By rinaoddel | March 24, 2010 - 8:17 pm - Posted in Gevleugelde Uitspraken, Nederlands, Verbaal Genot

Deze prachtige uitspraak deed BoB toen hem tijdens het spelprogramma 1 tegen 100 werd gevraagd wat hij met het te winnen geld zou doen.

… en die keuken? Die kwam er!

By rinaoddel | March 22, 2010 - 1:43 pm - Posted in Nederlands, Rara Rina, Rijmende kunsten, Verbaal Genot

Twee keer twee is één.
Rekenkundig is dat niet logisch en best gemeen.

Soms verwacht doch vaak gewoon.
Wel van Tinus maar niet met Toon.

In het leven steeds een feest.
Als baby van je moeder nog het meest.

Erg normaal en verwarmt het hart
Niet van Miep en Guus …
… maar wel van Sophie en Bart.

Rara, wat ben ik?

By karelriemelneel | March 21, 2010 - 9:53 am - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit: “Dat is een peulenschil” + “Dat is kinderspel”

Uitgesproken door: Gsorsnoi

Datum: Vrijdag 19 maart 2010

image by risastla, edited by Gsorsnoi 

Hoe vreselijk is dit alles!

Zie mij hier nu gaan op mijn fietsje, onderweg naar het volgende slachtoffer. Een onschuldig individu, die het toevallig heeft getroffen naam te maken in Nederland, ligt nu nietsvermoedend in bed tot ik mijn slag zal slaan. Aangespoord door het woord van meneer de Graaf. Die vreselijke man die mij heeft gemaakt tot wie ik ben.

Dadelijk sluip ik bij deze persoon naar binnen om – als ik mijn werk goed doe – de carrière van deze persoon voorgoed de das om te draaien. Ik kruip op de buik en in de navel om datgene weg te nemen wat het persoon groot heeft gemaakt. En dan zou ik eigenlijk zoveel moeten wegnemen dat het slachtoffer eraan bezwijkt. Maar dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen. Iets waar ik nog elke dag straf voor krijg. Meneer de Graaf heeft natuurlijk wel over zijn instrument voor deze methode nagedacht. Kijk maar naar mij. Wat ben ik nou eenmaal? Een kleine pad. Zo één in een dozijn maal een dozijn padden die jaarlijks in een paddentrek de weg oversteekt. Ik ben klein en flexibel genoeg om mij in het zo onamfibische orgaan als de menselijk navel te wurmen. Of is dat niet toch een beetje raar?

Ik wil dit zelf helemaal niet. Dus waarom ben ik het die deze duistere taak toegewezen heeft gekregen? Had hij niet een andere pad kunnen oprapen van de weg om via zijn experimenten te worden tot wat ik ben? Dan was ik liever overreden door zo’n blikken mobiel. En waarom kan ik wat ik kan? Een pad is toch niet gemaakt om in navels van mensen te kruipen? Het enige wat ik mij herinner is dat ik toen ontkwaakte uit die glazen bol en ineens kon wat ik nu kan.

Nu heeft hij mij gestuurd naar deze onzedige missie. Een missie die grote gevolgen zal hebben voor het Nederlandse regeringsstelsel. Eentje die misschien wel een hoop stemmen zal doen op gaan, mogelijk in de verkeerde richting. Mensen zullen dadelijk met hoofdpijn het rode potlood hanteren. Ze zullen moeten nadenken welk hoofd zij ditmaal moeten gaan kiezen. Slechts weinigen van de bekende politici zullen overblijven door de acties die ik deze nacht ten uitvoer zal brengen.

Het is mij al eerder gelukt om Kieviten Denken Blaba ten val te brengen. Het vierde kabinet van Pandabeer Kenneltje. Sommige mensen zien in Wou Sorbet’s partijopvattingen over de missie Uruzgan misschien een carrièrehoogtepunt voor deze politicus. De één ziet hem als een held. De ander tekent hem af als de grootste schande van deze kabinetsperiode. Ik was het in elk geval die hem ertoe heeft aangezet alles op het spel te zetten. Onder het mom van ‘ik wil meer tijd in mijn gezin steken’ trad hij af. Hoe kon hij ook anders? Gas Tanken en Cruesli Gemalin zouden spoedig volgen.

Het is nu mijn taak om het Mistsein in Draaiboek verder te ontbinden. De enige die er wel bij varen zijn mijn Graaf en die verschrikkelijk Der Witregels. En dan vooral die laatste. Simone is in Irakdebat komt hem wel goed uit. Zijn succes wordt aangesterkt door deze Opgeknapte Sprot. Hij was toch al bijzonder begaafd met het tot zich trekken van een hoop aandacht. Nu met deze situatie waarin het kabinet verkeert, zal hem dat zeker geen windeieren leggen.

Eerder heb ik getracht om ook zijn levenssappen te ontnemen. En oh, wat was ik daar graag in geslaagd. Ik zou voor het eerst mijn meester hebben kunnen verblijden met een slachtoffer dat niet meer zou opstaan. Hij zou mij zijn lof hebben gegeven voor het tot een succes brengen van een slurping. Voor het eerst zou hij trots op mij zijn geweest.

Maar ik faalde. Of eigenlijk faalde meneer de Graaf zelf. De methode was niet sluitend. Der Witregels won het van mij. De trance waarin het slachtoffer had moeten geraken door mijn navelkruiperij kwam niet tot stand. Der Witregels was gewoon werkelijk te sterk en te zwart van binnen om mij mijn gang te kunnen laten gaan. Deze man zit zo vol haat en koestert zo’n slechte wil tegenover de doelen in zijn politieke agenda, dat ik hem zijn successen niet heb kunnen afpakken.

In plaats daarvan heb ik het in hem losgemaakt.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Pervers Kind
Volgend hoofdstuk: Twee Kwaden

By kornelisoflook | March 15, 2010 - 1:14 pm - Posted in English, Gevleugelde Uitspraken, Verbaal Genot

Yes, but unfortunately I did not find it.

You sometimes end up frowning your eyebrows over quotes you find on the internet. I found this quote on a forum as I was trying to look for an answer on a question I had about a text processing program.

In the end I found my search, but I had to look somewhere else.

Uitgesproken door: Jos Werner, fractievoorzitter CDA.

Datum: Maandag 8 maart 2010

Mocht hij zijn baan ook kwijtraken, dan heeft WSNOI  nog wel even een vacature voor het onbestaande beroep ‘make-up hersenchirurg’ voor hem.

By reuzenavelpad | March 4, 2010 - 7:50 pm - Posted in De anagrammen, Nederlands, Reuze Navelpad, Verbaal Genot

image by The Bikini Open, edited by Gsorsnoi

Hebben jullie ook zo’n zin in de zomer? Van die witte troep buiten, die ijzige kou en vastgevroren sloten heb ik in elk geval nu wel weer genoeg gehad. Het leek me daarom een goed idee om met de anagrammen van deze maand alvast een beetje in de lente- en zomerstemming te komen.

Het zal deze maand weinig uitleg behoeven wat het thema zal zijn (en zeker met zo’n plaatje erbij!). Ik zal het thema nooit verklappen, maar via aanwijzingen en/of een te ontdekken patroon in de anagrammen kom je vaak al een hoop te weten.

Niet alle moordwijven zijn mijn type, maar gezegd mag worden dat de dames hieronder wel allemaal één ding gemeen hebben. Wat ze gemeen hebben?
Het anagram waar geen bekende Nederlander uit te ontanagramminiseren valt, geeft antwoord op die vraag!

  • Loeiende Kegels (geraden door PiCo)
  • Beha Neigt Neerstortten (geraden door PiCo)
  • Help Camera Openen (BoB wel) – Ton kan niet spellen.
  • Indien Voorjaar (geraden door Sandra)
  • Oom Begeert Kus (geraden door PiCo)
  • Ongans Bikine (geraden door PiCo)
  • Puma Kamelen (geraden door PiCo)
  • Niemandal Vrije Mik (geraden door PiCo)
  • Debug Inrijen (geraden door PiCo)
  • Dierenarts Shovel (geraden door BoB) – beter bekend onder haar artiestennaam met een ‘Z’.
  • Vishandel In Quotum (geraden door PiCo)
  • Discmen Riool Typ (geraden door PiCo)
  • Zomaar Chili Au (geraden door PiCo)
  • Katrien Lychee (geraden door PiCo)
  • Gokhal Rennen (geraden en ontnavelt door Aad)
  • Hier Rolex Vandaal (geraden door PiCo)
  • Is Viese Lym (geraden door PiCo)
  • Bajes Been Vreter (geraden door PiCo)

Met vriendelijke reuzel,

Navelpad

PS: deze Reuze Navelpad bevat slechts één instinker!

By karelriemelneel | March 2, 2010 - 6:33 pm - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit: “Stapje voor stapje” + “Stukje bij beetje”

Uitgesproken door: Richard

Datum: Dinsdag 3 maart 2010

Op één nacht besloot ik mijn kleine padje te volgen en wachtte op het moment dat hij zijn bedje uit zou komen. Dat moment was daar. Zoals ik al had voorzien pakte hij zijn fietsje en weg was hij. Ik zette direct de achtervolging in met mijn eigen fiets en kwam al snel tot de conclusie dat ik er flink aan moest trekken om hem bij te houden. Mijn stalen ros maakte overuren. Had ik de auto maar gepakt. Als een bezetene trapte hij op zijn fietsje en fietste ver van huis. Met mij op sleeptouw trokken we het halve land door en wist ik op een ogenblik haast niet meer waar we waren beland. Dat terwijl hij geen licht op z’n fiets had en ik wel.

Na enkele uren kwamen we ergens aan tussen het midden en nowhere. Het was koud, ik had werkelijk geen idee waar we waren en was helemaal kapot. Mijn fiets verstopte ik achter een boom en keek wat mijn padje zou doen. Geheel in trance hupte mijn padje van zijn fietsje en sloop naar het dichtstbijzijnde huis. Er was geen tijd om te treuzelen. Ik volgde hem op de voet. Daarbij deed ik mijn uiterste best hem niet uit het oog te verliezen. Dat moest ik wel natuurlijk. Hoe zou ik anders zelf nog thuis komen? Ik hoopte maar dat hij de weg terug nog wist.

Anders dan hoe mijn padje via het toiletraampje naar binnen wist te klimmen, moest ik een andere manier vinden om te kunnen volgen wat er in dat huis stond te gebeuren. Om daarbij niet al te veel op te vallen sloop ik rechts langs het huis en trachtte glurend door de ramen te volgen wat er binnen gebeurde. Dit viel me niet mee en ik was mijn pad al snel kwijt. Hoe kon ik nu weten waar hij zich in het huis bevond? Ik hing hier maar wat aan de gevel waarbij mijn zicht werd geblokkeerd door een grote verzameling bakstenen. Het kwam op geluk aan of ik mijn pad toevallig door de ramen in een van de kamers zou zien huppen. Die mazzel kwam gelukkig. In de woonkamer zag ik hoe hij al huppend de trap opklom en naar de bovenetage bewoog. Ik hupte in de eerste de beste regenpijp en klom langs de gevel omhoog. Daarna raakte ik hem al gauw weer uit het oog. Hij kon nog steeds in alle kamers van die bovenetage binnengedrongen zijn. Dus kon ik wel precies aan de andere kant van het gebouw voor Spiderman aan het spelen zijn dan waar de ondeugende kwaker aan het inbreken was.

De nadering ontknoopte op het moment dat ik turend door een raam van één van de slaapkamers toevallig gadesloeg wat voor vunzige pad ik in huis had gehaald. De kwaker was juist de slaapkamer binnen getreden waar een bewoner lag te ronken. Herstel: bewoonster.

“Wat is dit nou?” Dacht ik. Dat mens wat daar in bed ligt ken ik! En niet ik alleen. Half Nederland zou haar zo herkennen. Dat wil zeggen: iedere Nederlander die destijds op werkdagen vanaf acht uur niets beters met zijn tijd wist te doen toen zij nog op TV was. Mijn vunzige kleine padje sloop dus blijkbaar ’s nachts bij bekende Nederlanders naar binnen, maar waarom? En bleef dit alleen bij jonge dames? Of vielen er ook oudere dames of wellicht ook mannelijke BN’ers ten prooi aan deze groenbruine vuns?

Die kleine viezerik, zo dacht ik, kroop op het bed en op het lichaam van deze jonge dame.
“Ik wist het!” dacht ik nog.
“Nu zal het gebeuren. En ik moet iets doen om het te stoppen.”
In lijn met mijn verwachting kroop hij onder haar negligé waar ik overtuigd was dat hij een eigen betekenis zou gaan geven aan wat padden met padden doen. Nu moest ik in actie komen, anders zou het vlug te laat zijn geweest.
Gepaard van de nodige onhandigheid trok ik mijzelf hoger naast een kozijn en wilde ik bekijken of ik een mogelijkheid zag om binnen te komen. Echter net dat ik tot de conclusie moest komen dat dit wel moeilijk zou worden, stokte mijn adem. Want op het moment dat ik iets wilde gaan ondernemen zag ik tot mijn grote schik hoe mijn kleine padje op haar buik klom en er gewoon in verdween. Recht op de plek waar haar navel zat verdween de bult in de stof van haar negligé die daar eerder door hem werd gevormd.

Laat in die ochtend heb ik nog als een Tom Boonen aan mijn stuur moeten harken om de laatste paar kilometers voor de pad uit te fietsen en eerder thuis te zijn dan hij. Nog hijgende van de inspannende fietstocht deed ik voor hem de deur open en trok hem naar binnen.
“Zo mannetje. Jij hebt mij wat uit te leggen. Waar ben jij geweest?” Krokodillentranen begonnen zich langzaam te vormen op zijn wangetjes.
“Nou meneertje? Zeg het maar.” Het groen trok uit zijn gezicht en antwoordde:
“Anneke van Jeuking.”
“Niets van waar. Zo heette ze niet. Wie was zij?” Ik had allang door dat dit geen hele leugen was, maar zijn manier om de waarheid te verdoezelen.
De pad twijfelde, maar zei uiteindelijk bijna ratelend:
“Vijg Aaneen Nukken, Nekkuiven Najagen, Genaak Kneu Venijn, Keniaan Junk Geven, Geen Juk Aanvinken, Javanen Ukken Gein, Ingenu Kajak Neven…” Ik moest hem de mond snoeren om te voorkomen dat er nog meer van dit soort rare en nare onzinwoorden zouden volgen. De kreten die hij hanteerde werden hoe langer hoe vunziger. Kreten waar werkelijk bizarre en smerige associaties mee te maken zouden zijn. Toch zat er wel degelijk een logica in dit gebrabbel. Een bekentenis die ik uit hem los zou trekken zou een hoop verklaren.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Fietsie foetsie
Volgend hoofdstuk: Der Witregels

By achmedlien | February 17, 2010 - 6:34 pm - Posted in Duimzuigerij, English, Gevleugelde Uitspraken, Scherpe Blik, Verbaal Genot

Yet trying it out is undoable.