Twee miljoen jaar geleden moet het toch wel vreselijk zijn geweest als je de televisie aan zou zetten en daar de opkomende dreun zou horen van een Jaws-film van die tijd. In onze tijd is de mensenhaai al een verschrikkelijk groot en eng gedrocht dat ons de stuipen op het lijf jaagt. Dit lieve beestje van nu ruikt een druppel bloed op 4,6 miljoen liter water. Niet voor niets is hij dan ook de bron van inspiratie geweest voor de films ‘Jaws’.

Eenhaps crackers.

Maar kunt u zich voorstellen dat er twee miljoen jaar geleden een beest op aarde heeft geleefd waarvoor zelf onze mensenhaai een eenhaps cracker zou zijn? 20 miljoen jaren lang terroriseerde de grootste Jaws uit de geschiedenis de woeste wateren van onze wereld. Met kleine vissen en haaien nam deze gigant dan ook geen genoegen. Plankton kwam al überhaupt niet op zijn menukaart voor.

De Megalodon was maar liefst zes keer zwaarder dan onze bescheiden mensenhaai. Zou de Megalodon even met zijn enorme kaak wijd open gesperd boven water komen springen, dan zou hij het niet eens door hebben dat jij per ongeluk op je surfboard zijn bek binnen kwam surfen.  Niets verwonderlijk dus dat een volwassen man met gemak rechtop in de kaak van dit gedrocht kon staan. Als we zijn menukaart nog wat beter bekijken zullen we ons ook niet verbazen dat deze zwemmende auto-vergruizer de walvis als voornaamste voedsel at. Op diverse opgegraven skeletten van de prehistorische walvissen zijn diepe v-vormige groeven terug te vinden.

Bevallige walvissen bevielen hem wel.

De megalodon moet wel een enorme kracht in zijn kaken hebben gehad om door lagen spek heen te kauwen en aldus de botten van een walvis van die tijd dusdanig te kunnen verminken. Vaak werden ongeboren ‘baby’- walvisjes teruggevonden in de skeletten van bevallende walvissen van toen. Deze ongelukkige moeders waren getekend met de kaakafdrukken in de botten terwijl de baby half buiten de baarmoeder moet hebben gehangen. De Megalodon vond bevallende walvisvrouwtjes vast verrukkelijk!

Uitgestorven tandartsen.

Het toeval wil dat ik deze morgen met mijn dochter naar de beugeltandarts moest. Moet je je voorstellen wat een karwei een prehistorische orthodontist moet hebben gehad aan deze oude vriend! Met voorhistorische steigers klom deze durfal tegen het grote gapende gat op dat van boven en onder bezet was met zeker drie rijen tanden zo groot waren als volwassen mannenhanden.  In plaats van slotjes zou de Megalodon lijmklemmen nodig hebben gehad. Binnenbanden van fietsen kwamen eraan te pas om het zaakje op z’n plek te houden.
Zo kom je vanzelf op de onomstreden theorie dat deze gigantische schepsels uitgestorven moeten zijn aan tandbederf, ook wel ‘gaatjes’. Of zeg maar gerust ‘gat’!  Al die gigantische gedrochten van heel heel vroeger zijn daarom massaal uitgestorven om één simpele reden: de tandartsen waren op.  Uitgestorven of opgegeten?
Waarschijnlijk zal het laatste het geval zijn geweest. Daarom zijn er vóór Lucy nooit eerdere skeletopgravingen geweest van de oude mens: de botten van de Homo Parodontitis zijn vast vergruisd tussen de kaken van de dinosaurussen.  De rest van de botten van onze voorvaderen zijn weggespoeld doordat zij de Ark niet konden vinden.

Plankton als mondspoeling.

Heel verwonderlijk is het niet dat de haai zoals wij deze nu kennen toch nazaten heeft achtergelaten. Immers, met drie rijen tanden is de strijd tegen cariës bijna niet te verliezen. Dat de ‘kleine’ broer van de Megalodon het van zijn grotere broer heeft gewonnen is waarschijnlijk het gevolg van het wegvallen van de grotere etensbrokken.
De grootste haai van nu (de ‘walvishaai’, hoe verzinnen ze die naam?) doet het dan nog het beste. Hij neemt genoegen met plankton. Daarmee wordt gelijk het gebit goed schoongehouden, aangezien plankton een gebitsreinigende functie heeft.

Waarom is het toch dat wij bij haaien altijd meteen aan de tanden van dit bijzondere schepsel moeten denken? Wedden dat je al lijkbleek wegtrekt als je de rugvin van de Megalodon van twee meter aan je bootje voorbij ziet zwemmen?

Dan is het vanzelf: “Hap, slik, pech”.

This entry was posted on Wednesday, August 6th, 2008 at 14:01 and is filed under Eindelijk uitgeworteld, Gekalibreerde Gedrochten, Tycoon Newspaper Archieven. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.

4 Comments

  1. February 4, 2011 @ 16:09


    Wat een ge-wel-dig leuk verhaal.
    Zo herkenbaar vertaald, de geschiedenis naar het hedendaagse.

    Subliem !

    Posted by Martijn
  2. February 4, 2011 @ 16:18


    Ik heb het altijd al gezegd: “Zuigen, niet bijten!”

    Posted by BoB de Winter
  3. February 4, 2011 @ 16:23


    Bedankt Martijn. Ik zit zelf ook weer te genieten nu ik dit verhaal teruglees. Want het is al een flinke poos geleden dat ik dit verhaal schreef (eerste versie: 2001!).

    Monsterverhalen boeien me al veel langer. Dat merk je.

    Ook toevallig trouwens: het boek dat ik op dit moment lees heet ‘Hammerhead’, een boek over vraatzuchtige haaien geschreven door Paul Goeken. Tandartsen ben ik nog niet tegengekomen in het verhaal.

    Posted by Gsorsnoi
  4. February 6, 2011 @ 00:30


    Ah! Dus bang voor de tandarts is echt pas iets van de laatste paar duizend jaar?

    Posted by Jolien van Biesheuvel

Leave a Comment

Please note: Comment moderation is enabled and may delay your comment. There is no need to resubmit your comment.