image by risastla, edited by Gsorsnoi 

Hoe vreselijk is dit alles!

Zie mij hier nu gaan op mijn fietsje, onderweg naar het volgende slachtoffer. Een onschuldig individu, die het toevallig heeft getroffen naam te maken in Nederland, ligt nu nietsvermoedend in bed tot ik mijn slag zal slaan. Aangespoord door het woord van meneer de Graaf. Die vreselijke man die mij heeft gemaakt tot wie ik ben.

Dadelijk sluip ik bij deze persoon naar binnen om – als ik mijn werk goed doe – de carrière van deze persoon voorgoed de das om te draaien. Ik kruip op de buik en in de navel om datgene weg te nemen wat het persoon groot heeft gemaakt. En dan zou ik eigenlijk zoveel moeten wegnemen dat het slachtoffer eraan bezwijkt. Maar dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen. Iets waar ik nog elke dag straf voor krijg. Meneer de Graaf heeft natuurlijk wel over zijn instrument voor deze methode nagedacht. Kijk maar naar mij. Wat ben ik nou eenmaal? Een kleine pad. Zo één in een dozijn maal een dozijn padden die jaarlijks in een paddentrek de weg oversteekt. Ik ben klein en flexibel genoeg om mij in het zo onamfibische orgaan als de menselijk navel te wurmen. Of is dat niet toch een beetje raar?

Ik wil dit zelf helemaal niet. Dus waarom ben ik het die deze duistere taak toegewezen heeft gekregen? Had hij niet een andere pad kunnen oprapen van de weg om via zijn experimenten te worden tot wat ik ben? Dan was ik liever overreden door zo’n blikken mobiel. En waarom kan ik wat ik kan? Een pad is toch niet gemaakt om in navels van mensen te kruipen? Het enige wat ik mij herinner is dat ik toen ontkwaakte uit die glazen bol en ineens kon wat ik nu kan.

Nu heeft hij mij gestuurd naar deze onzedige missie. Een missie die grote gevolgen zal hebben voor het Nederlandse regeringsstelsel. Eentje die misschien wel een hoop stemmen zal doen op gaan, mogelijk in de verkeerde richting. Mensen zullen dadelijk met hoofdpijn het rode potlood hanteren. Ze zullen moeten nadenken welk hoofd zij ditmaal moeten gaan kiezen. Slechts weinigen van de bekende politici zullen overblijven door de acties die ik deze nacht ten uitvoer zal brengen.

Het is mij al eerder gelukt om Kieviten Denken Blaba ten val te brengen. Het vierde kabinet van Pandabeer Kenneltje. Sommige mensen zien in Wou Sorbet’s partijopvattingen over de missie Uruzgan misschien een carrièrehoogtepunt voor deze politicus. De één ziet hem als een held. De ander tekent hem af als de grootste schande van deze kabinetsperiode. Ik was het in elk geval die hem ertoe heeft aangezet alles op het spel te zetten. Onder het mom van ‘ik wil meer tijd in mijn gezin steken’ trad hij af. Hoe kon hij ook anders? Gas Tanken en Cruesli Gemalin zouden spoedig volgen.

Het is nu mijn taak om het Mistsein in Draaiboek verder te ontbinden. De enige die er wel bij varen zijn mijn Graaf en die verschrikkelijk Der Witregels. En dan vooral die laatste. Simone is in Irakdebat komt hem wel goed uit. Zijn succes wordt aangesterkt door deze Opgeknapte Sprot. Hij was toch al bijzonder begaafd met het tot zich trekken van een hoop aandacht. Nu met deze situatie waarin het kabinet verkeert, zal hem dat zeker geen windeieren leggen.

Eerder heb ik getracht om ook zijn levenssappen te ontnemen. En oh, wat was ik daar graag in geslaagd. Ik zou voor het eerst mijn meester hebben kunnen verblijden met een slachtoffer dat niet meer zou opstaan. Hij zou mij zijn lof hebben gegeven voor het tot een succes brengen van een slurping. Voor het eerst zou hij trots op mij zijn geweest.

Maar ik faalde. Of eigenlijk faalde meneer de Graaf zelf. De methode was niet sluitend. Der Witregels won het van mij. De trance waarin het slachtoffer had moeten geraken door mijn navelkruiperij kwam niet tot stand. Der Witregels was gewoon werkelijk te sterk en te zwart van binnen om mij mijn gang te kunnen laten gaan. Deze man zit zo vol haat en koestert zo’n slechte wil tegenover de doelen in zijn politieke agenda, dat ik hem zijn successen niet heb kunnen afpakken.

In plaats daarvan heb ik het in hem losgemaakt.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Pervers Kind
Volgend hoofdstuk: Twee Kwaden

Op één nacht besloot ik mijn kleine padje te volgen en wachtte op het moment dat hij zijn bedje uit zou komen. Dat moment was daar. Zoals ik al had voorzien pakte hij zijn fietsje en weg was hij. Ik zette direct de achtervolging in met mijn eigen fiets en kwam al snel tot de conclusie dat ik er flink aan moest trekken om hem bij te houden. Mijn stalen ros maakte overuren. Had ik de auto maar gepakt. Als een bezetene trapte hij op zijn fietsje en fietste ver van huis. Met mij op sleeptouw trokken we het halve land door en wist ik op een ogenblik haast niet meer waar we waren beland. Dat terwijl hij geen licht op z’n fiets had en ik wel.

Na enkele uren kwamen we ergens aan tussen het midden en nowhere. Het was koud, ik had werkelijk geen idee waar we waren en was helemaal kapot. Mijn fiets verstopte ik achter een boom en keek wat mijn padje zou doen. Geheel in trance hupte mijn padje van zijn fietsje en sloop naar het dichtstbijzijnde huis. Er was geen tijd om te treuzelen. Ik volgde hem op de voet. Daarbij deed ik mijn uiterste best hem niet uit het oog te verliezen. Dat moest ik wel natuurlijk. Hoe zou ik anders zelf nog thuis komen? Ik hoopte maar dat hij de weg terug nog wist.

Anders dan hoe mijn padje via het toiletraampje naar binnen wist te klimmen, moest ik een andere manier vinden om te kunnen volgen wat er in dat huis stond te gebeuren. Om daarbij niet al te veel op te vallen sloop ik rechts langs het huis en trachtte glurend door de ramen te volgen wat er binnen gebeurde. Dit viel me niet mee en ik was mijn pad al snel kwijt. Hoe kon ik nu weten waar hij zich in het huis bevond? Ik hing hier maar wat aan de gevel waarbij mijn zicht werd geblokkeerd door een grote verzameling bakstenen. Het kwam op geluk aan of ik mijn pad toevallig door de ramen in een van de kamers zou zien huppen. Die mazzel kwam gelukkig. In de woonkamer zag ik hoe hij al huppend de trap opklom en naar de bovenetage bewoog. Ik hupte in de eerste de beste regenpijp en klom langs de gevel omhoog. Daarna raakte ik hem al gauw weer uit het oog. Hij kon nog steeds in alle kamers van die bovenetage binnengedrongen zijn. Dus kon ik wel precies aan de andere kant van het gebouw voor Spiderman aan het spelen zijn dan waar de ondeugende kwaker aan het inbreken was.

De nadering ontknoopte op het moment dat ik turend door een raam van één van de slaapkamers toevallig gadesloeg wat voor vunzige pad ik in huis had gehaald. De kwaker was juist de slaapkamer binnen getreden waar een bewoner lag te ronken. Herstel: bewoonster.

“Wat is dit nou?” Dacht ik. Dat mens wat daar in bed ligt ken ik! En niet ik alleen. Half Nederland zou haar zo herkennen. Dat wil zeggen: iedere Nederlander die destijds op werkdagen vanaf acht uur niets beters met zijn tijd wist te doen toen zij nog op TV was. Mijn vunzige kleine padje sloop dus blijkbaar ’s nachts bij bekende Nederlanders naar binnen, maar waarom? En bleef dit alleen bij jonge dames? Of vielen er ook oudere dames of wellicht ook mannelijke BN’ers ten prooi aan deze groenbruine vuns?

Die kleine viezerik, zo dacht ik, kroop op het bed en op het lichaam van deze jonge dame.
“Ik wist het!” dacht ik nog.
“Nu zal het gebeuren. En ik moet iets doen om het te stoppen.”
In lijn met mijn verwachting kroop hij onder haar negligé waar ik overtuigd was dat hij een eigen betekenis zou gaan geven aan wat padden met padden doen. Nu moest ik in actie komen, anders zou het vlug te laat zijn geweest.
Gepaard van de nodige onhandigheid trok ik mijzelf hoger naast een kozijn en wilde ik bekijken of ik een mogelijkheid zag om binnen te komen. Echter net dat ik tot de conclusie moest komen dat dit wel moeilijk zou worden, stokte mijn adem. Want op het moment dat ik iets wilde gaan ondernemen zag ik tot mijn grote schik hoe mijn kleine padje op haar buik klom en er gewoon in verdween. Recht op de plek waar haar navel zat verdween de bult in de stof van haar negligé die daar eerder door hem werd gevormd.

Laat in die ochtend heb ik nog als een Tom Boonen aan mijn stuur moeten harken om de laatste paar kilometers voor de pad uit te fietsen en eerder thuis te zijn dan hij. Nog hijgende van de inspannende fietstocht deed ik voor hem de deur open en trok hem naar binnen.
“Zo mannetje. Jij hebt mij wat uit te leggen. Waar ben jij geweest?” Krokodillentranen begonnen zich langzaam te vormen op zijn wangetjes.
“Nou meneertje? Zeg het maar.” Het groen trok uit zijn gezicht en antwoordde:
“Anneke van Jeuking.”
“Niets van waar. Zo heette ze niet. Wie was zij?” Ik had allang door dat dit geen hele leugen was, maar zijn manier om de waarheid te verdoezelen.
De pad twijfelde, maar zei uiteindelijk bijna ratelend:
“Vijg Aaneen Nukken, Nekkuiven Najagen, Genaak Kneu Venijn, Keniaan Junk Geven, Geen Juk Aanvinken, Javanen Ukken Gein, Ingenu Kajak Neven…” Ik moest hem de mond snoeren om te voorkomen dat er nog meer van dit soort rare en nare onzinwoorden zouden volgen. De kreten die hij hanteerde werden hoe langer hoe vunziger. Kreten waar werkelijk bizarre en smerige associaties mee te maken zouden zijn. Toch zat er wel degelijk een logica in dit gebrabbel. Een bekentenis die ik uit hem los zou trekken zou een hoop verklaren.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Fietsie foetsie
Volgend hoofdstuk: Der Witregels

Deze uitspraak werd ooit gedaan door mijn voormalige leerkracht in Kunstgeschiedenis. Het is geen bestaand spreekwoord en vóór het publiceren van dit artikel zul je er vast op het internet ook geen zoekresultaten op kunnen vinden.

Of het nou precies het woord ‘met’ of ‘op’ was zoals hij dat toen zei, doet uiteindelijk aan de diepere betekenis weinig af. Waarschijnlijk grapte hij het toen om aan te geven dat een goede tekenaar geen succesvolle beta-leerling kan zijn. Wat zoveel wil zeggen dat iemand die in zijn of haar onderwijsrichting beter exacte vakken kan kiezen, vast niet zo goed kan tekenen. Andersom zijn alfa-leerlingen beter in talen.

Daar zal vast wel een bron van waarheid in te vinden zijn. Toch heb ik mijn Duits en Frans destijds ingeruild voor Natuurkunde en Wiskunde B waarbij ik voor beide respectievelijk een 7 en een 8 op mijn eindlijst haalde.
Dit is best verwonderlijk wanneer je realiseert dat ik tegenwoordig talen nog altijd goed op pik en bij simpele sommetjes als ‘100 – 38’ al diep moet nadenken. Euh!
Toch maar een pretpakket nemen de volgende keer…

Blind visualiseren 

Ben ik dus een beetje van beide?
Tekenen ben ik wel altijd een kei in geweest.
Via diezelfde kunstgeschiedenis leerkracht ben ik toentertijd op een kunstacademie binnen gewandeld waar ik een paar maandjes heb vertoefd. Ik hoefde een gezicht maar te hebben gezien en ik kon het de volgende dag ‘blind’ natekenen.

Die kracht om mensen uit het blote hoofd te kunnen natekenen ben ik nooit helemaal kwijt geraakt. Maar het gaat me beduidend minder goed af dan toen het geval is geweest. Sterker nog, ik heb zo lang niet getekend dat ik nog maar eens moet zien dat ik überhaupt nog een stripfiguurtje herkenbaar op papier kan krijgen.
Photoshop en programmeren heeft nu meer mijn aandacht gekregen, waar ik mijn creatieve ei ook goed kwijt kan. Kijk maar naar WSNOI en je weet wat dat ons heeft opgeleverd.

Het mechanisme zien 

Ik ben een logische denker, maar echt goed rekenen heb ik eigenlijk nooit gekund. Dit feit herinnert me aan die rekensommetjes op school waarbij je een machine in een werkschrift getekend zag staan. Stopte je er aan de ene kant een getal in, dan kwam er afhankelijk van het opgedrukte rekensommetje aan de andere kant een ander getal uit.
Dat ging mij (en gaat mij nog steeds) altijd goed af. Als ik het mechanisme maar voor me zie.

Zo kijk ik ook naar de rest van de wereld. Ik ben erg sterk visueel ingesteld. D.m.v. mijn fotografisch geheugen kan ik van locaties tot afbeeldingen en van rekensommetjes tot gesprekken als een copy-cat uittekenen.

Handig zo’n Tomtom

Nog altijd weet ik op een map de route uit te stippelen van Koblenz tot Trier waar ik rond 1995 op vakantie geweest moet zijn. Rekensommetjes kan ik alleen oplossen als ik de ‘truc’ maar voor me zie. Uiteraard kan ik onmogelijk alle namen van de mensen die ik in mijn leven heb ontmoet herinneren, maar als ik je gezicht eerder heb gezien zal ik je zeker herkennen.

Dus hoe zit dat dan met die gesprekken?
Heel simpel: ik heb niet altijd een idee wanneer je iets gezegd hebt …

… maar als ik weet wat je gezegd hebt, weet ik ook waar je het gezegd hebt.

Ik moest nodig weer eens gaan tekenen.

image by mush2274, edited by Gsorsnoi  

Mensen, ik heb jullie iets op te biechten.
Voor wie dacht dat ik die anagrammen allemaal zelf verzin, zit er een beetje naast. Mijn pseudoniem de ‘Reuze Navelpad’ bestaat namelijk echt als individu. Ik zal jullie vertellen hoe het peerd aan de steel steekt. Het berust allemaal op een waar gebeurd verzinsel. Ik laat mij de anagrammen namelijk influisteren door mijn huisdier, mijn pad.

Voor sommigen onder ons is het vast een beetje raar om een kwakende amfibie thuis te hebben rondhuppen die met de pot mee eet. Nee, niet zo’n groene kikker zoals we die wel kennen uit die Amerikaanse poppenshow, maar een echt bruine pad. Hij woont inmiddels al een aardig tijdje bij mij in en we hebben het reuze gezellig samen. Deze toen nog naamloze kwaker was eens op een nacht bij mij de tuin in geslopen waar ik hem vond naast de vijver. Hij was er flink slecht aan toe, broodmager en bleek. Ik vond hem er maar wat zielig en hulpeloos uitzien en besloot hem te adopteren. ’s Avonds zaten we samen aan de lasagne en de pad liet het zich goed smaken.
“Wel netjes met mes een vork eten hè?” drukte ik hem op het hart. Het adopteren van een pad is wel prima, maar ik greep wel gelijk de mogelijkheid aan hem wat manieren te leren. Viezeriken aan tafel vond ik namelijk maar niets.

Met vanalles wat mijn bescheiden keuken ons bood probeerde ik hem te voeden. De pad knapte er alleen niet echt van op. Hij had na een paar dagen verse voeding nog altijd dat ingevallen gezichtje zoals ik hem had aangetroffen en het spek op het lijf en de beentjes kwam er ook niet echt aan. Vitamines en supplementen trok ik van A tot zink uit de kast en heb de pad volgestopt met de meest exotische soorten fruit. Ik heb rustig met hem wat oefeningen gedaan om aan de lichaamsbeweging te komen en heb hem zelfs een paar baantjes leren zwemmen, maar met de gezondheid van de pad bleef het aanmodderen. Het duurde niet lang of de pad lag al gauw met een thermometer tussen zijn kikkerbilletjes in de lappenmand.

Dagen lang at hij slecht of bleef het gewoon niet binnen. Dat was tot op die bewuste dag dat ik ’s ochtends wakker werd en mijn pad foetsie was! Mijn pad was weg en zo ook zijn fietsje. Zijn bedje was leeg en had de benen genomen, zonder dankjewel te zeggen. Hij was op pad de wijde wereld in gefietst. En dat met zijn conditie!

Even was ik even helemaal de weg kwijt en mijn pad en mijn fietsje. Ik ben meteen maar overal gaan zoeken waar mijn lieve padje was gebleven. Hij was niet op of in het toilet. Hij zat niet achter de pc. Er was ook niemand onder de douche en nee, hij zwom ook niet in ons vijvertje. In of om het huis kwam ik hem niet meer tegen. Ik bedacht me dat hij misschien wel naar de dokter was gegaan. Dus ben ik de dokter gaan bellen en kreeg de assistent aan de lijn.
“Dag mevrouw. Met Achmed spreekt U. Weet U misschien of mijn pad vandaag bij U een afspraak heeft?”  Even bleef het stil aan de andere kant van de lijn. Tja, ik zou toch ook de dokter hebben gebeld als ik er zo bleek uit zou zien. Uiteindelijk antwoordde ze met:
“Euh … nee, meneer, maar ik kan wel een afspraak voor maken voor U.” Alhoewel ik mij niet echt lekker bij mijn hoofd voelde, bedankte ik voor dit aanbod en hing op.

Een dag en een nacht gingen er overheen, maar gelukkig bij het krieken van de dag ging ’s ochtends de deurbel. Daar stond hij dan: mijn pad voor de deur op het pad voor het huis. Van het eerder uitgemergelde beestje viel compleet niets meer te herkennen. Ik moest opkijken om hem in de ogen te kijken. Hij was zo groot dat een deel van zijn lichaam links en rechts bijna uit het zicht verdween. Mijn pad had zich blijkbaar volgevreten en stond nu met een reusachtig dikke buik op mijn stoep.

Van binnen kookte mijn bloed. Eigenlijk had ik hem buiten moeten laten staan om hem zijn lesje te leren, maar mijn vadergevoel won het van mijn boosheid. Ik liet mijn rondbuikige zoon binnen en vroeg hem netjes zijn voeten te vegen. Ik was aangeslagen door zijn wangedrag voor het zo lang weg blijven. Hier at hij zijn bordje niet leeg en werd er ziek van en om dan anderhalve dag van huis te zijn om volgevreten thuis te komen was natuurlijk ongehoord. Dus besloot ik hem aan een verhoor te onderwerpen.

Na lang met hem gekwaakt te hebben, had ik nog altijd geen antwoord op mijn vraag waar hij was geweest. Tenminste, dat was wat ik dacht, want op de vragen die ik hem had gesteld had ik steeds in onbegrijpelijke taal antwoord gekregen. Woorden vloeiden over zijn dunne lippen, maar het ontbrak aan elke samenhang:
“Onechte Rijstbal, Albert Toeschijn, Botersla Nichtje, Batterij Scholen, Ontelbare Schijt Achterbil Snotje, Lichtere Bontjas, Blah Citroentjes…” en meer van deze onbegrijpelijke kreten kwamen er huilend uit zijn strotje. Er was werkelijk geen touw aan vast te knopen. Dus begon ik me steeds meer zorgen te maken. Straks moest ik hem nog op laten nemen in een inrichting. Misschien was hij geestelijk wel niet helemaal in orde.

In dezelfde vreemde taal ratelde hij maar door met zijn rare combinaties van woorden. Wat mij daarbij wel opviel, was dat de  Reuze Pad langzaam leek te gaan krimpen bij elk woord wat hij uitbraakte. Alsof hij ruimte wilde maken in zijn maag door af en toe even wat lucht weg te boeren zodat hij zich weer vol kunt vreten met iets nieuws. Mijn bruine vriend slonk en kromp tot er uiteindelijk weer een alleen klein padje overbleef.

Zo ging het een paar dagen en nachten door tot ik er goed radeloos van werd en besloot op onderzoek uit te gaan. Ik moest en zou weten waar dit rare gedrag op sloeg. De pad was een goede vriend van mij geworden, maar waarom ging de kleine pad steeds op pad en kwam at hij uitsluitend buiten de deur ten einde zich leeg te boeren met onbegrijpelijke kreten? Ik zou het spoedig weten.

Wordt vervolgd.

Volgend hoofdstuk: Pervers Kind

23:55, 12 december 2009.

Volgens de klimaattop is het nu bijna 12 uur. Volgens de Maya’s houdt onze menselijke beschaving op 12 december 2012 op met bestaan ( precies drie jaar van nu).

In Siberië ligt onder het permafrost een C02 tijdbom verscholen die afgaat zodra de permafrost ontdooit en er biljoenen tonnen C02 vrijkomen. De nog resterende groene wouden op onze planeet zullen dan niet in staat zijn deze hoeveelheid C02 tijdig te kunnen verwerken, zodat we met een overschot van C02 in de lucht te maken krijgen.
Wordt het nu toch tijd voor zuurstofmaskers?
 
40 van de 100 mensen krijgen nu al ooit in hun leven te maken met kanker. En dat worden er nog meer wanneer de ozonlaag helemaal openbreekt en de zon onze onbeschermde huid aanvalt met UV. Een kankerpandemie daalt neer over de mensheid en halveert deze.
“Kunnen ze niet even opschieten met dat medicijn tegen kanker?” Het is allemaal zo gemakkelijk gezegd.

De aarde warmt op. De ijskappen smelten, de zeespiegel stijgt. Zee- en aardbevingen baren tsunami’s waarmee hele kustlijnen opnieuw in kaart moeten worden gebracht. Honderden diersoorten, die deel uitmaken van ons vertrouwde beeld, ze sterven massaal uit. Voedselketens raken doorbroken en woestijnen rukken overal ter wereld op.
Wie toch al last had van winterdepressies hoeft vandaag alleen maar de TV aan te zetten op het nieuws of de documentairezenders om de zin in het leven totaal te verliezen.

Maar er is ook goed nieuws!

“De fossiele brandstoffen raken op.”

Hoe lang wordt dit al niet gezegd?
Waren ze nou maar eens een keertje op! Dan moesten we wel overstappen op duurzame energie.

Gelukkig begint onze beschaving eindelijk afscheid te nemen van het CO2-tijdperk. Fossiele brandstof is er voorlopig echt nog wel genoeg. Maar het ligt te diep of het rendement is te laag om het op te graven omdat we er te moeilijk bij kunnen.
Blij toe! Laat die knakkers nu het roer maar eens omgooien en investeringen gaan maken in duurzame energie. Wat nou ‘horizonvervuiling’? Plant die windmolenparken alsjeblieft overal en nergens neer. Of trek je straks liever een zwempak en een zuurstoffles over je schouders zodra die CO2 bui en zondvloed over ons neerdalen?

Natuurlijk kost het omzetten van fossiel brandstofverbruik naar meer duurzamere oplossingen bergen met geld. Maar we kunnen dadelijk niet anders.

2012 en dan ‘BENG!’ de mensheid houdt op te bestaan? Nee, zo abrupt, dat geloof ik niet. Maar dat we op de vooravond zitten van op z’n minst 10 tot 40 magere klimatologische jaren, lijkt me meer een kwestie van ‘wanneer’ dan een ‘of’?

Verticale landbouw en auto’s die al dan niet rijden op waterstof of gefermenteerde theeblaadjes ? Jules Verne en Albert Einstein zouden er in hun graf nu nog opgewonden van raken. Maar van science fiction durf ik bijna niet meer te spreken. Morgen druk je op het liftknopje voor de 14e verdieping waar dezelfde tomaatjes worden verbouwd die in hetzelfde gebouw op de begane grond op de groenteafdeling in de schappen liggen.

23:55, 12 december 2062.

De wereldbevolking maakt inmiddels nog maar een achtste uit van wat deze aan het begin van de 21e eeuw moest vertegenwoordigen. De mensheid is net de ergste kankerpandemie te boven maar zal zich voorlopig nog in glazen kassen door buizenstelsels over de aardkloot moeten verplaatsen om zichzelf te kunnen beschermen tegen de CO2-gifwolk welke over de aarde is neergedaald.

Buiten de beschermende koepels die de mens over de weinige steden heeft laten bouwen klinkt er in de enorme woestijnen het gesis van kakkerlakken en andere geëvolueerde insecten.

Bronnen van inspiratie:

By achmedlien | December 4, 2009 - 9:27 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

In het begin was er helemaal niets.
En dat is ook nog eens ontploft!

By gsorsnoi | November 24, 2009 - 1:58 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Droomverhalen, Duimzuigerij, Nederlands, Onbedoelde mening

Niet alle verhalen die ik schrijf steken de draak met de Nederlandse taal of proberen de zin in onzin naar boven te halen. Gedichten en serieuze verhalen schrijf doe ik ook.

Het bewijs hiervoor is wel te vinden in het verhaal wat ik heb geschreven naar aanleiding van een rare droom die ik laatst had.
Heb je dat wel eens? Van die rare en vooral erg levendige dromen waaruit je wakker wordt met het gevoel alsof het allemaal echt is gebeurd. Ik heb daar regelmatig last van. Dan ben ik zo lekker aan het dromen dat mijn fantasie mij een hele nieuwe perceptie van de werkelijk voorzet.

Afgelopen nacht had ik waarschijnlijk in mijn slaap mijn kop gestoten, maar ik sliep vast genoeg om er niet wakker van te worden. In mijn droom bloedde mijn kop als een rund en liep ik duizelig door het huis alsof het allemaal heel echt was. Terwijl ik bij het ontwaken deze morgen niet meer had dan een klein bultje op mijn achterhoofd.
Niet erg spannend allemaal. Dit droomt iedereen toch wel eens?

Helemaal op mijn achterhoofd gevallen ben ik niet. Ik snap ook wel dat hier het verband lag tussen wat ik droomde en het feit dat ik mijn kop stootte in bed.
Maar wat ik laatst droomde was wel erg raar! Het leek wel alsof ik de droom van iemand anders droomde. Niets van de elementen in die droom lijken namelijk op wat ik in mijn eigen omgeving meemaak. ‘s Ochtends wakker geworden uit die droom ben ik het verhaal gaan opschrijven zoals ik het in mijn droom gezien had. Om een tipje van de sluier op te lichten: ik ken niemand in mijn omgeving met het Downsyndroom.

Het verhaal ‘Muinemannetjes’ is te lang om op deze weblog te plaatsen. Daarom heb ik deze onder mijn pseudoniem Achmed Liën aangeboden aan www.korteverhalen.nl . Zij hebben mijn verhaal gepubliceerd op hun website.
Het is een verhaal dat een erg zwaar onderwerp aanhaalt: een man met het Downsyndroom die zijn grote broer zijn wens wil duidelijk maken. Hij wil uit het leven stappen.
Ik weet nog altijd niet waarom ik het geschreven heb. Ik heb het hele verhaal in één nacht in een droom beleefd waarin ik zelf de ik-persoon in het verhaal moest voorstellen.

Ik ben erg benieuwd wat mensen er van vinden.

‘Muinemannetjes’ vind je op Korteverhalen door links in het menu via Zoeken op auteur ‘Achmed’ te zoeken.

By gsorsnoi | November 16, 2009 - 2:25 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Nederlands

Geachte mijnheer/mevrouw ‘Peter Retroman de Vries’,

Ook wij(!) hebben ons huiswerk gedaan en zijn op de hoogte van deze bepalingen en executie van de daaraan verbonden sancties indien niet wordt overgegaan op naleving van het niet serieus nemen van de onzinnig taalgebruik welke in de analen van WSNOI zijn beschreven.
We hebben artikel 215-c uit de WLA (WSNOI Libri Annales) er even bijgepakt:

Ik citeer:
“215-c – De interinstitutionele akkoorden, niet zijnde benoemd onder vioolsleutels, of andere ondubbelzinnige bepalingen uit hoofde van het Verdrag die in het Rijk van WSNOI van toepassing zijn dan wel van belang zijn voor het correct functioneren ervan. Tot onvermijdelijke opneming van deze bepalingen als bijlagen bij het Ontegenzeggelijk Reglement wordt door het WSNOI, op voorstel van zijn bevoegde tot toestemming komende commissie, besloten bij meerderheid van de uitgebrachte stemmetjes (bijlagen VIII, deel B, IX, XI, XII, XIII, XIV, XV en XIX).

Aan het einde van de laatste vergaderperiode worden alle door het Rijk van WSNOI onafgedane zaken als geannuleerd beschouwd, behoudens het opnemen van gefermenteerde thee en het bekisten van grote hoeveelheden Zbersibarnen.

Aan het begin van elke zittingsperiode welke ook staande mogen worden uitgevoerd neemt het Oordeel van voorzitters een besluit over de lieden die achterin zitten. Met redenen omklede verzoeken om bakfietsen samen met kerstbomen te mogen verbranden uit handen van derden en de andere opleidingsinstellingen om herleving of hernieuwing van de behandeling van dergelijke zaken tegen te gaan.

Een en ander geldt niet voor verzoekschriften en voor teksten, al dan niet digitaal overhandigd of door een gegedeïsche datatypiste opgevoerd, waarover geen besluit behoeft te worden genomen of omdat het Gsorsnoi gewoon beter uit komt.”

Aldus het WLA.

Erop vertrouwende dat we deze zaak hiermee voldoende gevoed hebben met onzinnige bijdragen neem ik aan dat we e.e.a. dood kunnen laten bloeden met een deksel op de doofpot, beetje Nesquick erbij, even roeren en natuurlijk niet de melk vergeten, verblijf ik,

Met vriendelijke groet,

De Misdadige Salaris Killer

By achmedlien | September 30, 2009 - 11:43 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Nederlands

Dit is een oproep aan iedereen die toevallig mijn agenda heeft gezien!

Sinds dit weekend ben ik hem kwijt.
Hij is duidelijk herkenbaar aan zijn ranke vormgeving en zijn zwarte huidskleur. Tussen zijn bladzijdes vandaan hangt een blauw plat staartje. Hij luistert naar de naam ´2009´.

Ik mis hem echt enorm en ik denk dat hij zijn baasje ook wel mist.

Wie oh wie heeft hem gezien?

By wilburteerman | September 25, 2009 - 12:46 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Nederlands, Onbedoelde mening, Scherpe Blik

Is dat je ook opgevallen hoe mensen tegenwoordig het weer voorspellen?

Weervrouw Margo van het RTL 4 Nieuws herinnerde mij laatst weer aan dit weervoorspellend fenomeen. Ze vertelde ons dat het aannemelijk is dat de weersverwachting er voor de komende periode wel zo uit zal zien omdat dit gemiddeld genomen over de laatste 30 jaar ook zo het geval is geweest. Hoezo kansberekening?

Toch acht ik deze voorspelling van Margo een stuk aannemelijker dan hoe Buienradar de voorspellingen er soms op na houdt. Kijkende op de radar zie je daar (als er buien zijn natuurlijk) een voorstelling van hoeveel buien er nu in Nederland vallen en de voorspelling hoeveel gezeik we tot een paar uur later over ons heen zullen krijgen. Over het algemeen geeft dat best een accuraat beeld van hoeveel neerslag er in ons land valt of zal vallen. Je wordt zelfs gevoed met blikseminslagen … waar die is ingeslagen wel te verstaan.

Turende naar die radarschermen van Nederland of Europa of de andere beelden viel me ineens iets op: ze kopiëren gewoon de hele boel!
Stel we leven nu om 12:00 uur en het giet flink in ons kouwe kikkerlandje. Er moet vervolgens een voorspelling worden gedaan van waar de buien straks over 15 minuten of over een uur vallen. Dan maken ze een kopietje van de vorm van die buien. Gekoppeld aan de richting en de snelheid van de windstroming plakken ze dat plaatje frame voor frame in die richting over de kaart van Nederland. En voilá! Je voorspelling is compleet.
Ik vond het al zo knap hoe ze een radarbeeld van twee uur in de toekomst aan ons kunnen tonen. Zo kan ik ook wel weerman worden.

De volgende stap is het voorspellen van blikseminslagen. Hoe lang zal het duren voordat we daar inzicht in krijgen?