Badend in het zweet balanceer ik tussen een fantoomwereld en de werkelijkheid. Man wat heb ik het koud. Behalve mijn nek dan. Die is loeiheet aan de linkerkant. En dat is ie al sinds zondagavond. Ondertussen moet ik pissen als een rund, maar dat kan ik niet. Mijn blaas is leeg en toch is daar het constante gevoel van druk. Zelfs al had ik gekund, dan nog zou ik het niet eens gedurfd hebben. De overloop baadt in een onwerkelijk schijnsel en verlicht een arm die uit het trapgat hangt. Dit trapgat is in werkelijkheid een gesloten luik dat een vlizotrap herbergt. Zou het open staan dan keek ik nu naar de achterzijde van het opengeklapte luik. Maar ik zie het en het is allemaal heel echt. Wat echter nog echter is … Is dat de deur van onze slaapkamer potdicht is.
Mijn buik lijkt vast in een mangel en maakt het geluid van pruttelende erwtensoep. Het is ergens tussen drie uur ‘s nachts en het einde van de wereld. Door de wild dansende witte vitrage heb ik uitzicht op het stormachtige water wat buiten deint onder een geweldige wind. Het is een zee van kots en het bliksemt hevig boven de brokjes.
Naast mijn bed staat een emmer met mijn maaginhoud waar ik al een week naar staar.
Uit mijn rechteroor steekt een bovenmaatse stemvork waarvan het gevorkte deel zich achter mijn oorschelp door mijn kaak heeft geboord. Aan het uiteinde ervan staat Super Mario buiten mijn hoofd met een kleine hamer er flinke klappen op uit te delen. De trilling wordt zo overgebracht van het uiteinde naar het binnenste van mijn hoofd en laat mij zuur genieten van een verse scheut hoofdpijn.
Het is allemaal even echt als de kans dat de politieke beloftes zullen worden waargemaakt, maar ik zie het.
Ik ben geen naaktslaper, maar sluit ik mijn ogen dan zak ik naakt, graatmager en halfdood weg in een wereld tussen Dalí en King. Op een koude boomstam tracht mijn lichaam balans te vinden die mij alleen maar meer misselijk maakt. Mijn wereld draait en zo doet het landschap waarin ik mij begeef. Aan een dode kale boom leunt de Scherpschutter met op zijn schouder een zwarte raaf. Nee, het is niet de man die naar mij lacht, maar de raaf die naar me grijnst.
Het landschap draait iets bij en toont mij een jaknikker die driftig bezig is de laatste fossiele brandstoffen op te halen. Van de lucht van de olie wordt ik zo mogelijk nog misselijker en voel mijn ingewanden samenknijpen. In mijn buik knijpen plots twee vogelpoten en trekken mijn darmen naar buiten.
Open ik mijn ogen dan tolt mijn wereld en is deze zo zwart als de ruwe olie. Het is mijn nacht.
Naast mij ligt mijn pluizige jonge kat. Ze geniet volop als ze haar kleine pootjes in mijn buikstreek plaatst en sensatie haalt uit de massage die ze erop uitoefent.
Ze heeft geen benul wat ze mij eigenlijk aandoet.
In mijn voortdurende gevecht om de regie in mijn fantasie doe ik een wanhopige poging mijn waanvoorstellingen uit te bannen. Waar mijn levendige fantasie mij overdag boven mezelf doet uitstijgen en mij dikwijls in mijn voordeel werkt, speelt het mij parten in de nacht en houdt mij uit mijn slaap. Ben ik ziek dan is een levendige fantasie een heuse foltering.
This entry was posted on Thursday, November 4th, 2010 at 11:31 and is filed under Astronomisch gedachtegoed, Droomverhalen, Duimzuigerij, Galbakkerij, Nederlands. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.
Beste Kornelis,
Ik weet nu meer details van je dan ik ooit zou wensen te weten, maar ik wens je veel beterschap!
Met 39 graden koorts op bed en dan nog zo’n artikel eruit poepen dat is pas ziek!
(beterschap)
Waarom? Dan heb je daar toch juist alle tijd voor?
Beste kornelis,
Waar is de man die alles onverschrokken tegemoet treedt, die bovenmenselijke krachten kan omwikkelen bij tegenslag, die boven zichzelf uitstijgt zodra dat nodig is.
Bedwing de koorts aanvallen en keer snel terug naar je normale attitude.
Beterschap
misschien moet je die emmer even legen, dan gaat het wellicht iets frisser ruiken in je kamer en herstel je misschien iets sneller.
Weet je trouwens zeker dat je “gewoon” ziek bent, of heb je soms weer een heel kratje bier van je buren achterover geslagen? Dat zou het “tollen” van je wereld en het draaien en malen van je maaginhoud ook kunnen verklaren…. 😉
Kop op Super-Snoi, nog even en je “vliegt” weer vlammend op je stalen ros richting Uitgeest (zonder emmer hoop ik)
@PiCo: die emmer heb ik inderdaad thuisgelaten. Dat leek me nogal een gedoe op de fiets trouwens. Heel super voel ik me nog niet (mijn naam is namelijk geen Supersnooi), maar ik heb het gered en ben er inmiddels weer. I.p.v. de emmer gebruik ik nu het linkse toilet. Dus dan ben je vast gewaarschuwd!
Kornelis, toch je weet toch dat die linkse het dames toilet is, waarom waarschuw je ons dan.
Je denkt toch niet dat ik me daar begeef, maar ik ga wel naar de rechter.
PiCo waarom heb je kornelis oflook niet verlinkt als jij wist wie mijn kratje bier achterover heeft gedrukt. Dan was hij nu niet zo ziekgeweest van die vieze ellende die ik in die flesjes had gepropt, zeker als hij samen met die “katte”brokjes eet.
Nu mag kornelis oflook ook nog naar de rechter toe. waar hem vervolgens nu de linker, hem als dagelijkse schoonmaak corvee word toegewezen. (Dan is jullie toiletje ook weer schoon dames).
Daar word ie pas kotsziek van.
PS Kornelis smaken die kattebrokjes echt zo lekker?