Soms heb je van die momenten dat je iets zegt waar je gelijk spijt van hebt. Ik heb het hier over de zogenaamde ‘inkoppertjes’. Die treden hier bij ons op de werkvloer geregeld op waarbij BoB vaak het initiatief neemt om het kopwerk voor zijn rekening te nemen.

Dit weekend sprak ik een familielid op een verjaardag die zelf ook al gauw inzag dat hij zijn uitspraak beter kon herzien. Het leed was echter al geschied, hij had het al gezegd: “… dan kan ik beter achter de bus aanhollen“. Hiermee refereerde hij naar zijn inspanningen om een betere conditie te willen opbouwen.

Daar heb ik hem natuurlijk niet toe ontmoedigd. Maar waarom zou je extra sporten om je conditie te verbeteren zodat je achter de bus aan kunt blijven hollen? Is er iets verkeerd aan om de bus in te stappen om zo naar je werk te gaan? Heb je naast je werk zo weinig tijd dat je zelfs extra moet trainen tijdens het reizen van en naar je werk?
Er mag misschien een kilootje vanaf … maar je kunt het ook overdrijven!

Achter de bus aanhollen lijkt me niet bevorderlijk voor de gezondheid met die uitlaatgassen. Voortaan maar weer gewoon hollen om de bus te halen en lekker instappen. Die rustige momenten van in de bus zitten zijn helemaal nog niet zo verkeerd voor je gezondheid.

By tinusicket | September 14, 2009 - 12:27 pm - Posted in Mabuhay, Nederlands, Retourtje naar hier en terug

Het is een leuk taaltje dat Filippijns.
Daar kom je vanzelf wel achter als je jezelf deze taal wilt eigen maken. Zoals je zult begrijpen is dat precies wat ik mij aan het aanleren ben nu ik toch al een flinke tijd het huishouden deel met mijn Filippijnse gezinnetje.

Dikwijls wordt mij de vraag gesteld waarmee dat Filippijns nou eigenlijk te vergelijken is. Die vraag laat zich niet echt heel gemakkelijk beantwoorden. In de Filippijnen zijn 172 inheemse talen terug te vinden met bijbehorende dialecten. Dat is natuurlijk best een hoop, maar het is ook erg versnipperd. Veelgehoorde talen aldaar zijn Tagalog en Cebuano. Die eerste probeer ik mijzelf nu eigen te maken. Vooral ook omdat we in oktober die kant weer op gaan.

Het is interessant als je dan een vergelijk gaat maken met onze eigen taal. Met een sterk werkwoord als ‘lopen’ zijn wij gewoon te zeggen: ‘ik loop’, ‘jij loopt’ en ‘ik liep’, ‘ik heb gelopen’. Veel spannender dan dat wordt het vaak niet.
In het Filippijns hebben ze wat leuks gevonden op die verschillende verschijningen van een werkwoord. In plaats van in een werkwoord een handjevol klinkers op de schop te nemen of er aan de achterkant één of twee letters aan te plakken, plakken en vervangen zij zich daar helemaal suf. Blijkbaar vinden ze dat toevoegen van lettergrepen erg leuk.

Hier een voorbeeldje van het werkwoord ‘toevoegen‘:

Stam: Dagdag
Nagdagdag Voltooide tijd
Nagdaragdag Onvoltooide tijd
Magdaragdag Toekomende tijd

Dan denk je dat je er nu zeker wel bent? Ja dag!
Bovenstaand rijtje is alleen nog maar van toepassing op de vervoegingen voor het gebruik van het werkwoord indien hier een ‘actor focus’ op van toepassing is. Oftwel: als iemand dit werkwoord zelf bezigt.
Ligt de nadruk eerder op het object wat hieronder heeft te lijden (het lijdend voorwerp) dan volgt er nog zo’n rijtje:

Dinagdagan Voltooide tijd
Dinaragdagan Onvoltooide tijd
Dadagdagan Toekomende tijd

Het wordt pas echt leuk als lettergrepen die in werkwoorden worden gebruikt op zichzelf staand er ook een eigen betekenis op nahouden. Neem bijvoorbeeld de lettergreep ‘ba’ uit het werkwoord ‘baba‘ wat ‘naar beneden gaan’ betekent. Deze ‘ba’ wordt namelijk ook in een zin gebruikt indien deze vragend gemaakt moet worden. En in het werkwoord ‘baba‘ wordt dit ‘bababa’ als het om de toekomende tijd gaat.

Bababa ba?

Snap jij um nog?

By tinusicket | September 1, 2009 - 3:59 pm - Posted in Nederlands, Retourtje naar hier en terug, Scherpe Blik

Aangekomen bij één van de vele stoplichten op mijn route naar mijn werk hield mijn stalen ros stil naast een jonge dame (nog geen 6 of 7) op haar fietsje. Haar roze met rode fietsje was behangen met vanalles wat een jonge dame van haar jeugdige leeftijd binnen haar jeugdige fantasiewereld moest houden. Haar leeftijd en deze jeugdige geest in gedachten gehouden gaf mij daarom alle reden om mij zorgen te maken over deze wel erg ondernemende poging er zo alleen op uit te gaan in de grote mensenwereld.

Tijd om haar aan te spreken kreeg helaas ik niet direct. De bewegingen in het verkeer zijn soms sneller dan je zelf in staat bent om ergens op te kunnen reageren.
Blijkbaar stond de jonge dame al een tijdje voor het stoplicht want ze irriteerde zich mateloos aan de gang van zaken. Het stoplicht moet al een tijd rood licht hebben aangegeven, waarmee vroege verkeersirritaties danig gevoed werden. Een keeltje opende zich waarna een woeste kreet menig talentvol operazangeres deed verbleken.

“WORD NOU GROE-HOEN!!!!”

En alsof de duvel ermee speelde: het stoplicht sprong gehoorzaam op groen zodat de enige rode kleur in de nabije omgeving het boze gezichtje van het meisje was. Deze uitdrukking maakte echter gauw plaats voor een tevreden en zelfvoldane glimlach.

Ik moest mij haasten om met het meisje mee op te fietsen. Onbewust van deze geboden bescherming escorteerde ik de kleine tovenares naar de overkant. Daarop werden we door enkele automobilisten schaapachtig aangestaard zoals je in een tekenfilm wel ziet.
Samen aangekomen aan de andere kant van dit drukke kruispunt trof ik haar moeder aan die met het zusje kwam aanfietsen. Ontsteld van dit onverantwoordelijke optreden liet ik me uit tegenover haar moeder waarom ze haar dochter zelf had laten oversteken. Na haar verklaring dat ze haar dochter vooruit had laten fietsen om iets af te geven bij een oude buurjongen was ik nog altijd niet voor reden vatbaar. Een automobilist die het had zien gebeuren stond mij bij en parkeerde zijn auto in de berm om zich ermee te bemoeien.

Naast het feit dat het natuurlijk bijzonder is hoe dit meisje haar magie heeft kunnen uitspreken over de kleur van de stoplichten, grijp ik bij het schrijven van dit artikel uiteraard ook de mogelijkheid aan mensen duidelijk te maken dat je dit je kind niet kan aandoen.
Je laat je kind op zo’n leeftijd niet zelf verantwoordelijkheden en beslissingen in het verkeer dragen.

By tinusicket | August 20, 2009 - 1:22 pm - Posted in Kakfietsen, Nederlands, Onbedoelde mening, Retourtje naar hier en terug

In navolging van het links- of rechtsomprobleem wilde ik nog even wat aandacht besteden aan voor- en meelopers.
Na het ritueel met de sofa en de pygmeeën* is er vanuit de kant van onze Retroman de vraag gesteld hoe we het ‘ongewenst meeloper effect’ oplossen. Retroman irriteert zich blijkbaar aan de mensen die naast je oplopen terwijl jij juist bezig bent deze mensen te passeren. Door het geringe verschil in snelheid tussen beide individuen blijf je een beetje naast elkaar hangen.

Persoonlijk zou ik er toch voor kiezen te gaan snelwandelen om mezelf maar zo snel mogelijk te verlossen van deze Zwaan-kleef-aan. De door BoB geopperde oplossing spreekt me overigens ook wel aan in het geval het hier om een ‘zij’ gaat. Door elkaar een handje te geven bloeit er dan misschien nog wel iets moois op.
Of je krijgt de bons of een blauw kruis … goed: oplossingen genoeg!

Waar ik mij als fanatiek fietser ook erg aan kan irriteren zijn die voorliggers. Ik wil deze eeuwenoude irritatie toch nog even aan het daglicht brengen. Toevallig had dit laatst weer mijn aandacht toen ik op het stalen ros opnieuw mijn avontuurlijke pogingen ondernam om op het werk te arriveren.

Onderweg werd mijn weg versperd door twee paar flinke hammen op een stalen prikker. Van de zadels was weinig meer te zien. Twee vrolijk giechelende dames posteerden zich voor mij op de weg en ontnamen mij alle mogelijkheid om tot de door Retroman omschreven situatie te komen. Inhalen was gewoon uitgesloten. Horen deden ze me niet. Ik doe er mijn best voor niemand te beledigen. Maar ik vraag er wel het respect voor terug dat men overige weggebruikers ook wat ruimte gunt in hun tocht van A naar B.

Dit gaat natuurlijk niet alleen op voor de mensen met wat breder uitgevallen postuur: ook bakfietsen (heb je ze weer) schamen zich er niet voor om naast elkaar te gaan fietsen en het leven van potentiële passanten zuur te maken. Aan dit rijtje ontkom ik niet aan het moeten toevoegen van de moeder die met al haar jonge eendjes op de fiets het hele fietspad inneemt, het tweetal dames met boodschappen, alle fietsers tussen de 12 en 18 jaar (standaard fietsen zij met z’n drieën naast elkaar) en opa en oma die wat meer ruimte nodig hebben.

Kort samengevat hebben we het dus over de volgende groepen:

  • De tweetallen ‘breder’ uitgevallen persoontjes. 
  • Bakfietsen en aanverwante grotere fietsvoertuigen. 
  • Moeder Gans + kroost. 
  • Mensen met uitpuilende boodschappentassen.
  • Jongeren die met meer dan 2 naast elkaar fietsen.
  • Opa en oma die de plaats op de weg vergeten zijn.

Alhoewel ik voor de laatste groep het meeste respect en geduld kan opbrengen, wil ik toch even kwijt dat ik hier soms ook wat moeite mee heb. Het is de combinatie van langzaam fietsen, ver uit elkaar fietsen en in voorkomende gevallen slechthorend zijn en daardoor mijn gebel niet horen, dat ik er maar niet langs kan komen.

Ik heb het advies gekregen mij wat asocialer op te stellen in het verkeer. Maar toch zou ik de bovengenoemde groepen het volgende advies nog graag op het hart drukken:
o Ga achter elkaar fietsen.
o Beperk het naast elkaar fietsen tot 2 personen (is ook wettelijk opgelegd).
o Denk in het gesprek met je gesprekspartner ook eens aan je omgeving.
o Dat vrouwen twee dingen tegelijk kunnen en wij mannen niet heb ik alle respect voor, maar boodschappen doen en socializen op een fiets kan gewoon niet.
o Houd je kroost bijeen. Is ook veiliger voor de kroost.
o Verbrand je bakfiets.

(* zie comments bij het artikel http://wsnoi.com/tn/?p=197#comments )

By tinusicket | August 18, 2009 - 12:55 pm - Posted in Nederlands, Onbedoelde mening, Retourtje naar hier en terug

Maak een beslissing!

Heb jij dat nou nooit, zo’n confrontatie met een tegenligger? Al lopende door de druk bezette agenda van het leven loop je over een terrein of door een gebouw op weg van A naar B. Je hoofd zit vol van de gedachtes die jouw op dat ogenblik in haar greep houden.  Zonder dat je erom had gevraagd wandel je een confrontatie tegemoet omdat een tegenligger het pad voor je verspert.
Wat nu? Hij/zij wil de tegengestelde richting op van waar jij heen wilt, maar je kunt niet door elkaar heen lopen. Zo makkelijk zit dat.

Dus wat doe je: je begint je als een duo synchroon zwemmers te gedragen zoals Wammes Waggel door een spiegel zou willen lopen. Steeds weer kom je tot de ontdekking dat als jij linksom gaat en je vermeende spiegelbeeld dit ook wilt, je tegen elkander zou op botsen. Ondertussen blijf je wel in dezelfde snelheid op elkaar aflopen, zodat dit onvermijdelijk een keer tot een botsing moet komen.

Je moet jezelf dus dwingen een andere keuze te maken dan je tegenligger. Als hij besluit linksom langs je willen lopen, kun jij niet ook over die route je weg vervolgen. Je zult immers een aanvaring krijgen!

Vreemd genoeg zul je toch allebei dezelfde keuze moeten gaan maken. Wat voor jou rechts is is voor je tegenligger juist links. Dus als jij rechtsom wilt, dan zal je tegenligger ook rechtsom moeten. Godzijdank bestaan hier regels voor in het verkeer, dus waarom niet onder de voetgangers?

Er zullen voorbeelden te over zijn waarin de aanvaring zo op z’n eigen manier aangenaam is gebleken. Een man botst op een vrouw, verontschuldigt zich en speelt de gentleman. De vrouw raakt ervan gecharmeerd en tien jaar later zitten ze samen op de sofa met 10 kinderen. Zo kan het natuurlijk ook lopen.
Zo liep ik een jaar of 10 geleden in Amsterdam voor het station in de richting van het station en botste uiteindelijk tegen een vrouwelijke tegenligger die net als ik geen keuze kon maken. Na haar te hebben helpen opstaan (of was het nou andersom?) ging het heel even fonkelen in haar ogen, maar een ongeduldige ringtone in haar tas verbrak de kans op enig romance en ze wuifde me beleefd gedag.
Het kwam vast door mijn Peter Parker-(on)handigheid … maar ik zit nu ook en nog steeds gelukkig getrouwd op de sofa maar dan met een andere vrouw. Alleen die 10 kinderen willen nog niet zo opschieten.

Kortom: het kan best leuk aflopen om in botsing te komen met een tegenligger als je geen van beide het initiatief neemt bij één richting te blijven. En het kan ook best leuke anekdotes opleveren. Maar mijn ervaring leert dat de meeste van dit soort botsingen tot minder plezierige ervaringen leidt.

Daarom mijn devies: de plaats op de weg is rechts. Mits je niet in Engeland bent, gaan we voortaan allemaal rechts om elkaar heen.

By tinusicket | August 8, 2009 - 6:40 pm - Posted in Mabuhay, Nederlands, Retourtje naar hier en terug

Grote kans dat je je nu net zo voelt als toen ik voor het eerst in de Filippijnen was geland en op deze manier werd aangesproken. Hoezo “Hey Joe!” ? Wat is er mis met “Hello Sir!” ? Denk je me te kennen? Lijk ik op een vriend van je die zo heet?
Nee, hier was iets heel anders aan de hand. De Filippijnen is voor iets meer dan 100 jaar in Amerikaanse handen geweest. Als gevolg van die bezetting worden blanke buitenlanders al gauw voor Joe uitgemaakt. Het is niet per se noodzakelijk dat je eruit ziet als een Amerikaan. Ruik je als een toerist die weleens een tiet geld op zak zou kunnen hebben, dan wordt er aanvankelijk een hoop voor je gedaan. Daar kom je tussen de taxichauffeurs op het vliegveld al gauw achter.

Vers geland op Filippijnse bodem zul je net als op andere vliegvelden even moeten wachten op je bagage. Zat jouw tas er tussen? Dan zul je jezelf door de douane moeten wurmen. Je moet even verklaren dat je geen witte substantie per ongeluk in je koffer hebt meegevoerd, omdat je anders de DEATH PENALTY krijgt toebedeeld.
Dat klinkt allemaal erg zwaar, maar als jou niet het ongelukkige toeval heeft getroffen dat iemand wat in je koffer heeft gestopt of je dit zelf hebt gedaan, valt het allemaal reuze mee.

Eenmaal voorbij die douane moet je op Ninoy Aquino International Airport (NAIA) door een waaiervorming tunnelsysteem naar buiten lopen om het vliegveld te kunnen verlaten. Daar waar tunnel ophoudt, sta je plotseling buiten en ligt er een zebrapad voor je die een kruisende weg in tweeën deelt.
Om je heen staan allemaal taxi’s langs die kant van de weg. Aan de overkant van het zebrapad wordt het zicht ontnomen door een muur met een poort die bewaakt wordt door militairen. De poort is deels afgedekt. Door de stangen van de poort is een groep mensen te zien die ogenschijnlijk op mijn kant van het zebrapad hopen hun Messias te zien verschijnen.
In een flits zie ik de reactie van de fans die na het eerste optreden van de Jackson 5ive destijds hun idolen wilden bestormen. Voor Michael en zijn broers liep dat toen bijna fataal af.

“Hey Joe!” hoor ik naast mij geroepen worden. Een taxibestuurder komt op mij af en herhaalt: “Hey Joe!”. Hij biedt met een gebaar met zijn armen aan om mijn reistassen aan te nemen. Voor ik überhaupt de kans krijg te reageren of het me te realiseren pakt hij mijn tassen al vast.
In een oogwenk zie ik mijn vriendin, waarvoor ik naar de Filippijnen ben gekomen om haar voor de eerste maal te ontmoeten. Ze staat als een sardientje rechtop tussen de mensenmassa achter het hek. Ze zwaait naar me en gebiedt mij naar haar toe te komen. Het lijkt even alsof de wereld stil staat en ik niets hoor behalve haar geluidsloze vraag naar haar toe te komen. Mijn wereld bestaat op dat moment alleen uit de aandacht tussen haar en mij.
Ik ontwaak uit een trance zodra ik merk dat mijn tassen zijn verplaatst tot naast een taxi. Ik schrik van dat besef en spoed mij naar de taxichauffeur. We bekvechten om mijn spullen. Hij probeert verontschuldigend op me over te komen en tracht me te overtuigen dat hij mij alleen wil helpen met het taxiritje. Helaas voor hem, was ik door mijn vriendin al geïnformeerd over deze beruchte taxiritjes. Dus ik bedank.
Met veel pijn en moeite probeer ik mij en mijn spullen los te wringen uit zijn handen en wil de straat oversteken. Daarop ontvang ik een strenge blik van een militair die de overgang bewaakt: “Schipper mag ik overvaren, ja of nee?” Zijn afkeurende blik moet iets betekent hebben als: “als je oversteekt zet ik je op water en brood”. Maar dat laatste zal wel rijst geworden zijn.
Even twijfel ik. Mijn blik wisselt tussen mijn smachtende vriendin en de afkeurende ogen van de militair. Nou weet ik natuurlijk allang dat de Filippijnen als corrupt land bekend staat. Maar moet ik hier de conclusie uit trekken dat ik de nor in ga als ik geen taxi neem? Het moet niet gekker worden.

Uiteindelijk steek ik op hoop van zegen het zebrapad toch maar over. Zo hard heb ik bepakt met reistassen nog nimmer een weg overgestoken. Het hek wordt gelukkig (met een zuinige marge) geopend zodat mijn vriendin mij mag begroeten.
Omkijken doe ik niet meer. Ik loop zo vlot als ik kan met haar mee en verdwijn van dat enge toneel.

By tinusicket | July 8, 2009 - 12:00 pm - Posted in Mabuhay, Nederlands, Retourtje naar hier en terug

Mijn vrouw is een Filippijnse migrant.

Aangezien het wel wenselijk is dat je Nederlands spreekt en wat van onze cultuur en regeltjes begrijpt, heeft zij dus ook een inburgeringcursus gedaan. En nog elke dag leert ze nieuwe Nederlandse woordjes en uitdrukkingen bij. Ze doet aardig haar best en spreekt inmiddels beter Nederlands dan ze zelf zou durven toegeven.

Het communiceren met een Nederlands lerende immigrant levert doorgaans bijzonder vermakelijke situaties op. Neem bijvoorbeeld onze G-uitspraak. Dat is geen ‘G’ zoals in “Give me my money George”. Daarin klinkt de eerste ‘G’ als een kakelverse ‘K’. De tweede ‘G’ heeft een zacht Djarleeling smaakje. En de laatste ‘G’ neigt in klank als de “shhhhst!” van “houd je mond!”.
Als wij deze letter gebruiken dan klinkt het heel anders. We worden er door menig buitenlander namelijk van verdacht dat we even ons keel aan het schrapen zijn als we die uitspraak hanteren. Onze ‘G’ klinkt als een vette rochel.
“Gggghrlg!”

Mijn vrouw heeft daar dus ook moeite mee, maar schroomt niet het te proberen. De eerste paar malen echter dat ze deze letter – soms vermomd als ‘CH’ – moest hanteren, kwam het er bijzonder lachwekkend uit. Zij vindt onze ‘G’ daarom ronduit belakkelijk.

By tinusicket | July 5, 2009 - 11:58 am - Posted in Duimzuigerij, Mabuhay, Nederlands, Retourtje naar hier en terug, Scherpe Blik

“Noh, dat doet mien Berta ook”, denkt menig Nederlands boer wellicht zodra ik hem zou vertellen dat ik galopperende koeien heb gezien. Een ander zou me vast verslijten voor iemand die ook geregeld roze olifantjes ziet vliegen.
Beide zal ik zonder blikken of blozen toegeven – Dombo is immers nog altijd één van mijn favoriete Disney films – en ja, ik heb echt galopperende koeien gezien, in de Filippijnen wel te verstaan. En wat nog meer is; deze koeien hadden geen grammetje vet. Oké, dat is wellicht wat al te overdreven, maar in vergelijking tot onze Melkunie tantes, zouden deze dames de catwalk, pardon cowwalk, niet misstaan.
We hebben het hier over de ‘carabao’, een aan de koe verwant subsoort van de waterbuffel. De carabao is een vreedzame volslank herbivoor met een breed gestel. Ze worden onder meer in de Filippijnen ingezet om, net als in ons kikkerlandje, gras te grazen en melk en vlees te produceren. Niets bijzonders aan eigenlijk, zou je zeggen. De enige duidelijke tegenstelling die ze wel hebben met de Nederlandse bruine of wit met zwarte vlekken-koe is dat ze daar ook als trekdier worden ingezet.

Toch, ik kan er niets aan doen, maar luie kortzichtige Nederlander dat ik ben, past galopperen niet in het beeld wat ik van een koe heb. Zo’n vreedzaam beest hoort gewoon op z’n dooie gemakje naar je toe te komen slenteren als je aan het hek staat om het te willen aaien. Dan hoort ze, voor de derde keer herkauwend op een hap gras, jou aan te staren met die ogen van: ‘wat moet je joh?’
Dat is althans mijn beeld van iedere gemiddelde luie Nederlandse koe. En niet zo’n ADHD melkfabriek die als een loopse teef achter je aan komt hollen.

Je begrijpt, ik ben nog altijd aan het bijkomen van die cultuurshock die ik in het Filippijnse grasland heb opgedaan. Echt, het is om spontaan yoghurt van te krijgen!

By gsorsnoi | July 3, 2009 - 12:33 pm - Posted in Nederlands, Onbedoelde mening, Retourtje naar hier en terug

Nu ik met mijn gezinnetje net lekker dacht ingekickt te zijn in ons nieuwe stulpje, bleken we uit het internet en andere moderne communicatie gekickt te zijn. Na onze verhuizing bleek de verhuisservice van één of ander duister postbedrijf verzuimd te hebben onze wijzigingen ook aan onze provider door te geven. Nu zitten we dus tot 15 juli zonder radio, televisie, telefoon en internet. Lekker dan!

Omdat wij onze gegevens ondergebracht hebben bij een hele berg organisaties meende ik hiervoor een verhuisservice te kunnen aanspreken die wel eventjes aan al deze bedrijven zou aanschrijven met ons nieuwe adres. Dat had deze luie Nederlander dus wat te gemakkelijk ingeschat.
Nog niet eens een vijfde van de opgegeven contacten werd door dit postbedrijf op de hoogte gesteld. Vast een misvatting van mij. Bij een volgende verhuizing, geef ik het liever allemaal zelf door.

Afijn, mijn vakantie start dit weekend, dus word ik hiermee nu verplicht mijn lijkbleke IT-huidje aan de zon aan te bieden. Gelukkig is dat niet zo’n verschrikkelijk straf als het misschien lijkt. Nu we een tuintje jungle hebben die wat onderhoud verdient en een nieuwe omgeving hebben om te verkennen, kan ik mijn tijd buiten de deur goed besteden. Hier en daar moet er wat onkruid uitgekickt worden en met een beetje fietsen door de duinen kan ik lekker van het computeren afkicken.

Nu moet alleen het weer nog even mee zitten, want het begint een beetje te rommelen in de lucht.

Kortom: tot 15 juli hebben we wat artikelen klaargezet die op gezette tijden gepubliceerd zullen worden. Mocht je daarom je reacties op deze posts niet gelijk terug zien op de website, dan kan het zijn dat ze nog even gemodereerd moeten worden. Dit zal ik na 14 juli pas weer kunnen doen.

Allen die er nog gebruik van moge maken: fijne vakanties!

By tinusicket | May 1, 2009 - 5:37 pm - Posted in Nederlands, Retourtje naar hier en terug

Nog niet zo bijster lang geleden was ik weer eens een paar dagen achtereen op station Utrecht. Mijn reisdoel was studie en ik had een overstaptijd van ruim 10 minuten. Wie weleens op station Utrecht en Hoog Catharijne is geweest heeft waarschijnlijk een levende voorstelling bij wat ik ga vertellen. Ook zul je begrijpen waarom uitstappen op één van de hogere perronnummers en binnen 5 minuten overstappen op een buslijn die helemaal achterop het busseneiland ligt, praktisch geen haalbare kaart is.
Dit overkwam mij natuurlijk ook, zodat je vanzelf elke dag weer tot de conclusie komt: hoe ga ik vandaag mijn tijd weer vullen?
– Buiten wachten op de bus is geen pretje. Valt af.
– Een beetje shoppen in de winkels is één of twee dagen leuk. Valt bij de derde dag ook af.
Dan maar een beetje rondwandelen of het achterste neerlaten op één van de schaarse lege bankjes om een gratis dagblad open te vouwen.

Toch komt er van het tot mij nemen van de inhoud van zo’n dagblad in mijn geval maar weinig. Ik concentreer mij liever op de serene rust van de stationsbevolking. Met die smalle billen van mij heb ik een flink idee hoe een knakworst zich op brood moet voelen. Ineens dringt het allemaal tot mij door.
Wat kan het soms een genot zijn om te zien hoe mensen zich bewegen door zo’n constructie als het centraal station van Utrecht. Golvend zie je de mensenmassa’s aan je voorbij stromen alsof je tuurt naar open zee. Zoals ik ook zo kan genieten van het geluid van een windmolen of het tikken van de regen van Rob de Nijs, zo geniet ik ook hiervan.
De overstaptijd mag wat mij betreft nog wel even duren. Wat een verscheidenheid aan mensen loopt er dagelijks aan je voorbij. Normaal sta je er niet bij stil, omdat wij erom bekend staan zo met onszelf bezig te zijn.
Maar vind je het dan niet knap hoe die jongedame met haar koffers aan één hand al rennende al dat patat in dat volle bakje weet te balanceren zonder er ook maar één te verliezen?  En die oudere dame daar die erbij staat alsof ze wacht op haar reisgenootje om eens fijn naar Keukenhof te gaan.  Ze ademt deze valse ‘rust’ op eenzelfde manier in als ik dat nu doe. Verderop een jonge knul van een jaar of 7: hij heeft de grootste moeite de hand van zijn moeder vast te houden terwijl zij zich de Albert Heijn in wurmt. En dan die kuddes van mensen die de roltrap bijna doen bezwijken van het gewicht bij iedere 3 seconden nadat er een trein is gearriveerd.

Wat ik ook zo prachtig vind is dat het allemaal lijkt alsof het afgesproken werk is. Is het jou nooit opgevallen hoe achterlijk druk het is op zo’n (rol)trap als jij daar naar beneden wil om je trein te halen? Waarom? Waarom is het uitgerekend op dat moment zo druk op de trap?

Ik sta op en probeer geen brokken te maken zodra ik mij in de stroming voeg om mij langzaam te laten meeslepen van hier naar daar.