen te springen dan krijg je waarschijnlijk het verwijt dat je een draaikont bent.

Therapie maakt zenuwachtiger.

Ik begrijp nu dat je schaduw de hele dag om  je heen draait.
Word daar nu wel een beetje zenuwachtig van. De psycholoog geeft aan dat dit in mijn jeugd ook al het geval was en dat ik daar nu langzamerhand wel een keer een modus voor moet vinden om hier mee om te gaan. Een therapie is niet voorhanden, zodat het advies is om desnoods een lotgenotengroep op te richten. Prachtig idee natuurlijk. Maar voordat ik daar aan begin wil ik toch wel minimaal grip krijgen op mijn eigen schaduw.  En over die van een ander kon ik al jaren geleden springen!

Sticky stiekemerd.

Hoe meer ik bezig ben met mijn eigen schaduw, hoe meer deze mij gaat achtervolgen. Vandaag kwam ik tot de conclusie dat je de dag begint met een lange schaduw en ook aan het eind van de dag is dit het geval. In de tussentijd is deze stiekem om je heen gekropen en om dat te verbergen  verandert de lengte permanent.

Zodra de zon niet meer aan het zwerk staat is de schaduw ook verdwenen. Waar die zich dan ophoudt is mijn een raadsel. De hele dag doet je schaduw met je mee. Maar zodra de zon is verdwenen ben je ook je gluiperige achtervolger kwijt. Om je  vervolgens de volgende dag weer met het grootste gemak terug te vinden. Al zet ik maar één been naast mijn bed … ja hoor, daar is ie weer!

Sneller dan je …

Ik heb het wel eens gehad dat ik van Amsterdam naar New York ging. Ik het vliegtuig was mijn schaduw gelukkig niet aanwezig. Dat is maar goed ook anders zouden de vliegtuigen al rap te klein zijn.  Dus dacht ik eindelijk een keertje van die bumperklever af te wezen.

Aangekomen in New York loerde ik omzichtig uit het vliegtuig om te zien over de kust veilig was (en de luchthaven). Met opzet had ik tegen niemand verteld dat ik daar zou landen en verwachtte ook niet dat iemand mij zou opwachten.  Je begrijpt dus wel hoe groot mijn schrik was zodra ik J.F.Kennedy uit liep en opnieuw die schaduw voor mij zag staan. Hij had niet eens een spandoek bij zich om mij te verwelkomen!
Hoe hij daar was gekomen is mij nooit duidelijk geworden.

Ik snap het niet. Het kan toch niet zo zijn dat je leven in het teken van je schaduw staat? Uiteindelijk is het Lucky Luck ook niet gelukt om door zijn eigen schaduw te schieten. Al doet Morris je dat graag geloven!
Afijn, het is mij nog altijd niet gelukt om over mijn eigen schaduw heen te springen. Laat staan dat ik hem overhoop zou kunnen knallen.

Schaduwdraaien.

Een trouwe lezeres van de Tycoon Newspaper schreef er onlangs het volgende over:

@ Johan: Ik heb goed nieuws voor je. Je kunt over je schaduw springen!
Beeld je eerst dit in: Je plaatst in een witte koepelvormige ruimte een voorwerp op een glazen plaat. Van de onderkant belicht je het voorwerp van links naar rechts. Het effect is dat je schaduw op de witte binnenwand ‘over’ het voorwerp heen beweegt; de schaduw springt over jouw heen (weer wat nieuws!).
Nu moet je iets verzinnen waarin jij dit principe omdraait.Beeld je onze wereld in ons universum in. Ga op de aarde ergens tussen de zon en de aarde staan. Elke willekeurige plek op de aarde volstaat.
‘s Ochtends sta je links van de aarde en begint je sprong. Je springt daarbij alleen wel heel langzaam. Halverwege de dag hang je zo’n beetje boven in het midden van je sprong en boven jouw schaduw. Tegen het vallen van de avond land je rechts op de aarde en voila: je hebt over je eigen schaduw heen gesprongen.

Ik heb daar even over liggen brainstormen (weer zo’n vreemde opgave!) en ben al snel tot de conclusie gekomen dat dit principe erg overeenkomt met mijn vliegreis destijds naar Amerika. Daar schiet ik dus ook niet veel mee op. Mijn schaduw stond mij daar op te wachten (en mij waarschijnlijk ook uit te lachen).

Schaduwen, het wordt me te veel.

Om de nachtmerrie compleet te maken:
Laatst zapte ik een keer langs de WK-uitzendingen waarin je horendol werd van die vuvuzela’s en bedacht mij wat voor vreselijk leven die profvoetballers wel niet moet hebben. Iedere dag te moeten werken met VIER schaduwen om je heen.

NB: Indien er schreivouten zijn  geslopen in de  voorgaande teksten over mijn schaduw, dan mag het duidelijk zijn dat er af en toe een schaduw over het toetsenbord viel en hiermee de nodige fouten in de tekst zijn geslopen.

image by bingbing, edited by Gsorsnoi

Onlangs ben ik weer eens wezen dineren met het gezinnetje van Gsorsnoi waar ik mij het voorgeserveerde weer heerlijk heb laten smaken. Zoals je weet wissel ik graag wat recepten uit met zijn vrouw. Mijn voorkeur gaat daarbij uit naar de recepten die het meest tot de verbeelding spreken. Nou, dat is me ook dit keer weer prima gelukt!

Indien je niet slaagt in het bereiden van dit gerecht volgens bereidingswijze 1, kies dan voor bereidingswijze 2. Geen hond die het verschil ziet.

Ingrediënten:

  • 4 aubergines (je hebt één hele aubergine per persoon nodig). Talong is Filippijns voor aubergine.
    (Let er bij het kiezen van de aubergines op dat je kiest voor de aubergines met een gave buitenkant. Er zijn aubergines waar nog sporen van wormgaten aanwezig zijn)
  • 500 gram varkensgehakt
  • 4 gekneusde teentjes knoflook
  • 1 fijngemaakte ui
  • 1 fijngesneden tomtaat
  • 6 tot 7 eieren (torta is omelet in het Filippijns!)
  • braadolie
  • peper en zout

Bereidingswijze (1):

Begin met het grillen van de aubergine(s). Je  kunt ze grillen boven houtskool of in de oven.  Het is maar net wat de voorkeur verdient of wat er voor handen is. Probeer de aubergine ongeveer vijftien minuten per kant te bakken als je ze grilt en ongeveer dertig tot veertig minuten als je ze grilt in de oven.
Zodra de huid van aubergine in verkoold zwart is veranderd en de aubergine geur komt naar buiten dan is ze klaar. Leg ze in een bak met koud water om het je makkelijker te maken om de huid los te krijgen. Als ze goed gegrild zijn is het eenvoudig om de huid los te krijgen. Dep de aubergines af met keukenpapier tot ze goed droog zijn.
Maak nu de aubergine plat met behulp van een vork om dadelijk  de vulling eenvoudig in te brengen. Dit is ook een goed moment om nog even te controleren of de aubergines vrij is van wormen. Meng nu de rest van de ingrediënten in een aparte kom: gehakt, knoflook, ui en tomaat. Dit zal de vulling worden. Klop de eieren zoals je ze zou kloppen voor het maken van een omelet en zet ze apart.
Leg op een bord een platte aubergine, leg de vleesvulling erbovenop, voeg wat zout en peper toe en giet er een evenredige hoeveelheid losgeklopte ei over.
Verhit een pan met een beetje olie. Laat de voorbereide aubergine in de koekenpan glijden en bak ze aan elke kant.  Bak tot je aan beide kanten een goudbruin korstje hebt, ongeveer vijf tot tien minuten.

Eet smakelijk!

Je kunt het aantal overgebleven aubergine omeletten eventueel later opwaren. Zolang ze goed worden bewaard, kun je ze nog maximaal twee dagen consumeren.

Bereidingswijze (2):

Loop langs een weg waar je grote kans maakt veel soorten vogels in het luchtruim aan te treffen. Voor de exotische hap kun je het beste langs de A9 wandelen. Zoek naar wat aangereden gevogelte en schraap deze van de weg. Kijk wel uit met oversteken! Anders lig je er dadelijk zelf naast.
Kruid elke platgereden vogel met wat peper en garneer met de fijngesneden tomaten en ui. Serveer de omelet apart.

Eet smakelijk!

Voor mensen uit de meer bosrijke omgevingen:
Het aangereden gevogelte met een flinke bos takken op het hoofd zijn herten. Ook lekker!

Alternatief recept:
http://tinybites.ca/2009/02/23/tortang-talong-eggplant-omelette-in-5-easy-steps/

By karelriemelneel | September 10, 2010 - 10:54 am - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Vacaturepagina: De Assistent Kanarievouwer

image by Xurble, edited by Gsorsnoi 

Bedrijfsnaam:
Snaily Planet.

Locatie/Standplaats:
Gohes City

Salaris:
ZB 8.642,- inclusief  outfit waaronder een strakke maillot en rode cape en een eigen telefooncel om naar mama te kunnen bellen.

Aanleiding:
Gohes City heeft een superheld nodig. Het is niet langer veilig op straat door de toenemende criminaliteit die de pan uitrijst.  De stad wordt geteisterd door autodieven, belastingoplichters, veelplegers, draaideurcriminelen, gangsters, zware jongens, politici, hackers, kapers, terroristen, maffiabazen, smooth criminals en de verschrikkelijke godfather (alias de BoBfather). Er is vaak geprobeerd om dit tuig op te pakken, te berechten en/of aan de galg te hangen. Badman sloeg eerder al op de vlucht. Het werd hem te sinister. Bovendien werd zijn zwemslip te strak omdat hij eetbuien kreeg ten gevolge van de angst.
Niets of niemand lijkt ons meer te kunnen helpen. Ook Atom Ant heeft zijn antennes uitgeschakeld.

Op deze pagina vind je een overzicht van de meest gezochte criminelen: http://www.wsnoi.com/index.php?page=oldhangman

Nu er ook geruchten opduiken dat een duivelse graaf snode plannen aan het beramen is om Gohes City over te nemen heeft Doublyou, onze burgervader, opgeroepen een nieuwe superheld aan te stellen.

Functieomschrijving:
Bevrijd Gohes City van al het kwaad (met uitzondering van onze complexe belastingstelsel). Bescherm ons tegen uitbrekende mechanische monsters en geconserveerde dinosaurussen die plotseling in musea ontdooien. Bestrijd de criminelen en maak korte metten met de BoBfather.
Vergezeld van een prachtige blonde verslaggeefster (Loïs is op vakantie) reis je af naar het slot van Graaf Schaurig en voorkom je dat hij zijn gruwelijke experimenten los laat op onze metropool en haar inwoners.

Mocht er een dag zijn dat er even geen misdaad is om te bestrijden, dan zullen we Kong King uit de stadsdierentuin optrommelen om een willekeurige schone dame ergens in onze skyline te verstoppen, zodat er toch iets overblijft om gered te worden.
Handgeschakelde Superman, wij vertrouwen op u!

Functie-eisen:

  • U bent oersterk en luistert zonder tegenspraak naar een morele code die u wordt ingefluisterd door de hoogedelachtbare heer mr. D. Kwak.
  • Met uw röntgenvisie bent u in staat om door alle materialen heen te kijken en neemt daarbij de privacy van de dames die u moet redden in acht.
  • U springt moeiteloos over grote gebouwen heen en beschermt deze tegen aanslagen zoals die van bijna negen jaar geleden omstreeks deze tijd.
  • U vliegt sneller dan de gemiddelde bromvlieg, opgevoerde brommer en bromt de SR-71 Blackbird gemakkelijk voorbij.
  • U bent bedacht op slibtong niet, maar op Krypton wel.
  • U bent een rolmodel voor vele helden.
    Zelfs voor Buzz Lightyear.

Dienstverband:
Afhankelijk van uw prestaties voor onbepaalde tijd. Tenzij u voor altijd korte metten kunt maken met de misdaad. Maar dat is zoiets als wachten tot de belastingen worden verlaagd.

Solliciteren:
Interesse in deze functie? Reageer direct en stuur je motivatie inclusief CV naar werving@wsnoi.com of kijk op onze website: http://wsnoi.com/tn/

Wat is mijn Zbersibarnensalaris in euro’s?
ZB 8.642,- was op peildatum 1 mei 2010 E 104.049,68.
(koers: 12,04).

Met de kans op het overtreden van de auteursrechten van een gelijknamige held uit Metropolis dopen wij u: “Supersnooi”
Bij nader inzien is ‘Handgeschakelde Superman’ te lang voor de headlines van de Tycoon Newspaper.

image by Burning Image, edited by Gsorsnoi

Het kopje van de Reuze Navelpad gonsde flink nadat hij weer een beetje tot zichzelf kwam en zag dat hij zich naast de hefboom op de vloer bevond. Letters van wel honderd bekende Nederlanders dwarrelden door zijn hoofd zodat hij niet langer wist tot wie ze behoorden. MjikierKWhaRroacdrucaealcd en ceapnsaucksshheserFenDDnoavrtnD schoten in de wirwar van letters aan hem voorbij. De logica van de bijbehorende woorden was in eerste instantie ver te zoeken. Voor zover je van logica kon spreken althans. Na flinke hersenpijnigingen kromde hij zijn gedachten en wist toen weer flarden van anagrammen van de eerste reeks te maken zoals Pekdraden, Dankspeech, Schande, Afschansen, Schaatsen en Snurf. Met enige moeite lukte hem dat ook met de tweede reeks, wat Caramel, Ecuador, Mauwde, Chakra, Draak, Harkje opleverde. Voor zijn gevoel sloeg dat eerst in elk geval nergens op. Deze anagrammen moesten incompleet zijn en konden misschien wel tot twee bekende Nederlanders tegelijk behoren.

Lang kon hij zich er niet druk om maken. Hoe hard moest hij wel niet tegen die hefboom geknald zijn geweest? Duizelig probeerde hij zich te verplaatsen en had daar grote moeite mee. Hij keek om zich heen en merkte direct hoe stil het in de werkplaats was. Hij keek om zich heen en kwam tot een schokkende conclusie. Onderdelen van diverse uitvindingen lagen overal en nergens en hadden hier en daar stil gehouden in de lucht. Onderbroken in hun vliegtocht richting de zakhorloges hadden ze halt gehouden. Maar dat kon toch helemaal niet? Had iemand ze soms opgehangen aan visdraden? Op het moment dat hij opzij keek naar de professor en Achmed wist hij het zeker: alles stond stil.

Achmed en Theo bewogen niet, maar toonden beide een wanhopige uitdrukking die met veel stemgeluid Nee naar hem leken te roepen. Maar ze waren spontaan van top tot teen bevroren. Achmed’s arm greep in het luchtledige naar de plek waar de hij in één van de zakhorloges moest zijn verdwenen. En niets bewoog. De paniek sloeg toe bij de Reuze Navelpad. In zijn gelaatsuitdrukking sprak het ongeloof door. Hij wankelde achteruit en voelde zich licht in zijn hoofd worden. Flauwvallen kon hij zich niet permitteren dus hij moest bij bewustzijn blijven om zijn verstand erbij te kunnen houden. Toch kreeg hij bij het draaien van zijn hoofd zowat een rolberoerte. Pal voor zijn neus hing de vlieg in de lucht. Het zwiepte daar zeer langzaam met zijn vleugels, net zoals bij een slow motion opname uit een documentaire. Dus blijkbaar was er toch nog wel iets wat er behoudens hemzelf in beweging bleef. Al was het bijzonder langzaam Het was die vlieg waarin hij eerder zijn interesse had getoond. Hierdoor had hij alles om zich heen vergeten en was hij in de etmaluur terecht gekomen.

Met dat besef draaide hij zich opnieuw om. Hij overtuigde zich van alles wat hij binnen de 360 graden kon waarnemen. Zijn hele lijfje bibberde. Woordeloos hakkelde hij wat stemgeluiden en leek volledig gegrepen door de meest beangstigende horror scene die je je kon voorstellen. Uit de nog altijd fel verlichtte zakhorloges die in de hefboom vastgedrukt zaten, stoken zijn beentjes half uit het uurwerk. En ze bewogen wanneer hij ze aanstuurde vanuit zijn hersenen.
“B-ben ik dood?” stamelde hij en realiseerde zich dat hij de enige was in dit universum dat zich op een gezonde snelheid bewoog. De pad beschouwde zichzelf en schrok zich een ongeluk toen hij zag dat zijn beentjes daar onderaan zijn weke lijfje in een wazige schim verdween. De confronterende gedachte of dit was hoe de dood eruit ziet, klonk in zijn hoofd. Alhoewel ‘dood’ de eerste gedachte was, maakte de omgeving duidelijk dat er iets heel anders loos was. Onwillekeurig trachtte hij zijn tenen te bewegen, maar kreeg daar beneden geen antwoord. Die respons kwam van zijn tenen die nog uit de etmaluur staken. De Navelpad bevond zich voor de helft in deze stille wereld en nog voor de helft in de ruimte en tijd waar Achmed en Theo aanwezig waren!

Nu zou het een goed moment zijn geweest om compleet gek te worden en het flinke uit te schreeuwen. In een horrorfilm zit je altijd op dat moment te wachten zodra het meest afschrikwekkende deel van de film zich presenteert. En wanneer dat gebeurt, dan ziet de regisseur van de film het liefst dat je met je handen over het hoofd diep wegduikt in de bioscoopstoel om te kreunen en te krijsen van afschuw. Ieder normaal mens zou met deze absurditeiten de relatie met de werkelijkheid hebben verloren en hebben willen vluchten. Maar dit was juist het moment dat er iets knapte bij deze pad. Zijn gillen bleef uit en hij werd bijna ‘gemaakt’ kalm. Zijn arm trilde toen hij deze tegen alle redeneringen in uitstrekte om naar het vliegje te grijpen. Het hing weerloos naast hem in de lucht, kon fladderen wat het wilde, maar zou altijd langzamer zijn dan zijn belager. Vier bruine vingers bogen zich over de vlieg en sloten zich.

“My precious.”
… nee … dit is geen hoofdstuk uit een film met hebberige Hobbits. De Reuze Navelpad was zijn eigen zenuwen aan het tarten terwijl hij een poging deed te begrijpen in wat voor wereld hij zich nu bevond. Zijn hand had zich gesloten en trok de vlieg naar zich toe. Tenminste … dat dacht hij. In werkelijkheid had de pad met zijn handje dwars door de vette vlieg gegrepen. En in plaats van de aanwezigheid van een vlieg in zijn hand, fladderde het traag verder in de lucht en werd door een onbekende kracht uit elkaar getrokken. Pixel voor pixel – zo zou je kunnen zeggen – trok de materie zich uit de vlieg los. Onze Reuze Navelpad keek om zich heen en zag dat de hele omgeving op die wijze uit zijn verband begon te vallen en in een boog opkrulde.
De voorwerpen om hem heen trokken geleidelijk weg en de pad zelf behoorde plotseling niet meer tot deze wereld. Hijzelf bleef in tact, zij het zonder zijn beentjes. En hij was de enige. De hele werkplek waarin hij zich bevond was bezig om zich als een tortilla op te vouwen!

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Etmaluren
Volgend hoofdstuk: Tijdje in de ruimte

[Update 08/09: artikel verbeterd, herschreven.]

By achmedlien | August 27, 2010 - 10:03 am - Posted in Galbakkerij, Gekalibreerde Gedrochten, Nederlands

image by MFS, edited by Gsorsnoi 

De Gobiwoestijn was veranderd in een hete oven. Geen plek waar je onvoorbereid op pad moest gaan of het ook maar in je hoofd moest halen om te weinig vocht met je mee te brengen. Menigeen heeft de barre droge tochten door deze zandbakken die onze planeet kent niet overleefd. Toch kun je het slechter treffen: de Gobiwoestijn is naast één van de grootste woestijnen ook de koudste.

Of het niet erg genoeg is om een langzaam afbladderende huid, een droge tong en gezwollen ogen door een zee van zand te moeten struinen, liggen er de Gobiwoestijn nog meer kwellingen op je te wachten dan het gevecht tegen de hitte. De Gobiwoestijn is er één van extremen.  Het kan er op zijn heetst tegen de 40 °C zijn terwijl het in januari gemakkelijk onder de min 40°C kan dalen. Sneeuwstormen nemen de diensten van de zandstormen dus over wanneer de winter valt.

Maar niet op die noodlottige hete dag. Een woestijnnomade, alleen op pad, heeft onlangs afscheid moeten nemen van zijn kameel die onderweg met hem naar huis een lelijke val had gemaakt. Zijn berijder, die er vanaf toen alleen voor stond, zag zichzelf genoodzaakt om het laatste stuk naar huis zonder behulp van het schip van de woestijn te moeten afleggen. Hij kon moeilijk met een stervende kameel op zijn rug door de woestijn slenteren.
Feitelijk was hij gewoon een woestijnschipbreukeling.

Kies jouw dood.

Hij zou niet worden overreden door een jeep, zichzelf van kant maken door een verslechterende psychische toestand of gedood worden door woestijnrovers. Vocht en eten had hij ook niet veel meer, maar ook dat zou niet de reden zijn waarom hij de man met de zeis tegen het lijf zou lopen.

Het was ergens bij een willekeurige zandheuvel. Op de top van deze heuvel kon je om je heen kijken en nog altijd niets anders zien dan zand, zand en nog meer zand. Voorbij de horizon lag zijn huis. Dat hij zo dicht tot zijn huis was genaderd zou hij alleen nooit weten.

De grond begon te trillen en te beven. Het zand kwam op een aantal plekken losser te liggen. Was dit een woestijnbeving? Of misschien een grote zandverschuiving waarin hij werd opgeslokt?

Zand happen.

Nee. De man verloor zijn evenwicht door al het verplaatsende zand en nam er een hap van toen hij tegen de grond werd gesmeten. Met een bulderend gegier rees een grote kolom uit het zand omhoog. Meer zand verplaatste zich, zodat hij moeite moest doen om er niet in begraven te worden. De kolom die uit het zand tevoorschijn was gekomen moest een omtrek hebben gehad die niet onderdeed voor de gemiddelde woudreus.  Maar het moge duidelijk zijn dat hij die hier niet hoefde te verwachten.

De woestijnnomade keek de dood in ogen. Een gigantische rode worm had zich uit het zand opgetrokken en kronkelde wiegend in de droge lucht. Zij had borstelachtige poten die uiterlijk sterk overeenkwamen met die van een duizendpoot. En misschien had ze er wel zoveel! Lange gelige tanden hingen er uit haar bek. Zij kwijlde en jeukte inwendig van de honger.
De beste vergelijking die er nog was te maken met deze afstotelijke verschijning was er een met een darm die zich tot een monster had gemuteerd.

Aan tafel!

Lang kon dit monster daar niet blijven. De dodelijke woestijnhitte zou haar glibberige huid doen opdrogen. Zij kwam om haar kinderen te voeden en zou weer in het zand verdwijnen. Op dit moment zou de nomade hebben gedacht dat hij nu zo ver heen was dat hij aan het hallucineren was geslagen. In werkelijkheid echter bevond hij zich boven op het nest van de Mongoolse Doodsworm.

We laten de arme nomade maar in de veronderstelling dat hij gestorven was door uitdroging en deze hallucinatie hem kwam halen. Aan weerzijde van de man verschenen twee Mongoolse doodswormen die niet groter waren dan een schoothondje. Zij elektrocuteerden hem onder het toeziend oog van hun grote moeder en schrokten reeds zijn ledenmaten naar binnen. 

image by Christopher Craig, edited by Gsorsnoi

Dat ik destijds in de artikelen Links of rechtsom? en Baduy grapte over mijn Peter Parker-onhandigheden was het natuurlijk wachten op het moment dat ik er weer eentje zou beleven. Dit weekend gebeurde dat … terwijl ik op een zonnige zaterdag besloot om in een naburig stadje het winkelcentrum eens te gaan verkennen.

In plaats van de fiets te pakken en in eigen stad die paar boodschapjes in te slaan, besloot ik voor de variatie eens de andere kant op te fietsen. De stad die vergroeid ligt aan de onze heeft een eigen winkelcentrum die qua grootte niet voor die van de onze onderdoet. Daarbij is dat winkelcentrum een lekkere compacte stervorm, zodat je zonder al te veel moeite van winkel A naar winkel B kunt lopen, maar tussendoor ook best de winkels M en Q eens kan aandoen.

Deze compacte vorm deed mij ertoe besluiten om mijn fiets op een willekeurige plek te parkeren in een fietsenstalling, zonder daar enig logistiek plan achter te hangen. Normaal wil ik mijn fiets nog wel eens op één specifiek doordacht punt stallen waarvan ik weet dat ik daar aan het einde van mijn boodschappen weer redelijk bij in de buurt zou eindigen. Wel zo handig!

Dat dit achteraf toch niet zo’n handig punt was om mijn fiets te stallen bleek al vrij rap.
Stel je een kort straatje voor met aan weerszijde wat winkels dat aan de ene kant uitkomt op een redelijk groot plein met nog meer winkels en aan de andere kant in een schattig bochtje afbuigt. De buitenkant van dit bochtje werd gekenmerkt door winkeltjes met huizen erboven. Niet heel verrassend zou je zo zeggen. Praktisch 80% van de winkels in Nederland zijn zo gesitueerd. Wat deze huizen erboven echter specifieker maakten, was het feit dat het seniorenwoningen bleken te zijn die waren voorzien van overhangende balkonnetjes die vrij riant van oppervlakte waren en zo de indruk van een tuintje boden.

Die zon ging beste vel – correctie – fel te keer, maar er stond genoeg wind om toch even een jas mee te nemen. Echt zo’n jasje-aan-jasje-uit-dag! Ik parkeerde mijn stalen ros en trok mijn jas over mijn schouder. Wel zo handig. Zo kon ik mijn sleutels en portemonaie eenvoudig in mijn jaszakken kwijt.
Even denken: ik moest twee dingen hebben, wat was het ook alweer? Oh ja, ik herinnerde het me en liep vervolgens bij mijn fiets weg. (Ja die stond wel op slot).

De soundtrack “Raindrops Keep Falling on My Head” mag nu wel aangezet worden!

Met een Tobey Maguire-pret-glimlach stapte ik demonstratief over de winkelpromenade en  … (dit is het moment voor een filmische slowmotion) … SPLASH!
Raindrops. Maar dan wel regendruppels die werden gevormd door zo’n vriendelijk oud mannetje dat met zijn duim op het uiteinde van een tuinslang wat slecht gericht zijn geraniums stond te bewateren. Weet je nog? Die riante balkonnetjes boven de winkels?

Afijn: mijn winkelmiddagje begon die zaterdag in een nat pak.
Mag ik nog blij zijn dat hij zich niet in de tuinslang had vergist.

By karelriemelneel | August 20, 2010 - 9:07 am - Posted in Nederlands, Scherpe Blik

Las ik vandaag in de krant:

“Wespenvanger vangt bot”

Dan heb je het toch ook niet helemaal begrepen met je beroepskeuze. Ga dan vissen! 

“Haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan ziet u pas scherp genoeg om die splinter uit het oog van de ander te halen” (Mattheüs 7:3-5).
Dat zal ik vast nog vaker horen wanneer ik op de schrijffouten van een ander let en zelf schreivouten bij het leven maak. Contamineren doe ik ook zonder schaamte.

Maar de schreivout die ik heb gevonden in het artikel “Grote mensen verkeer” van mijn collega reporter Johan  vond ik wel zo leuk, dat ik het niet kan laten er een artikeltje aan te wijden. Dus zondig ik maar weer. Overigens gaat het me hier niet zozeer om een letter die abuis was op een velletje. Het is het velletje plastic dat ik fel begeerde.

“Wat bedoel je eigenlijk met: ‘vel begeren’?” werd hem terecht gevraagd. Of bedoel je misschien toch ‘fel begeren’? En dan die comment die ene Blik op de weg maakte op hetzelfde artikel: “een vel roze stukje plastic”. Weten we misschien wat daar de achterliggende gedachte van was?

Het antwoord is betrekkelijk eenvoudig:
Mijnheer Veenhof leefde waarschijnlijk nog in de veronderstelling dat ik mij bij de gemeente kon melden om vervolgens weer naar buiten te lopen met het ‘roze papiertje’. Een vel papier van een welbekende kleur waarmee je naast jezelf ermee legitimeren ook in een vehikel van een zeker type mag stappen, om er de weg mee op te gaan. Of zo je wilt: om je ermee te begeven in het Grote mensen verkeer. Oeeeehhhh!!!
De ambtelijke molen is er sinds het verdwijnen van berenvelletjes niet sneller op gaan draaien. Tegenwoordig moet je vijf werkdagen wachten tot het plastic is gefabriceerd (als ze open zijn!).

Beste Johan, de tijden zijn inmiddels iets veranderd.
Eén Blik op de weg maakt duidelijk dat ze die roze bewijsjes tegenwoordig soms uitdelen aan mensen, waarvan je kunt afvragen of je ze al op een (bak)fiets aan het verkeer kunt toevertrouwen. Dat terwijl nog relatief jonge honden, maar ervaren, zoals ikzelf er jaren voor hebben moeten zwoegen om de instanties duidelijk te maken dat ik best voorzichtig en netjes kan rijden.
Was 70 lessen niet genoeg?

Wat ‘plastic’ nou toevoegt aan dit felbegeerde bewijsje, is mij nooit helemaal duidelijk geweest. Kan ik mijn onlangs verkregen rijbewijs er straks misschien mee opwaarderen tot BE als ik hem langs een automaat houd?

image by Gsorsnoi, edited with DAZ3d and Photoshop

Achmed wierp de professor een kwade blik toe en eiste een antwoord op de vraag:
“Theo, WAT is de ‘etmaluur’?”
Hij wilde Theo bij zijn vest pakken om het antwoord uit hem te schudden, maar hij had Theo niet binnen zijn bereik. Daarbij had hij wel wat anders aan zijn hoofd. Juist wanneer hij op hem af wilde lopen, dook hij op de grond om te voorkomen dat een losgerukte bronzen plaat zijn hoofd op enkele millimeters voorbij vloog.
“Ai!” bracht hij uit, legde zijn hand op een snee op zijn schouder en keek de plaat verschrikt na die zich even later in het zakhorloge boorde en verdween. Hij vloekte en bedacht zich dat zij in het huis van Theo nog geen minuut veilig waren geweest en rustig een gesprek hebben kunnen voeren. Het volgende wat Achmed moest ontwijken was een percolator hete koffie die als een geleide projectiel met hete inhoud op hem was afgekomen. Enkele hete druppels morsten er op zijn vingers zodat hij weer een kreet van pijn uitte.
“Achmed!” schreeuwde Theo vanonder het Perpetuum Mobiel hem toe. Hij had beschutting gezocht om niet ook gemarteld te worden door rondvliegend huisraad en had de pad bij zich.
“Ga daar weg! Houd jezelf laag en zoek beschutting.”
Met zijn hand gebaarde hij met korte zwaaibewegingen om ook onder het Mobiel dekking te zoeken.
Veel andere keus leek hij niet te hebben en maakte dat hij wegkwam uit de toenemende straal van rondvliegend huisraad en onderdelen van uitvindingen. Een serie pannen uit Theo’s bescheiden keukentje verloren de grip op de haakjes waaraan zij waren opgehangen. Achmed slipte over de gemorste koffie en struikelde daardoor. De confrontatie met de grote soeppan werd hiermee onvermijdelijk gemaakt. TOINK klonk het een paar keer en je zou denken dat iemand de gong had geslagen. Achmed trok een cartooneske grimas en verloor mogelijk één of twee kiezen.

Theo en de pad hadden meer geluk gehad. Zij waren eerder in staat geweest zichzelf te verbergen. De zakhorloges – of etmaluren – hadden in elkaars nabijheid vanuit het niets een enorme en nog altijd toenemende kracht opgebouwd. Langzaam verloren de zich daar omheen bevindende voorwerpen de strijd met hun eigen krachten waarop ze bruut werden losgetrokken en aangezogen door de zakhorloges. Zodra de voorwerpen zich op de zakhorloges stortte volgden lichtflitsen en verdwenen zij in de uurwerken.

“Oh, mijn etmaluur had een verbeterd zakhorloge moeten zijn dat ongelijke kalenderdagen moest compenseren” stak Theo direct van wal toen hij zijn gehavende vriend in beschutting trok. “Het was een hobbyding waarmee ik een nieuw succes wilde boeken. Geen gezeik meer met het doordraaien van de wijzers wanneer de maand minder dan 31 dagen heeft. Oh eigenlijk …”
“Hou op!” Achmed deed waar hij zojuist al naar verlangde en trok de vest van de professor in zijn gespierde vuist. Hij wees naar de zakhorloges die zich als kosmische magneten gedroegen en duidde:
“Ziet dat eruit als een onschuldig horloge dat dagen compenseert? Nou?”
“Oh, correctie … het zijn er in wezen twee. Zie je, aan de andere kant…”
Theo voelde hoe Achmed zijn greep krachtiger maakte en onderbrak hem.
“Als we niet uitkijken compenseert dat geval dadelijk elke minuut die wij nog leven. Dus maak er vlug een eind aan!”

Paniekerig schoten de kraaloogjes van Theo heen en weer. Hij hield zijn handen slap en gebogen voor zich als een pup die om een worstje smeekte, maar eigenlijk bibberde hij van angst. Dit was meer omdat hij zich geen andere houding kon aannemen daar hij vastgeklemd zat in de greep van de beursgeslagen Achmed.

De pad, die zich al die tijd braafjes stil had gehouden, kroop plots voorzichtig onder een houten balk vandaan van de tafel waarop het overgrote deel van het Mobiel bevestigd zat. Tussen al het rondvliegend materiaal was zijn aandacht getrokken door een vliegje dat door de zuigende kracht in een reageerbuisje was beland. Samen met het buisje zat het vliegje geklemd achter een willekeurige andere uitvinding van Theo. Als een jonge poes die met grote ogen zijn eerste eigen kleine jacht oefende, kwam de pad schuchter naar voren. Had hij een staart gehad, dan had je hem duidelijk kunnen zien kwispelen.

“Oh, het moet door de kortsluiting in de Zwarte Golf zijn gekomen,” bedacht de geleerde zich ineens en wierp een blik op het grote aluminium apparaat dat nog altijd één derde van de ruimte in beslag nam maar ook langzaam beplating en onderdelen begon te verliezen.
”De bundel zwart licht die het genereerde, heeft zich daar verzameld doordat ik zonlicht in het apparaat heb opgevangen met behulp van spiegels op mijn dak …” Theo moest plotseling gorgelen en proesten, omdat Achmed zijn geduld verloor.
“Mijn dak kun je op! Bewaar die uitleg voor later Theo. Laten we eerst die … dat … die rare dingen uitschakelen.”
Het was alleen al te laat. De etmaluren hadden te veel krachten opgebouwd. Ze dreigden alles om zich heen op te zuigen. En hoe meer ze aan materiaal leken op te zuigen, hoe intenser de krachten werden. De woning en werkplaats begonnen te kraken. Stof werd zichtbaar waar de houten planken van het huis braken en langs elkaar schoven. Het keukentje scheurde in zijn voegen en leek enkele centimeters naar voren te schuiven. Plotseling stortte er een onlangs gerepareerd dakdeel naar beneden. Het kreeg geen kans om in stukken op de vloer uiteen te breken, maar vloog rechtstreeks naar de twee zakhorloges die nog altijd in de bronzen hefboom verzonken lagen. Licht verdween waar zwarte wolken verschenen. Was dit de apocalyps in de maak? Waren dit eigenlijk wel wolken? Of keken we naar een afwezigheid van licht? De etmaluren bleven zichtbaar, maar diverse zwarte slierten hadden zich in de ruimte gemanifesteerd en kringelden rondom het centrum waar al het materiaal naartoe vloog en verdween. De werkplaats kraakte en kondigde haar verval aan.
De vrienden bezagen hoe de pijl en boog achtereenvolgens met nog wat losse onderdelen over hun hoofden schoten. Splinters volgden. Het Perpetuum Mobiel begon nu duidelijk ook aan stabiliteit te verliezen. Het was het begin van een nieuw gevaar: de beschutting die was gevonden van de uitvinding begon los te breken.

Bliksem schoot door het vertrek. Het leek te dansen door de zwarte slierten alsof het gebonden was aan een meertrapstransformator. De werkplaats was omgetoverd tot een heuse tesla coil. Schichten verschenen om beurten en hadden allen de etmaluren als middelpunt.

In de spiegeling van de ogen van de Reuze Navelpad was te zien hoe de vlieg met grote moeite trachtte uit het reageerbuisje te ontsnappen. Hoe onverstandig dat ook zou zijn. De pad kroop naderbij en waagde zich daarmee ietwat de dicht in de buurt van de etmaluren. Tot op dat noodlottige moment dat de etmaluren nog weer meer kracht hadden gewonnen en zo vat kregen op het bruine lijfje. De achterpoten schoven weg, zonder dat hij ze had aangestuurd dat te doen. Veel tijd om aan zijn fout te denken had de Navelpad niet. Abrupt werd hij weggetrokken naar één van de zakhorloges.

Frustratie werd gevoed met wanhoop toen Achmed naar het zakhorloge omkeek en zag hoe zijn kleine vriendje in het niets verdween. Hij was hem kwijt en voelde dat hij gefaald had.

En juist op het moment dat de pad in één der etmaluren verdween, schoot een scherp voorwerp door het ander de werkplaats in.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Bronzen impact
Volgend hoofdstuk: Vlieg op! 

By kornelisoflook | August 15, 2010 - 8:50 am - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Scherpe Blik

Het was een warme zomerdag toen ik besloot om iets uitzonderlijks te doen: wat huishoudelijke taken af te handelen.
De wasmand zat al maanden barstensvol met vuile kleren, dus het leek me goed om eens een uitzondering te maken en de wasmachine eens aan het werk te zetten. Maar daarmee confronteerde ik mezelf met een probleem wat ik al mijn hele leven met mij meesleep: mijn allergie voor waspoeder.
Ik had altijd al last gehad van een gevoelige huid en waspoeder maakte het alleen maar erger. Rode plekken, jeuk, en soms zelfs blaasjes waren het resultaat. Dus greep ik naar de vloeibare wasmiddelen. Meestal ging dat goed, tot die ene dag.
Terwijl ik door de gangen van de supermarkt liep, werd mijn aandacht getrokken door een schreeuwerige reclame op een van de schappen: “Nu gratis Choloreus bij aankoop van twee actieproducten.” Mijn eerste gedachte was: “Wat in hemelsnaam is Choloreus?” Het klonk als iets rechtstreeks uit een horrorfilm.
Maar ik moest toegeven, de aanbieding was verleidelijk. Wie houdt er niet van gratis spullen? Ik begon mijn mandje te vullen met de vereiste producten, maar toen drong de vraag zich op: was dit voor mij niet heel risicovol?
Terwijl ik stond te twijfelen, passeerde een oudere dame me met een blik vol afschuw. “Denk je echt dat het veilig is om dat spul te gebruiken?” vroeg ze met een frons. Haar opmerking bracht me aan het twijfelen. Misschien moest ik het advies van een vreemdeling serieus nemen.
Toch besloot ik om de actieproducten niet terug te leggen en ging ik overstag om Choloreus te proberen. Daar zou ik gauw spijt van krijgen.
Een paar dagen later, terwijl ik rustig een boek las in mijn favoriete fauteuil, begon mijn huid plotseling te tintelen. Eerst dacht ik dat het gewoon de hitte was, maar toen werd het erger. Rode vlekken verschenen op mijn armen en benen, en een ondraaglijke jeuk overviel me. Bultjes begonnen zich te vormen en voordat ik het wist zat ik helemaal onder de pus.
Paniek sloeg toe terwijl ik me afvroeg wat er aan de hand was. Had ik per ongeluk iets gegeten waar ik allergisch voor was? Had ik een nieuwe lotion gebruikt die mijn huid irriteerde? Maar toen herinnerde ik me de bijna-aankoop van het vreemde wasmiddel.
Ik snelde naar de badkamer en spoelde mijn huid af onder koud water. Maar de jeuk leek alleen maar erger te worden. In mijn wanhoop trok ik mijn telefoon tevoorschijn en begon te zoeken naar ‘choloreus’.
Wat ik ontdekte, liet me bijna van schrik van mijn stoel vallen. Choloreus was geen merknaam of een fancy nieuwe toevoeging aan wasmiddel – het was een zeldzame, maar uiterst besmettelijke huidaandoening die voornamelijk voorkwam bij vee en via het vet van vee op mensen kon overspringen. Zou dit vet soms verwerkt worden in “schoonmaakproducten”?
Mijn hart bonkte in mijn keel terwijl ik me realiseerde dat ik bijna iets verschrikkelijks had geïntroduceerd in mijn huis. Ik gooide de resterende producten weg en waste mijn huid grondig met een milde zeep. Gelukkig leek de reactie na een paar uur af te nemen, maar het voorval liet me achter met een diepere angst voor de verraderlijke wereld van huishoudelijke producten.
Vanaf die dag zweer ik bij mijn vertrouwde, anti allergene wasmiddel. Of ik was mezelf gewoon een hele tijd niet.
En hoewel de verleiding van gratis producten soms groot is, weet ik nu beter dan mijn gezondheid op het spel te zetten voor een dubieuze aanbieding. Soms is het gewoon niet de moeite waard om een gok te wagen, vooral niet als het gaat om je eigen welzijn en ik liever vertrouw op mijn eigen huidvet.