By wilburteerman | December 20, 2010 - 2:18 pm - Posted in Alweerwolven, Nederlands, Scherpe Blik

image by Kevin Saff, edited by Gsorsnoi

Kerst 2010 dreigt opnieuw een witte te worden. Zo was ik deze maandagochtend moedig door de sneeuw gemarcheerd als een erg verdwaalde kangoeroe om bij de bushalte te geraken. Zo moet het er voor omstanders in elk geval uit hebben gezien terwijl ik door de 25 tot 30 centimeter dikke lagen witte troep sprong om het ene been voor de andere te kunnen zetten. Vrijdagochtend had ik ontdekt dat het slechts 45 minuten kost om bij een bushalte in een sneeuwpop te veranderen. Dus ik was gewaarschuwd op wat komen ging. Maar hoe dik ik mij ook kleed, mijn trage bloedsomloop doet de winterkwalen de kop toch wel opsteken.

Ik woon tussen twee bushaltes in. Dus alsof het ook echt iets uitmaakte, had ik vandaag voor de verandering maar eens de andere bushalte gekozen. Het kon er zelfs alleen op uitlopen dat de bus later zou arriveren, omdat deze halte één minuut verder ligt op de route van mijn buslijn dan de andere. Daar had ik  werkelijk niet verder naast kunnen zitten, zo ontdekte ik later.

Aangekomen bij het bushokje moest ik mij nog in evenwicht herstellen van de stoeprand die mijn teen had ontmoet en ik onmogelijk gezien kon hebben. Al had ik vast kunnen gokken waar deze ongeveer moest hebben gelegen. Het fietspad had zich door de sneeuw met het trottoir vermengd.
“Ah 07:22, dat is het nu exact. Ik zal hem wel gemist hebben.” dacht ik hardop. Ik keek om mij heen en overtuigde mij er opnieuw van hoeveel sneeuw er lag. Dus ik herstelde mijn gedachten en ging er al vanuit dat de ‘bus van 22’ vier stoplichten terug nog bezig was met een slipcursus voor gevorderden.

Om mij er van te vergewissen dat hij er misschien niet toch al aan kwam, stapte ik terug in de richting van de straat en lette er ditmaal beter op dat ik de stoeprand niet opnieuw een trap verkocht. Gelukkig voor mij tenen bleef de onzalige ontmoeting uit, maar moest ik toch nog uitkijken dat ik mijn enkel niet verzwikte. De met voetpadtegels geplaveide wachtstrip lag aan de andere kant van het fietspad zodat ik geen andere keuze had.

Het sneeuwdek bovenop het afgesneden stoepje lag er zo onaangetast bij als de roomlaag op de cappuccino zonder cacaoversiering. Je moet toch wat bedenken als je ‘maagdelijk wit’ zo’n afgelikte term vindt. Hetgeen mij voor een raadsel stelde waar ik nu nog mee bezig ben om het antwoord op te vinden: “Hoe kan dit sneeuwpak voor de bushalte sinds afgelopen vrijdag nog niet zijn belopen?”
Dat moet er toch ergens op duiden dat er sinds die bewuste dag nog geen mens is geweest die het heeft aangedurfd om een paar minuten van zijn of haar tijd op te offeren om op de bus te wachten. Het winterweer is heftig hier in de laatste dagen van het veel te rappe 2010, maar ruim 72 uur sinds dat winterweer vrijdag begon moet er toch wel iemand zijn geweest die van deze normaal zo drukke busverbinding gebruik heeft willen maken?

Ik zou ze krijgen ook. Mijn grote rechterteen gonsde nog van een eerdere aanvaring terwijl ik mijn bescheiden maat 41 krachtig in het witte pak plantte. De linker volgde en al spoedig kon je mij zo trots als een klein kind zien banjeren door de sneeuw. Kleinkrijgen zou ik het. Mijn zuinige 64 kilo was het zachte sneeuw te zwaar. Gevoel van macht stroomde er door mijn aderen en vooral in mijn vuisten bij het genadeloos vertrappen van die witte bende, maar hoog boven mij lachten de weergoden in hun vuisten hoe nietig ik er uitzag op dat spierwitte tapijt.

Na slechts vier keer tien meter heen en weer geijsbeerd te hebben … miste ik toch nog bijna mijn bus.