Karel Riemelneel liep tijdens zijn vakantie in New York langs een restaurant toen hij er iemand hoorde schreeuwen:
“Nee John! Niet schieten!”
Hij rende naar binnen en zag een dokter, een advocaat een melkman en op de vloer een dode jongen (*).
Karel liep direct naar de melkman en arresteerde deze.
Hij had niet gezien wie er had geschoten en er was ook geen direct duidelijk spoor dat één persoon als de moordenaar aanwees.
Er had ook nog niemand de kans gehad de inspecteur te verwittigen wie volgens diegene de dader moest zijn geweest.
Toch was het voor Karel klip en klaar wie het wapen had gehanteerd en er de jongen mee had neergeschoten.
Dus hoe wist Karel dat de melkman de moordenaar was?
( * = Even aangenomen dat Karel aan het uiterlijk van deze mensen kan zien welke functie zij in het dagelijks leven bekleden.)