Mijn vrouw is een Filippijnse migrant.
Aangezien het wel wenselijk is dat je Nederlands spreekt en wat van onze cultuur en regeltjes begrijpt, heeft zij dus ook een inburgeringcursus gedaan. En nog elke dag leert ze nieuwe Nederlandse woordjes en uitdrukkingen bij. Ze doet aardig haar best en spreekt inmiddels beter Nederlands dan ze zelf zou durven toegeven.
Het communiceren met een Nederlands lerende immigrant levert doorgaans bijzonder vermakelijke situaties op. Neem bijvoorbeeld onze G-uitspraak. Dat is geen ‘G’ zoals in “Give me my money George”. Daarin klinkt de eerste ‘G’ als een kakelverse ‘K’. De tweede ‘G’ heeft een zacht Djarleeling smaakje. En de laatste ‘G’ neigt in klank als de “shhhhst!” van “houd je mond!”.
Als wij deze letter gebruiken dan klinkt het heel anders. We worden er door menig buitenlander namelijk van verdacht dat we even ons keel aan het schrapen zijn als we die uitspraak hanteren. Onze ‘G’ klinkt als een vette rochel.
“Gggghrlg!”
Mijn vrouw heeft daar dus ook moeite mee, maar schroomt niet het te proberen. De eerste paar malen echter dat ze deze letter – soms vermomd als ‘CH’ – moest hanteren, kwam het er bijzonder lachwekkend uit. Zij vindt onze ‘G’ daarom ronduit belakkelijk.
This entry was posted on Wednesday, July 8th, 2009 at 12:00 and is filed under Mabuhay, Nederlands, Retourtje naar hier en terug. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.
Blij dat ze dan met jou getrouwd is Tinus Icket … en niet met Ksorsnoi!