By achmedlien | November 8, 2010 - 7:43 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Gekalibreerde Gedrochten, Nederlands

image by Photogravy, edited by Gsorsnoi

Bijna anderhalve meter water spoelt een favoriete opnamelocatie binnen van een bekende Nederlandse soap. Het dorpje Oud Velsen is in het verleden menigmaal geplaagd door water en heeft zelfs grond moeten afstaan aan het Noordzeekanaal. Zout water stroomt door de kleinste steegjes en neemt alles mee in haar beweging. De set van Nederlands langstlopende soap blijft niet gespaard. De toren van de Engelmunduskerk beeft in het natte geweld en heeft ook te verduren onder het gebulder dat door de straten trekt. De al oude huizen verliezen de grip op hun fundering en worden door een onbekende kracht opzij gedrukt. De smalle straten van dit karakteristieke dorp verdwijnen wanneer de huizen tot elkaar worden geperst. Meerdere inwoners, acht acteurs en een handjevol crewleden die al vroeg op de set aanwezig waren laten het leven onder dit bovennatuurlijke geweld.

Nauwelijks vijftien minuten later wordt een ander klein plaatsje in Noord Holland gehuld in een zwarte schaduw. Oud Velsen bestaat inmiddels niet meer. Inwoners van het langgerekte maar nietige dorpje Assendelft zien de lucht betrekken en het ochtendlicht verdwijnen.  Er wordt weleens gegrapt dat Assendelft maar één straat heeft en daarmee slechts een veeg huizen op de landkaart vormt. Die mensen die op dit vroege uur al op de straatstenen staan van het iets meer dan één straat tellende en altijd zo vredige dorp,  zien een kolossale schim op zich neerdalen. Als ware het de scènes uit een nieuwe film van Independence Day zo zien zij zichzelf verpletterd worden onder een horizonvullende massa van onbekende samenstelling. Cartografen kunnen Assendelft voortaan uit hun schetsen verwijderen nu zij als half gedroogde verf uit de weilanden de lucht in getrokken is.

Niet veel ten zuiden van deze plaatselijke horror zou suiker gekristalliseerd zijn geworden, had de suiker fabriek van Halfweg nog in gebruik geweest. Een Boeing 747 valt zo’n honderd vijftig meter boven de grond in stukken uit elkaar en trekt in haar val een paar wagons mee van een voorbij sprintende intercity om zich uiteindelijk in de kantoorruimtes te boren van wat eens de suikersilo’s moesten voorstellen. En onderweg van Amsterdam naar IJmuiden boort een draagvleugelboot zich in een massa vlees en verpulvert volledig.

Op spoor 8 van station Sloterdijk razen even later vijf van de overgebleven wagons voorbij. Tot stoppen is deze trein niet meer in staat, zodat deze brandende massa metaal in haar vaart een handjevol wachtende passagiers van de perrons rukt en achter zich in halfverkoolde toestand op de harde rails te pletter smijt.

In de stationshal is een ander drama gaande. Vanuit Malta komt een 185 meter lang bulkschip binnen met op de zwartblauwe romp de letters ‘AYSE AKSOY’. Hij had eigenlijk de Bosporushaven van Amsterdam binnen moeten varen, maar maakt daarvoor in de plaats een paksoi-pitstop in de stationshal. De letters aan de gevel worden met de sponningen en flink veel glaswerk in de ontvangstruimte gesmeten. De neus van dit van oorsprong Japanse schip kiest de Kiosk als haar eerste prooi en boort deze in tweeën.  Gele borden die daarnaast en daarachter tot op dit moment dienst moesten doen om passagiers naar de sporen en hun bestemming te wijzen knakten als broze stokjes onder het gigantische geweld.

Passagiers afkomstig uit de richting van het Amstelstation huilen en smeken voor hun leven wanneer tramlijn 12 ze af wil zetten op het Orlyplein nabij het station. De trambestuurder houdt even voor de plaats waar hij moet stoppen halt en tracht zijn bestuurscabine te ontvluchten. Hij wordt echter doodgedrukt door de passagiers die hij vervoerde en op hetzelfde idee waren gekomen.

Boven de deels vernietigde kantoren van dit westelijk deel van Amsterdam en langs de inmiddels ontstane vuurzee uit de stationshal torent het geweldige lijf van een octopusachtig wezen. Het is de mythologische Kraak die net vanmorgen in de Noordzee is wakker geworden met een verschrikkelijk ochtend humeur.
En hij haat maandagen!

By kornelisoflook | November 4, 2010 - 11:31 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Droomverhalen, Duimzuigerij, Galbakkerij, Nederlands

Badend in het zweet balanceer ik tussen een fantoomwereld en de werkelijkheid. Man wat heb ik het koud. Behalve mijn nek dan. Die is loeiheet aan de linkerkant. En dat is ie al sinds zondagavond. Ondertussen moet ik pissen als een rund, maar dat kan ik niet. Mijn blaas is leeg en toch is daar het constante gevoel van druk. Zelfs al had ik gekund, dan nog zou ik het niet eens gedurfd hebben. De overloop baadt in een onwerkelijk schijnsel en verlicht een arm die uit het trapgat hangt. Dit trapgat is in werkelijkheid een gesloten luik dat een vlizotrap herbergt. Zou het open staan dan keek ik nu naar de achterzijde van het opengeklapte luik. Maar ik zie het en het is allemaal heel echt. Wat echter nog echter is … Is dat de deur van onze slaapkamer potdicht is.
Mijn buik lijkt vast in een mangel en maakt het geluid van pruttelende erwtensoep. Het is ergens tussen drie uur ‘s nachts en het einde van de wereld. Door de wild dansende witte vitrage heb ik uitzicht op het stormachtige water wat buiten deint onder een geweldige wind. Het is een zee van kots en het bliksemt hevig boven de brokjes.
Naast mijn bed staat een emmer met mijn maaginhoud waar ik al een week naar staar.

Uit mijn rechteroor steekt een bovenmaatse stemvork waarvan het gevorkte deel zich achter mijn oorschelp door mijn kaak heeft geboord. Aan het uiteinde ervan staat Super Mario buiten mijn hoofd met een kleine hamer er flinke klappen op uit te delen. De trilling wordt zo overgebracht van het uiteinde naar het binnenste van mijn hoofd en laat mij zuur genieten van een verse scheut hoofdpijn.

Het is allemaal even echt als de kans dat de politieke beloftes zullen worden waargemaakt, maar ik zie het.

Ik ben geen naaktslaper, maar sluit ik mijn ogen dan zak ik naakt, graatmager en halfdood weg in een wereld tussen Dalí en King. Op een koude boomstam tracht mijn lichaam balans te vinden die mij alleen maar meer misselijk maakt. Mijn wereld draait en zo doet het landschap waarin ik mij begeef. Aan een dode kale boom leunt de Scherpschutter met op zijn schouder een zwarte raaf. Nee, het is niet de man die naar mij lacht, maar de raaf die naar me grijnst.
Het landschap draait iets bij en toont mij een jaknikker die driftig bezig is de laatste fossiele brandstoffen op te halen. Van de lucht van de olie wordt ik zo mogelijk nog misselijker en voel mijn ingewanden samenknijpen. In mijn buik knijpen plots twee vogelpoten en trekken mijn darmen naar buiten.

Open ik mijn ogen dan tolt mijn wereld en is deze zo zwart als de ruwe olie. Het is mijn nacht.

Naast mij ligt mijn pluizige jonge kat. Ze geniet volop als ze haar kleine pootjes in mijn buikstreek plaatst en sensatie haalt uit de massage die ze erop uitoefent.
Ze heeft geen benul wat ze mij eigenlijk aandoet.

In mijn voortdurende gevecht om de regie in mijn fantasie doe ik een wanhopige poging mijn waanvoorstellingen uit te bannen. Waar mijn levendige fantasie mij overdag boven mezelf doet uitstijgen en mij dikwijls in mijn voordeel werkt, speelt het mij parten in de nacht en houdt mij uit mijn slaap. Ben ik ziek dan is een levendige fantasie een heuse foltering.

image by Gsorsnoi, edited with Daz3d and Photoshop

“Was hij hier nog wel veilig?” was de gedachte die de ninja door het hoofd schoot toen hij de pad met zich had meegenomen naar zijn schuilplaats. Ze trokken zich terug in een verlaten controlepost waar nog niet zo heel lang geleden de sluisdeuren van een stortbak nog geregeld werden. Deze plek bood de mogelijkheid om via twee trappen terug naar de oppervlakte te komen. Tussen de controlepost en de tweede trap die aan de andere kant van de afvalstroom gelegen was lag een brug. Andere uitwegen konden worden gevonden door de stroom van het riool te volgen langs de paden die aan weerzijde van de rivier van derrie lagen. Tenslotte was er nog een tunnel te vinden achter de controlepost die bereikt kon worden door twee grote vergrendelde deuren.

Deze uitvalsbasis gaf ons nieuwe duo de gelegenheid om even op adem te komen van het gevecht wat zij zojuist hadden doorstaan. Een gevecht wat hier nog niet eens zo heel ver vandaan had plaats gevonden. Reden te meer voor de ninja om zich zorgen te gaan maken over zijn eigen veiligheid. De padden waren nu dus ook al ondergronds te vinden.
Hij had in het riool een tijdelijk onderkomen gevonden om te schuilen voor de horror die zich boven hem had afgespeeld. Daar was niemand meer in de metropool Gohes City die hij als de zijne herkende. Iedereen die hij had gekend was dood of getransformeerd.

De genocide die er in de afgelopen week plaats vond heeft in een rap tempo toegeslagen. Hoeveel normale mensen waren er nog over? En was er überhaupt nog wel iemand over behalve hijzelf? Hij was eigenlijk wel gek dat hij uitgerekend een pad in vertrouwen had genomen en toe had gelaten in zijn laatste toevluchtsoord. Het was zijn ras dat die van hemzelf had uitgemoord. En anders waren het wel de tot zombies getransformeerde mensen die hun ten prooi waren gevallen. Maar ook zij waren in die toestand geraakt door die wrattige blauwe wezens.
De padden kropen in de navels, deden daar hun ding, kropen eruit en lieten de mens als ogenschijnlijk levenloze wezens achter. Maar het duurde geen vijf minuten of ze stonden op en doolden rond als moordzuchtige karakters zoals je ze wel kent uit Michael Jackson’s Thriller.

Hoe ver de ninja zich ondertussen van het centrum van Gohes City had verwijderd wist hij niet. Hij was nu al een paar dagen bezig zich dit doolhof eigen te maken en probeerde er aan voedsel te komen. Het was interessanter om te weten hoe ver het nog was om aan buitenwijken van deze metropool te geraken. Vier dagen reizen door dit indrukwekkende riolencomplex zou het zeker nog kosten. Maar was hij er dan zeker van dat hij geen padden zou aantreffen als hij daar weer als een mol boven zou komen? En was alleen Gohes City geïnfecteerd met deze moordzuchtige paddenplaag of waren de steden in de buurt ook besmet?
Wilde hij daar achter komen dan zou hij spoedig een plan moeten bedenken om zich uit dit gebied te verwijderen. De confrontatie waar hij onlangs met de kleine bruine pad mee in aanraking was gekomen had hier de urgentie wel toe verhoogd. Want het laatste wat hij zou moeten willen is vanuit zijn schuilplaats naar boven te vluchten voor padden die in het riool naar hem op zoek zouden gaan.

De stroom van padden bewogen als één orgaan door de stad boven hem. Hongerig op zoek naar onbetaste navels. Dus zouden zij letterlijk lucht krijgen van de aanwezigheid van menselijk leven, dan trokken zij als één compleet organisme naar hun prooi. Hun aantal moet inmiddels zijn uitgegroeid tot miljoenen. Net een sprinkhanenplaag, maar dan anders. Die alles opvreten wat ze op hun weg zouden tegenkomen. Net zo lang tot er niets meer over blijft om op te eten. Dan is het vervolgens net als met vampieren: wat zullen zij eten als ze de laatste mensen hebben uitgezogen? Elkaar opeten is er dan niet bij.
Het enige verschil wat dit maakt met de mens, is dat de mens nog in staat zal zijn haar eigen soort als maaltijd te gebruiken. Padden, zombies en vampieren hebben die optie niet.

De wetenschap dat ze hun weg hadden gevonden in de afvoer van deze grote stad was werkelijk huiveringwekkend. Zouden er meer mensen naar hier gevlucht zijn dan zouden zij ook spoedig gevonden worden. Net als hijzelf. Tot zover had hij het duidelijk dat hij hier niet lang meer veilig zou zijn.

Zo´n controlepost zoals hij hier had ontdekt was dan even ideaal, maar hij zou het spoedig weer vaarwel moeten zeggen. Zestig of negentig padden in één gevecht afslachten had hij deze week al wel vaker gedaan. Toch zou één onbewaakt ogenblik de vernietigende slag voor hem geweest kunnen zijn.
Die bewuste nacht dat hij het samuraizwaard in het museum vond bijvoorbeeld. Dat was op de tweede etage van het Gohes City Museum. Via een loopbrug zou hij hebben kunnen vluchten over het atrium en door het grote venster. Alleen één aanval vanuit het dak zag hij toen niet aankomen. Zo raakte hij bedolven onder de padden die dadelijk als een stel hongerige termieten een weg zochten naar zijn navel. Wat moet het toch verschrikkelijk zijn geweest voor al die mensen die er niet uit hebben kunnen ontsnappen!
Als een geluk bij een ongeluk brak toen de loopbrug onder het gewicht van de amfibieën en heeft hij gewoon de voordeur moeten gebruiken om weer buiten te komen. Ternauwernood kon hij toen een stiekeme navelpad uit onder zijn shirt vandaan trekken en wegsmijten. Filmisch spreidde hij zijn armen en balden zijn vuisten. In één hand … het samuraizwaard. Zijn gespierde borstkast stak door zijn shirt die nat was van het zweet.
Met een oerkreet in deze nacht maakte de ninja duidelijk dat deze strijd nog niet was gestreden.

Maar hij moest reëel zijn.
Vannacht zou hij vluchten. Met of zonder de kleine bruine pad. Hier begonnen zijn kansen om het gevecht te winnen in rap tempo af te nemen. Het maakte toch niet veel uit hoeveel padden hij zou doden. Ze kwamen toch weer als paddenstoelen terug!
De weg door het riool was nog lang. Spoedig zou hij op pad gaan. Maar nu eerst even een paar uur met één oog dicht energie opdoen.

Waar is Gsorsnoi als je Hem nodig hebt?

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: De vuurpad
Volgend hoofdstuk: TMNT

By achmedlien | October 21, 2010 - 7:24 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Nederlands

Op een dag toen ik aan het contamineren was in mijn slaapkamer, viel er een gigantisch theezakje door het dak. Ik schrok mij vierkant een ongeluk.
Hij sprong onmiddellijk op de hometrainer en gooide de nagelknipper omver. Daarna rende hij de deur uit naar het toilet in de tuin en sprong via een heggenschaar op de sofa. Toen gooide hij een leeg glas wijn van de koffietafel en kleurde er mijn pas geboende vloer mee. Nadat ik het theezakje eenentwintig minuten achterna jaagde door het huis kon ik hem eindelijk vangen en buiten terug in zijn hondenhok zetten.

De deugniet! Hij klom toch gewoon weer snel in de dichtstbijzijnde meetlat.

Ik liet hem nu zijn gang maar gaan en liep terug door de biljartkamer naar het voorportaal. Daar pakte ik een bord uit het zolderraam en vulde deze met wat donder en bliksem. Met beide armen leunde ik over de kapstok en genoot van mijn hoofdpijn.

Langzaam begonnen mijn wangen weer een beetje kleur te krijgen. Was het niet door het bloed dat weer naar mijn gezicht stroomde, dan kwam het wel door de Earl Grey die tegen mijn voorhoofd plakte. In mijn handen had ik een soepkom met wat babypoeder en vroeg me af wat ik daarmee van plan was.
Eén blik op de ravage in de keuken en de woonkamer zei mij genoeg:
Ik was vannacht weer eens ontvoerd door aliëns!

image by Gsorsnoi, edited with DAZ3d and Photoshop

Na anderhalve draai stopte de ninja de tollende beweging en zette zich met enige druk af in de schouder van de grote onthoofde pad. Zo kon hij optimaal van de bewegingskrachten gebruikmaken. Hij dook richting de pad die eerder vuur had gespuwd en alweer bezig was zich op een volgende aanval voor te bereiden. Deze aanval kwam ook, maar niet voordat de ninja met de Reuze Navelpad hem om de nek sprongen en de koers van de vuurbal daarmee veranderde. De ninja had zijn gewicht vooral – en opnieuw – op de schouder van de blauwe pad gemunt, zodat hij hem niet zou strotten. Hiermee stelde hij zichzelf in staat om de uitgebraakte vuurbal richting het paddenpubliek te sturen. Had hij zuiver en alleen aan zijn schouder getrokken dan had de vuurkogel eerder naar het plafond van de rioolbuis afgevuurd geworden. De enige manier om dan nog te kunnen profiteren van het uitgebraakte projectiel, was door genoeg gewicht op die schouder uit de oefenen zodat de blauwe pad uit balans en op de grond werd gesmeten.
Enig bijkomend nadeel had dit wel: de ninja en de Reuze Navelpad zouden ook tussen de andere padden op het plaveisel van het rioolstroom belanden.

De actie had een vuurzee tot gevolg. Het moment dat de vuurbal zich door de padden boorde, stak het de ene na de andere blauwe pad in brand. In gekrijs van helse pijn en verstikking deed één van de getroffen padden een stap naar achteren en wankelde zodoende tegen een andere pad aan. Evenals de eerste was ook hij niet tegen de ontstane vlammen bestand en werd er eveneens mee in lichterlaaie gezet. Naarstig trachtte hij de armen van zijn ongenode gast nog van zich af te stoten, maar hij was reeds te laat. Op eenzelfde wijze staken meerdere van deze padden elkaar zo aan en voedde de paniek in de uitbreidende brand. Het was een bekende zwakke plek die de ninja al meer dan eens eerder had benut. De moeilijkheid zat hem er in het juiste moment te kiezen om één van die vuurspuwers te betrappen op het voorbereiden van zo’n aanval om zo hun eigen wapens tegen hen te gebruiken. De vlammen doofden op een goed moment vanzelf weer uit, maar het was voldoende om een algehele wanorde te organiseren.

Gecompliceerder was het kiezen van de vervolgactie nu hij op de grond was beland te midden van een grote verzameling padden die niets liever wilden dan massaal in zijn navel te kruipen. Hier op deze plaats terecht komen was zoiets als een stuk vlees te midden van een stel hongerige leeuwen werpen. En dan zelf dat stuk vlees zijn.

Een massaslachting bleef niet uit. Hij had dit natuurlijk voorzien, dwong de pad schuil te zoeken achter hem en begon om zich heen te maaien met zijn samuraizwaard. Zo kon hij de eerste aanvallen van hongerige padden van zich afslaan, maar ging dit op deze manier niet lang volhouden. Daarnaast had hij nu als handicap de Reuze Navelpad in bescherming te moeten nemen. Die trachtte beschutting te achter hem zoeken, zoals hem al was opgedragen, en deed dat door zijn armpjes om de middel van zijn nieuwe vriend te slaan. Hij kneep zijn ogen samen en hoopte maar dat deze nachtmerrie gauw voorbij was.

Nu de vuurspuwende pad die ze eerder hadden neergehaald ook weer bij zijn positieven begon te komen, begon het ze hier helemaal te heet onder de voeten te worden en besloot hij dat de kleine bruine pad zich ook maar eens nuttig moest gaan maken. Juist wanneer een aantal padden op het punt stonden zich te goed te willen doen aan het lijf van de ninja, maakte hij een kopstoot beweging naar een pad links van hem en bracht zijn samuraizwaard dicht langs zijn eigen wang. Hiermee maakte hij zichzelf tot een stormram die was voorzien van een gevaarlijk scherp uitsteeksel. De pad waar hij zich doorheen wilde beuken was vrij gezet. Dus hij had de kracht en het scherpe samuraizwaard wel nodig om door het obstakel te geraken. Met de Reuze Navelpad op zijn rug denderde hij dwars door het lijf van de dikke pad en liet een gapend gat achter toen hij er aan de andere kant weer uit kwam. De kleine bruine pad viel van zijn rug en voor hem op de grond. De ninja griste daarop direct een voorwerp van de grond, die hij eerder achter de dikke pad had zien liggen, en drukte het in zijn armpjes.
“Hier. Ga je hier maar mee verdedigen.”
Bijna paniekerig pakte de Reuze Navelpad het voorwerp aan en was blij verrast toen hij zich realiseerde wat hij zojuist in zijn handen gedrukt had gekregen.
Dit was het zakhorloge!
Het zakhorloge was blijkbaar meegekomen in de reis die hij had gemaakt door ruimte en tijd. Inmiddels was hij alweer bijna vergeten dat dit het voorwerp en de hele reden was waarom hij überhaupt in dit avontuur terecht was gekomen, maar was vief met zijn nieuw aanwinst en ramde er rustig mee op los.

De massa van padden slonk vervolgens gestaag. Toch viel er wel doorheen te komen. De ninja was inmiddels op grotere hoogte boven de padden geklommen en maakte ze één voor één allemaal klein.
De Reuze Navelpad deed een kleine duit in het zakje door wild met het zakhorloge om zich heen te meppen. Maar zijn aandeel viel duidelijk in het niet bij de enorme slachting die de ninja hier teweeg bracht.

Wordt vervolgd

Vorig hoofdstuk: Geen kik
Volgend hoofdstuk: Laatste toevluchtsoord

[Update 13/12/ 12: artikel verbeterd, herschreven.]

image by ScottieT812, edited by Gsorsnoi

Help je Karel met het oplossen van onderstaand mysterie?
Lees hier de spelregels.

GOHES CITY – Rood was de keukenvloer. Keukengerei lag overal verspreid. Te midden van dit alles: het slachtoffer.
Een jongeman in de dertig lag dood en met natte handen voor het aanrechtblok.
Links van de gootsteen stond de resterende vieze vaat, rechts een deel dat was afgewassen. In het afwaswater vond ik opnieuw een foto van Magere Hein. Niet omdat hij erop stond afgebeeld, want de beeltenis toonde een stel persluchtflessen, maar hij was ingekrast met zijn initialen: ‘MH’.

Oorspronkelijke beloning gouden tip: ZB 1.750,-

{SOEPPAN:}
Nee, het was me al gauw duidelijk dat het hier niet om een voor de hand liggende moord ging met keukengerei zoals bijvoorbeeld een slag van een soeppan. Bovendien stond deze nog op het gasfornuis met een scheve deksel en soeprestanten die door de opening naar buiten hingen. De afwasser was nog niet aan de grote vaat toegekomen.
Oeh! En ik moest uitkijken dat ik zelf mijn nek niet brak, want ik slipte zowat onderuit over een [AANWIJZING] roze handschoentje. Je kent ze wel: van die afwashandschoentjes waarvan je nooit weet of je ze aan je linker- of je rechterhand moest doen, omdat ze altijd maar voor één hand gemaakt waren. Ik pakte het handschoentje met mijn eigen handschoen op en zag dat het slachtoffer de andere helft van het paar nog aan zijn linkerhand had.

{AFWASWATER:}
Was de oorzaak wellicht te vinden in het afwaswater? Dat was toch zeker wat deze man hier aan het doen was, niet dan? Ook was het duidelijk dat de afwas niet af was. Maar jezelf verdrinken in het afwaswater was hier toch wel wat ver gezocht. Dit had trouwens toch niet mogelijk geweest, want het was vanaf de plek waar ik stond, toch duidelijk te zien dat er nog half vuile vaat in het sopje aanwezig was.
Het [AANWIJZING] hoofd van het slachtoffer had daar nooit bij gepast om zichzelf een verdrinkingsdood te bezorgen. Daarvoor hoefde ik de crimescène niet verder te verstoren om dat te zien.

{SAMENGEPERSTE LUCHT:}
Even terug naar de foto. Die Magere Hein wil ons iets duidelijk maken met flessen met samengeperste lucht. Wanneer we hier zouden denken dat er in deze ruimte iets geëxplodeerd zou zijn, dan  had de keuken er toch wel even wat anders bij gelegen. Het was mij hier, afgezien van de half afgewerkte afwas, iets te [AANWIJZING] netjes.

{BRANDBLUSSER:}
Een brandblusser dan? Dat is toch zeker ook een fles met samengeperste materie? Hij kan ruzie hebben gehad met zijn vrouw. [AANWIJZING] Vrouw boos, overspel wellicht, klap op zijn achterhoofd en alles wat hij nog maar hoefde te doen was erbij te gaan liggen. Toch zijn hoofd maar even controleren op verwondingen. Het was me nog niet helemaal duidelijk zo. Maar nee, niets dat er op wees dat hij geslagen was met een brandblusser.

{GROOT MES:}
Hij lag daar voor het keukenblok op de grote vloertegels van donkerrood keramiek. De vloer was nat en glibberig, maar niet van het bloed. Als zijn vrouw hem had neergestoken met een groot keukenmes, dan had het slachtoffer hier in een flinke plas bloed moeten liggen. Dat lag hij dan niet, maar het viel me ineens wel op dat hij er toch wel een beetje [AANWIJZING] raar bij lag zo.

{PLASTIC ZAK:}
Bloed was er niet te vinden. Maar dat kan zijn interieurverzorgster natuurlijk hebben opgeruimd! Alhoewel dat wel wat ver gezocht zou zijn. Zoals in zoveel detectives was het me in elk geval wel helder geworden dat het niet de butler was geweest die de afwassende man om het leven heeft gebracht. Dat neemt niet weg dat er ander personeel in huis kon zijn geweest die hem met een plastic zak kan doen hebben stikken.
Zijn vrouw ontkende echter dat ze personeel in dienst hadden en de voorraad plastic zakjes juist op was. Zelf beweerde ze overigens ook [AANWIJZING] niet thuis te zijn geweest!

{LADYSHAVE:}
Nou zouden we natuurlijk hele exotische doodoorzaken kunnen bedenken zoals geëlektrocuteerd worden door een ladyshave waarbij deze vrouwelijke versie van het scheerapparaat in contact geweest had kunnen zijn met het afwaswater … maar waarom zou je jezelf in hemelsnaam gaan willen scheren terwijl je met de afwas bezig bent? Nee, dat zou toch werkelijk een bijzonder belachelijke suggestie zijn!
Op het moment dat ik me dat bedacht begon ik toch ineens wel een [AANWIJZING] vreemde lucht te ruiken. Waar kwam dat dan vandaan?

{ZELFMOORD DOOR VERGASSING:}
Tien jaar terug had ik mezelf nog wel eens bezondigd aan het opsteken van een peuk tijdens het starten van een onderzoek. Maar omdat mijn collega’s zich toch een beetje begonnen te storen aan deze slechte gewoonte ben ik hier onlangs mee gestopt. Daarbij leek het me ook niet verstandig om een peuk op te steken op het moment dat ik die rare lucht rook.
Toch had ik dat gewoon kunnen doen. Want de lucht die ik rook was niet explosief. Het was de soep in de pan die was [AANWIJZING] aangebrand. Vandaar dat die soep er nog uit stak.

{CHEMISCHE REACTIE:}
Wie laat soep nou aanbranden? Dan ben je toch ook een prutser van een kok! Oh, laat ik dat nou niet te hard zeggen. Dat komt niet zo professioneel over denk ik.
Zou die soep daardoor zo beroerd zijn geworden dat er een chemische reactie door is ontstaan in andere stoffen die in de keuken aanwezig waren? Schoonmaakmiddel, afwasmiddel en brandlucht van de tomatensoep …
Zouden zijn [AANWIJZING]  slechte kookkunsten misschien tot die ruzie met zijn vrouw hebben geleid?

{VERGIFTIGDE SOEP:}
Hier waren we duidelijk op het goede spoor (Hè? Dat lijkt aardig op onze vorige zaak).
Na de vrouw van het slachtoffer nog eens nader aan de tand te hebben gevoeld blijkt er inderdaad ruzie te zijn geweest over de kookkunsten van meneer. De vrouw had hem gevraagd om te koken, omdat zij nog met de twee dochtertjes naar zwemmen moest, maar ook nog wat eigen huishoudelijke taken op had te knappen. Manlief kookte zoals afgesproken, maar liet de soep aanbranden omdat hij even een Mario Kart Race wilde afmaken. Ruzie ontstond en zo ging de vrouw des huizes met de kinderen en hun lege maagjes naar het zwembad.
Terwijl ze mij dit verhaal vertelde vroeg één van de dochtertjes aan haar: “Mama. Wanneer gaan we nou eten? We hebben zo’n [AANWIJZING] honger!”.

{HONGERIGE ALIËNS:}
Ergens begreep ik die vent wel, want Mario Karten is natuurlijk wel veel leuker dan een saai soepie koken. Alleen stoorde het mij wel dat deze vrouw niet eens een patatje voor die dochtertjes had gekocht in het zwembad. In plaats daarvan had ze haar man voor straf aan de afwas gezet en zou hebben gehoopt dat hij door hongerige aliëns opgevreten zou worden.
Om de waarschijnlijkheid hiervan te kunnen peilen, ben ik mijn collega Achmed Liën eens gaan bellen die deze mogelijkheid direct ontkrachtte. Hij bracht mij wel op een ander inzicht: waarom moest de afwassende man tijdens het afwassen één van zijn handschoentjes uitdoen? [AANWIJZING] Waren zijn handen nog droog op het moment dat hij zijn rechterhandschoen uit deed?

{LOSGESPRONGEN MENGKRAAN:}
Hij had die handschoen natuurlijk hebben moeten uitdoen om met een droge hand een mengkraan tegen te houden die dreigde los te schieten. In dat geval verklaarde dit ook waarom zijn handen eerste droog waren en daarna toch weer nat.
Wat daarmee toch niet helemaal goed verklaard kon worden is wat dan tot de verstikkende werking heeft geleid. En met een beetje koud water in mijn giecheltje, zou ik niet zo wild achteruit gesprongen zijn om mezelf een doodsklap te bezorgen. Daarbij, had het hier om heet water gegaan, dan had het gezicht van het slachtoffer eerder vuurrood geweest. Maar zijn gezicht was precies zo [AANWIJZING] blauw als een Smurf die te weinig adem kreeg!

{TELEFOONSNOER:}
Dit moest wel zijn gekomen door een verstikking. Dus had die Magere Hein mij met zijn foto toch wel degelijk in de juiste richting gestuurd: de persluchtflessen duidden op een afwezigheid van [AANWIJZING] lucht. Precies wat je overkomt als je tijdens het duiken zonder luchtvoorraad komt te zitten.
Nu begon het er toch wel een beetje naar uit te zien dat ik deze zaak niet meer voor het einde van deze dag kon oplossen, zodat ik hiervoor onze Retroman belde voor hulp. Uit gewoonte geboren zocht ik naar een huistelefoon. Je kent ze wel, die ouderwetse dingen met zo’n snoertje eraan. Maar deze familie bleek daar te modern voor en had er geen.
De man kon in elk geval niet in een telefoonsnoer zijn gestikt. Zoveel was wel duidelijk!

{GRAMMOFOONPLAAT:}
Afijn, ik belde Retroman natuurlijk wel gewoon met mijn eigen mobiele toestel. Want ook ik ben modern! Hij was wel een beetje lastig te verstaan aan de telefoon hoor. Hij had namelijk een elpee op staan van één of ander oud en tenenkrommend liedje. Die man zou toch niet een grammofoonplaat hebben ingeslikt van wanhoop?
Dat had wel héél erg onbestaanbaar geweest!
Retroman adviseerde mij om ook rechercheur van Biesheuvel eens te bellen. En terwijl ik dat deed tilde ik met mijn gehandschoende hand de blote pols van het slachtoffer op … was dat kwijl met … [AANWIJZING] bruine brokjes?

{KOEK:}
Het mag onbeleefd heten, maar precies op het moment dat contact met haar kreeg, hing ik haar alweer op.
Dit was duidelijk koek. Van de bruine smurrie op de pols keek ik op en zag een stenen pot met de tekst ‘COOKIEJAR’ in de vensterbank staan. De deksel lag er naast.

“Henk, let jij even voor de tomatensoep? Ik moet de was nog wisselen. Dan kunnen we zo even wat eten en neem ik de kinderen wel mee naar zwemmen.” Brenda liep te trap op met nog wat vuile sokken van de twee dochtertjes.
Henk moppelend wel van ‘ja’, maar eigenlijk zat dit volwassen kind zich eerder te verbijten hoe hij die ‘BoB’ van zijn eerste plaats kon duwen in de Mario Kart waarin hij driftig aan het racen was.
Hij liet het eten dus in de soep lopen en boos reed Brenda weg met de twee meisjes die nu dus niet hadden gegeten. Henk voelde zich daar toch wel schuldig over, knalde de Wii uit en besloot de afwas van Brenda over te nemen.

Hij begon uiteindelijk ook honger te krijgen en wilde tussen twee borden door even gauw een koekje naar binnen werken. Hierop trok hij zijn handen uit het water en deed zijn rechter afwas handschoentje uit, stak zijn hand in de koekpot en het gevonden koekje in zijn mond.

Vanaf hier ging het fout. Henk verslikte zich in het koekje en kreeg het Spaans benauwd. Zijn hoofd liep blauw aan. Kwijl sijpelde over zijn lippen en werd bevuild door de etensresten die van het koekje waren ontstaan.
De man die tweede was geëindigd in de online racegame, kreeg zuurstof gebrek, stikte en brak zijn been terwijl hij dood op de rode keukenvloer donderde.

Beloning gouden tip van ZB 1.050,- toegekend aan Sandra.

By kornelisoflook | October 12, 2010 - 8:23 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Galbakkerij, Nederlands

Op een goede dag kwam PiCo te laat op zijn werk, omdat hij chocolademelk had zitten drinken met een konijn en een schimmig individu.

Het begon er allemaal mee dat PiCo problemen had met het koelgedeelte van zijn koelkast. Deze werkte niet helemaal goed meer, zodat hij zich genoodzaakt zag wat koelproducten veilig te stellen en een afspraak te maken met een handyman om de boel te laten nakijken.

Hoe drink je in Gsorsnaam ijsmelk?

Met de  koelelementen in zijn vriezer kon hij zijn koelwaar even koud houden door ze samen in een koeltas te stoppen. Anders had hij de volgende morgen  geheid zweetkaas of kloddermelk moeten nuttigen. Dit advies had hij van Gsorsnoi gekregen en netjes opgevolgd. Maar PiCo stond hiermee wel voor een nieuw probleem. Want hoe drink je nu in Gsorsnaam ijsmelk?

Gelukkig was zijn gasfornuis niet stuk en besloot hij de ijsmelk op te koken. Even roeren, beetje Nesquick erbij … en zo zat hij direct met het volgende punt: waar had hij dat Nesquick-konijn nu weer gelaten?  Zou hij er nog eentje hebben liggen in zijn vriezer van afgelopen Kerst? En zou die nog goed zijn?  Ik weet dat je konijn vrij lang kunt bewaren in een vriezer. Maar is 9 maanden na Kerst niet een beetje erg lang?
Of nog maar 3 maanden tot de volgende Kerst. ‘t Is maar hoe je het bekijkt…..

Afijn. Ontdooien deed ie goed … dat konijn. En saampjes hebben ze lekker een heerlijke warme chocolademelk kunnen bereiden om de tijd een beetje te dooien.

Rillen van de kou.

Bij PiCo op zijn werk werden de collega’s vast gealarmeerd dat hij wat later zou zijn. Al werden ze daar op het werk nou niet echt warm of koud van.  Daar waren ze wel gewend dat PiCo wat later op zijn werk verscheen.
Zijn koelkast was in elk geval ziek en stond te rillen van de kou. Of was het nu juist van de koorts? De thermostaat gaf immers een paar graden te veel aan. PiCo wilde dat het maar 6 graden in zijn koelkast was, maar de display bleef maar eigenwijs tussen de 16 en 18 graden aangeven.
Werd het dus toch zweetkaas bij het lauwe biertje vanavond!

Zowel zijn kaasie als zijn kassie waren danig van slag. Zijn kaasie was zacht geworden en de frisdrank onderin toch nog wel een beetje koel. Maar als hij alles onderin ging leggen, werd het daar toch weer zo druk en zou alles straks misschien weer vanzelf naar boven kruipen. Nou ja, één voordeel heeft het wel: je gooit je spullen weg en bent meteen van de producten die over de datum zijn af.

Mag het licht aan?

Bij het horen van al dit verschrikkelijk leed maakte Johan zich toch wel een beetje zorgen over zijn schaduw die hij al weer een paar dagen kwijt was. Was PiCo hem soms tegengekomen in zijn koelkast? Hoe was het met hem gesteld en was hij misschien de veroorzaker van de overlast?

Grote kans dat hij hem achter al zijn bedorven etenswaar zou aantreffen! Dan had hij zich wellicht op een hongerig moment in de koelkast van PiCo verstopt. En had hij het daar – na zich flink vol geschranst te hebben – toch wel een beetje koud gekregen.
Dat licht dat steeds maar aan en uit gaat, zal ook niet veel warmte  hebben toegevoegd. Energie kost het wel!

Wat zal die PiCo straks zeggen als hij de rekening van de witgoedboer gepresenteerd krijgt voor het verwijderen van een schaduw die met zijn thermostaat heeft zitten klooien?

image by Jeyhun85 and Retroman, edited by Gsorsnoi

Net dat de Navelpad dacht dat hij even een veilige vluchtplek had gevonden om even op adem te kunnen komen, voelde hij een warme klamme lucht in zijn nek stromen. Het was als het gevoel dat je hebt als je denkt dat er iemand achter je staat. Dit gaf hem dan ook de reden om even achterom te kijken om te controleren of dat wel waar kon zijn. En alsof de Reuze Navelpad de laatste tijd niet al genoeg reden had gehad om zich kapot te schrikken om van alles, deed hij dat nu opnieuw. Van de ene verbazing liep hij in de andere; namelijk dezelfde ninja die hij eerder had ontmoet in het slot van Graaf Schaurig, kwam plotseling – hier in de toekomst – uit de schaduw van dezelfde verticale pijp tevoorschijn waarachter hij zich juist aan het verschuilen was. Dit bevreemde hem ten zeerste. Hij vroeg zich prompt af of dit er iets mee van doen kon hebben dat hij deze man al eerder tijdens zijn tijdreis had ontmoet. Hoe anders kon hij nu hier naast hem in het afvoersysteem van Gohes City terecht zijn gekomen, anders dan iedere andere willekeurige plek in de stad? Voor de pad had het weinig zin om er echt bij stil te staan. Hij zou het toch niet hebben kunnen bevatten.

Nog voordat de pad een kik kon uitbrengen, kreeg hij een hand over zijn lippen geduwd om hem het zwijgen op te leggen waarbij de ninja hem met een vinger aan zijn eigen mond gebood zich gedeisd te houden.
“En waag het niet om in mijn navel te kruipen!” werd hem streng en onder gedempte toon afgebeten. Onze bleke kwaker schudden instemmend dat hij dat niet zou doen. Hij zou niet durven. De ninja trok de pad iets uit het zicht en achter de grote pijp. Tijd om te praten en elkaar uit te vragen was er niet. Het was voor het tweetal nu zaak om zich stil en uit het zicht te blijven om uit te sluiten dat de grote stroom blauwe padden ze zouden ontdekken en iets zouden aandoen. De ninja had er duidelijk voor gekozen om de pad zo lang maar te vertrouwen. De enige reden waarom hij hem niet direct in stukken hakte, kwam doordat de pad er de schijn van had anders te zijn dan de vele andere padden die zich midden door het grote riool verplaatsten en allen blauw waren. Deze pad was duidelijk veel bleker en kwam het vriendelijker over door zijn afwijkende blauwe kleur.

Voor de Reuze Navelpad was er geen twijfel of hij de ninja zou vertrouwen of niet. Hij moest hem wel vertrouwen. Veel keuze had hij niet. Waarom zou hij hem anders het zakhorloge hebben toegeworpen? Maar wanneer was dat nu? Gisteren? Een week geleden? Of misschien moest dat moment zelfs nog wel komen? Hij kon het niet eenvoudig in de tijd plaatsen zoals hij die nu kende., maar had genoeg slimmigheid om nog wel te kunnen bedenken dat de tijd waarin hij zich nu bevond moeilijk verder terug in het verleden kon zijn. Waar kwamen anders al die padden vandaan? Dit is de toekomst!

De volledig in het zwart gehulde ninja wierp een blik langs de pijp waar zij zich hadden opgehouden en ontdekte dat ze desondanks toch waren ontdekt. Een paar van de kleinere blauwe padden begonnen zich in hun richting te verplaatsen. Het mocht al een wonder heten dat ze dat niet eerder hadden gedaan, omdat de bleke bruine pad zich eerder tussen al die andere padden bevond. Dus er was een gerede kans dat ze hem eerder hadden opgemerkt. Ongezien uit de groep stappen was niet mogelijk geweest. De ninja moest nu snel handelen. Tijd om na te denken over het in vertrouwen kunnen nemen van de kleine bruine pad had hij niet. Dus besloot hij hem maar met zich mee te trekken en ging de confrontatie aan. Met een stevige greep trok hij de Reuze Navelpad aan zijn arm mee en rende frontaal op een middelgrote pad af. Deze zette grote ogen op van verbazing – want het was niet gewend om weerstand te krijgen van de mensen die hij normaal zelf aanviel – en spreiden zijn armen om zich schrap te zetten op wat komen ging. De rechtse zwarte schoen, waarvan we inmiddels bekend zijn met de maat 43, plaatste zich vol in het gelaat van de pad en oefende flink wat kracht uit om zich in te kunnen afzetten. Met een sprong vanuit het wrattige gezicht dook de ninja tezamen met de Reuze Navelpad in een salto door de lucht en over de tientallen padden onder hen. Een messcherpe snede, zoals we die alleen van een samuraizwaard kennen, sneed zich door het lijf van enkele padden die de pech hadden rondom de pad te staan wat het tweetal als springplank had gebruikt. En ook die pad liet erbij het leven, omdat zijn lijf in tweeën werd gesneden. Een grote kop keek opzij naar wat er gebeurde. De kop behoorde bij één van de grootste padden die hier rondliep. Het bleek zijn laatste blik te worden, daar de ninja al had voorzien het blad van zijn zwaard op zijn nek te laten uitkomen en verwijderde daarop bruut de kop van zijn romp. De ninja landde met de bruine pad nog aan zijn hand op de schouder van de grote en gedode pad. Hier kon hij alle padden goed overzien en het stelde hem in staat zijn volgende aanval te kiezen.

Die aanval moest even op zich laten wachten of worden omgezet in een tegenaanval. Niet ver naast hem zag hij de buik van een pad opgloeien en een keel werd geopend. Padden die zich hadden volgevreten met voldoende roem uit de lijven van de menselijke slachtoffers die ze hadden gemaakt, stelden zich zo in staat om deze overtollige roem om te zetten in een vuurbal.
De ninja had hier kennis van genomen en zag deze aanval daardoor tijdig aankomen.
“Blaas jezelf op en houd je adem in!” beviel hij de bruine pad.
Onbekend met dit vermogen probeerde hij te doen was er van hem gevraagd werd en trachtte zoveel mogelijk lucht in zijn lijfje te blazen. Tot zijn grote verbazing zwol zijn buik eenvoudig op en deed de pad in volume groeien. Hierop kneep de ninja nog even wat steviger in het zielige handje van de pad waarop het echt pijn begon te doen. Maar de ninja had er een doel mee. Hij trok de Reuze Navelpad iets omhoog en begon hem rond te zwaaien door het kwakende publiek. De bolle bruine en nog altijd niet al te grote Reuze Navelpad beschreef een cirkel door de lucht met de ninja als middelpunt en kegelde zo een flink aantal padden omver. In diezelfde beweging kon de ninja de vuurbal ontwijken die door een middelgrote blauwe pad werd uitgebraakt. Wie deze kleine bruine pad was, wist de ninja niet. Maar hij had er wel voordeel van dat hij hem had ontmoet.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Duisternis in licht
Volgend hoofdstuk: De vuurpad

[Update 30/12/ 11: artikel verbeterd, herschreven.]

image by BayrePsycho, edited by Gsorsnoi

Theseus was oog in oog komen te staan met het monster van Knossos. Het schepsel dat het product was van de vrijpartij van Minos’s vrouw Pasiphaë met de witte stier die Poseidon had gestuurd als teken van Minos’ koningschap. Poseidon had echter geëist dat de stier meteen geofferd zou worden. Een eis die Minos niet beantwoordde.

Het was daarom dat Poseidon, de god van de zee, zich wreekte en Pasiphaë  verliefd liet worden op de witte stier. Uit hun geslachtsgemeenschap werd de Minotaurus geboren. Een schepsel met de kop en de staart van een stier op het lichaam van een mens. Een monster uit de Griekse mythologie die bekend stond om zijn honger naar mensenvlees die maar moeilijk was te stillen.

Confrontatie in het Labyrint.

In het door Daidalos ontworpen Labyrint had de Minotaurus zijn prooi gevonden. Dit stiermonster was opgesloten in de doolhof om maar geen bedreiging te vormen voor zijn directe omgeving. Hij werd ieder jaar gevoed door  steeds 7 jongens en 7 meisjes die uit Athene per schip werden geleverd en de doolhof van het paleis van Minos te Knossos op Kreta in werden gestuurd. Geholpen door Minos’ dochter Ariadne zou Theseus het monster bestrijden om deze gang van zaken te stoppen. Hij kreeg daarvoor een bolletje wol mee van Ariadne die hij zou afrollen in het Labyrint om na het doden van de Minotaurus de weg terug te kunnen vinden.

Plotseling viel het verschrikkelijk beest hem van achteren aan, snuivend en met zijn hoorns omlaag gericht. Een hevig gevecht volgde. Totdat de Minotaurus de grote sterke man vast greep en voor zich optilde. Dit was zijn kans en het grote stiermonster realiseerde zich deze fout. Theseus zou hier volgens de Griekse mythologie met al zijn kracht en moed het zwaard door de hals van de Minotaurus hebben gejaagd en zo diens kop hebben afgehakt.

De ware toedracht.

Anders dan de geschiedenisboeken je echter willen laten geloven, was dit het moment dat een groengeel licht de ruimte vulde. Bliksemschichten schoten door de doolhof en gingen gepaard met een knetterend elektrisch geluid.De Minotaurus zag zijn kans schoon en wierp Theseus met krachtig worp van zich af tegen de wand. Onze Griekse held kwam met een harde klap neer, maar bleef bij bewustzijn. Zijn zwaard verloor hij echter en zag deze in een andere gang verdwijnen. Met zijn rug naar achteren gericht ontweek de naamloze Doomguy drie roodgele bollen die tezamen met hem uit de teleport de doolhof in werden geflitst. De bollen waren afkomstig van een tweetal imps die ze vanaf de andere kant van de teleport uit een andere dimensie hadden afgevuurd. In filmische slow motion dook deze held uit het succesvolle First-person shooter-spel ‘Doom’ achterwaarts de ruimte in en doodde de twee bruine stekelige monsters in een salvo waarbij ze levenloos uit de teleport op de stenen vloer donderden.

Kleine broertje.

De Doomguy draaide zich om en nam de situatie in zich op waarin hij nu was beland. Voor de koelbloedige gameheld verwachtte hij niet anders dan dat hij in zijn level een shortcut had gevonden naar de uitgang. Zou hij even bedrogen uitkomen in dit doolhof!

Hij staarde de Minotaurus aan en liet even een stilte vallen voordat hij verontwaardigd vloekte:  “C’mon! What the hell is this?”
Hij smeet zijn tweeloops geweer kwaad neer op de vloer.
“They screwed me up with his lil’ brother.”
Hierbij deed hij een verwijzing naar Cyberdemon, de ultieme eindbaas uit Doom!

“And what the heck are you looking at?” beet hij Theseus pissig toe die hij hem verdoofd in verbazing zag aanstaren vanuit de hoek van deze ruimte. De Doomguy spuugde wat met bloed vermengd speeksel opzij en trok het gezicht van een afgunstige soldaat die een onbelangrijke taak mocht afwerken terwijl hij een ander de mooiste klussen toebedeeld zag krijgen. Hij trok desondanks het zwaarste wapen uit zijn arsenaal naar voren en bracht deze op zijn schouder in positie.

Magische vingers.

Terwijl de patronen van de Big Fucking Gun (BFG) 9000 onder aanzwellend supersonisch gezoem de ondergang van de Minotaurus aankondigden, deed Theseus een laatste poging om zijn aandeel op te eisen en bracht stotterend uit:
“M-maar … ik dacht dat ik …”
In een piepklein slaapkamertje in een hele andere tijd en op een hele andere plek landden een paar vingers op een toetsenbord. Het was onze Retroman die al die tijd de Doomguy had aangestuurd met een paar pijltjestoetsen en een control-knop. Gsorsnoi had namelijk weer eens een Doom-leveltje gebouwd en onze retroheld  gevraagd deze nieuwe uitdaging te testen.

Op zijn scherm zagen we de Doomguy stoer over de loop van zijn BFG9000 links opzij kijken naar de zoon van Aithra en Aegeus, de koning van Athene. Of was het toch Poseidon met wie Aithra ook negen maanden voor de geboorte van Thesseus had liggen vozen?

Retroman typte tenslotte:
“You’re gonna kill him with what? A piece of wool?”

By gsorsnoi | October 7, 2010 - 10:20 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Nederlands, Web´s Best

image by Gsorsnoi, compilation of gamegraphics from Transport Tycoon and Yahoo-avatar.

Daar zijn we natuurlijk hartstikke content mee.
Maar hoe is dit familie eigen ontstaan?

WSNOI zag het levenslicht in 2003 toen Gsorsnoi op het idee kwam om een quiz die hij van vrienden doorgestuurd kreeg in een eigen vorm te gieten. Deze doorgestuurde quizen werden door bezoekers van de Quiz your Friends –site ingevuld en verspreid. Zo kon je zelf je eigen quizen bouwen. Dit vormde het basisconcept om WSNOI op te bouwen. De quizen gingen over vanalles, maar wel steeds geconcentreerd rondom één thema.

Huizensite.

Nog even later kwam daar de huizensite bij wat de body van WSNOI al een beetje begon op te leuken en te versterken. Met dit nieuwe concept bedacht de maker van deze site dat het wel leuk zou zijn als je een soort van constructor-game online tegen elkaar zou kunnen spelen. In die tijd waren spelletjes zoals Simcity en Transport Tycoon erg populair. Constructor games deden het erg goed naast de destructor games. Er was een interessante ontwikkeling op gang op dit gebied.

Op WSNOI’s huizensite kon je met een toegekend starterkapitaal een bedrijfje opbouwen waarbij je huisjes kon kopen die elke maand geld opleverde. Elke 26e van de maand was de betaaldag en werden alle deelnemers geld toegekend die de huurders van de huisjes er  zogenaamd voor zouden hebben betaald.

Trouwe fans.

Een vriendenclubje van zo rond de 8 tot 10 personen deed daar trouw en elke maand aan mee.
Jolien van Biesheuvel kennen we daar ook van. Zij is één van de WSNOI-bezoekers van het eerste uur die we via de site zelf hebben leren kennen. De rest bestond uit familieleden en vrienden die het ook wel leuk vonden om zich aan deze club te binden.

Alsmaar groeiend vermogen.

Nu vele jaren later is WSNOI nieuw leven ingeblazen.
Met opgedane kennis van het dynamische PHP en tools zoals WordPress  werd het toch ineens wel een heel stuk gemakkelijker om elementen die we aan WSNOI wilden binden in de lucht te krijgen en te houden.
De huizensite is daar nog niet mee terug. Die werd stopgezet, omdat het groeimodel niet te beheersen was met de statische middelen van die tijd. Het blijft toch wel erg bewerkelijk om dat gekoop van huizen een beetje binnen de perken te kunnen houden. Ook zo’n beperking met games zoals Sim City. Je bouwt maar en je bouwt maar. Maar wanneer houdt het nou eens op?

Daar moeten we dus eerst eens iets op vinden voordat WSNOI de wereld voorraad sperziebonen om zeep zou help om zijn deelnemers in zbersibarnen mee te kunnen uitbetalen! Wanneer daar een oplossing voor is gevonden, komt de huizensite terug.

Digitalisering van de Tycoon Newspaper.

Anno 2010 bestaat WSNOI vooral uit de Tycoon Newspaper, een aanstekelijk galgjespel  die we toen in 2003 in een véél simpelere vorm ook al hadden en de nieuw bedachte ‘onbestaande beroepen generator’ waarmee de meest onzinnige beroepencombinaties te verzinnen zijn.
Wat veel mensen misschien wel weten is dat de Tycoon Newspaper er eigenlijk al veel eerder was dan de WSNOI site.  De Tycoon Newspaper bestaat sinds 1999. Bij het opnieuw optuigen van WSNOI is de Tycoon Newspaper gedigitaliseerd en voortgezet.

Een betere stap hadden we toen niet kunnen maken.
De Tycoon Newspaper werd en is een succes. Met een aantal vaste commentatoren en een flinke club mensen waarvan we weten dat het ‘stille lezers’ zijn, kun je wel stellen dat de WSNOI-familie groeit en groeit.

Gastbloggers.

Onlangs verscheen het debuut artikel ‘Het verdwenen bier’ van The Wizard. Onze BoBfather  ging hem voor met het smakelijke artikel ‘De kippenhe(me)l’.
Iets verder terug komen we Johan van de Partij tegen de Draaiorgels tegen met zijn diverse schaduwrijke artikelen. Retroman’s  bracht ons zijn tenenkrommende navel-recensies. Of zat dat toch anders?  Andere mensen die grote invloed uitoefenen op de TN is Peter Visser, die al sinds het onbegrijpelijke HL7-avontuur van zich laat horen. En als we nog even verder terug graven in de oudheid dan komen we zelfs Hukomyerop’s ‘Keukenmeid zoekt keukenlijk’ tegen. Heeft hij gevonden en is er inmiddels gelukkig mee getrouwd!

Theo Nologie  (Doubleyou) en de Moraelridder moeten natuurlijk ook niet ongenoemd blijven, maar als medeoprichters van WSNOI mogen zij geen gastbloggers genoemd worden.

Je snapt het wel: vreugde alom!

De Tycoon Newspaper bestaat dus inmiddels al meer dan 10 jaar. WSNOI is iets jonger. Maar mensen, wat hebben we het gezellig samen!