image by carbonated, edited by Gsorsnoi

In deze Vuurspugende Zonsverduistering Detective Special wanen we ons een de tijd waarin de radio en theaters de hoofdrol nog hadden boven de televisie. Die stond toen nog in de kinderschoenen, maar zou de populariteit van de andere media spoedig opslokken. De populaire muziek werd gedomineerd door de Big Bands waarbij namen als Glenn Miller, Tommy Dorsey, Duke Ellington en Benny Goodman bij het publiek het meest tot de verbeelding spraken. Ook artiesten die we nu nog kennen zoals Frank Sinatra, Billy Holiday en Bing Crosby stammen uit die tijd. Bij de theaters werd het aanbod van shows vrijer, extremer en meer abstract. Kluchtige gedichten of blijspelen werden opgevoerd waarbij er in de karikaturale stijl in het bijzonder aandacht was voor het opzettelijk onnatuurlijk laten overkomen van een onderwerp. In een variant met een erotische sfeer herkennen we sterren die je kunt vergelijken met strippers uit bars, maar waarbij de dame zich nooit volledig ontbloot. Er werd continu de draak gestoken met actuele zaken die de mensen toen bezighielden.

“Ladies of Paranaque” uit GOHES CITY is zo’n theater waar deze stijl – ‘burleske’ geheten – in die erotische variant werd gepresenteerd door diva’s en clowns. Voor de gelegenheid belichten we daar een showbizzmoordzaak  uit het jaar 1943 waarbij we even doen alsof Karel Riemelneel in die tijd leefde en een glansrol heeft in als inspecteur. De middelen om een moordzaak te onderzoeken zijn daar ook naar.

Bij het voorbereiden van de show ‘Radio dies in war’ werd de hoofdrolspeelster Stacey Brown dood aangetroffen in het toilet. De genitaliën en borsten van Stacy Brawn Akbar, die de rol van Lolita Brown vervulde, waren weggesneden en om haar nek zat een strakgetrokken G-string. Magere Hein had geen foto achtergelaten. In plaats daarvan vonden we in Stacey’s kostuum een lijst met namen:

  • Rodin Goedde (anagram van Eddie Gordon) geraden door Paap
    Rol: Grimeur (#1).
    Motief: Zou een eigen stripclub willen beginnen met de dames, omdat hij meent dat die business meer geld zou opleveren. Hij had er dan voordeel bij deze tent te laten sluiten door het kopstuk om te brengen.
  • Gsor Russeller (anagram van Russell Rogers) geraden door Paap
    Rol: Theatervormgever.
    Motief: Zou altijd een goed woordje hebben gedaan voor Hale Wall en wekt de schijn dat hij haar wilde helpen Stacey van de troon te stoten. Hale was zijn favoriet.
  • Presley Goyes (anagram van Gypsy Rose Lee – schrijfster van origineel script) geraden door BoB
    Rol: Zangeres / actrice (#3).
    Motief: Zou financieel aan de grond zijn gezet door Stacey Brown i.v.m. mislukt handeltje welke zij samen runden met Catherina Porrings en Hale Probehood in damesondergoed.
  • Lolita Rita Fautsovic (anagram van Victoria Faust) geraden door Paap
    Rol: Ex-Lolita.
    Achtergrond: Vervulde zelf ooit de rol van Lolita. Wil deze rol graag terug. Anderhalf jaar in de bak gezeten i.v.m. bedreigen van een agent nadat ze met te veel drank op achter het stuur had gezeten. Wanneer bekend wordt dat de dodenlijst eigenlijk een lijst is met daarop de personen die op het moment van de moord in het theater aanwezig waren wordt zij ook ineens extra verdacht: zij was pas na de moord onder de mensen, maar was inderdaad al eerder aanwezig in het theater. Dus waarom spookte ze al rond? Later zou blijken dat ze eerst het terrein wilde verkennen voordat ze haar oud-collega’s weer onder ogen wilde komen.
  • Stacy Brawn Akbar (anagram van Barbara Stanwyck – actrice van hoofdrolspeelster LOB) geraden door Paap
    Rol: Lolita / slachtoffer.
    Achtergrond: Nam de plaats in van Lolita Rita nadat zij door een conflict met de politie in de bak belandde. Had een langlopende affaire met Lewi Wall.
  • Leo Heischaam (anagram van Michael O’Shea – acteur achter voornaamste clown LOB) geraden door BoB
    Rol: Voornaamste clown in rol van zakenman.
    Motief: Stacy kreeg haar schuld niet afbetaald en had een geldbedrag van Leo geleend. Leo lijkt echter een goede loebas en heeft geen slechte pet van haar op.
    Achtergrond: Is altijd heimelijk verliefd geweest op Stacey, maar heeft haar hart ondanks zijn goede verstandhouding met haar nooit voor zich kunnen winnen.
  • Lewi Wall aka ‘the Mailman’ (anagram van William A. Wellman wanneer Mailman in de naam wordt meegenomen – director LOB) geraden door BoB.
    Rol: Regisseur en eigenaar van Ladies of Paranaque.
    Achtergrond: Ex-man van Hale. Ooit zelf tenor in het theater, maar mee gestopt door een probleem aan zijn stembanden. Verafschuwt rokers en de herenliefde.
  • Franko Probehood aka ‘Corny’ (anagram van Frank Conroy) geraden door BoB.
    Rol: Dramaturg in pensioentijd.
    Motief: Zou liever een andere carrière voor zijn dochter hebben gewenst dan één in de erotische entertaiment. Franko zou geen baat hebben bij ombrengen van Hale Probehood. Hiermee vervalt zijn motief als ook zij sterft.
  • Hale (Wall) Probehood (anagram van Deborah Hoople – hoofdrol LOB) geraden door Paap
    Rol: Zangeres / actrice (#2).
    Achtergrond: Ex-vrouw van Lewi Wall.  Dat was tot ze ontdekte dat Stacy een verhouding met hem had.
  • Stan Haged (anagram van Stagehand –toneelknecht) geraden door BoB
    Rol: Toneelknecht.
    Achtergrond: Vind dat een te groot deel van de opbrengsten naar de diva’s gaat. Heeft voorkeur voor de herenliefde. Schitterde zelf ooit in het theater als travestiet. Dat was totdat men ontdekte dat hij eigenlijk een man was.
    Schuilnaam als travestiet: Ophelia Stanbecher (anagram van Stephanie Bachelor – The Princess Nirvena uit LOB) geraden door BoB
  • Floyd Basel Leque (anagram van Lady of Burlesque) geraden en ontpluist door BoB
    Rol: Clown (#2).
    Motief: Seksuele frustratie. Is eerder al betrapt op openlijke opdringerige avances richting Stacey. Zou het om die reden ook goed kunnen vinden met haar.

Andere personages:

  • Rodrigue O’Niel (anagram van Louie Grindero – slechterik uit LOB) geraden door BoB
    Rol: Clown (#3)
    Motief: Verwijt Stacey een geslachtsziekte aan haar te hebben opgelopen.
  • Fabbri Fanning (anagram van Biff Brannigan – voornaamste clown uit LOB) geraden door PiCo
    Rol: Clown (#4)
    Motief: Lang geleden afgewezen door Stacey.
  • Shirley Casparian Riekelin (anagram van Cherilyn Sarkisian LaPiere – Cher) geraden door Retroman
    Rol: Zangeres / actrice (#4)
    Achtergrond: Zou meer ruimte wensen in haar kleedruimte.
  • Natacha Riser Luigi (anagram van Christina Aguillera) geraden door Retroman
    Rol: Zangeres / actrice (#5)
    Motief: Exhibitionist en zou tevens seksueel  gefrustreerd zijn.
    Achtergrond: Bi-seksueel.
  • Catherina Porrings (anagram van Inspector Harrigan) geraden door BoB
    Rol: Zangeres / actrice (#6)
    Motief: zie motief Presley Goyes.
  • Ricci Rega (anagram van Craig Rice – co-writer van LOB) geraden door PiCo
    Rol: Grimeur(#2)
    Motief: Geen, maar ergert zich frequent aan gemopper van de dames.

Anagram bonussen:

  • BoB
    Presley Goyes, Leo Heischaam, Stan Haged, Mailman Lewi Wall, Rodrigue O’Niel, Catherina Porrings, Floyd Basel Leque en Corny Franko.
    + 1x ontpluizen.

    Totaal: ZB 425,- + extra ZB 100,- voor de schuilnaam van Stan.
  • Paap
    Rodin Goedde, Gsor Russeller, Rita Fautsovic, Stacy Brawn Akbar en Franko Probehood.
    Totaal: ZB 250,-
  • Retroman
    Natacha Riser Luigi en Shirley Casparian Riekelin.
    Totaal: ZB 100,- en verzilverd naar ZB 200,-!
  • PiCo
    Ricci Rega en Fabbri Fanning.
    Totaal: ZB 100,-

Lewi Wall, regisseur en eigenaar van het theater, was de eerste die werd ondervraagd en vreesde voor een dodenlijst. Toch hoe zeer hij ook vreesde voor de levens van de artiesten en dat van hemzelf, het theater verkeerde in financieel zwaar weer, dus: the show must go on.

Klik hier voor de spelregels.

Oorspronkelijke beloning gouden tip:  ZB 2.700,-

Script by Goudvisje

<RELATIE DODENLIJST MET THEATER?>
De regisseur wist ons al snel duidelijk te maken dat de mensen op de zogenaamde dodenlijst een aantal van zijn personeelsleden bevatte. Hij reageerde geschokt bij de ontdekking dat er een aantal voorname personen op genoemd stonden. De rollen die deze personen vervullen in het theater heb ik direct bij een lijst opgepend waar ik de dodenlijst op had overgenomen. Eén persoon bevreemde ons en leek het zwarte schaap op de lijst: de Bulgaarse Rita Fautsovic was de enige die op dit moment [AANWIJZING] niet voor het theater werkte. Zij zat in het gevang door een aanvaring met een agent nadat ze met drank op achter het stuur had gezeten.

{G-STRING}:
De moordenaar had ons klaarblijkelijk iets willen duidelijk maken met het verwijderen van de borsten en genitaliën van Stacey Brown. Ook de G-string die om haar nek zat gebonden straalde een boodschap uit van seksisme. Het betreffende kledingstuk zou zij even daarvoor zelf nog hebben aan gehad. Zo bevestigde Catherina Porrings die naast haar in de kleedkamer had gezeten. Haar viel dat soort zaken meteen op, omdat ze beide in het verleden [AANWIJZING] een handeltje hadden in kleding. Maar dit reepje stof kon niet het moordwapen zijn. Het slachtoffer was al dood voordat haar nek ermee ontsiert werd.

<SPOREN VAN DADER?>
Er bekroop mij een suikerbruin vermoeden dat we hier te maken hadden met een seksueel gefrustreerde psychopaat van het kaliber zoals je ze alleen aantreft in de Italiaanse maffia. Ook kon ik de vergelijking niet onderdrukken met Jack the Ripper. Wie het ook geweest was, hij of zij had de sporen goed uitgewist. Van bloedsporen was nauwelijks iets te vinden behoudens het bloed dat nog uit het lichaam was weggevloeid nadat de moordenaar vast al weg was. Leo Heischaam, de voornaamste Clown uit het theater hield zijn versierde ondermaatse pet voor zijn stevige buik vastgeklemd en sprak [AANWIJZING]:
“Mijn lieve Stacey. Hadden wij maar samen gevlucht toen het nog kon.”

<WAAROM WILDE LEO MET STACEY VLUCHTEN?>
Clown Leo zei dit zo zacht en binnensmonds dat ik hem maar net verstond. Met mijn hand op zijn schouder nam ik hem apart en wilde van hem weten waarom hij met Stacey had willen vluchten.
“Stacey was de liefde van mijn leven. Ik vind het niet vervelend om voor LOP te werken, maar als je het mij zou vragen dan had ik met haar elders iets moois willen beginnen.”
“Dus wat belette jullie om dit te doen?”
“Nou inspecteur …” begon de clown vertwijfeld.
“… Stacey zag dit duidelijk anders.”
Nieuwe tranen kwamen er bij hem los.
[AANWIJZING] “Ik ben nou niet echt de … snik … enige die Stacey lief had.”

<SOORT WAPEN AF TE LEIDEN UIT VERWONDING?>
De gedachte eraan alleen was al akelig: waarmee zou de moordenaar de grove wonden hebben toegebracht? Maar we moesten het weten. Anders zouden we nooit achterhalen wie de dader zou zijn geweest. Een mes lag voor de hand. Collega Lesley Spandabato kon zelfs niet tot een andere conclusie komen.
“Nee, dit was te makkelijk.” dacht ik nog.
Ik was niet overtuigd van het mes als moordwapen dus besloot ik een inventarisatie te gaan maken door achtergronden te verkrijgen van de poppetjes in het spel. Clown Floyd was iets interessants opgevallen. Hij was die dag als laatste op in het theater gearriveerd. Net nadat de moord gepleegd zou moeten zijn. Naar zijn beste weten zouden alle mensen op de dodenlijst – op ex-Lolita Rita na – [AANWIJZING] in LOP aanwezig zijn geweest.

<MET WIE HAD STACEY NOG MEER EEN VERHOUDING?>
Terug bij de man die ons eerder informeerde over zijn gevoelens voor Stacey leerde ik hoe populair Stacey was bij de mannen. Iedereen wist dat zij een langlopende affaire had met Lewi Wall. Zijn ex Hale Probehood had daarom met hem gebroken. Fabbri Fanning (clown #4) had in het verleden ook een oogje op Stacey gehad, maar werd afgewezen. En van Rodrigue O’Niel wist Leo ons te vertellen dat hij haar zijn geslachtsziekte verweet. Wat daar van waar was wist hij niet te bevestigen. Afijn, heerlijk complexe moordzaak zo. Ondertussen maakte Lewi zich met zijn mensen op om de show van vanavond door te kunnen laten gaan. [AANWIJZING] Hale Probehood zou Stacey vervangen.

<WAAROM STAAT RITA FAUTSOVIC OOK OP DE LIJST?>
Nadat ik mij had verontschuldigd voor het zonder kloppen binnenlopen van de kleedkamer van de dames, werd me gezegd dat het niet gaf en ik wel door mocht lopen. Niemand was bloter gekleed dan er op het podium aan het publiek zou gaan worden getoond. Dus dat was akkoord. Nog voordat ik een krukje binnen handbereik had om tussen de dames bij te schuiven voor een ondervraging kwam Rita Fautsovic de kamer binnen.
“Waar komt zij vandaan?” riep een dame in een hoekje bij één van de spiegels uit. Het ging hier om Shirley Casparian Riekelin van wie ik later zou vernemen dat zij tevens een actrice was (#4).
“Haar aanwezigheid is hier niet langer gewenst.” Vervolgde ze.
“Altijd die Shirley met haar ruimtegebrek” werd me door een actrice naast mij ingefluisterd. Dit was Natacha Riser Luigi, ook actrice (#5) en liet haar hand over mijn bovenbeen glijden. Ik schudde mijn hoofd en duwde de hand terug. Ze keek mij ondeugend doch teleurgesteld aan en zuchtte. Van haar hand maakte ze een kommetje en bracht deze naar mijn oor. [AANWIJZING]
“…elke dame in deze kleedruimte is er één te veel voor Shirley. Ze is vast claustrofobisch”.
“Tss,” reageerde Rita die Shirley’s opmerking negeerde.
“Dat is hier nog geen spatader veranderd. Gelukkig ben ik op goed gedrag eerder vrijgelaten en kan ik terug in de business. Had Stacey vervang nodig?”
Alle dames begonnen verontwaardigd door elkaar te praten. En bij mij rees inmiddels het vermoeden dat die Rita zich al eerder in dit gebouw had aangediend sinds ze uit de bak was.

<MOTIEF VAN GRIMEUR RODIN GOEDDE?>
Hierop besloot ik het bekvechten achter mij te laten en eens polshoogte te gaan nemen bij grimeurs Rodin Goedde en Ricci Rega die in hun eigen ruimte de dames van de juiste kleding voorzagen. Zij moesten voortdurend achter de schermen bezig zijn geweest, zodat ze wellicht ook iets over die ex-Lolita konden melden. Rodin was echter te druk met de kledij van de meisjes die zich naar het toneel bewogen om mij te woord te staan. Dus vestigde ik mijn hoop op Ricci.
“Trekt u zich van die Rita Fautsovic maar niet te veel aan. Natuurlijk aast zij op de hoofdrol in het stuk en ja, ik heb haar al zien luistervinken in het theater. Het zou mij niets verbazen dat zij zich meer heeft bezig gehouden met informatie inwinnen over de meisjes om ze te kunnen imponeren. Een lieverdje is deze diva zeker niet.”
Ricci frummelde wat aan de kleding van Catherina Porrings. Via een spiegel keek zij mij aan en merkte op: [AANWIJZING]
“Ik mag dit niet zeggen natuurlijk, maar zou de Mailman niet prachtig uitkomen dat Stacey er niet meer is? Zo kan hij schoonschip maken bij zijn ex?”
“Eh, Mailman is de naam waaronder wij mijnheer Wall aanspreken.” Voegde Ricci hier aan toe.
“Of anders Rodin. Weet u, hij zou zo graag een stipclub met ons willen beginnen dat hij LOP er misschien voor failliet wil laten gaan.”
“Catherina toch! Dat geroddel van jullie toch altijd.” beet Ricci haar toe.

{ZANDZAK}:
Je kon er alles van denken. Ik bedankte de twee en liep wat door de gangen die langzaam maar zeker de geur van zweet begonnen aan te nemen. Onderweg kwam ik Stan Haged tegen. Hij droeg wat voorwerpen in zijn hand waaronder een touw.
“Wat ben jij daarmee van plan?” vroeg ik hem.
Stan schrok van me en was zichtbaar gespannen.
“I-ik moet een zandzak vervangen aan het decor. U w-weet wel … om decorstukken te kunnen op- en neer laten.”
“Oké. Dat snap ik. Dus waarom zou zo’n zak vervangen moeten worden?”
Gsor Russeller liep ons vluchtig voorbij en onderbrak ons.
“Ik kan uw gedachten bijna lezen inspecteur. Stan heeft opdracht van mij gekregen om een nieuw decorstuk anders op te hangen. Als u in een zandzak een moordwapen ziet dan heeft u het bij het verkeerde eind.”
Verdoofd van die onderbreking liet hij mij met de toneelknecht achter die wat verlegen zijn schouders ophaalde. Hij zocht met zijn ogen naar een antwoord in de mijne of hij zijn weg mocht vervolgen. Ik liet hem gaan. En terwijl ik hem nakeek zag ik uit de broek van Gsor Russeller [AANWIJZING] een scherp lemmet steken.

<HAD DRAMATURG FRANKO IETS TEGEN STACEY?>
Mijmerend liep ik door de gangen. De show zou spoedig beginnen en de moordenaar zou opnieuw kunnen toeslaan. De dames liepen door de gangen. De één nog excentrieker gekleed dan de ander.  Natacha, die het bloed al naar mijn wangen had doen stijgen bij haar actie over mijn bovenbeen, kwam achter mij langs lopen en liet haar fluwelen hand over diezelfde wang glijden.
“Bent u er ook zo bij meneer de inspecteur?”
“Ja natuurlijk,” en ik bloosde.
“Zeg mevrouw Luigi …” vervolgde ik.
“Mmm?” glimlachte ze me toe en ik bedacht me dat ik eigenlijk niets specifieks aan haar wilde vragen. Oh ja, toch!
“Weet u misschien of de dramaturg iets tegen Stacey had?”
“Franko had er beslist iets tegen dat zijn dochter in deze industrie zat. Iets anders kan ik niet verzinnen.”
Ze liep haar kleedkamer in. Ja. Natuurlijk zou ik erbij zijn. Wellicht dat de show zelf ons een aanwijzing kon geven. En dat zou de show ongetwijfeld. Natacha kwam haar kleedruimte weer uit en was al haar speelse kalmte kwijt. [AANWIJZING]
“Inspecteur … mijn juwelenkistje is verdwenen!”

<WAAROM KRAMPACHTIG GEDRAG VAN GSOR EN STAN?>
Na Natacha gerust gesteld te hebben dat ik een oogje in het zeil zou houden liep ik opnieuw in de richting van Gsor en Stan. Het verdwijnen van zo’n juwelenkistje was vervelend en behoefde ook aandacht, maar dat had op dat ogenblik even niet de hoogste prioriteit. Een krappe tien minuten voordat ‘Radio dies in war’ zou starten trof ik beide heren aan achter het decor. Zij legden de laatste hand op de voorbereidingen. Hale liep mij voorbij was driftig bezig haar nieuwe teksten nog eens door te nemen. De voormalige Lolita Rita had haar zin niet gekregen en had het nakijken op deze jongedame. Iedereen was koortsachtig bezig om deze avond nog tot een succes te krijgen. Stan kreeg nog een veeg uit de pan van Gsor toen hij decorstuk bijna omver schopte. De vraag die ik voor de toneelknecht en de theatervormgever had voorbereid liet ik dan ook varen. Natuurlijk waren die twee gespannen. [AANWIJZING] “Ladies of Paranaque” had maar twee man in dienst om het hele decor te regelen.

<WAT VOOR SCHERP VOORWERP DRAAGT GSOR BIJ ZICH?>
Toch brandde er nog altijd één vraag waarop ik antwoord moest krijgen.
“Pardon mijnheer Russeller,”
Gsor Russeller keek mij geagiteerd aan terwijl hij touw aan de achterkant van het houtwerk bevestigde.
“Inspecteur … moet dit echt?”
“… het spijt me echt heer, maar kunt u mij alleen vertellen waarvoor u dat mes gebruikt?” en ik wees naar het scherpe voorwerp dat ik eerder uit zijn zak had zien steken. Gsor greep het touwwerk krachtiger beet en liet zijn furieuze antwoord samenvallen met een actie die hij op dat moment toch moest uitvoeren.
“Hiermee moet ik mijn werk hier uitvoeren! Doe het anders liever?”
En in plaats van een mes dat ik dacht dat hij mij zou tonen pakte hij de [AANWIJZING] schaar uit zijn broek en demonstreerde hij mij waarvoor het diende. Hij knipte de losse eindjes van het touwwerk door dat overbleef uit een knoop en keek mij niet meer aan.
“Kunt u nu in de zaal plaats nemen? Dan kunnen wij ons werk afmaken.”

“Radio dies in war”

Aangezien ik niet kon toestaan dat er iets achter de coulissen zou gebeuren tijdens de show, vroeg ik mijn collega Lesley Spandabato of hij een paar man kon verdelen over het theater. Ik wilde minimaal twee man in de twee hoofdgangen naar de kleedkamers en tevens twee ter beveiliging op post daar waar mensen vanuit de zaal die hoofdgangen konden betreden. Achter het decor plaatste ik een laatste man en zelf zou ik tijdens de show de posten nalopen en de zaal in de gaten houden.
“Radio dies in war” was begonnen. De zaal was met een krappe 60 man nauwelijks halfvol te noemen. Het was daarom eigenlijk niet zo vreemd dat het theater in financieel zwaar weer verkeerde. Aan de show zou het echter niet gelegen hebben. Die was prachtig. Voor wat ik ervan mee kreeg althans.
Tegen het einde van de voorstelling ging het even bijna mis: rechtsboven vanuit het plafond kwam er plotseling een zandzak naar beneden zeilen. Toeschouwers die links voor in de zaal zaten moesten het gezien hebben. Actrice Presley Goyes en clown Floyd Basel Leque stonden beide er in de buurt van de plaats waar de zandzak op het toneel neerdaalde. Eén moment daarvoor had Hale daar nog gestaan, die nu de rol van de vermoordde Stacey op zich nam. De stofwolk van zand die eruit loskwam vulde die hoek van het podium zodat het publiek gemakkelijk kon denken dat het bij de show hoorde.

We wisten allemaal wel beter: iemand had een aanslag willen plegen. Zo snel ik kon rende ik de coulissen in. Ik trof dezelfde heren aan die ik even voor de show in allerijl aan het decor had zien werken. Geen directe reacties. Beide mannen waren nog druk met decorwisselingen bezig. Ik rende verder en klampte onderweg Koen Voet aan.
“Iets gezien? Heb je iemand met de zandzakken bezig gezien.”
Maar Koen schudde van nee.
“De laatste dames die mij hier voorbij liepen waren Catherina Porrings en Rita Fautsovic.”

{SCHAAR}:
Aangekomen bij de kleedkamers klopte ik ditmaal eerst even netjes aan. Samen met Koen werden we binnen gelaten. Nog voor we ook maar iemand een vraag hadden gesteld kwam Catherina dadelijk in het verweer:
“De moordenaar is Rita Fautsovic! Zij wil haar rol van Lolita weer voor zich opeisen. Stacey betrapte haar toen zij in de kleedkamer aan het rommelen was in de juwelendoos van Natacha. In blinde woede stak zij haar concurrente neer. Om ook de understudy Hale uit te schakelen pleegde zij de aanslag op de voorstelling. Zij gebruikte daarvoor het moordwapen om het touw door te snijden. Daarom was zij ook in de coulissen opgemerkt, waar zij niets te zoeken had omdat ze niet aan de voorstelling meedeed.”
Rita echter:
“Liegen kun je al even slecht als acteren. Catherina was langs de touwhaken gelopen die aan de rechterzijde van het toneel op een plank bevestigd staan. Alles wat ze hoefde te doen om Hale uit te schakelen was even een touwtje los te knippen en door te lopen naar haar kleedkamer.”
“Ook dat is gelogen,” stelde clown Leo “…ik heb lady Porrings van het toneel naar haar kleedkamer zien lopen. Van de door Rita geschetste situatie is geen spraken.”
Leo Heischaam stond in de deuropening om het voor de beschuldigde actrice op te nemen.
“Oh nee?” begon de oude Lolita opnieuw “Leg mij daarom eens uit hoe deze schaar in haar dressoir terecht is gekomen?”
Rita opende een lade van Catherina’s dressoir en trok er de schaar uit waarmee het touw doorgeknipt kon zijn. Eindelijk dachten we de dader te pakken te hebben, totdat Lewi zich langs Leo drong en ons in paniek meldde: [AANWIJZING]
“Inspecteur! Hale is dood! We hebben haar net gevonden bij de toiletten.

{JARRETEL}:
Franko stond over het lijk van zijn dochter gebogen toen we bij de vermoorde Hale Probehood aankwamen. Ze werd gevonden bij het toilet naast de andere kleedkamer. Het theater telde twee gezamenlijk kleedkamers die gespiegeld ten opzichte van elkaar lagen. Hale vonden we dus daar waar een ander deel van de dames zich zouden gaan omkleden. Praktisch iedereen stond rondom de ongelukkige opvolgster van Tracey die eenzelfde dood was gestorven.
“Haaaleee…waarom jij?”
De gepensioneerde dramaturg zat gebroken over het lichaam van zijn dochter. Zijn wangen waren nat van de tranen. De man was er kapot van.
“Jij was het!”
Franko draaide zich abrupt om en wees naar grimeur Rodin.
“Jij had de meisjes altijd voor jezelf willen hebben. Ik heb het wel gehoord dat jij een eigen stripclub wilde oprichten. Dus biecht het maar op! Waarmee heb je haar vermoord? Een jarretel misschien?”
Rodin schudde paniekerig zijn hoofd en voelde zich vastgezet. Maar het verlossende woord kwam van mijn collega Lesley:
“Nee, het was Rodin niet. Hij zat nog in de zaal gedurende de periode dat Hale van het podium naar het toilet was gegaan.”
“Dan was het Lee,” bracht Floyd naar voren. [AANWIJZING]
“… Stacey en Hale waren hem nog geld verschuldigd”.

Tijd voor ons om even een balans op te maken.

Verdachten:

  • Gsor Russeller – (Theatervormgever).
  • Leo Heischaam – (Voornaamste clown).
  • Lewi Wall – (Regisseur en eigenaar LOP).
  • Stan Haged – (Toneelknecht).
  • Floyd Basel Leque – (Clown #2).

Niet langer verdacht:

  • Franko Probehood – (Dramaturg).
    Zou zijn dochter toch niet vermoorden?
  • Rodin Goedde – (Grimeur #1).
    Was in de zaal aanwezig volgens collega Lesley.
  • Presley Goyes  – (Zangeres / actrice (#3).
    Was in de kleedkamer waar Catherina werd ondervraagd.
  • Lolita Rita Fautsovic  – (Ex-Lolita).
    Was in de kleedkamer waar Catherina werd ondervraagd.
  • Hale Probehood – (Zangeres / actrice #2).
    2e slachtoffer.

<WAAROM ZOU LEO ZIJN GELIEFDE WILLEN VERMOORDEN?>
“Jij hebt echt lef hè Floyd!” was daarop de reactie van Leo.
Rodin greep zijn armen vast om ons te behoeden voor een vechtpartij.
“Werkelijk Floyd dit slaat nergens op,” nam hij het voor de clown op.
“…waarom zou Leo de vrouw ombrengen waarvan hij hield? Door Stacey en Hale te doden, omdat hij nog geld van ze moest krijgen, zou hem niet sneller aan zijn geld helpen.”
Leo was nog niet klaar met de andere clown die een arrogante kalmte uitstraalde.
“Bovendien was dat mislukte kledinghandeltje van de vier dames eerder aan Presley en Catherina te wijten. Ik had Stacey en Hale allang vergeven dat mijn investering in rook was opgegaan.”
Catherina en Presley waren mij achterna gelopen en hadden de beschuldigingen uit deze conversatie moeten incasseren.
“Maar dan zat jij wel achter de aanslag Leo,” sprak Catherina.
“…Floyd is nooit jouw vriend geweest door zijn avances richting Stacey. Oké, hij mag dan [AANWIJZING] seksueel gefrustreerd zijn, maar het kwam jou eigenlijk wel goed uit dat Floyd en Plesley onder de zandzak zouden lopen. Je kon de schijn opwekken dat juist ik achter de aanslag en de moord zou zitten.”
Catherina was giftig en Leo hield zijn mond, maar het was mij niet helder of dit was omdat de actrice hem met de waarheid om de oren sloeg. Zijn woede bekoelde in elk geval zodat de grimeur hem voelde ontspannen en liet hem los.

<ZAT ER IETS SCHERPS IN HET JUWELENDOOSJE?>
Met zoveel indrukken moesten mijn hersenen op volle toeren draaien om alle verbanden nog goed te kunnen begrijpen. Leo had de dader kunnen zijn gezien het verbale gevecht wat zojuist los was gekomen, maar het was zeker niet logisch dat hij Stacey zou vermoorden als hij ook gek was op die griet. Tenzij hij dat gespeeld had natuurlijk. Hij is immers een acteur. Rodin daarentegen had er echt alle baat bij om Ladies of Paranaque in slecht daglicht te stellen als hij zijn stripclub wilde starten. Toch riskeerde hij daarmee wel dat hij zijn huidige baan automatisch zou verliezen terwijl hij die hele club nog maar eens van de grond moest zien te krijgen. Presley en Catherina hadden het niet gedaan. Ik sprak Presley na de ontdekking van de tweede moord. Van Lewi wist ik het fijne nog niet. Al leek hij mij de minst voor de hand liggende moordenaar, meestal blijken dat toch de daders te zijn. De actrice kon mij over hem alleen het volgende vertellen:
“Lewi was ooit zelf tenor in dit theater, maar was daarmee mee gestopt door een probleem aan zijn stembanden. Verder heeft hij een hekel aan rokers en verafschuwt hij de herenliefde. Meer weet ik niet en moet u hem zelf maar vragen”.
Ik knikte, bedankte haar voor de bijdrage en was bezig op te staan van mijn stoel in het restaurant toen Koen mij verraste met een nieuwe bevinding: [AANWIJZING] het juwelenkistje zat in de zandzak verstopt!

{MES}:
Iemand had de zandzak duidelijk willen verzwaren en er de bedoeling mee gehad één van de artiesten te vermoorden. Maar wie? En waarom dan alsnog die lugubere moord na de voorstelling? Al met al een stel vragen waar ik maar niet uit kwam. Hale was overigens – net als Stacey – al dood voordat de moordenaar met het mes met de verminking begon. Mijmerend liep in door de gangen. In één hand hield ik een nieuwe lijst, die Lewi eerder de ‘dodenlijst’ noemde. Veel had ik er niet aan: Magere Hein had opnieuw de mensen opgesomd die ten tijden van de moord in het theater waren. Daar stonden nu een heel stuk meer mensen op, inclusief een deel van het publiek die nog bezig was het pand te verlaten en mijn team en ik.
“Hey, wat is dit nu?”
Ik moest bukken om een voorwerp van de grond te pakken. Onder een tafeltje dat in dezelfde gang stond waar Hale was vermoord vond ik een [AANWIJZINGEN] rubberen handschoen.

<WIE VAN LEWI’S MENSEN WAS HOMO?>
“Wat doet theaterpersoneel met rubberen handschoenen?”
Daar kon ik mij van alles bij indenken, maar ik vond er slechts één en het deel van het paar dat ik vond, lag opvallend dicht bij de plek waar Hale was vermoord. Het kon een hulpmiddel zijn geweest. Het was Gsor die mijn gedachtes verstoorde.
“Ah u heeft hem gevonden.”
“Oh,” en ik stond op uit mijn gehurkte positie.
“… dus deze handschoen is van u?”
“Stan en ik gebruiken ze om onze handpalmen te ontzien als het toneeltouw door de handen dreigt te glippen. Dat is geen fijn gevoel, laat ik u dat vertellen!”
“Juist ja.”
Met een zure glimlach overhandigde ik Gsor de rubberen handschoen en droop af. Bij één van de kleedkamers sprak ik Presley Goyes nog even. Zij was het die mij erover informeerde dat Lewi het niet zo had op homo’s. Ik vroeg haar of dat voor alle mensen gold die geen hetero waren en of Lewi daar personeel van in huis had.
“Stan is voor wat ik weet de enige flikker uit ons gezelschap … ooit begonnen [AANWIJZING] als travestiet. En man wat was hij daar goed in. We hadden pas na een half jaar door dat Stan wat tussen zijn benen had hangen. Van Natacha weet ik uit ervaring dat ze van beide wallen snoept,”
Daarop kreeg ik een vette knipoog van haar.
“… maar daar weet u natuurlijk alles van.”
Catherina, die naast ons zat, kreeg prompt de slappe lach.
{TONEELTOUW}:
Ik had weer wat huiswerk meegekregen en besloot Stan nog eens te gaan bevragen. De plaats waar je deze twee heren vooral aan kon treffen was een grote plaats achter het toneel dat als grote doorloop dwars tussen de twee gangen vanaf het toneel lag. Gsor had mijn gedachten eerder doorgrond toen ik het tweetal vluchtig voor de voorstelling sprak over de zandzak. Volgens hem had ik het bij het verkeerde eind dat zo’n zandzak het moordwapen was. Na de recente aanslag was ik daar al niet meer zo zeker van, maar waarom zei hij: “dan heeft u het bij het verkeerde eind”?
Stan Haged moest ik toch aan de tand voelen, dus ik waagde mijn kansen bij hem. De toneelknecht ontkende zijn seksuele voorkeur niet al ging dat gebogen onder enige gegiechel en een rood hoofd.
“Stacey en Hale v-vermoord met t-toneeltouw? D-dat zou kunnen natuurlijk. Er ligt hier z-zoveel.”
Gsor, die vanaf de andere kant van het toneel weer naar deze kant was gekomen, bevestigde eveneens dat het mogelijk was. Daarom toetste ik mijn vermoedens bij mijn collega Lesley die voorbij kwam lopen.
“Het spijt me inspecteur. Dat lijkt me niet waarschijnlijk. Dat zou duiden op wurging. De sporen in de halzen van de dames zijn te licht voor een dergelijke wurging. Daar zijn alleen striemen van de G-stringen aangetroffen. Bovendien zou het toneeltouw manillasporen* hebben achtergelaten en daarvan was geen spraken.”
[AANWIJZING] Wurging kon ik uitsluiten.

( * = Manilla, gewonnen uit bananenplanten, werd voor de tweede wereldoorlog vaak gebruikt in toneel- en haventouwen. Het is bruin, sterker dan katoen en hennep, maar was nogal zwaar in gewicht zodat het langzaam in populariteit verloor.)

{THEATERLAMP}:
Nu ik hier toch stond, kon ik Gsor nog even verder aan de tand voelen. Ik meende nog onvoldoende achtergrond van hem te kennen en wilde van hem weten hoe hij tegenover de vermoorde dames stond.
“Hale was altijd mijn favoriet. Van Stacey kon ik nooit goed hoogte krijgen. Hale was een prima opvolgster en zou de rol beter hebben gestaan. Nu zullen we toch met die ouwe bitch te maken gaan krijgen. U weet wel, mevrouw Fautsovic.”
“Mijnheer Russeller. Kunt u mij eens vertellen wat dit is?”
Ik wees naar een [AANWIJZING] kolossaal apparaat wat half aan de achterkant onder het toneel stond.
“Ah u bedoelt de aggregaat. Daar draait het hele toneel op. Dat is de aparte energievoorziening die onder andere dient om te lampen in bedrijf te houden. Het zorgt er ook voor dat we niet geheel zonder stroom komen te zitten, wanneer elders sluiting zou optreden of van overbelasting spraken zou zijn.”
“Zo zo,”
Met mijn hand streek ik over mijn stoppelbaardje.
“En hoeveel lampen zijn dat hier dan?”
“Volgens de laatste telling … 56 … inclusief degene die niet in bedrijf zijn en hieronder het toneel zijn opgeborgen.”
“Lesley, laat één van onze mensen een telling doen.”
Het aantal klopte en geverifieerd in voorraad van een maand geleden volgens de boekhouding van Lewi. Er was geen lamp die miste. Allen waren in tact.

{LEREN RIEM}:
“Misschien moest u Stan eens vragen of hij de dames niet met een leren riem gewurgd heeft,” wierp ex-Lolita Rita plompverloren naast haar neer toen ze met haar neus in de lucht ons tafereeltje voorbij wandelde.
“Van wurging was geen spraken, mevrouw Fautsovic.”
Met een geluidloos ‘tss’ krulde ze haar lippen en liep even arrogant verder als ze ons genaderd was. Die informatie had ze blijkbaar gemist. Een bitch was ze zeker, maar dat hield ik maar voor me. Dit bruggetje bracht me ertoe dat ik ook van Stan nog niet alles wist. Had hij een motief? Even stotterend als eerst antwoordde hij me dat het hem wel dwars zat dat er zo’n groot deel van de opbrengsten op ging naar [AANWIJZING] de salarissen van de Lolita’s.

{PLEEBORSTEL}:
Een deel van mijn collega’s trof ik aan in de kantine dat in het verlengde van het toneel erachter was gepositioneerd in het theater. Het enige wat je daar tussenin nog aantrof waren de twee kleine kamertjes van de grimeurs.
“Iemand nog suggesties?”
Naast enig geslurp van het nuttigen van een verfrissing bleef het een moment akelig stil in de ruimte.
“Oké Karel,” inspecteur de Winter was inmiddels ook aangeschoven. Hij kreeg van een ander een mok aangereikt en sprak voor hij eraan begon:
“…daar komt ie …” luid geslurp was hoorbaar. Bob dronk de mok in één keer leeg.
“…het moordwapen was een pleeborstel!”
Natuurlijk moest iedereen lachen en deed de gespannenheid even bekoelen. Eén van de collega’s donderde zowat van zijn stoel van het gebulder.
“Jij bent zeker de leukste thuis?”
“Oh nee hoor,” antwoordde Bob.
“…dat lukt me hier ook best!”
Eveneens lag de zaal plat.
“Mooi,” zei ik en trachtte mijn gezicht in een plooi te houden.
“…dan krijg jij nu de schone taak dat eens haarfijn voor me te gaan uitzoeken.”
Zonder blikken of blozen stapte hij alweer op en droeg zijn taak zonder momperen. Inspecteur de Winter kwam terug met een wc-bril die hij van één van de toiletten links uit het gebouw had gelicht. Op de wc-bril had hij een paar [AANWIJZING] kleine schroeiplekjes ontdekt.

{RADIO}:
Hoe krijg je een clown aan het lachen? Simpel: plaats één van je collega’s met een wc-bril om zijn nek in de kantine en laat hem de clown Fabbri, die net binnen kwam stappen, vragen of hij in het voorbij gaan de radio even wilde aanzetten. Natuurlijk moest clown Fanning hier smakelijk om lachen.
“Ah nu we toch bezig zijn,” begon de clown die inmiddels bezig was zijn alcoholpercentage weer op peil te krijgen.
“…waarom controleren we ook niet even of de radio een moordwapen kan zijn.”
Fabbri was al opgestaan en tilde de bakelieten geluidsdrager aan een leren riempje van een plank. Ik stikte zowat in mijn eigen hartversterkertje, omdat ik schrok van hetgeen de clown bij mij te binnen deed schieten. De aggregaat, het schroeiplekje op het toilet, de radio… Ik gebood de clown zijn actie te stoppen.
“Fabbri!” sprak ik luid.
“Blijf zo eens staan als je wil…”
de clown deed zoals hem was opgedragen en iedereen was ijzig stil.
[AANWIJZING]
“… elektrocutie …” zei één van de aanwezige collega’s en maakte dat elke lettergreep duidelijk gearticuleerd werd.
“Precies,” Zei ik.
“…en schroeiplekken hebben we nooit kunnen ontdekken, omdat die direct zijn weggesneden!”

{ELEKTRICITEITSKABEL}:
Nadat we een luide gil hoorde uit de richting van het toneel trok ik mijn wapen en beval mijn mannen met mij mee te komen. Op het toneel troffen we Stan aan met in zijn armen de ouwe Lolita. Rita Fautsovic was zijn laatste obstakel geworden en hij was vast besloten haar uit de weg te ruimen. Stan had haar borsten ontbloot en hield er een elektriciteitskabel demonstratief voor. Het uiteinde bestond uit twee draden die los van elkaar waren getrokken en al contact maakten met haar huid.
“D-dat zou ik uit je k-kop laten inspecteurtje,”
Koen en ik stonden met nog twee man rechts van het podium terwijl Bob, Lesley en de anderen hun positie links hadden gekozen. Lewi en nog één van mijn mannen werden we gewaar in de verre uithoek van de zaal. Ik begreep direct waarom ik geen bevel kon geven om Stan neer te halen. De slinkse toneelknecht had één hand angstvallig dicht bij een box links op het toneel waar hij de kabel met één knop van elektriciteit kon voorzien. Aan beide handen droeg de man de rubberen handschoenen die we eerder al waren tegengekomen.
“…één verdachte b-beweging en ik h-haal deze knop hier om.”
Alles wat hij hoefde te doen was Rita los te laten, knop om te halen en het draad op haar voorgevel gedrukt houden. Nog voordat de voormalige artieste had kunnen reageren, zou een stroomstoot door haar lijf trekken en er een eind aan maken. Het toneellicht zou wegvallen en maakte dat de dader een laatste vluchtpoging in het duister zou hebben.
“Waarom deed je het?” wilde ik weten, maar ik wilde ook tijd winnen.
“Om hem!”
De toneelknecht wees naar Lewi die plots halt hield. Hij had een poging willen doen om langs de stoelen naderbij te komen.
“P-pure wraak. Jij hebt mijn hele leven v-verziekt,” zijn preek was naar de regisseur gericht.
“…Zodra je h-had ontdekt dat Ophelia Stanbecher mijn d-dekmantel was om te ver-h-hullen dat ik een man was, heb je mij aan de k-kant gezet. Homo-h-hater! Ja ik was een travestiet en een g-goede ook! H-het kostte jullie zowat een half j-jaar om te ontdekken dat ik eigenlijk Stan Haged h-heette. Werkelijk, ik had alles uit de k-kast ge-t-trokken om mij te wr-wr- … wraak op jouw laffe actie te nemen.”
Mijn mannen keken mij aan in afwachting op een order, maar ik zweeg. Dit was nog niet het juiste moment.
“M-mailman … en dat noemt zichzelf de v-vader van de ladies. Sletten zijn het! Een travestiet was in jouw ogen slechts een verkleedde m-man.”
Dat verklaarde ook waarom de dames verminkt werden. Stan was de vrouwen in zijn leven steeds meer gaan verafschuwen. Door Stacey en Hale om te brengen zou ‘Ladies of Paranaque’ het financieel nog slechter krijgen dan ze er al voorstonden. Stan’s wraakactie was helder. Hij voelde zich vernederd omdat hij was afgewezen door Lewi. Dus wie zat er dan achter de zandzakaanslag? Stan gaf het antwoord zelf:
“Had ik je even m-mooi tuk, recherch-ch-eurtje,”
Stan keek weer naar mij. Achter hem en achter Lesley werd ik de clown Leo gewaar. De clown was nog maar net tot de conclusie gekomen dat er geen gespeelde act werd opgevoerd, maar dat we in een serieus lastig parket waren beland. Ik trachtte mijn aandacht op de moordenaar gevestigd te houden, maar werd even afgeleid door de reactie die Leo gaf toen hij de situatie volledig in zich had opgenomen en rechts voor mij achter Lesley uit beeld verdween.
“…natuurlijk w-wist ik dat een aantal van de dames elkaar niet l-lekker l-lagen door die mislukte handel.”
Stan grijnsde met een brede glimlach die later alleen nog door spelers van The Joker werd overtroffen.
“W-was het geen p-perfecte afleidingsmanouvre? Bij Natach stal ik een k-kistje, verstopte het in de z-zand-z-zak en alles wat ik tijdens het t-toneelspel nog hoefde te d-doen was even een decor-s-stuk te wisselen waarop het t-touw zou b-breken. Die had ik boven in het d-decor natuurlijk vooraf gesab-b-bo … kapotgemaakt.”
“De hufter!” dacht ik hardop.
“Maar w-wees gerust … ditmaal zal ik jullie niet met een g-g-gstring op een d-dwaalspoor hoeven b-brengen.”
Rita keek haar gijzelnemer schuin aan. Ze informeerde hem ongevraagd:
“Ik draag hieronder toch niets.”

Leo Heischaam zou zichzelf de held van de dag genoemd mogen hebben als hij erin was geslaagd de handeling uit te voeren die hem te binnen was geschoten. Nadat hij op zijn veel te grote schoenen om de hoek was het toneel naar de achterkant was gerend keek hij in het verlengde Gsor in de ogen die op de andere hoek over Karel’s schouder zag hoe zijn knecht iedereen in zijn greep hield. De blik in de ogen van de theatervormgever was veelzeggend toen hij realiseerde wat Leo probeerde te bewerkstelligen. Groot was dus ook zijn schrik op het moment dat hij Leo over het toneeltouw zag struikelen in zijn poging de aggregaat te bereiken. Onwillekeurig schonk Gsor nog een laatste blik op het toneel waarna hij het op een lopen zette om af te kunnen maken waar de clown aan was begonnen.
Maar het was al te laat. Leo was veel dichter bij de aggregaat dan Gsor, zodat de laatste geen kans meer zag het apparaat uit te schakelen. Rita trapte Stan met één van haar pumps in zijn voet en sprong opzij. Het licht begon te flikkeren zo gauw hij de knop op de box had omgehaald en voedde zijn eigen lichaam met een gigantische stroomstoot. Hij kreeg de volle laag van de elektriciteit die voor de Lolita was bedoeld. Het doek viel voor Stan precies op hetzelfde moment dat alle lichten op het podium en in de zaal uitviel. Aan de paar geloste kogels kon Rita nog maar net ontkomen door zichzelf door het decor naar achteren te rollen waar ze op een haar na boven op Gsor had beland.

“Stop het vuren!” schreeuwde Gsor.
“Lady Fautsovic is veilig!”
Ik hoorde het en herhaalde het bevel. Fabbri kwam aanzetten met een draagbare lichtbron en verlichtte daarmee het podium. Daar vonden we de toneelknecht tussen de kabels op de grond met de uiteinden ervan nog in zijn handen geklemd. In de palmen van de rubberen handschoenen was in elk ervan een kleine snede te zien. Lolita Fautsovic had eerder al een link gelegd tussen de handschoenen en de dader. Met een mes had ze een kleine inkeping gemaakt in alle handschoenen die ze in het theater kon vinden.
Lewi, die met zijn theater nog altijd aan de rand van de afgrond had gestaan, was een week later naar de bank gegaan om een afbetaling te regelen. Eerder die week had hij er de juwelen uit het kistje ter taxatie aangeboden. Die had hij van zijn vader geërfd tezamen met het bedrijf zelf. De dames hadden ze in bruikleen. Zoete tranen biggelden van zijn wangen toen hij vernam wat de waarde ervan was. Rita Fautsovic bleef nog ruim zes jaar de Lolita in het theater van haar oom. Haar sterallures had ze spoedig vaarwel gezegd en werd nog lang door het resterende team geliefd.

Beloning gouden tip van ZB 1.900,- toegekend aan Retroman.

“Bedankt oude vriend.”
De koptelefoon koppelde ik los van de door leeftijd teer geworden eik en borg de afluisterapparatuur op in het platte voorwerp. Nu de eik mij verteld had dat de Gemaskerde Brigade op weg was naar een herberg hier in de buurt wist ik genoeg. Het viertal dat ik zocht moest zich daar ophouden om de buiken te vullen. Niet ver van waar de snoodaards de wijze boom hadden gepasseerd trof ik inderdaad de brigade aan. Opgelucht was ik om te zien dat ik precies de passende kleding had gevonden om niet op te vallen tussen de andere mannen. Vanachter een struikje sloop ik naderbij en voegde mij ongezien doch enigszins nerveus achteraan in de groep. Alhoewel ik wist dat ik zelf ook een pak rammel zou kunnen krijgen, smulde ik al van de gedachte dat ik ook voor een slechterik zou kunnen spelen.
Precies volgens het script zagen wij de vrouw van de herbergier de emmer water in de dakgoot ledigen zodat het voor de bezoekers in de herberg zou lijken alsof het regende. Hierdoor zouden de bezoekers besluiten voor de nacht te blijven. Even later had de sikkelvormige maan haar plaats al gevonden aan het paarsblauwe kleed boven ons. Nu konden wij als sombere gestalten met getrokken degens door de duisternis naar de herberg sluipen.
“Oei …”daar besefte ik mij dat ik het mijne nog niet had geactiveerd. Alle mannen hadden de degens reeds in hun handen. Dus als ik mee wilde spelen aan dit spelletje zou ik het mijne ook zeker in mijn hand moeten nemen. In de hoop dat niemand het door had, sleepte ik over het gladde oppervlak om het juiste wapen tevoorschijn te toveren.

“Ik geloof dat ze met z’n drieën zijn…” spreekt de eigenaar van het onderkomen ons zachtjes toe nadat hij ons binnenliet.
“Een grote dikke, een lange dunne, en een klein brutaal meisje.”
We worden plotseling onderbroken door een braaf mannetje in een pyjama die het allemaal wel beter schijnt te weten en informeert ons dat er ook nog zo’n klein baasje met zwart haar bij zit. Alsof dit al te niet direct opvalt draait de eigenaar van de tent zich weer naar ons en concludeert inderdaad dat ze hier dus met z’n vieren overnachten. Kort daarop schreeuwt het manneke om hulp en kondigt de actie aan met:
“Eén voor allen! Allen voor één!”

Ik bleef braaf in mijn rol en wachtte af hoe zijn drie vrienden gekleed en al over de traptreden naar beneden kwamen zeilen waarop de laatste het meest weg had van een lange dunne man die deed of hij een jonge tante moest voorstellen. Zij was het die het brave knulletje dat om hulp riep vanaf de trap wat kleren toewierp. Nu heb ik veel theatervoorstellingen gezien en heb mij er daarbij altijd over verbaasd hoe snel de acteurs van kostuum konden wisselen, maar sinds ik zag hoe snel deze jongeman vanuit zijn pyjama in zijn toegesmeten kledij schoot, meen ik dat ik er eindelijk achter ben hoe ze dat flikken!
In dienst van de Hertog stelde ik mij naast negentien andere heren op en strekte mijn steekwapen voor mij uit. Hij die voornemens was de slimste te zijn van de vier vrienden tegenover ons en vastbesloten was dat te blijven uitdragen, strekte ook het zijne en kondigde aan het gevecht te laten beginnen. Even tellen, ja het zijn er precies zes. Drie links en ook drie rechts. Voor mij was deze man allang niet meer die onbekende vreemdeling die ik niet ken.

Tegen het einde van een heftig en verbazingwekkend eenzijdige vechtpartij druk ik mezelf het handzame toestel onder mijn oksel. Een slanke kling was voor de aanvang van de vechtpartij al uit de uitrusting geschoven, maar kon nu ingetrokken blijven. Het had zichzelf onherkenbaar gemaakt door de kom die zich erover had gebogen en onderdeel uitmaakte van het duelwapen. Zo deed ik net alsof door één van de helden was doorzeefd. Gelukkig voor de lezertjes thuis is mijn gespeelde dood niet te opzichtig in beeld gebracht daar dit de tere zieltjes op de gedachte zou kunnen brengen dat er bloed werd vergoten.

Na de confrontatie verlieten de vier merkwaardige individuen hun slaapplaats te paard en vertrokken naar de toren van Nestelle de Jujuppe. Daar wachtte hun een ontmoeting met het geheime wapen van de Hertog wat later hun gespierde vriend zou blijken te worden.
“Jij hebt je werk gedaan,” fluisterde ik tegen het slagwapen dat zijn dienst erop had zitten “nu mag je terug in je huls.”
Onder de druk van mijn vinger op het gladde oppervlak liet de degen zich weer inklappen en schoot terug in de houder. Om nu niet te plotseling uit beeld te verdwijnen keek ik omzichtig om me heen om me ervan te vergewissen dat de zogenaamd zo vreselijk gewonde volgers van de Hertog mij niet in de smiezen zouden krijgen. Toen ik mij daarvan had overtuigd rolde ik mij door een open deur in een leeg vertrek naast de ontvangstruimte. Ik pakte opnieuw het magische voorwerp en stelde ditmaal de coördinaten en de datum van mijn vertreklocatie en –tijd in. Hierbij werd ik geholpen door een roterende bol die de Aarde moest voorstellen en waarop ik kon inzoomen. Twee rode pijlen verschenen op een kaart en toonde mijn opgegeven keuze. Deze bevestigde ik met een beslissende druk op het scherm en flitste daarop terug door het vacuüm van ruimte en tijd naar de plek van waar ik was vertrokken.

Als een kind zo blij loop ik met het digitale zakmes naar de toonbank van de elektronicazaak en roep verheugd:
“Die wil ik!”
Gekleed in een witte stoffen jas staat daar een kalende bebaarde man achter op wie de tijd geen grip lijkt te hebben. En onderwijl hij bezig is de nieuwste smartphone voor mij in te pakken, werpt hij mij een blik toe van een dolgelukkig 65-plusser die aan een riant pensioen kan beginnen. Het is bijna alsof hij wil zeggen:
“Dit had ik veel eerder moeten doen.”

Naast mij verschijnt een al even tijdloos figuurtje met in één hand een eenvoudige lappen pop en een rood strikje in haar eigen opgestoken haar. Tenslotte is zij het die ons trakteert op een wel hele vette knipoog.

By retroman | December 29, 2010 - 8:47 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Nederlands

image by rachel46, edited by Gsorsnoi

‘Meneer,’ zei de barvrouw tegen Victor, ‘we gaan zo sluiten.’
Er kwam geen reactie.
‘Het is tijd om af te rekenen,’ probeerde ze, maar haar woorden leken niet door te dringen tot de sombere gedaante, die apathisch naar zijn halfvolle bierglas aan het staren was. Hierop haalde ze de rekening tevoorschijn en hield deze voor het desolate gezicht van het zielige hoopje mens dat tegenover haar zat.
De ineengedoken figuur, die de hele avond gevangen leek te zitten in zijn eigen gedachten en praktisch afgesloten was van de buitenwereld, leek langzaam maar zeker uit zijn roes te ontwaken. Het duurde even voordat hij merkte dat twee felblauwe ogen hem indringend aankeken.
‘Betalen graag.’
Lichtelijk verdwaasd deed Victor, die met zijn groezelige baard en versleten regenjas kon doorgaan voor een zwerver, een graai in zijn binnenzak. Vervolgens kletterden een paar munten op de toog, waarna de barvrouw begon met het verzamelen van de vele glazen die her en der rond haar benevelde klant verspreid stonden. De warrige nachtbraker kneep zijn ogen samen en probeerde zich te focussen op de letters van het naamplaatje, dat op de blouse van de barvrouw bevestigd was.
‘D…Donna,’ stamelde hij. Zijn stem klonk gammel en broos.
De barvrouw legde de glazen naast zich neer en keek haar gesprekspartner afwachtend aan.
‘Ik wil niet meer leven,’ vervolgde hij op haast fluisterende toon.
Een akelige stilte vulde het café. Na verloop van tijd werd deze vervangen door het ritmische getik van opdringerig tegen de ramen kletterende regendruppels. Boven de toog bungelde een oude lamp, die als een dwalende schijnwerper de twee figuren belichtte. De rest van het café was gehuld in duisternis.
‘Ik vrees dat ik u daar niet bij kan helpen,’ was uiteindelijk het emotieloze antwoord van Donna.
Victor slaakte een moedeloze zucht en pakte een sigaret van tafel. Even later dansten rookpluimen, in beweging gebracht door de zachtjes roterende bladen van een plafondventilator, sierlijk door de lege kroeg.
‘Roken kan de gezondheid ernstige schade toebrengen,’ zei de barvrouw plichtmatig, maar Victor schonk geen aandacht aan haar woorden.
‘Het enige wat mij op de been heeft gehouden,’ zei hij schor, ‘was de stille hoop dat ik ooit weer iemand zou tegenkomen.’
Zijn ogen waren troebel geworden. Met trillende vingers bracht hij de sigaret naar zijn lippen en nam een stevige haal.
‘Die droom heb ik inmiddels laten varen.’
Victor richtte zijn blik omlaag.
‘De pijn van eenzaamheid is ondraaglijk,’ kon hij nog net uitbrengen, alvorens een glimmende traan over zijn pokdalige, ingevallen gezicht rolde.
‘Heeft u misschien een aspirientje nodig?’ vroeg Donna beleefd. Haar ogen leken op zoeklichten, die tevergeefs naar een antwoord speurden in het mistroostige gelaat van haar klant.
‘Alles wat resteert’, sprak hij verder, de vraag van de barvrouw negerend, ‘is een leeg, zinloos bestaan.’ Om zijn woorden kracht bij te zetten drukte hij met een ferme beweging zijn sigaret plat in een asbak.
‘Het warme gevoel van een innige omhelzing is het enige waar ik nog naar verlang,’ zei Victor met breekbare stem. Hij plaatste zijn ellebogen op de bar en liet zijn hoofd verslagen in zijn handen vallen.
‘Ik vrees dat ik u daar niet bij kan helpen,’ antwoordde Donna.
Een ijzige stilte volgde, maar werd prompt verbroken door het geluid van een antieke klok, die vanuit een onverlichte hoek van de bar met een paar doffe slagen de tijd aangaf.
‘Ik moet u helaas verzoeken het café te verlaten,’ zei de barvrouw geroutineerd. ‘Bedankt voor uw komst en graag tot de volgende keer!’
Er verscheen een glimlach op haar glanzende, zilverkleurige gezicht, waarna zij plaats nam in een doorzichtige, kubusvormige cabine. Uit haar metalen achterhoofd schoten kabels die zich verbonden met een soort accu. Haar felblauwe ogen doofden.
Na een ogenblik verloren voor zich uitgestaard te hebben, stapte Victor langzaam van zijn kruk en strompelde naar de uitgang.

Victor dwaalde door de grauwe straten van de uitgestorven stad. Vol afkeer aanschouwde de sombere gestalte de eens zo majestueuze wolkenkrabbers, die gedegradeerd waren tot reusachtige graftomben. Het waren de troosteloze overblijfselen van een steriele beschaving die, haar grote welvaart en technologische vooruitgang ten spijt, niet voorbereid was op de vernietigende gevolgen van een simpel griepvirus.
Een angstaanjagend gevoel van verlatenheid bekroop Victor terwijl hij in de nacht verdween.

By gsorsnoi | December 28, 2010 - 6:37 am - Posted in Droomverhalen, Nederlands, Scherpe Blik

image by db_in_uk, edited by Gsorsnoi

Hoe word je wakker uit een slaaptoestand waaruit alleen je geest is ontwaakt?

Het moet geklonken hebben als het gemompel dat je soms terug krijgt van je kinderen wanneer je die maar moeilijk kunt wekken. Ik hoorde een vraag gesteld worden terwijl ik half lag te slapen en trachtte te antwoorden. Het antwoord bestond uit niet veel meer dan een knorrende samenstelling van de letters ‘e’ en ‘r’. Mijn vrouw zal er weinig uit hebben begrepen en was vast tot de conclusie gekomen dat ik mijn kerstvakantie nog aan het genieten was in Dromenland. Althans, als zij het al was die mij die vraag had gesteld. ‘Genieten’ was hier echter geen hele passende term. Al was ik me daar niet direct van bewust. Aanvankelijk gaf ik er lui aan toe dat de informatie waar ik van buitenaf mee werd gevoed wel tot het krieken van de ochtend kon wachten en was bereid mij weer over te geven aan de weelde die Dromenland mij eerder had geboden. Dat was tot ik er achter kwam dat de stadspoorten van dit Luilekkerland al even te vroeg achter mijn rug waren dicht geworpen.

Nu zat ik opgesloten in een aan een geesteswereld gelijkende dimensie die veel weg had van een slaaptoestand, maar waarvan ik wist dat ik er niet compleet in terug was weg gezakt. Het was alsof ik plotseling in staat was gesteld rond te kijken in mijn eigen lichaam waarvan ik wist dat die zeker nog niet wakker was. Contact met de werkelijkheid had ik duidelijk ook, daar ik mijn vrouw nog iets onverstaanbaars dacht te horen brabbelen waarop zij blijkbaar besloot maar weer te gaan slapen. Mijn lichaam sliep dus ook, maar mijn bewuste gedachten waren nu voor het grootste gedeelte wakker geschopt. Dus was ik nu wel echt wakker of niet? Daar was het moment waarop ik ontdekte dat ik een zwakke connectie zag tussen mijn ontwaakte innerlijke ik en de zintuigen van mijn slappe lijf.
“Hè, wat is dit? Ik krijg geen lucht!” realiseerde ik mij nu en was al naarstig op zoek vat te krijgen op de situatie waarin in was beland. Het zintuig dat mij hiervan had overtuigd kan ik niet benoemen als één die uitwendig zichtbaar was zoals je huid, ogen, neus of oren, maar mijn ademhaling stokte. Het moest de samenwerking zijn geweest van een paar van die eerder genoemde zintuigen en het gezonde verstand van mijn brein die tot die angstige conclusie was gekomen. Deze ervaring is even eng als dodelijk. Ik was duidelijk bezig te stikken in iets.

Van jongs af aan ben ik er al meer dan eens tegen aan gelopen: er lag een kussen op mijn hoofd; ik had mij vast gewoeld in een lap stof van mijn deken; ik was op mijn buik en gezicht komen te liggen; of er was een ander voorwerp dat mijn luchtweg van zuurstof blokkeerde. Ook in die gevallen praat je dan tegen jezelf of poog je dit te doen tegen te buitenwereld en hoop je dat iemand jou ruw uit je slaap ontwaakt.

Veel vat op het functioneren van mijn lijf had ik niet, maar al die verbindingen die ik zou kunnen leggen tussen mijn ledenmaten of misschien wel mijn stembanden moest en zou ik aanspreken. Het is alsof je letterlijk ligt te verdrinken in je slaap. Ik kan mij dus ook een vage voorstelling maken bij hoe iemand bezig is te sterven onder een kussen, in een coma of een grote hoeveelheid vloeistof. Alleen heb je dan, behoudens de coma, nog  enige controle om een mogelijke verstikking te voorkomen. Zolang er nog een voorraadje zuurstof beschikbaar is, hoe klein die ook mogen zijn, redden armen en benen het nog wel even om te proberen die kussen van het hoofd te rukken of wanhopige slagen te maken in het water om aan de verdrinkingsdood te ontsnappen. Die controle was in mijn geval grotendeels zoek.
“Eerrrrrr …” klonk het weer.
“Err…errr” alhoewel het voor mijn vrouw moest hebben geklonken alsof ik tegen demonen aan het vechten was in mijn slaap en vast weer één van mijn nachtmerries beleefde, ging er bij haar geen belletje rinkelen. Ook kreeg ik heel even, hoe vaag het ook voor mij mocht lijken, gevoel in mijn rechterhand die op haar middel lag.
“Oh gelukkig. Mijn hand bewoog!” en ik slaagde erin om twee of drie korte klopjes te geven op de heup van mijn vrouw.
“Schat … maak me vlug wakker! Ik stik!” maar mijn vrouw werd er niet van wakker.

Dan maar proberen te hyperventileren: een hele vluchtige manier van ademhalen waardoor je door een onregelmatige ademhaling meer koolstofdioxide uit je lijf perst dan gezond voor je is. Het bloed wordt daardoor minder zuur waardoor de pH-waarde stijgt. Niet te verwarren met het zeer giftige koolstofmonoxide dat een verbinding aan gaat met de hemoglobine-eiwitten en de zuurstof verdringt. Veel mensen sterven in zo’n koolstofmonoxidevergiftiging door slechte ventilatie of in combinatie met verbranding van de aanwezige zuurstof bij een verwarming die aan staat. Hyperventileren is natuurlijk ook niet goed voor je, maar op die manier zou mijn vrouw misschien realiseren dat ik naar lucht lag te snakken door mijn hijgende manier van ademen. Het ergste wat mij dan kon overkomen was dat ik duizelig zou worden of last zou krijgen van tintelende ledematen. Bij duikers is daarbij wel een groot gevaar aanwezig, omdat je dan de controle kwijtraakt op de toch al meer beperkte handelingen die je onder water kunt verrichten met de belangrijkste: ademhalen. Ik kon hooguit zwaarder gaan hijgen zodat iemand mij wel moest horen.

Je kunt je afvragen of ik echt ‘bewust’ bezig was mijzelf tot hyperventileren te dwingen, maar het werkte! Al was het beoogde effect van zwaarder hijgen niet gehaald, mijn hoofd kwam hierdoor wel los uit de beklemmende positie waarin ik mijn gezicht had geplaatst achter de rug van mijn partner en mijn ademhaling begon langzaam weer wat te stabiliseren. Nu dat gevaar was geweken zakte ik langzaam weer volledig terug en werden de poorten van Dromenland opnieuw voor mij geopend. Zowel mijn lichaam als mijn geest hadden de slaap weer geaccepteerd en lieten mij nog even genieten van een rustige droomwereld.

Ik was rechtop in mijn bed gaan zitten en werd door mijn vrouw aangestaard die er abrupt van uit haar slaap raakte. Een dergelijke ervaring had ze al vaker met mijn meegemaakt dus wist ze bijna instinctief wat er gebeurd moest zijn.
“Heb je weer onder je kussen liggen slapen?” vroeg zij mij ongerust, maar ik reageerde niet direct op haar vraag. Toch wist ze meteen dat een kussen niet de reden van de verstikking kon zijn geweest. Even later schudden ik van nee. In zowel haar als mijn borstkast kon je onze harten harder hebben horen kloppen. Bekomen van de schrik maakten wij ons even daarop klaar om een nieuwe dag te beginnen. Ik had reeds besloten het voorval alweer te vergeten en maakte samen met haar ons bed op. In mijn bed echter, zo zag ik toen ik het dekbed opsloeg, lag ik nog altijd vredig te slapen.

Later, nadat ik echt was ontwaakt, vernam ik van mijn vrouw dat ze het geklop op haar heup wel had gevoeld en mijn had horen knorren, maar een vraag had zij mij nooit gesteld.

By rinaoddel | December 27, 2010 - 7:32 am - Posted in Duimzuigerij, Eindelijk uitgeworteld, Nederlands

Daar zijn we dit jaar achter gekomen nu de Kerstdagen weer achter ons liggen. Want ook dit jaar was dat kutbeest weer op zijn pootjes geklommen. Driekwart jaar lag dat geruisloos ergens op de loer in afwachting tot het seizoen weer begon. Als een demon rees hij dan op uit zijn as en had het bloed van zijn vacht gelikt om weer in de stemming te komen. De hangoortjes werden nog even gewassen en het pluizige dier zag er weer angstaanjagend knuffelbaar uit.

Hup hup een hok ik, even wat snuffelgeluidjes oefenen en de wereld in staren met bruine kraaloogjes  die het IQ van een wortel  uitstralen. Nog even controleerde het witte mormel of zijn pluizenbol van achteren wel aan de juiste aaibaarheidsfactor voldeed om over het resultaat een tevreden glimlach op te zetten.

Maandag 6 december 2010 schoof Richard ’s ochtends al vroeg zijn ontbijtje op de salontafel. De hele nacht had hij wakker gelegen omdat hij dat Sinterklaasnummer van die Piet die ging fietsen niet uit zijn hoofd kreeg.  “… Toen klapte zijn band …” Vrouwlief lag op haar beurt natuurlijk wakker van hem. Niet alleen omdat hij zo broeierig lag te woelen, maar vooral omdat ze niet kon slapen van het geneurie dat hij maar niet kon onderdrukken.  Pepernotenkoorts noemen ze dat.
Gekneusd van de gebroken nachtrust bracht hij beverig zijn cafeïnevrije koffie naar zijn mond en vloekte direct zodra hij bemerkte dat de vloeistof nog te heet was. Het kostbare vocht morste daarbij half over zijn ontbijt en ook zijn schone broek bleef niet ongeschonden. Gefrustreerd van hoe zijn dag reeds begon vreesde hij al wat er nog komen zou. Zijn vrees was niet ongegrond zo bleek. Richard had een schone broek aangetrokken en dacht wat afleiding te kunnen zoeken door even naar het nieuws te gaan luisteren op de radio. Pech voor hem, want hij hoorde nog net de laatste kilometers in de file-informatie opgelezen worden en concludeerde daaruit dat het nieuws al voorbij was.
“Hoeveel erger kon de maandagmorgen beginnen?” vroeg hij zich hardop af. En het antwoord kwam van het eerste kerstnummer dat werd ingezet:
“Het was kerstochtend 1961, ik weet het nog zo goed …”

Rode kraaloogjes glinsterden verderop in een fietsenschuurtje. Volgend jaar wordt Flappie 50.

By karelriemelneel | December 23, 2010 - 6:48 am - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit: “Wat klinkt beter?” & “Wat ligt lekkerder in het gehoor”

Uitgesproken door: Gsorsnoi

Datum: vrijdag 10 december 2010

image by Steam SWP, edited by Gsorsnoi

Tang had de mede-uitvinder van de Trap Tuk Tuk geweest en zou samen met buurtgenoot Miu San een ware revolutie hebben ontketent in het grimmige zesde H-district. De onzichtbare ‘muur’ had verder doorbroken kunnen worden door dit nieuwe vervoermiddel dat de gebruikers ervan in staat zou stellen van de ene rand van de met verf gemarkeerde wijk naar de andere te kunnen reizen. Een nieuwe Tuk Tuk met de kleur van de aangrenzende wijk en een letter van het district moest de verbinding gaan vormen tussen de ene onbekende plaats met de andere. De Trap Tuk Tuk moest het uiterlijk gaan hebben van een normale op stoom aangedreven Tuk Tuk, maar zou zich onderscheiden door de wielconstructie die het in staat stelde om moeiteloos de trappen op en neer te rijden waar Gohes City’s China Town er een paar honderd duizend van telde. Drie wielen die onderling waren verbonden met rupsbanden zaten aan weerzijden van de cabine waar de passagiers in werden vervoerd. Onder het stuur van de chauffeurszit was een indrukwekkende veerconstructie gemonteerd die de ergste klappen moest opvangen van het bandloze voorwiel. Terwijl de achterkant van het voertuig iets weg had van een ingewikkeld opgebouwde fluitketel was de gelijkenis van de voorzijde van het apparaat er duidelijk één met een Harley Davidson-motor.

De jonge Tang Lee Swan zou zichzelf op zeventienjarige leeftijd verbranden aan de ketel van één van deze apparaten om nog geen maand later te bezwijken aan de infectie die hij door zijn verwondingen had opgelopen. Zijn buurtgenoot Miu San was op dat moment al niet meer in beeld daar hij ondanks deze vervoersrevolutie alsnog zou verdwalen in een paar wijken verderop. Toch mocht hij zich gezegend voelen dat hij zijn sterfbed vond op de naar deze omstandigheden uitzonderlijk hoge leeftijd van 37. In de binnenhavens van Matsue Hakui stierf hij eveneens aan een infectie.

Dze op zichzelf al grauwe werkelijkheid was echter gereserveerd voor een dimensie uit een parallel universum waarin de navelpadden van Graaf Schaurig geen deel uit maakten. Miu San had de ingenieuze denkwijze namelijk nodig gehad van Tang om de rupsbanden zo te kunnen ontwikkelen dat zij geschikt waren om de hinderlijke trappen te bestijgen en af te dalen. Zonder Tang Lee Swan kwam er geen Trap Tuk Tuk.

De aan slakkenslijm gelijkende substantie droop van de diepbruin gepleisterde wand daar waar vier handen zich om beurten in het bevende vlees groeven. De weerstand die werd opgebouwd door de reflex in een elleboog bracht een spasme teweeg waardoor een vaalblauwe hand naast de arm greep. Een andere al even lelijk blauwe hand greep daarom de verminkte arm beet die het slachtoffer van het bed had laten vallen door de schokkerige beweging die het maakte. Kraakbeen brak tussen de vingerkootjes vandaan onder een akelig geluid toen de drie middelste vingers van de hand werden gerukt. Het wit van de knokkels werd daardoor even zichtbaar in de oorspronkelijke vorm dat zich normaal alleen als een gelige afdruk liet zien onder de huid wanneer de vingers bogen. Het rode vloeistof wat uit de aderen vrij kwam maskeerden de bloot gelegde botjes echter al rap en besmeurde het bed met vlekken en spatten.

Over gescheurde lippen werd het verse vlees naar een tong geleid die al even geen smaak meer konden waarnemen. Smakken was een onvermijdelijk gevolg geworden bij het naar binnen werken van het rauwe voedsel door de in verval geraakte kaken. De ontbinding had ook de slokdarm aangetast zodat een luid gegorgel hoorbaar was. Brokken in het bloed sijpelden over de kin welke eens met een stoppelbaardje gesierd werd. Gulzig greep de zombie opnieuw naar de onderarm waar hij eerder al een paar lappen vlees uit had gebeten.

De vrouw op het bed dat ten prooi was gevallen aan twee zombies voelde de levenskracht nu wel heel vlug wegtrekken uit haar eens zo mooie lijf. Indrukken van het binnenste van een amfibie trokken nog op het netvlies aan haar voorbij. Even hiervoor had zij een bizar avontuur beleeft waarbij zij door een padachtig wezen binnenste buiten werd gekeerd en door het bruine dier werd opgeslurpt. Ze was hierdoor in de veronderstelling geraakt dat ze door die actie allang dood had moeten zijn, maar het besef dat zij later weer door de pad naar buiten werd gebraakt maakte dat ze wilde geloven dat ze in een één of andere hel was beland.

Naakt en slijmerig was nu haar lijf zoals ze had verwacht bij het betreden van de onderwereld. Haar kleren moest ze op de Aarde achter hebben gelaten. Dus waar was nu het vagevuur waarin zij voor eeuwig zou moeten branden? Waarom was zij teruggekeerd naar het bed waarin zij stierf? Wat Pui-Yuk echter nooit zou kunnen bevroeden, is dat zij zojuist het resultaat was geworden van een slechte slurping van een navelpad en dat haar lijdend sterven nog in volle gang was. Eén van de padden had bij haar zoveel roem willen wegslurpen dat het beest de vrouw binnenste buiten had gekeerd en in zijn lijf had opgeslokt. Even later spuwde hij haar weer, gehuld in het slijm uit zijn ingewanden, naar buiten. Haar levenskansen bij het ontsnappen uit zo’n slechte slurping was met de helft afgenomen door haar vitale functies die hiervan te verduren kregen, maar dat was niet de uiteindelijke reden waarom ze stierf.

Eén van de twee zombies die daar de oorzaak van waren, keek plotseling op vanaf zijn maaltijd. De ander bleef geconcentreerd en zette zijn halve gebit in Pui-Yuk’s heup. Akio Arata was even afgeleid geraakt door de beweging van enkele zombies die zich buiten op de daken boven een steeg ophielden en gefixeerd waren op twee ongelukkige bezoekers. Akio was erin geslaagd om zijn levenlang bij zijn zus in de buurt te blijven en hadden samen gezworen elkaar nooit uit het oog te verliezen. Nimmer zou hij weten dat Tang Lee Swan, die nog voor het doorlopen van de embryonale stadium stierf in de buik van Pui-Yuk, zijn bloedeigen zoon was.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: De Chinese doolhof
Volgend hoofdstuk: Gezichtsbedrog

By wilburteerman | December 20, 2010 - 2:18 pm - Posted in Alweerwolven, Nederlands, Scherpe Blik

image by Kevin Saff, edited by Gsorsnoi

Kerst 2010 dreigt opnieuw een witte te worden. Zo was ik deze maandagochtend moedig door de sneeuw gemarcheerd als een erg verdwaalde kangoeroe om bij de bushalte te geraken. Zo moet het er voor omstanders in elk geval uit hebben gezien terwijl ik door de 25 tot 30 centimeter dikke lagen witte troep sprong om het ene been voor de andere te kunnen zetten. Vrijdagochtend had ik ontdekt dat het slechts 45 minuten kost om bij een bushalte in een sneeuwpop te veranderen. Dus ik was gewaarschuwd op wat komen ging. Maar hoe dik ik mij ook kleed, mijn trage bloedsomloop doet de winterkwalen de kop toch wel opsteken.

Ik woon tussen twee bushaltes in. Dus alsof het ook echt iets uitmaakte, had ik vandaag voor de verandering maar eens de andere bushalte gekozen. Het kon er zelfs alleen op uitlopen dat de bus later zou arriveren, omdat deze halte één minuut verder ligt op de route van mijn buslijn dan de andere. Daar had ik  werkelijk niet verder naast kunnen zitten, zo ontdekte ik later.

Aangekomen bij het bushokje moest ik mij nog in evenwicht herstellen van de stoeprand die mijn teen had ontmoet en ik onmogelijk gezien kon hebben. Al had ik vast kunnen gokken waar deze ongeveer moest hebben gelegen. Het fietspad had zich door de sneeuw met het trottoir vermengd.
“Ah 07:22, dat is het nu exact. Ik zal hem wel gemist hebben.” dacht ik hardop. Ik keek om mij heen en overtuigde mij er opnieuw van hoeveel sneeuw er lag. Dus ik herstelde mijn gedachten en ging er al vanuit dat de ‘bus van 22’ vier stoplichten terug nog bezig was met een slipcursus voor gevorderden.

Om mij er van te vergewissen dat hij er misschien niet toch al aan kwam, stapte ik terug in de richting van de straat en lette er ditmaal beter op dat ik de stoeprand niet opnieuw een trap verkocht. Gelukkig voor mij tenen bleef de onzalige ontmoeting uit, maar moest ik toch nog uitkijken dat ik mijn enkel niet verzwikte. De met voetpadtegels geplaveide wachtstrip lag aan de andere kant van het fietspad zodat ik geen andere keuze had.

Het sneeuwdek bovenop het afgesneden stoepje lag er zo onaangetast bij als de roomlaag op de cappuccino zonder cacaoversiering. Je moet toch wat bedenken als je ‘maagdelijk wit’ zo’n afgelikte term vindt. Hetgeen mij voor een raadsel stelde waar ik nu nog mee bezig ben om het antwoord op te vinden: “Hoe kan dit sneeuwpak voor de bushalte sinds afgelopen vrijdag nog niet zijn belopen?”
Dat moet er toch ergens op duiden dat er sinds die bewuste dag nog geen mens is geweest die het heeft aangedurfd om een paar minuten van zijn of haar tijd op te offeren om op de bus te wachten. Het winterweer is heftig hier in de laatste dagen van het veel te rappe 2010, maar ruim 72 uur sinds dat winterweer vrijdag begon moet er toch wel iemand zijn geweest die van deze normaal zo drukke busverbinding gebruik heeft willen maken?

Ik zou ze krijgen ook. Mijn grote rechterteen gonsde nog van een eerdere aanvaring terwijl ik mijn bescheiden maat 41 krachtig in het witte pak plantte. De linker volgde en al spoedig kon je mij zo trots als een klein kind zien banjeren door de sneeuw. Kleinkrijgen zou ik het. Mijn zuinige 64 kilo was het zachte sneeuw te zwaar. Gevoel van macht stroomde er door mijn aderen en vooral in mijn vuisten bij het genadeloos vertrappen van die witte bende, maar hoog boven mij lachten de weergoden in hun vuisten hoe nietig ik er uitzag op dat spierwitte tapijt.

Na slechts vier keer tien meter heen en weer geijsbeerd te hebben … miste ik toch nog bijna mijn bus.

By rinaoddel | December 16, 2010 - 1:02 pm - Posted in Nederlands, Rara Rina, Rijmende kunsten

Een man viel overboord en nam een lang nat bad.
Zwemmen kon hij niet, maar belandde wonder boven wonder heelhuids op een strand.
Een onbewoond eiland, dat niet eens een palmboom had.
Hoe ver hij ook kijkt, aan de horizon geen land.

Zonder enige hulp van materialen, mensen, dieren of machines wist hij aan de andere kant van het 100 meter diepe water te geraken.
Hoe deed hij het?

(Zijn naam was geen Jezus!)

By karelriemelneel | December 14, 2010 - 8:07 am - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Uit het dagboek van een programmeur

image by Joran D., edited by Gsorsnoi

Deel 2 in de string-serie.

Wie met het lezen van de titel bij dit artikel meent een lesje te krijgen in het bespelen van snaarinstrumenten zal bedrogen uitkomen. Ook het ondergoed dat doorgaans voor zo’n touwtje wordt versleten zou  hier aanvankelijk geen onderwerp mogen zijn. Toch ontkomen we er niet aan om de rode oortjes iets op te wrijven wanneer we je hier gaan vermaken met …
… het jargon van een programmeur.

De Tycoon Newspaper publiceerde eerder in dit jaar al een overzicht van het string-jargon uit de ICT. Programmeurs die dagelijks in strings zitten te werken confronteren elkaar met uitspraken over strings waarbij zowel in- als outsiders toch minimaal hun mondhoeken moeten krullen.

Eén van mijn collega’s blijkt een expert te zijn in dit vak! En waar zijn hart van vol is, stroomt zijn mond van over. Met dank aan onze eigen Lord of the strings hebben wij dit jaar weer heel wat nieuwe inzichten gekregen in de mogelijkheden van dit spannende ondergoed.

Je kunt …

  • een string opmaken.
    “Ah ah! Eerst het voorgerecht schat…”
  • een string anders opmaken.
    “Mama, de drop is op!”
  • input geven aan een string.
    Is met elk geslacht weer wat anders.
  • strings aan elkaar plakken.
    Let op het lijmrandje!
  • eerst nadenken wat je in een string wilt stoppen voordat de string te klein blijkt te zijn.
    Niet elk touwtje staat je goed.
  • strings opknippen.
    Familie ten Brink moet ook bezuinigen.
  • over een string vallen.
    Sportblessure.
  • een string converteren.
    Hoezo deze string is niet van jou?
  • strings ergens in hangen.
    Oeps!
  • strings ergens aan hangen.
    Kapstok voor in de slaapkamer.
  • strings uitbreiden.
    Familypack
  • een string in een kutveldje in stukken hakken.
    Vakjargon? Ah-ha!
  • een string coderen.
    Zebraprintje.
  • ruimtegebrek hebben, omdat je string te groot is.
    Lulsmoes.
  • een string ergens in rossen.
    Wedgie!
  • een zoekstring hebben.
    Beter dan je string zoek!
  • met een string weggaan.
    En niet alleen als je gaat stappen.
  • vastzitten in je string.
    Meestal is het andersom.
  • een boxer hebben met een dichtgeslipte string.
    Een beetje van alles.
  • nog wel wat ruimte hebben in mijn string.
    Kom er gezellig bij!
  • een string ergens hard in stoppen.
    En zo blijf je een backdoor virgin!

Eerste deel nog niet gelezen? Die vind je hier.