“Zal ik het nu weer van je overnemen?” stelde Kornelis aan Retroman voor. “We gaan zo de landing inzetten.” Kornelis had na enige vlieguren de besturing tijdelijk even aan Retroman gegeven. Die had wel van de afwisseling gehouden om niet aldoor alleen de trappers rond te hoeven draaien. En stiekem had hij het altijd al interessant gevonden om één van de apparaten uit de vloot van de Tycoon Newspaper te mogen besturen. Die eer was hem nog niet eerder te beurt gevallen. Zodoende kon hij tevens zijn zinnen verzetten, omdat alleen maar fietsen zijn lijf wel fit moest houden, maar tegelijkertijd ook mangelde. Na al de avonturen die Retroman met de pad had beleefd, zat hij vol beurse plekken en zeurde het op zijn lijf van de splinters. Een deel ervan had hij er natuurlijk wel al uit getrokken, maar splinters staan er ook om bekend dat er altijd wel een paar tussen zitten die je huid niet willen verlaten.

“Ja graag,” stemde hij zelfs dankbaar toe. Niet alleen begonnen zijn benen langzaam wat te verzuren, hij was ook wat loom geworden van het tegen de wind in turen om te kunnen zien waar ze naartoe moesten vliegen. Kornelis had de besturing alweer in handen en klopte even met één van zijn handen op de romp van de kist.
“Mag ik je trouwens even voorstellen aan de Zwarte Kraai?” Retroman zag het niet, maar Kornelis glunderde van trots toen hij die woorden sprak. En hij liet het klinken alsof hij een bolide liet bewonderen waar hij jarenlang voor had gespaard. Zo voelde het ook.
“Ah! De Zwarte Kraai…” Nu begreep Retroman waarom deze gyrocopter zwart van kleur was. Hij streek nu zelf met zijn hand langs de bekleding en liet daarmee extra op zich inwerken hoe deze vliegmachine zich onderscheidde van de andere vogels, de Postduiven dus. “Het is een fraai exemplaar. Heb je hem zelf zo genoemd?”
Kornelis glimlachte weer.
“Nee hoor, dat was Tinus. Het was zijn idee om de traditie van de witte Postduiven eens te doorbreken. Samen met Theo Nologie wilden zij al langer eens een verbeterd model aan de Tycoon Newspaper kunnen presenteren. De mannen hebben er lang aan gewerkt. En het resultaat mag er zijn vind ik.”
“Jazeker,” beaamde Retroman meteen. “En nog wel met twee rotorbladen. Maar hoe kom jij er dan aan? Had je hem zomaar gekregen?”
“Ha nee, was dat maar waar. Ik heb hem gewoon uit de loods van de Tycoon Newspaper gepikt toen hij daar maar wat onbruikbaar stond te worden. Dat was kort nadat wij elkaar uit het oog verloren toen de eerste navelpadden aanvielen en onze collega’s zombificeerden. Ik mag toch al flink wat jaren meedraaien met het nieuwsblad, de redactie is nooit zo erg gul in mijn richting geweest wanneer het om presentjes aankomt. De Zwarte Kraai was voor Achmed bedoeld. Ze hadden hem bedacht voor de nieuwe rubriek ‘Maniakale Research’, een nieuwe categorie artikelen dat de Tycoon Newspaper zou gaan opstarten, maar waar helaas niets meer van terecht is gekomen. Achmed was toch al iemand die je normaal niet veel op de buitendienst zag…”
“Nee, dat klopt. Die boekenwurm was altijd in de bibliotheek bovenin het gebouw te vinden,” vulde Retroman hem aan. En dat klopte; als je Achmed Liën eens kwijt was, kon je er donder op zeggen dat je hem boven de redactievloeren in de bibliotheek zou aantreffen.
“Nou ja, ik bedoel maar. En omdat hij hem toch al gauw piepte als het op het rondbezorgen van de krant neerkwam, dachten ze dat ze hem met deze spiksplinternieuwe kist wel wat meer in beweging konden krijgen.”
“En denk je dat dit de redactie ook gelukt zou zijn?” wilde Retroman weten.
“Wel,” kreunde Kornelis. “Die Achmed was altijd wel te porren voor de diepere achtergronden achter het één en ander. Dus wanneer hij met de Zwarte Kraai de kans zou krijgen om meer research naar zijn verhalen ter plaatse te kunnen doen, dan zou het mij toch niet hebben verbaasd dat hij dit apparaat daar wel voor zou aanwenden ja.”
“Extra jammer dan dat het hele avontuur zo heeft moeten aflopen, nietwaar, Kornelis?”
Kornelis zuchtte en pinkte tevens een traantje weg. Hij vond het inderdaad verschrikkelijk dat de stad dit ongelukkige noodlot moest doorstaan. Hij vroeg zich oprecht af of er van het erfgoed dat ermee werd achtergelaten ooit nog wel iets terecht zou komen. Het kon toch niet zo zijn dat alles wat de stedelingen hadden opgebouwd nu door graaf Schaurig met een genocide de grond ingeslagen zou worden?
“Ja Retrovriendje,” mijmerde hij. “Dat is zeker jammer.”
En terwijl Kornelis nog filosofeerde over hoe het allemaal anders kon zijn gegaan, probeerde hij zichzelf en zijn kompaan wat frisse moed in te spreken door aan te kondigen dat hij hun voorlopige schuilplaats eindelijk in het zicht had gekregen.
“Kijk Retroman, je kunt die slome kwaker zo gaan wakker schudden. Daar aan dat industriële stuk is het oude laboratorium gelegen, hetzelfde gebouw waar ik ooit mijn eerste chemielessen heb gekregen. We gaan zo de landing inzetten.”
Retroman veerde op toen hij dit Kornelis hoorde zeggen. Al was er iets aan de wijze waarop Kornelis het woord ‘laboratorium’ had uitgesproken wat hem ineens een unheimisch gevoel had gegeven.

“Pak jij hem aan zijn beentjes?” stelde Retroman voor toen de twee heren reeds de gyrocopter aan de grond hadden gezet. “Dan pak ik de Reuze Navelpad hier op bij zijn hoofd. Ik verwacht dat hij het prettiger zal vinden wanneer hij een vertrouwd gezicht ziet, mocht hij nu ineens bij kennis komen. Dan draag ik hem zo zelf wel naar binnen.”
Kornelis stemde met Retromans voorstel in en boog over de romp van de gyrocopter om de pad uit de bak te scheppen. En terwijl hij dat deed stapte Retroman onwillekeurig een pas naar achter. Die eeuwige stank die zijn collega constant bij zich droeg maakte het doorgaans onmogelijk om dichter dan een meter bij hem in de buurt te verkeren. Hij wilde dat eigenlijk helemaal niet doen, maar de geur was zo bedwelmend dat hij zich gedwongen zag even bij de gyrocopter weg te stappen. Hij nam een teug frisse lucht en wilde juiste zijn handelingen weer vervolgen toen hij ineens een verandering aan Kornelis opmerkte.
“Zeg Kor, wat is er in hemelsnaam met jouw arm gebeurd?” Retroman staarde vol ontzetting naar de linkerarm waarmee Kornelis nu half in de gyrocopter gebogen stond. Door de doeken die rondom zijn boven- en onderarm gewikkeld waren leek het net alsof hij voor een deel was gemummificeerd. Het moest om verband gaan, waarmee Kornelis’ arm verpleegd was. Eerder, toen ze nog achter elkaar in het vliegende gevaarte hadden gezeten, was dit Retroman nog niet opgevallen, deels omdat hij er simpelweg geen acht op had geslagen, maar vooral ook omdat Kornelis’ arm en schouder achter de rugleuning van zijn stoel waren weggevallen.
“Vuurpadden, Retroman. De gevaarlijkste soort navelpadden die je hier tegen het lijf kunt lopen.”
“Ja, ik ken ze en ik zie het! Heb jij jezelf moeten verzorgen? Je arm ziet er zo lelijk uit.” informeerde Retroman.
“Jawel. Dat verband heb ik zelf aangelegd. Al is het mij er meer om te doen geweest dat ik niet steeds tegen mijn prothese hoef aan te kijken.”
Van die laatste toevoeging raakte Retroman helemaal onthutst.
“Een prothese? Allememachies. Wat hebben die vuurpadden jou wel niet aangedaan?”
“Kom,” sprak Kornelis ernstig. “Maak het niet erger dan het is. Laten we die amfibische vriend van jou naar binnen dragen. Er zit nog leven in, maar ik denk dat hij wel één van de paardenmiddelen kan gebruiken die ik hier in het lab heb liggen.

De loodsdeur kraakte akelig zodra het drietal de enorme ruimte betrad dat door Kornelis als laboratorium was omschreven. Retroman, die de Reuze Navelpad haast moederlijk in zijn armen binnendroeg, reageerde ietwat verbaasd zodra hij het interieur in zich opnam. Bij een laboratorium had hij zich toch wel wat anders voorgesteld. Dit was meer een enorme loods, zo eentje waar je met een beetje proppen nog een passagiersvliegtuig in kon verstoppen.
Kornelis was de verbazing op diens gezicht niet onopgemerkt gebleven en was hem voor toen hij zei: “Niet echt precies een complex waar leerlingen in de weer zijn met lakmoespapiertjes hè, of wel?”
Met de klok mee liet Retroman zijn blik langs het binnenwerk van het grote pand glijden. Het vertrek was L-vormig. Bij binnenkomst stonden ze op het korte deel van deze letter. Het eerste waar zijn oog op viel was de gigantische wand die aan de linkerzijde in de lengte doorliep. Een hoge muur strekte zich er tot nog geen enkele meters onder het gewelfde plafond. Hier ging deze over in rechthoekige ramen die in gietijzer waren ingevangen. Zowel via het glas in het dak als door deze ramen viel het licht op de kale ruimte binnen. Achter in de loods, achter een scheidingswand kon Retroman een in onbruik geraakte generator onderscheiden. De deur, die ertoe had moeten dienen deze ruimte af te sluiten, ontbrak. Alleen de roestige sponningen verrieden dat de toegang vroeger kon worden afgesloten. Toen hij ten slotte rechts van zich keek ontdekte hij nog een constructie van gestapelde ondiepe etages, zoals je tegen de gevel van appartementen wel ziet in de vorm van een uitwendig trappenhuis. De gelijkenis met een metalen trappenhuis was onmiskenbaar, met dit verschil dat hij intern was aangebracht en de drie etages die het omvatte stuk voor stuk voor labproeven leken ingericht. Aan de grond en tegen het plafond liep de constructie langs de muur verder door, waar het op beide plaatsen toegang bood tot nog een afgesloten vertrek.
“Nee, nu niet nee,” antwoordde Retroman uiteindelijk. “Al kan ik hier en daar wel wat aanwijzingen vinden die iets van dat vroegere gebruik verklappen. Is het oorspronkelijke interieur helemaal weggehaald? Ik kan me zo voorstellen hoe hier rechts van ons de jonge laboranten proeven hebben uitgevoerd en bezig zijn geweest met kikkers te ontleden. Dat wil zeggen, als het juiste meubilair en instrumentarium daarvoor aanwezig was.”
“Je slaat de spijker op z’n kop Retroman. Let alleen wel even op wat je zegt. Wat die kikkers ontleden betreft bedoel ik.” Kornelis liet het niet na om nadrukkelijk zijn blik op de Reuze Navelpad te richten, die nog voor pampus in Retromans armen lag. Met een gebaar met zijn wenkbrauwen maakte hij duidelijk dat de verwijzing naar het klassieke natuurkundeproefje door de pad, indien hij dit had gehoord, waarschijnlijk niet echt gewaardeerd zou zijn. Ten teken dat Retroman de hint had begrepen, glimlachte hij hier wat moeilijk bij.
“Maak hem nu maar wakker. Dan kan ik jullie eindelijk vertellen wat er allemaal is voorgevallen.”

Zodra de Reuze Navelpad eenmaal weer bij kennis was en Retroman hem op een roestig stoeltje had geplaatst, keek hij nog wat glazig uit zijn ogen. Kornelis bleek wat gejaagd en begon al met zijn verhaal. Bij de inzet ervan wierp hij nog omzichtig een blik naar buiten. Nabij de entree schoof hij hiertoe een smoezelig gordijntje opzij dat hier nooit echt een functie heeft gehad. Hij loerde naar zombies en navelpadden sprak ondertussen over de historie van het oude pand waar zij zich in bevonden.
“Zoals ik al had aangekondigd vrienden, bevinden we ons hier in de restanten van waar ik ooit, lang geleden, een deel van mijn jeugd als student heb doorgebracht. Je kunt het je nu wellicht moeilijk voorstellen, maar in het lege omhulsel waar we nu naar kijken, was ooit een grootse universiteit gevestigd voor natuurwetenschappen. Maar het was veel meer dan dat. Dit complex was voorheen veel groter en gemakkelijk het tienvoudige van wat wij hier nu nog kunnen zien. Veel vooraanstaande Alchemisten, Rekenkundig Architecten, Advocaten van de Wetten der Natuurkunde en Continuïteitsbewakers van de Ruimte en de Tijd hebben hier gestudeerd en hun voetstappen achtergelaten voordat ze uitgroeiden tot de genieën zoals we ze nu kennen…”
“Dat wil zeggen, de genieën buiten Gohes City dan,” vulde Retroman hem aan. “Zij die hier zijn gaan wonen zullen de ramp waarschijnlijk niet hebben overleefd.”
“Daar kom ik zo nog even op. Excuseer mij dat ik je niet meteen alles kan vertellen.”
“Met alle respect voor de geschiedenis over jouw studietijd,” onderbrak deze hem bruusk. “En wat je daarover kwijt wilt, Kornelis, maar is hier echt tijd voor? Zombies en navelpadden zitten ons nu op de huid. Gohes City gaat op dit moment aan haar apocalypse ten onder. Houdt wat je ons nu wil vertellen ook maar iets enig verband met de catastrofe waarmee deze stad nu onder gebukt gaat?”
“Geduld Retroman. Wat ik je ga vertellen omvat nou juist de aanleiding tot dit alles. En jullie moeten dit echt weten. Het heeft er alles mee te maken. Vertrouw me even, wanneer ik je zeg dat het belang heeft dat je deze voorgeschiedenis kent.”
“Goed dan,” stemde hij hierop in. “Voor de draad ermee.”
“Dank je. Laat ik dan maar meteen met de deur in huis vallen je te vertellen hoe de relatie tussen Graaf Schaurig en mij ooit was toen wij hier nog samen op school zaten.”
“Je gaat ons toch niet vertellen dat jullie twee ooit dikke mik waren hè, of wel?”
“Toch wel. Wat je dan helemaal wel onvoorstelbaar zult vinden is dat Ignatz en ik zelfs beste vrienden waren.”
“Het zal toch niet waar zijn.”
“We moeten een jaar of negentien zijn geweest dat wij hier studeerden. Het is allemaal alweer zo lang geleden, maar juist die periode uit mijn jeugd is mij wel het beste bij gebleven. Door de gedeelde interesses die we hadden in de chemieklassen konden Ignatz en ik inderdaad erg goed met elkaar opschieten. Niet alleen over de kennis van lesstof, maar ook in hoe we met elkaar praatten en filosofeerden over bepaalde kwesties in het leven, zaten we vaak met elkaar op één lijn. In de klas werd er dikwijls tegen ons opgekeken. Dit kwam uiteraard door onze schoolprestaties, maar we vielen ook op door onze bovenmatige interesses in een aantal legendarische onderzoeken waar al veel geleerden hun hoofd over hadden gebroken. Een doorbraak in deze materie had de geschiedenis voorgoed kunnen doen veranderen. Zo was ikzelf gefascineerd door liefdesdranken en middelen die de seksuele geslachtsdrift zouden bevorderen, respectievelijk het amortentia en het afrodisicum…”
Zowel de Reuze Navelpad als Retroman trokken bij het horen hiervan hun wenkbrauwen op en huiverden zowat bij de gedachten hoe nou juist Kornelis zichzelf hierover uitsprak. Zonder blikken of blozen vervolgde hij:
“Ignatz op zijn beurt was meer bezig met het creëren van dranken die een mens van gedaante kon doen verwisselen en ook met elixers die het mogelijk maakten om langer te kunnen leven.”
“Bedoel je zoiets als Steen der Wijzen?” vroeg Retroman.
“Exact Retroman. Ignatz was daar erg door opgenomen. Hij was altijd erg met de vergankelijkheid bezig van ons bestaan. Waarom precies weet ik ook niet. Zo’n drankje wordt trouwens ook wel het elixer der onsterfelijkheid genoemd.”
“Toe maar. En slaagden jullie in het maken van zulke dranken?” wilde de Reuze Navelpad weten.
“Wel,” antwoordde Kornelis en keek er wat sip bij. “Het is maar hoe je het bekijkt.” Hierop draaide hij zich even van zijn vrienden af en wierp hij opnieuw een blik door het venster waardoor hij eerder al naar buiten tuurde. Even viel het stil. En wanneer Retroman en de Reuze Navelpad hem nu in zijn ogen hadden kunnen kijken, dan werd wel duidelijk waarom. Kornelis ogen stonden troebel en het was duidelijk dat hij een moment nodig had om zichzelf te herpakken. Want terwijl hij vocht tegen zijn tranen en daarbij een akelig snotterend geluid voortbracht, worstelde hij met vinden van de juiste woorden.
Bij Retroman en de Reuze Navelpad drong het nu door dat Kornelis het blijkbaar ergens moeilijk mee had. Retroman stond in vertwijfeling of hij het aandurfde een arm om hem heen te slaan en hem daarmee een hart onder de riem te steken, al wist hij nog niet wat de aanleiding voor deze emoties was. Maar Kornelis doorbrak dat moment van menselijkheid door zich weer naar hen om te draaien en keek ineens een heel stuk ernstiger.
“Er was een vrouw in het spel,” sprak hij ten slotte. En hij zuchtte er diep bij toen hij dat zei en zijn stem klonk ietwat beverig. “Christel Cleybroek heette ze.”
Retromans blik sprak boekdelen. Natuurlijk was er een vrouw in het spel! moest deze hebben gedacht. Hoofdschuddend sloeg hij een hand voor zijn ogen en trachtte niet te glimlachen bij het horen van deze cliché.
“We noemden haar altijd Christel Columbus, in verband met haar levendige karakter en de ambities die ze had om de hele wereld te gaan verkennen. Christel was altijd erg uitgesproken over haar wens om wereldreiziger te worden. Hoe dikwijls zij het wel niet had over haar reizen en hoe zij meende die dromen van haar te verwezenlijken, daar denk ik nog geregeld met weemoed aan terug. Wanneer je haar hoorde verhalen over de trektochten die ze wilde gaan maken door de wildste landschappen dan klonk daar een romantiek in door waardoor je zelf ook zou gaan geloven dat het allemaal zo gemakkelijk te realiseren was. En van ons twee, ik bedoel natuurlijk Ignatz en mijzelf, was er in elk geval één die haar die dromen graag in vervulling zou zien gaan.”
“Meneer de Graaf dus,” opperde de Reuze Navelpad.
“Ja. Wie anders? Want Ignatz was immers smoorverliefd op haar.”
“En jij niet?” wilde Retroman weten.
“Wie ik?” reageerde Kornelis hoogst verbaasd. “Nee hoor. Christel was beslist een leuke griet om te zien, maar ze was toch niet precies mijn type. Ignatz viel echter als een blok voor haar. En de mate waarop kon je haast wel zorgelijk noemen. Maar dat wordt zo wel duidelijk. Hoe het ook zij, Ignatz was mijn beste vriend en ik was graag bereid om het toeval een beetje in hun voordeel bij te sturen. En ik zeg bewust ‘hun voordeel’, omdat ik inmiddels ook te weten was gekomen dat Christel zelf Ignatz wel zag zitten.”
“Dus waarom moest jij je ermee inmengen dan?” vroeg de Reuze Navelpad. “Wanneer deze twee zo gek op elkaar waren, dan had de liefde zichzelf wel gevonden toch, of niet dan?”
“Normaal gesproken moet ik je daar inderdaad gelijk in geven Pad. Maar bij deze twee lag dit toch net iets anders. Het waren beide nogal stuntels, als je begrijpt wat ik bedoel. Het wilde van beide kanten steeds maar niet van een toenadering tot elkaar komen. En bovendien twijfelde Christel toch nog wel een beetje aan Ignatz omdat, en dat is absoluut waar, Ignatz nogal een zonderling type was. Wel, zoals jullie beide wel weten is dat altijd zo gebleven. En dat is nog zacht uitgedrukt. Hijzelf had het veelvuldig met mij over zijn gekunstelde optredens om haar het hof te maken en werd er gaandeweg steeds moedelozer van. Dat ik daarmee ook moedeloos werd van hem, wel, dat nam ik als beste vriend nog maar voor lief. Uiteindelijk kwam Ignatz toch zelf een keer met een idee waarmee hij hoopte haar hart voor zich te winnen. Maar de manier waarop hij dit wilde bewerkstelligen sprak mij allerminst aan. Zoals je weet was ik met het amortentia aan net experimenteren en nu bleek dat Ignatz wel gebruik wilde maken van mijn nog onvoltooide elixer.”
“Die schurk wilde dus Christel’s hart voor zich winnen door haar ermee te betoveren?” vroeg Retroman vol ontzetting.
“Ja, zo zou je het kunnen noemen. Alleen, zoals ik jullie net heb verteld, was de drank die ik tot dan toe had weten te brouwen nog niet helemaal klaar.”
“De gek!” sprak Retroman opnieuw. “Dan ga je toch niet een onuitgewerkt product op je liefde uitproberen!?”
“Je raadt het dus al. Hier kwam de ware aard van Ignatz naar boven. En ik was te naïef ten aanzien van onze vriendschap om op tijd door te hebben waar zijn interesses in mijn gevorderde resultaten toe zouden leiden.”
“Dus je had niet eens door dat hij met jouw elixer aan de haal ging?” vroeg de Reuze Navelpad.
“Dat klopt Pad. Ik was zo vol van het geboekte succes dat ik had behaald in de ontwikkeling van het liefdesdrankje dat ik in blind vertrouwen mijn resultaten met hem deelde. Bedenk eens hoe ik mij voelde; ik was bezig wereldgeschiedenis te schrijven. Ik was verder gekomen dan enig ander wetenschapper die zoiets als dit eerder had geprobeerd.”
“Maar dit begrijp ik niet,” zei Retroman. “Je spreekt over resultaten, maar hoe precies ben jij dan te weten gekomen dat wat jij aan het ontwikkelen wat succesvol bleek? Ik mag toch aannemen dat je niet een experiment had uitgevoerd tussen jou en Ignatz. Dat zou dit verhaal wel een erg pikante wending geven!”
Kornelis moest smakelijk lachen om wat Retroman hier suggereerde. Het riep beelden bij hem op waar zelfs hij van walgde.
“Excuseer beste vriend. Dat heb ik verzuimd toe te lichten. Ik had inderdaad twee andere proefkonijnen gebruikt om als aspirant tortelduifjes te dienen. Tegenwoordig is het niet meer zo gebruikelijk en zelfs verwerpelijk, maar destijds was het heel gewoon om allerlei soorten dieren voor je testen te gebruiken. Ikzelf gebruikte toen dodo’s. Je weet wel, van die merkwaardige vogels die eruit zien als uit de kluiten gewassen kippen en zo’n kromme snavel hebben. Ideaal volk om als tortelduiven in te zetten daar ze per definitie een ondersoort zijn van de duif zelf. In het begin konden de twee dodo’s die ik had elkaar niet luchten of zien. Ik was er zeker van dat het een mannetje en een vrouwtje waren, dus daar kon het niet aan liggen. Na enkele vruchteloze pogingen hen het elixer toe te dienen door dit door hun eten te mengen, leek het mij uiteindelijk toch voor de wind te gaan toen het ineens bleek dat de twee elkaars gezelschap begonnen op te zoeken.”
“Jouw inspanningen hebben je dus geen windeieren gelegd,” sprak Retroman opeens joviaal. Het was duidelijk dat de onderhoudende wijze waarop Kornelis zijn verhaal bracht hem iets minder ongeduldig had gemaakt.
“Nee, inderdaad,” reageerde Kornelis op zijn beurt opgewekt, maar bleef er wel ernstig bij. “De vijandigheid tussen de twee dodo’s verdween, maar helaas zorgde het juist voor voedingsbodem voor de breuk die er in de vriendschap tussen Ignatz en mij vanaf dat moment zou ontstaan. Het kleine succes dat ik boekte, want let wel, het was nog geen liefde op het eerste gezicht met die twee dodo’s, sprak bij Ignatz enorm tot de verbeelding. En blijkbaar heeft het hem dusdanig geïnspireerd dat hij ermee tot zijn grote en beslissende wandaad kwam.”
“Nu wil ik het weten ook,” sprak Retroman weer. “Wat heeft Ignatz precies met die kennis gedaan?”
“Daar zou ik pas enkele dagen later achter komen. En wel op een manier die mij allerminst beviel. Ik ontmoette mijn beide studiegenoten Christel en Ignatz kort na elkaar opnieuw. Christel was plotseling opvallend bits en afstandelijk. Ik kon moeilijk hoogte van haar krijgen. Maar de momenten dat ik haar tegen het lijf liep waren te kort om mij een goed beeld te vormen van de nieuwe situatie. Wat Ignatz betreft was dat al niet veel anders, maar hij sprak tenminste nog tegen me. Al had ik veel liever gehad dat hij mij iets anders zou verkondigen dan de boodschap die hij toen voor mij had.”
Retroman hield het niet meer. Hij was er ook bij gaan zitten en was inmiddels zowel letterlijk als figuurlijk op het puntje van zijn stoel komen te zitten. De Reuze Navelpad luisterde eveneens aandachtig en keek Kornelis met grote ogen vol verwachting aan.
“Ignatz had in het kleine succes dat ik had behaald met mijn amortentia de inspiratie gevonden om zijn eigen formule voor het levenselixer te verbeteren. Doordat ik tijdens mijn demonstratie de verhouding van de benodigde ingrediënten uit de doeken had gedaan, moest hij daar zijn conclusies uit hebben getrokken zodat hij vervolgens wist hoe hij het levenselixer tot een optimaal product zou kunnen smeden. Het drankje dat daaruit voortvloeide heeft hij tijdens een lunch onopgemerkt aan Christel toegediend, met effecten waarvan ik mij onmogelijk kan indenken dat hij ze zo had bedoeld – iets wat hem zelf nadien ook moet hebben bevreesd. Christels humeur was omgeslagen als een blad aan een boom. Zo chagrijnig had ik haar beslist nog nooit meegemaakt. Maar wat meer was, was dat ze zich terugtrok uit het publiek, als een tulp die zijn bladeren sluit in de nacht. Wat erg opmerkelijk is, want Christel was juist het type dat je altijd opgewekt en op de voorgrond zag. Maar de ergste verandering kwam ik pas achter toen Ignatz mij duidde op iets wat ik zelf ook al dacht bij haar te hebben gezien; Christel zat namelijk onder de krassen en blauwe plekken.”
“Dus had hij haar…?”
Nog voor de Reuze Navelpad zijn zin goed en wel had afgemaakt, vulde Kornelis het antwoord al in:
“Ik weet wat je denk en dat dacht ik eerst ook Pad. Mijn idee was aanvankelijk dat die twee ruzie moesten hebben gehad en Ignatz Christel bond en blauw had geslagen. En ik durf je haast te zeggen dat ik dat haast liever had gehad. Maar wat er werkelijk aan de hand was kwam door het drankje dat Ignatz had bewerkt en haar had toegediend. Christel, was namelijk aan het automutileren geslagen!”
Zowel Retroman als de Reuze Navelpad schrokken van de manier waarop Kornelis hen dit vertelde. Maar alleen Retroman had echt door wat Kornelis hiermee bedoelde. De Reuze Navelpad op zijn beurt keek beide heren vragend aan, hopende op een uitleg wat ‘automutileren’ mocht betekenen.
“Automutileren wil zeggen dat iemand bezig is zichzelf te verwonden,” verklaarde Retroman. “Dat kan variëren van tot bloedens toe je huid openkrabben tot krassen of snijden met een mes of iets dergelijks.”
“Klopt Retroman,” ging Kornelis daar op in. “Mensen die dat hebben kunnen bijvoorbeeld ook met hun hoofd tegen muren bonken, zichzelf opzettelijk verbranden, haren knippen of eruit trekken, ja en ze zijn zelfs in staat om hun eigen botten te breken.”
“En deed Rochel Cirkel Bytes dit allemaal?” vroeg de Reuze Navelpad toen.
Kornelis trok een wenkbrauw op. Wat bazelde die Pad nu ineens? moest hij hebben gedacht. Zodat Retroman tussen beide kwam en verklaarde:
“Oh, dat is heel normaal bij deze vriendelijke kwaker. Ik ben het inmiddels al gewend. De Reuze Navelpad heeft een wat bijzondere afwijking. Hij is van naturen slecht in het onthouden van namen die hij nog niet zoveel heeft gehoord. Maar hij heeft daar als foefje op gevonden dat hij zulke namen dan tijdelijk in zijn geheugen opslaat als anagrammen. Dat zijn nieuwe woorden die uit dezelfde letters bestaan maar in een andere volgorde zijn gezet. Dus wat de Pad net zei moet naar alle waarschijnlijkheid Christel Cleybroek voorstellen.”
De Reuze Navelpad knikte. Hij had het zelf niet beter kunnen uitleggen.
“Al goed,” sprak Kornelis weer. Bedenkelijk nam hij de Reuze Navelpad nog eens in zich op alsof hij het kleine wezentje voor het eerst zag. “In elk geval, om je vraag te beantwoorden: Christel deed veel van wat Retroman beschreef. Gelukkig niet zo erg als botten breken, maar ze wierp zich wel tegen harde voorwerpen aan om zichzelf opzettelijk te pijnigen. Hetgeen in het korte onderhoud dat ik hierover met Ignatz had uiteindelijk leidde tot de bekentenis dat hij haar iets had toegediend waar de ingrediënten van mijn experimentele amortentia in waren verwerkt.”
“Hoe wanhopig was hij wel niet zeg?” vroeg de Reuze Navelpad.
“Enorm. Door mijn geslaagde pogingen de dodo’s iets dichter bij elkaar te brengen, was Ignatz dusdanig enthousiast geraakt, dat hij een riskante stap durfde te ondernemen. Hij was tot het inzicht gekomen dat hij enkele ingrediënten die ik voor het amortentia gebruikte kon meenemen in zijn eigen brouwsel. Een levenselixer met een liefdesprikkel. De gevolgen waren echter desastreus. Niet alleen had het amortentia z’n uitwerking volkomen gemist en was ze zich verder van mijn studiegenoot gaan vervreemden, Christel bleek tevens manisch depressief geworden en begon verslaafd te raken aan zelfverwonding. Tot overmaat van ramp kende Ignatz mij vervolgens alle schuld toe. Het averechtse effect dat het elixer had opgebracht kon natuurlijk onmogelijk veroorzaakt zijn door zijn eigen levenselixer, meende Ignatz.”
“Aha, dus zo zijn jullie tegenover elkaar komen te staan,” maakte Retroman hier nu uit op.
“Inderdaad vriend. Maar dan ken je nog steeds slechts de helft van het verhaal.”
Gespannen bleven de Reuze Navelpad en de retrofliefhebber aan zijn verhaal gekluisterd.
“Bij mij sloeg onderhand de stress natuurlijk wel toe. Het voorval bevorderde de vriendschap tussen ons drie allerminst, al bleek er van een echte breuk nog niet direct sprake. Wel werd Ignatz een stuk afstandelijker richting mij, terwijl Christel hem op een gegeven moment niet eens meer leek te zien staan. Ze werd steeds openlijker over de methodes om haar leven te willen beëindigen waar uiteindelijk ook het bestuur van de universiteit lucht van dreigde te krijgen. Het vervelende was dan dat niet alleen Ignatz en ik in de problemen zouden komen, maar ook dat Christel zou genezen tot nul werd gereduceerd. Daarvoor, zo was onze overtuiging, was ze immers afhankelijk van onze kennis en kunde. Met haar genezing als extra motivatie werkte ik toch maar door aan mijn amortentia, totdat ik tot mijn opluchting ineens ontdekte dat tussen mijn dodo’s plotseling de vonk oversloeg.”
“Wow,” bracht de Reuze Navelpad gemeend doch droog op.
“Ja en je wilt niet weten hoe die twee slome duikelaars hun toenadering ineens gevolg gaven. De champagnefles werd zogezegd meteen ontkurkt.”
“Okee, die details mag je ons besparen graag,” gebood Retroman, die wist dat als je Kornelis de kans gaf een plastisch verhaal op te zetten dat je er dan wel een teiltje bij kon pakken. Kornelis moest lachen van herkenning en ging weer verder.
“Hoewel de verstandhouding tussen Ignatz en mij ondertussen op losse schroeven was komen te staan, was hij wel de eerste die ik over mijn bevindingen informeerde. Al was het maar omdat ik ook wilde dat het met Christel in orde kwam. Zodoende betrok ik hem weer bij mijn experimenten en sloeg hij, zoals ik verwachtte, om als een blad aan een boom. Ineens bleek hij weer dikke mik met mij en werkten wij samen het amortentia uit met het levenselixer, in mijn overtuiging dat we de ongewenste effecten bij Christel konden terugdraaien. We hoopten er in elk geval op dat ze zou genezen en de oude Christel weer zou worden. En als ze dan ook nog verliefd op Ignatz zou worden, dan zou dat alleen maar een mooi extraatje wezen.”
“Je deed dit ondertussen al echt alleen voor Christel hè?” vroeg Retroman.
Kornelis knikte enkel.
“En werkte het?” drong de Reuze Navelpad aan.
“Aanvankelijk wel,” zuchtte Kornelis. “Christel fleurde inderdaad op als een bloem en leek haar oude karakter terug te hebben gekregen. Het leven zag er hierdoor weer rooskleurig uit en zo konden wij ons gaan opmaken voor de door de universiteit georganiseerde Zeppelin-races die aanstaande waren. Christel bleek zich wonderwel weinig bewust van de eerdere experimenten te kunnen herinneren en trok zelfs dichter naar Ignatz toe.”
“Hoe gold dat voor jou?” vroeg Retroman.
“Ik moet bekennen dat ik mij al enigszins gereserveerd hield tegenover Ignatz. Maar ik bleef ondanks alles onze vriendschap trouw, opnieuw vooral omdat Christel ook een vriendin van mij was.”
“Ik snap het.”
“De voorbereiding op de Zeppelin-races, destijds een jaarlijks terugkerend evenement, was een welkome afleiding. Tot mijn grote vreugde gingen de twee stuntelaars in de liefde weer wat meer met elkaar om en er leek zelfs iets tussen hun te groeien. Tevreden met dit resultaat begon ik ook met mijn voorbereidingen op de Zeppelin-races en werd daarvoor met een andere klasgenoot ingedeeld. Die selectie verliep volgens een loting, zodat je pas een paar weken tevoren wist met wie jij het luchtruim zou verkennen. Ignatz’ geluk leek daarom helemaal compleet toen Christel samen met hem werd geloot. Zo konden zij zich gaan opmaken voor een race met een romantisch tintje. In mijn overtuiging kon dit alleen nog maar meer voedingsbodem betekenen voor hun opbloeiende relatie. Althans, dat dacht ik.”
“Hoezo, dat dacht je?” vroeg Retroman.
Schuldbewust keek Kornelis even opzij. Zwaarmoedig kwam hij met zijn antwoord:
“Ik had hun loting gesaboteerd.”
Zijn woorden hadden haast prevelend geklonken. En de manier waarop hij erbij keek gaven er de schijn van dat dit opnieuw een twist aankondigde, in ieder opzicht van het woord. Retroman en de Reuze Navelpad keken Kornelis aan alsof ze hem zojuist betrapten met de hand in de snoeppot.
“Waar ik natuurlijk op speculeerde was dat met deze Zeppelin-races het verhaal rondom mijn twee vrienden tot een happy end zou komen. We waren inmiddels alle drie gepromoveerd, zodat ons feestje compleet zou zijn wanneer Christel en Ignatz hun studies konden bezegelen met een serieuze relatie. Ik hoopte er stiekem op dat we dan ieder ons eigen weg konden gaan en ons op onze carrières konden gaan stortten. Maar helaas,” Kornelis slaakte een diepe zucht. “Het noodlot sloeg toe toen de races van start waren gegaan. In eerste instantie leken Christel en Ignatz erg goed te boeren en stevenden zij af op winst. De eerste plaats was in zicht en alle andere deelnemers inclusief ikzelf dachten serieus dat ze het gingen halen. Maar toen ineens kreeg Christel een zware terugval. Wat er in hun cabine precies heeft plaatsgevonden zijn we nooit helemaal te weten gekomen, maar het was wel duidelijk dat ze er ruzie hadden gekregen. De professoren die vooraf audioverbindingen met alle cabines hadden opgesteld, vingen hun twistgesprek gedeeltelijk op. Ze meenden zelfs te hebben gehoord dat het zo erg uit de hand liep dat ze elkaar te lijf gingen. Naar verluidt zou Christel Ignatz hebben verteld hoe vreselijk ze het eigenlijk vond om in zijn buurt te verkeren. Ook zou ze hebben gezegd dat ze hem om reden van zijn gedrag afstotelijk vond. Plotseling was er ook gebonk te horen. Ik gok erop dat dit kwam van hoofdbonken tegen de cabinewand. Met andere woorden, het automutilerend gedrag was weer teruggekomen. En ditmaal was Christel erop uit er een eind aan te maken.”
De Reuze Navelpad en Retroman hoorden aan Kornelis’ verteltrant dat het nu echt foute boel was. De tranen die inmiddels over zijn wangen biggelden bevestigden deze vermoedens.
“We hadden allemaal de twee hoge palen in het zicht die de eindstreep markeerden. De verwachting was aanvankelijk dat zij als eerste tussen de twee palen door zouden vliegen en daarmee de wedstrijd hadden gewonnen. Maar in plaats daarvan maakte hun luchtschip vlak voor de finish slagzij. De zeppelin dook naar rechts en stortte in een geleidelijke beweging neer. Niemand kon zien wat er op het schip zelf gebeurde, maar duidelijk was wel dat iemand doelbewust de zeppelin naar de grond stuurde.”
“Gossiemikkie zeg,” bracht Retroman uit, terwijl Kornelis helemaal over zijn toeren was. “Dus Christel heeft het dan niet overleefd, of toch wel?”
“Nee,” antwoordde Kornelis troosteloos en bracht dat ene woord uit in een lange ademtocht. “Christel is inderdaad omgekomen tijdens die crash. Het zag er allemaal erg verschrikkelijk uit toen dat gebeurde. Het was één grote vuurzee. Andere deelnemers waren gedwongen de raarste manoeuvres uit te halen om nog voor de vlammen te kunnen uitwijken. Dat liep voor hen en degene met wie ik aan de race deelnam nog goed af. Maar Christel was op slag dood. Zo bleek later wel toen haar stoffelijk overschot na het uitbranden van de zeppelin werd aangetroffen. Ignatz echter, kon wonder boven wonder nog wel worden gered, hoewel de vooruitzichten er voor hem toen ook niet best uitzagen. Over het grootste deel van zijn lichaam was hij verbrand. Vooral in zijn gezicht was de mate van de verbranding goed zichtbaar. Zijn huid was er onherkenbaar aangetast. Ook scheen hij diverse botbreuken te hebben. Maar waar hij deze precies had opgelopen ben ik nooit te weten gekomen. Hij was er dus vreselijk aan toe. De doktoren vochten voor zijn leven. Na de ramp heb ik hem nog wel gezien doordat ik hem opzocht in het ziekenhuis. Alleen heeft mijn bezoek toen niet lang geduurd.”
“Waarom dan niet?” vroeg de Reuze Navelpad.
“Wel, ik kreeg van Ignatz meteen alle schuld toegeschoven. Ik was nog niet koud de behandelkamer binnen waar mijn studiegenoot compleet verminkt op het ziekenhuisbed lag, toen hij al sneerde dat ze toch niet zo onsterfelijk bleek als hij gehoopt had. Hij vervloekte mij voor wat ik hen zou hebben aangedaan en beschuldigde mij zelfs van jaloezie. Ik zou hun de liefde niet hebben gegund, omdat ik haar zelf niet zou kunnen krijgen en meer van dat.”
“Wachten even,” onderbrak Retroman hem. “Maar jij was toch helemaal niet verliefd op Christel?”
“Klopt. Voor mij kwam dat ook nogal uit de lucht vallen. Hij beweerde zelfs dat ik hem in de val had laten lopen door hem mijn amortentia op te dringen. Maar waarom in vredesnaam zou ik hen dat hebben willen aandoen? Waarom?”
Kornelis barstte nog verder in huilen uit nu hij al deze herinneringen moest oprakelen en begroef zijn gezicht in zijn handen. Retroman probeerde Kornelis overweldigende lichaamsgeur te negeren en bood hem een troostende arm aan. De Reuze Navelpad schoof ook wat ongemakkelijk dichterbij en werd overvallen door een plotselinge niesbui. Uiteindelijk moest Retroman zijn goede bedoelingen van menselijkheid toch ook staken omdat Kornelis simpelweg een té overheersende geur bij zich droeg. Retroman wilde zich daarvoor excuseren, maar dat vond Kornelis niet nodig.
“Je hoeft je niet te verontschuldigen dat je mij niet kan troosten, retrovriend. Dat begrijp ik wel. Mijn geur is gewoonweg onnemelijk.”
Hier schrok Retroman van. Kornelis had gezegd dat hij stonk. En hoewel hij overtuigd was van het feit dat hij dat zelf ook wel wist, sprak Kornelis hier eigenlijk nooit over. Op de redactievloer van de Tycoon Newspaper mochten ze middels parfums en andere methodes wel steeds om zijn geur heen werken, de stank van Kornelis zelf was altijd een taboe-onderwerp geweest.
“Ik zie je denken. Waarom zou die ouwe Kor nu ineens zelf over zijn lichaamsgeur spreken?”
“Wel,” reageerde Retroman verbluft. “Dat is inderdaad wat ik dacht ja.”
“Jullie hebben mij er nooit op durven aanspreken, is het wel?”
Retroman knikte. De Reuze Navelpad haalde zijn neus nog eens op.
“Nu je het grootste deel van mijn historie kent, kan ik je ook uitleggen waarom Ignatz en ik de mensen zijn die we zijn.”
“Maar dat heb je ons toch net verteld?” probeerde de Reuze Navelpad.
“Nog niet helemaal,” bekende Kornelis. “Zo heb ik jullie bijvoorbeeld nog niet verteld dat zowel Ignatz als ikzelf vroeger jonge mannen waren die er normaal uitzagen als ieder ander.”
“Wat bedoel je precies Kor?” vroeg Retroman.
“Wel, ik zou niet willen zeggen dat Ignatz en ik ooit de hunks van de school zijn geweest, maar een stukje knapper dan we er nu uitzien zijn waren we toch zeker wel.”
Retroman moest een beetje proesten. Hij probeerde een lach te onderdrukken en bleef geduldig luisteren.
“Van Ignatz was het meteen zeker dat hij nooit meer het uiterlijk zou hebben als hij daarvoor had gehad. Daarvoor was hij simpelweg te erg verbrand geweest. Dus gok ik er op dat ze hem met plastische chirurgie hebben geprobeerd wat op te kalefateren. Maar persoonlijk denk ik dat als ze dat al gedaan hebben, ze zijn huid tenminste nog beter hadden kunnen herstellen als wanneer hij zelf ermee aan de gang was gegaan.”
De vragende blikken van Retroman en de Reuze Navelpad duidden erop dat dit enige verklaring vergde. Kornelis las de vraag van hun gezichten.
“Met andere woorden, ik vermoed dus dat Ignatz zelf is wezen prutsen en dat hij opnieuw met middelen is gaan rotzooien om daarmee zijn oorspronkelijke uiterlijk terug te krijgen. Zijn obsessie met betrekking tot eeuwige jeugd en vergankelijkheid moet intenser zijn geweest dan ik eerder had ingeschat. Maar helaas voor hem, daar moet hij dus in hebben gefaald. Hij zag er nog geen week later uit alsof hij honderd jaar ouder was geworden. Wat Ignatz precies in elkaar heeft gefabriceerd is me onduidelijk gebleven, maar dat hij ook voor mij iets in petto had, kwam ik al snel achter. We spreken nog geen twee weken na de ramp met de zeppelin, toen Ignatz mij een keer thuis overviel. Hij had een emmer meegenomen waarvan hij, zodra ik de deur opende, de inhoud over mij uitstortte.”
“En dat heeft je gemaakt tot wat je nu bent?” vroeg Retroman.
“Ja, helaas wel. Ignatz koesterde inmiddels zo’n haat tegen mij, dat hij een onbekend goedje over mij heen smeet waarbij mijn huid meteen begon aan te tasten. Het liet er een intense geur in achter die, zoals jullie wel weten, altijd rond mij is blijven hangen en ik niet weet te maskeren. Ik kreeg letterlijk stank voor dank.”
“Drommels, drommels, drommels,” mijmerde Retroman toen hij de hele geschiedenis had gehoord en nu alles op z’n plek deed vallen. Hij schudde zijn hoofd van ontsteltenis. Hi keek nog eens naar de man met wie hij jaren had samengewerkt en bestudeerde hem haast alsof hij hem voor de eerste keer zag.
“Niet te geloven,” sprak de Reuze Navelpad toen. “Wat een geschiedenis zeg. Niet dat het ook maar enig excuus geeft om een Paddocalypse te ontketenen. Ik begrijp nu wel wat de hele aanleiding tot dit alles is geweest.”
Kornelis knikte op wat de Reuze Navelpad zei, maar terwijl hij naar hem luisterde was hij vooral opgenomen door de houding die Retroman bij dit alles aannam. Hij zag namelijk hoe deze ineens in zijn eigen gedachten was verzonken. Retroman keek voor zich uit alsof hij een moeilijke wiskundige opgave aan het berekenen was. Maar in werkelijkheid bracht hij zichzelf iets in herinnering.
“Zeg Kor. Ik kan mij vergissen, maar heeft er niet ergens halverwege de voorgaande eeuw een soortgelijk ongeluk plaatsgevonden met een zeppelin-race?”
Kornelis glunderde al.
“Nee! Kor?”
Retromans ogen rolde zowat als kippeneieren uit zijn oogkassen. De Reuze Navelpad begreep er niets van, maar Kornelis bevestigde reeds met zijn blik waar Retroman naar wilde gaan vragen.
“Allemamachies! Kornelis, dat ongeluk heeft al meer dan 150 jaar geleden plaatsgevonden!”
“178 om precies te zien. Retroman, wat je zegt is waar.”
Retroman wankelde naar al achteren van verbazing.
“Einde van dit jaar tik ik de 200 aan….”

Wordt vervolgd

By Stefanie Gotch | June 20, 2014 - 7:38 pm - Posted in Duimzuigerij, Games, Nederlands, WSNOI

Eindelijk is hij er! Het lange wachten wordt beloond. De ontwikkelaar van de retrogames op WSNOI, Romeo Mazzei, is terug met een geheel nieuw spel: Arcade Ace. Het is, zoals hij het zelf noemt, zijn ‘Retromagnum Opus’. En dat is geen woord te veel gezegd. Want in zijn nieuwe schepping waan je jezelf in de jaren tachtig. Toen ging je nog voor computerspelletjes de deur uit en bracht je je vrije tijd door in de arcadehallen. Door het inwerpen van munten kon je er diverse spelletjes spelen zoals Frogger, Pac-Man, Tapper en Paperboy. Het moeten dit type spellen zijn geweest die Romeo Mazzei op het idee hebben gebracht om deze good old times terug te brengen in een zijn eigen creatie. In de jaren tachtig had Arcade Ace beslist niet misstaan. Zeer waarschijnlijk had het nog een grote hit geworden ook!

Het verhaal

Je speelt Ace, de gepixelde belichaming van Romeo Mazzei zelf en bent daarmee een groot liefhebber van retrogames. In de stad heeft zojuist een geheel nieuwe arcadehal haar poorten geopend. En jij kan niet wachten totdat jij achter de speelkasten kan kruipen om tot in de late uurtjes je tijd te verdoen. Alleen heb je op dit moment natuurlijk geen cent op zak. Je zal dus aan de bak moeten om wat ‘coins’ bij elkaar te sprokkelen. De muntslikkende automaten wachten geduldig op jouw komst.

Minigames

Arcade Ace is het crème de la crème onder de minigames. Het doel is om vier minigames te komen spelen in de arcadehal, maar goed beschouwd zijn de taken die jij moet verrichten om aan muntjes te komen al minigames op zich. Het spel brengt je in de verleiding om voor klassiekers zoals ‘Alien Antics’, ‘Helibot’, ‘Mighty Knight en ‘King of the Road’ naar de arcadehal af te reizen. Niemand zal het je echter vreemd  staan aankijken als je het gros van de speeltijd besteedt aan de activiteiten die daaraan vooraf gaan.
Op vijf verschillende bestemmingen zullen stadsgenoten jouw hulp willen inroepen om enkele typische taken te volbrengen. Appels vangen, post rondbrengen op een skateboard, afdalen in een vulkaan, boomstam springen, goochelshows bijwonen en het uitschakelen van een alarmsysteem, jij draait je hand er niet voor om. Of zoals één van de bewoners van de stad over de minigames spreekt:
“Only a real Ace can complete them all”

Knipoog naar eerdere spellen

Maak kennis met iconische personages. Neem het op tegen een heuse ninja in de dojo, laat je spierballen zien bij de Kop van Jut en laat vooral oude vrouwtjes niet zelf in een doolhof op zoek gaan naar verdwaalde huisdieren! Maar laat ook beslist de kans niet liggen om even een praatje te maken met detective MacDougal. Wat hij je te vertellen heeft, kan nog wel eens van groot nut blijken. De gemiddelde moeilijkheidsgraad maakt Arcade Ace al snel toegankelijk voor iedere gameliefhebber. Het spel zit vol verwijzingen naar games uit de jaren tachtig. Ontdek jij ze allemaal?

De kick slaat snel toe wanneer je voor het verdienen van muntjes eenvoudig ogende opgaven moet volbrengen. De verhaallijn is niet bijster ingewikkeld, maar dat mag jou er niet van weerhouden om compleet aan dit spel verknocht te raken.

Nee, je bent niet naar de eighties afgereisd. Arcade Ace heeft gewoon vette retro graphics 🙂

Download hier de retrogame: http://www.wsnoi.com/index.php?page=arcadeace

Arcade Ace levert tevens een Tycoon Newspaper-spel op!

LET OP: Romeo is erg nieuwsgierig of jij al de verwijzingen naar de oeroude spelletjes uit de jaren tachtig uit zijn spel weet te herkennen. Samen met zijn vrienden Alfred Miga en Arie Tari heeft hij daarom een officiële lijst samengesteld van retrogames waar de minigames uit Arcade Ace sterk aan doen denken. De lijst hieronder bevat alle 25 minigames uit Arcade Ace waar een vroegere arcadespel bij valt te raden. Pik jij ze er uit? Dan kun je daar per goed geraden game 10 sterren mee verdienen. Om te voorkomen dat er al te wild met sterren wordt gestrooid hebben we wel een extra spelregel ingebouwd: minigames waar al een retrogame bij is genoemd, kan niet nog een keer 10 sterren opleveren (dit om te voorkomen dat je nog 100 imitaties op Pac-man aandraagt als inspiratiebron!). Toch zijn er enkele alternatieve spelinvloeden op Romeo’s officiële lijst waarmee je per game nog 5 sterren extra kan verdienen indien je ze raadt. Ook zijn er minigames die zelf een combinatie vormen van twee spelinvloeden. Daarbij is het de bedoeling dat je beide spelinvloeden noemt om de 10 sterren te verdienen. Welke een combinatie kennen staat bij de opgaven. Uiteraard mag een spelinvloed maar één keer geraden worden. Dus wie als eerste correct raadt, krijgt de sterren. De speeltijd van dit Tycoon Newspaper-spel is onbeperkt en pas afgelopen als alle 25 spellen geraden zijn.

De ‘niet voor je beurt spreken’-regel passen we ditmaal niet toe (zie ook: http://wsnoi.com/tn/?p=430 > kopje Je beurt afwachten). Antwoorden graag in de comments.

Spelinvloeden raden voor de Arcade Ace minigames:

  • Arcade Ace als een geheel (combi, 2 alternatieve spelinvloeden)
  • Boomstam springen – geraden door BoB
  • Coffee Café (1 alternatieve spelinvloed)
  • Appels vangen (1 alternatieve spelinvloed)
  • Bloemen verzamelen (1 alternatieve spelinvloed)
  • Neil the Seal (1 alternatieve spelinvloed)
  • Wensput (1 alternatieve spelinvloed)
  • Zandsculpturen
  • Vulkaan afdaling – geraden door Stoomkoker (1 alternatieve spelinvloed)
  • Bootje oppompen
  • Ninja dojo
  • Skateboarden – geraden door BoB (2 alternatieve spelinvloeden)
  • Goochelshow
  • Alarmsysteem uitschakelen (2 alternatieve spelinvloeden)
  • Silly Sprint (3 alternatieve spelinvloeden)
  • Dieren tellen
  • Doolhof (combi)
  • Ballonvaart
  • King of the Road (combi)
  • Alien Antics (combi) – geraden door Sandra
  • Helibot (combi)
  • Mighty Knight (combi, 1 alternatieve spelinvloed)
  • Schijfschieten
  • Kop van jut (1 alternatieve spelinvloed)
  • Vissen
By tinusicket | May 25, 2014 - 10:16 pm - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Onbedoelde mening


Ben je een man en zing jij onder de douche? Of kun je de neiging niet onderdrukken om sommige liedjes op de radio te gaan willen meezingen? Doe jezelf – en vooral je medemens – een plezier en let er daarbij wel even op bij welke nummers dat dan ook echt kan. Je zal namelijk niet de eerste (stoere) vent zijn, die onbewust besluit de keel open te zetten op muziek waarvan je achteraf denk: “Wat heb ik nou zitten zingen?”
Stel jezelf voor als die kloeke gast, op de weg met een driftig zonnetje op je motorkap en de stereo op 10. Raam open, één hand aan het stuur en de ander die werkeloos en lui uit je autoraam naar buiten bungelt. Je bent helemaal het mannetje en geniet naast het weer van je favoriete radiozender. Totdat…
…de diskjockey een nieuwe plaat inzet en je zonder dat je het weet aan het meejengelen bent met, jawel, ‘A Thousand Miles’ van Vanessa Carlton!

Deze scène doen de ingewijden vast met weemoed terugdenken aan de Amerikaanse succesvolle comedy uit 2004: ‘White Chicks’, waarin de twee FBI-agenten Kevin en Marcus Copeland het onorthodoxe idee opvatten om zichzelf als blondines te verkleden en zo een val zetten voor de potentiële ontvoerders van twee vooraanstaande zusjes die zij met hun outfit zouden moeten voorstellen. Bijzonder detail: de twee agenten hebben beide een donkere huid, wat hun transformatie tot deze blonde chickies op zichzelf al hilarisch maakt.

In deze film treedt een moment op waarin één van de undercover-agenten met het personage Latrell Spencer (football player Terry Crews) in de auto zit. Menigeen zal toen door zijn stoel zijn gezakt van het lachen toen de autoradio werd aangezet en Latrell overtuigend op de eerste noten reageerde:

“How did you know? I love this song!” en vervolgens vol overgave met ‘A Thousand Miles’ begon mee te zingen.

Het heeft mij uiteindelijk een keer op het idee gebracht om daar nou eens een lijst van te gaan samenstellen. Het moest een lijst gaan voorstellen met tenminste tien nummers die je als man dus beslist niet, zeg maar gerust NOOIT, moet gaan meezingen. En het resultaat mag er wezen.

Hier zijn de 10 nummers die werkelijk ‘not done’ zijn, met op één mijn persoonlijke favoriet (het is maar wat je favoriet noemt!):

  1. Man i feel like a woman – Shania Twain
  2. I’m every woman – Whitney Houston
  3. Gimme! Gimme! Gimme! (A Man After Midnight) – ABBA
  4. Ring my bell – Anita Ward
  5. You Make Me Feel Like A) Natural Woman – Aretha Franklin
  6. I’m a big big girl – Emilia
  7. Push my button – Sugarbabes
  8. Girls just want to have fun – Cindy Lauper
  9. A Thousand Miles – Vanessa Carlton  (film White Chicks)
  10. I’m Not A Girl, Not Yet A Woman – Britney Spears

Nummers die de top 10 net niet gehaald hebben, maar je als man beslist ook niet moet gaan zitten meeblerren:

11. Material Girl – Madonna
12. Nobody’s Wife – Anouk
13. Bootylicious – Destiny’s Child
14. If I were a boy – Beyoncé
15. Shy Guy – Diana King
16. It’s raining man – Weather Girls
17. Stayin’ Alive – Bee Gees
18. I’m Coming Out – Diana Ross
19. One Minute Man – Missy Elliott
20. Don’t you want me – The Human League
21. Let’s Hear It For The Boy –  Deniece Williams
22. Holding Out For A Hero – Bonnie Tyler
23. Jenny From The Block – Jennifer Lopez
24. Bad Boy – Miami Sound Machine

By Stefanie Gotch | May 20, 2014 - 5:04 am - Posted in Duimzuigerij, Games, Nederlands, WSNOI

Beste Snooiers, spelers van WSNOI,

Er gaat op WSNOI een fundamentele wijziging aan staan te komen m.b.t. het verdienen van geld. Er zal gesleuteld gaan worden aan het mechanisme waarop de Onbestaande beroepen generator jou aan een baan gaat helpen.

De nieuwe spelregels zullen er aldus als volgt uit gaan zien:

1. Snooiers mogen voortaan nog maar 1x per maand solliciteren.
2. Raak je je baan kwijt, dan krijg je een keuze voorgeschoteld:

  • Wil je binnen dezelfde maand opnieuw kunnen solliciteren? Dan moet je deze extra sollicitatiemogelijkheid eerst vrijspelen door een een x-aantal sterren(*) bij elkaar te spelen (vanaf het moment van baanverlies). Dit gaat de gehele maand zo door.
  • Wil je je baan behouden, bijvoorbeeld omdat het salaris je wel aanspreekt? Dan zul je binnen dezelfde maand nog moeten levelen. Levelen wil zeggen dat je zoveel sterren bij elkaar moet hebben gespeeld dat je weer een duizendtal sterren verder bent. Spellen zoals het zoeken naar pakketjes, Bakkie Snooi en Picture Tycoon lenen zich hier goed voor.

3. Onbestaande beroepen zullen worden gebonden aan een contractduur. Tijdens het sollicitatieproces zul je worden geïnformeerd hoe lang het contract geldig is. Na 2, 3 of 4 maanden – afhankelijk van de duur – loopt je contract af en krijg je meteen de mogelijkheid opnieuw te solliciteren.
4. Op de 28e van de maand krijg je jouw salaris uitbetaald, mits je al meer dan 14 dagen in dienst bent.

( * = Afhankelijk van welk level je hebt op WSNOI zul je meer of meer sterren moeten behalen om weer opnieuw te mogen solliciteren. Er gaat wel een ondergrens gelden van 50 sterren.)

Zo, menen wij, komt de werking van het zoeken naar een baan op WSNOI dichter bij de werkelijkheid. Daarbij bevordert dit de waarde van de zbersibarn, de munteenheid van WSNOI. Incidentele Snooiers, zij die de site niet zo vaak bezoeken, zullen vermoedelijk überhaupt slechts 1x per maand aan solliciteren toekomen (dus die merken dit verschil niet eens). Fanatieke Snooiers zullen de sterrentargets waarschijnlijk makkelijk halen, afhankelijk van hun level en hoe hoog we de sterrentargets gaan instellen.

We hopen hiermee een revolutionaire wijziging op de site aan te brengen en de speelwaarde van de Onbestaande beroepen generator nieuw leven mee in te blazen.

Wanneer de wijzigingen van kracht zullen gaan zijn, is nog niet helemaal bekend. Uiteraard zal iedereen tijdig hierover worden geïnformeerd.

Heb je vragen naar aanleiding van deze aankondiging? Laat dan even een reactie achter in de comments.

Met vriendelijk groet,

Stefanie Gotch

Onze opdrachtgever is op zoek naar een:
Sr. Zoetsappige zeepsoppen slagroomsoesjesspuiter

Bedrijfsnaam:
Zinderende cirkelzaag zevenhonderdzessenzestig (ZCZ)

Locatie/Standplaats:
Spuitzak 766 te Zuurdijk

Salaris:
ZB 7.104,-

Functieomschrijving:

Zelden ging het zo goed met onze supermarkt ZCZ als nu en daar zijn wij daarom dus ook supertrots op! Zeker, we houden van lekker, vers en gezond schransen en van medewerkers die met plezier suikerzoete slagroomsoesjes spuiten. ZCZ is onze ambachtelijke bakkerij-traiteur waar schitterende nog naschuimende vers gespoten slagroomsoesjes elke seconde van de dag zo uit de steenvloerovens slingeren, evenals zigzaggende moorkoppen, zijdezachte Bossche bollen, Gougère, Croquembouches en andere ovenverse zaligheden. Zompige zeepsop slagroomsoesjes zijn kleine zoetzure slagroomgebakjes, gemaakt van kookdeeg en gevuld met zure slagroom, custard, alles reinigende zeepsoorten en super zuinige shampoo’s. Ze hebben meestal de vorm van een zak of zaadbal maar er kunnen ook voor andere vormen gekozen worden, zoals sierlijke zwaantjes of suggestieve zwaluwen.

ZCZ Zuurdijk zoekt ervaren en enthousiaste senior zoetsappige zeepsoppen slagroomsoesjesspuiters of andere suikerzoete confiseuren voor met name de zaterdagen en zondagen! Senior studenten zijn ook welkom, maar zwakzinnige koekenbakkers zijn we zeker niet naar op zoek.

Zowat bij alles wat ZCZ creëert, staat smaak op de eerste plaats. Zonder meer moet die het beste zijn! Zodat we, om dat te bereiken, steevast werken we met verse, zuivere en smaakvolle zuur- en zoetigheden. Slapen doen we niet, en gebruiken het liefst subliem en opperbest beslag, zachte zepen en zoveel mogelijk biologisch als het even kan. Superieure spijzen bereiden we ter plaatse, naar origineel recept en in onze state of the art keukens, douches en badkamers. Zelfverzekerd en zeker geen slabakker ben jij als zwoegende medewerker het visitekaartje van ZCZ! Zwetend en stinkend overtref jij de verwachtingen van de gasten en bepaalt voor een belangrijk deel het succes van onze slagroomsoesformules.

Stellig op de parterre van ZCZ Zuurdijk ervaar je een smakelijk foodbeleving. Schromelijk overdreven spuit jij hier zelfstandig en sensueel sierlijke stapels suikerzoete slagroomsoesjes geïnjecteerd met ongemeen zure zeepsoppen, een snufje zout en met een mespuntje softijs , uiteraard onder bezielde begeleiding van onze zinnenprikkelende saxefoniste. Smetteloos slagroomsoesjes smeden is aan jou wel uitbesteed!

Specifiek voor ons ZCZ-food concept in het centrum van Zuurdijk, zijn wij daarom op zoek naar een senior zoetsappige zeepsoppen slagroomsoesjesspuiter met minimaal 6 á 7 jaar ervaring. Schijtlaarzen zitten we niet op te wachten en ook liever geen zure snorren, sukkels uit de snackbar sociëty of andere zachariassen met zandzagen. Zo onderhand al aan het likkebaarden bij deze vacature? Sjok dan niet, schrijf subiet die sollicitatiebrief en je bereid voor op een zware selectieprocedure!

Functie-eisen:
Onze opdrachtgever zoekt het volgende in de kandidaat:

  • Je bent superbe met spatten, spritsen en sproeien
  • Je bent snoezig
  • Je bent schijnheilig
  • Je schuimbekt bij de woorden ‘zuur’ en ‘suiker’
  • Je bent niet te zuinig met slagroom
  • Van softwareleveranciers krijg jij een zoete nasmaak
  • Je schroomt evenmin met suikerroom als je suikeroom
  • Je kunt smaakvol smeuïg smakken
  • Je bent gek op sporadische Suikerfeesten
  • Je kunt in één ademteug opzeggen of uitslaken: “Zes Zonderlinge Zaventemse Zatte Zotten Zullen Zowaar Zeven Zeer Zomerse Zondagen Zwemmen Zonder Zwarte Zwembroek. Zuster Zulma zei zorgelijk: “Ze zullen zelfs zachtjes zeggen: ‘Zulke zijn zeker zedeloos, zowat zeven zonnige zondagen zigzag zwemmen zonder zo’n zwarte zijden zwembroek”.

Voorgeschreven bedrijfskleding:
zes stuks, te kiezen uit de volgende artikel (gesponsord door de zaak):

Sari, slip, sjaal, short, stola, strik, sarong, schoenen, short, skipak, string, skijack, sandaal, singlet, spencer, stofjas, swagger, sweater, zwempak, skibroek, slipover, splitrok, salopette, slobbroek, sportbeha, sporthemd, tuinbroek, zomerjurk, zwembroek, spijkerpak, strandjurk, zomerbroek, zomerjapon, zwemstring, smokinghemd, zomermantel, spijkerbroek, sportpantalon, zomerpantalon, schoudermantel, streepjesbroek of streepjespantalon. Zonder sokken en streepjesstropdassen dragen verplicht!

Dienstverband:
Tot je tong breekt.

Slissend solliciteren:
Interesse in deze functie? Reageer direct en stuur je motivatie inclusief CV naar werving@wsnoi.com of kijk op onze website: http://wsnoi.com/tn/

Wat is mijn Zbersibarnensalaris in euro’s?
ZB 7.104,- was op peildatum 1 mei 2012 E 84.466,56
(koers 11,89)

By tinusicket | April 13, 2014 - 10:18 pm - Posted in Algemeen, Nederlands

Woensdag 12 maart werd mijn gezin gered door een poepbroek. En een onbestemd gevoel dat ik ineens kreeg toen ik op dezelfde dag een heftige crematie had bijgewoond.
Het was alsof het me werd ingegeven; ik was juist na de plechtigheid de beruchte heuvel van crematorium Westerveld in Driehuis afgelopen en was al onderweg naar de ruimte waar koffie en thee gedronken kon worden en met de nabestaanden kon worden nagepraat. Maar er klopte iets niet. In de laatste paar meters voordat ik bij het gebouw aankwam was er iets dat mij plots tegenhield, een gevoel dat zich erg moeilijk laat beschrijven. Het was niet de bedoeling dat hier binnen ging, ik moest naar huis. Op het moment zelf kwam dit op mij over alsof ik het niet aankon, dat het onder ogen komen van de nabestaanden mij te zwaar zou worden. En alhoewel ik mij toch enigszins bezwaard voelde om het terrein te verlaten, liet ik mij door dit gevoel overreden en pakte ik de trein naar huis. En gelukkig maar, want had ik niet naar dat gevoel geluisterd dan had ik die trein gemist en had ik hier de opvolgende week mogelijk weer gestaan. Over heftig gesproken!
Thuis aangekomen leek alles kalmpjes te verlopen. Jenny was met Joaquima aan het spelen op het speelkleed en ik herinner me dat Jared op de bank met iets bezig was. Zij hadden al gegeten, want ik was door de crematie later thuis. Nog geëmotioneerd van de reeds zware middag begon ik toen nietsvermoedend aan mijn avondmaal. Wat ergens wel vreemd was, was dat ik bij het thuiskomen op het toilet een geur had geroken die ik zelfs daar erg vreemd vond. Pansit, één van onze katten had in de gang gepoept, had ik Jenny eerder horen zeggen. Dus hoewel ik de geur nog steeds vreemd vond, concludeerde ik dat één van de dames de geur met een andere geur had willen verdrijven. Maar toen kwam er ineens een nieuwe geur bij: Quima had ook gepoept. Onze dochter van bijna anderhalf had een volle broek, dus ging Jenny met haar de trap op naar boven. Binnen een minuut was ze terug:
“Schat, er is rook boven.”
Nog altijd niet gealarmeerd ging ik toch maar even snel boven kijken en trof er in de ‘natte ruimte’ onze droger aan. Rook. Inderdaad, witte rook. En er was niet eens een nieuwe paus gekozen, probeerde ik bij mijzelf nog een vrolijke noot aan te slaan. Van onder het bovenblad en uit de deur kwamen steeds dikker wordende witte pluimen naar buiten. Het raam, waar de afvoerdroger naast stond, was wijd open, dus de rook trok daardoor direct weg. Maar daardoor kreeg wat er binnen dat apparaat gaande was wel meer zuurstof toegevoerd. Nochtans had ik, ondanks dat ik BHV-er ben, nog altijd niet door wat de ernst van deze situatie was. Dus ik liep de trap af naar beneden om mezelf te beraden wat ik het beste kon doen. Ik nam in elk geval mijn telefoon mee terug naar boven en kreeg toen wel door dat er geen redden meer aan was: de droger stond te smeulen. Spoedig zou hij in de fik gaan.
Stekker eruit, deurtje open of er nog iets te redden viel, en de eerste binnengekregen rook uitproesten. Afijn, ik moest mij terug trekken uit de natte ruimte, deed de deur dicht en ging om de trap zitten, 112 bellen. Vanaf de traptreden waar ik zat kon ik door de open trap waar ik mij onder bevond en wij nog niet zo heel lang geleden hebben laten plaatsen, tussen de treden door de rook verder zien ontwikkelen. Kort en bondig gaf ik de melding door via de alarmcentrale en hoopte maar dat ze twee straten verder aan de Wijk aan Duinerweg bij de kazerne snel in actie kwamen.
“Verlaat met uw gezin de woning. Politie en brandweer komen uw kant op.”
En vervolgens sta je nog geen drie minuten later (want zo snel gaat zoiets) met je gezin op straat en aanschouw je tussen de tranen door hoe de rookontwikkeling zich uitbreidt en onder het geknetter de vlammen zichtbaar worden.

Mijn gezin was veilig, dat was het eerste wat ik zeker wilde weten. Verder herinner ik me nog hoe Jenny voor Joaquima een dekentje kreeg omgeslagen door iemand uit de straat (ze had immers haar broekje al uit, maar nog wel een volle luier), maar werd verder door de emoties bevangen door wat ik met ons huis zag gebeuren. Ik had mijn dag al niet echt, maar wat hier gebeurde kwam op dat moment erg hard aan. Zo wisten ook onze directe buren, die eveneens door de brandweer hun huizen uit werden gehaald. Inmiddels was het na 19:00 uur en stonden er meer mensen op straat, dan er binnen bleven. Politie en brandweer waren het eerst aanwezig en al druk bezig met de brand blussen, ons op te vangen en de straat af te zetten. De ambulance kwam ook aangereden, want ik was door rook geweest. Dus werd ik op mijn longen gecontroleerd en ook Jenny en Joaquima kregen een korte checkup. Quima kreeg toen een beertje van het ambulancepersoneel.

Het huis bleef grotendeels bespaard. Al hadden we veel rookschade. De boosdoener, de droger, heeft enige tijd bij ons voor in de tuin gelegen en heeft uiteindelijk niet heel lang gebrand. De natte ruimte en alles wat erin stond was compleet total loss. En wanneer je later, onder begeleiding van het Salvage-team je huis weer betreedt dan lijkt het alsof het achteraf allemaal wel meevalt, behoudens die ene ruimte natuurlijk, maar rook richt meer schade aan dan je later op de avond kan overzien.
In de weken na de brand zijn we uitstekend door onze verzekeringsmaatschappij en aangekoppelde bedrijven verder geholpen. De eerste ploeg die dezelfde nacht nog werd ingeschakeld kwam om een eerste schoonmaak uit te voeren en was er met name voor om ergere schade te voorkomen. Veel waterschade hadden we niet, dus dat bleef dan ook bij schoonmaken. De volgende schoonmaakploegen kwamen direct de volgende dag en trekken je hele huis leeg, van inboedel tot en met textiel, alles gaat mee. Want schoonmaken op locatie is te arbeidsintensief. En bovendien wordt het met het fijnstof toch allemaal weer vies wanneer de aannemer erin komt. Die was er ook al snel. En in de drie weken erna werden onze eerste etage en zolder compleet aangepakt.
Praktisch alles werd vergoed. Alleen vloerbedekking en zeil moet je sinds 2011 zelf bekostigen.

We hebben dan weliswaar drie weken in de woonkamer moeten bivakkeren (de begane grond was niet aangedaan), we zijn er wel beter uitgekomen. Jenny en Joaquima hadden reeds een vakantie van drie weken gepland staan naar de Filippijnen om opa en oma te bezoeken – dus die hebben van de troep weinig meegekregen – Jared en ik hebben in die tijd flink gebuffeld om alles weer netjes aan kant te krijgen. En omdat we toch een nieuw begin moesten maken hebben we meteen maar een paar frisse meubels en woondecoraties aangebracht en heb ik – onder het mom van verrassing/therapie – vijver uit de tuin gejast en er graszoden voor in de plaats gebracht.

Zo’n avontuur op zichzelf vergeet je natuurlijk je leven niet meer, maar het zijn met name de woorden van één van de mannen die ons huis kwamen schoonmaken die mij altijd bij zullen blijven. Want toen ik hem had verteld dat Jenny de rook ontdekte omdat Joaquima voor een vieze broek naar boven moest, zei deze man:
“Goh zeg, die dochter van jullie is wel een geschenk uit de hemel.”

Joaquima Skye betekent ‘geschenk uit de hemel’.

By tinusicket | March 28, 2014 - 9:25 am - Posted in Duimzuigerij, Gevleugelde Uitspraken, Nederlands, Verbaal Genot

Ik ben een egoïst, maar gelukkig is er toch niemand die dat door heeft.

Een eerdere werkgever zei eens tegen mij: “Het zou jou niet misstaan als jij iets egoïstischer was.”
Dit adviseerde hij mij toen ik bij dat bedrijf weg ging – hoewel ik het er helemaal niet slecht had – en wij elkaar een laatste hand gaven.

By retroman | March 3, 2014 - 10:29 pm - Posted in Duimzuigerij, English, Nederlands, Verbaal Genot

(Magere Hein & Retroman puffen even uit)

The last man on Earth sat alone in a room. There was a knock on the door…

Fascinerend hoe slechts twee zinnen je de stuipen op het lijf kunnen jagen.
In bovenstaand voorbeeld van detective- en sciencefictionauteur Fredric Brown is het de angst voor het onbekende die de lezer doet huiveren.
Door het ontbreken van een gesloten einde wordt de lezer gedwongen een eigen invulling te geven aan het verdere verloop van deze situatie, en de kracht van de verbeelding is dikwijls sterker dan hetgeen wat de schrijver op papier had kunnen zetten.

Ik ben een groot fan van korte verhalen. Vooral in de genres horror en sciencefiction kan ik smullen van hersenspinsels die mij onderdompelen in ijzingwekkende taferelen, mij op het verkeerde been zetten en/of mij met een naargeestig gevoel achterlaten.

Recentelijk struinde ik de krochten van het internet af in mijn queeste voor gruwelgenot, en tot mijn vreugde stuitte ik op een fenomeen dat mij erg aansprak: de zogenaamde ‘two-sentence horror stories’, oftewel horrorverhalen die enkel uit twee zinnen bestaan.

Hier zijn een aantal van mijn favorieten:

My daughter won’t stop crying and screaming in the middle of the night.
I visit her grave and ask her to stop, but it doesn’t help.

As soon as she looked, the man looking in her bedroom window darted away.
Her room was on the second floor.

TIME MACHINE REACHES FUTURE!!! …nobody there…

He Even reads over my Letters to make sure i spelled everything Perfectly. although My capitalization isn’t Excellent yet.

I saw the happiest man with the biggest smile ever buying baby clothes in my shop.
A week later, the same man without the smile returned the clothes.

I crawl into bed, feel the cool touch of her fingertips against the nape of my neck, and I sigh, “not tonight, honey.”
She tiredly calls out from the bathroom in agreement.

Sleep did not come to me easily that night in the cabin in the woods, for the portraits on the wall only portrayed the deformed, the decrepit and the damned.
Sleep has never come easily to me ever again, for when I had woke I found no portraits, only windows.

Omdat WSNOI wemelt van de creatievelingen en horrorfans, leek deze ultrakorte stijl mij een amusante manier om jullie aan het schrijven te krijgen.
Dus: schroom niet om de digitale pen te hanteren en de comments-sectie te vullen met verderfelijke verzinsels!

Hier zijn alvast een paar van eigen makelij (in het Engels, omdat ik ze oorspronkelijk voor een Engelstalig publiek had geschreven):

The fortune-teller told the young man he’d live to be a hundred.
His screams echoed through the dungeon halls.

A year after his wife had passed away, Henry decided to look through their photo albums.
He regretted the fact he had so few pictures of her, so he went down to the cellar to take some new ones.

The children looked outside and saw their father standing there, smiling and waving.
Behind them, the flames grew higher and higher.

Zo, nu weten jullie ook weer hoe mijn weekendbesteding eruit ziet.
“Zuigen maar!”
Oftewel: een zeugma. Bovenstaand is namelijk een stijlfiguur, een stijlfout waarbij in dit geval een werkwoord twee woordgroepen verbindt, terwijl dat werkwoord in relatie tot de beide zinsneden verschillende functies vervult.
Het meervoud van dit stijlfiguur maakt deel uit van mijn favoriete woorden: zeugmata… of moet ik in dit geval zeggen: zuigmata?

Meer over zeugmata: http://nl.wikipedia.org/wiki/Zeugma_(stijlfiguur)

By kornelisoflook | February 24, 2014 - 5:02 am - Posted in Droomverhalen, Duimzuigerij, Galbakkerij, Nederlands

Deze ervaring is gebaseerd op een waar gebeurde nachtmerrie…

Toen ineens rook ik iets wat ik van mijn leven nog niet geroken had. Ik werd wat draaierig en zakte langzaam ineen. Waar ik mij bevond laat zich lastig omschrijven. Het houdt zich op tussen de kades van het typerende plaatsje Volendam, onder apocalyptische weersomstandigheden, en een soort bedrijfsruimte waar de volgelingen van de duivel mijn collega’s zijn. Doordat ik op de zandachtige grond was komen te liggen kon ik onder de werkbank voor mij nog net de poel zien pruttelen die als een zwembad in dit bouwwerk was ondergebracht. Zo stel ik mij ook voor dat de werkvloer eruit moest hebben gezien. Ik ben ervan overtuigd dat ik werknemer of slaaf was. Wat door moest gaan voor een kaderand had de hoogte van een stoeprand met dito structuur en dimensies. Het vertrek was bijzonder donker. Waar de verlichting vandaan kwam is mij een raadsel. Lampen of andere aardse verlichting kon ik nergens spotten. Het zwembad in de hel kookte niet, maar leek mij eerder een bak met een slijkachtige substantie in de kleuren van afkoelend lava en modder uit het meest verdorven moeras. Impachtige wezens passeerden mijn twijfelachtige gestel en negeerden mij volkomen. Het was alsof ze mij niet eens opmerkten of dat ze dat niet wilden omdat het uitvallen van medewerkers er nou eenmaal bij hoorde en dat ik later op de dienst vanzelf als een soort restafval zou worden opgeruimd.
Achter mij ontdekte ik ineens wat mij onpasselijk had gemaakt; mijn trouwe metgezel, een gemuteerde vorm van een schildpad, was al enige tijd ziek en had zijn maaginhoud over mijn dikke ontblootte kuit overgegeven. Hij en ik moeten hier al langer hebben gewerkt, onder deze erbarmelijk omstandigheden en het moge duidelijk zijn dat het hem te veel is geworden of dat hij zwaar is geïnfecteerd door een virus uit de onderwereld. De gifgroene uiterst dunne kots beet enorm en ik werd er hoe langer hoe misselijker van. Daarom richtte ik mij op en vond er op de werkbank iets wat er vertrouwd uitzag als een wastafel. Om mij heen maakte de dubieuze bedrijfsruimte plaats voor een meer vertrouwde omgeving, in elk geval iets dat ik begon te herkennen als het interieur van de sanitaire ruimte waar mijn collega verslaggevers van de Tycoon Newspaper zich nog wel eens wilde terugtrekken als zij even naar hun eigen gezeik wenste te luisteren.
Maar bij Gsor almachtig. Wat was dit? Zodra ik er mijn maaginhoud in begon te ledigen kreeg ik de indruk dat aliëns bezit van mij hadden genomen. Grote brokken kots moest ik er door mijn strottenhoofd naar buiten duwen, al ging het evengoed met een vaart waar mijn menselijk gestel geen weerstand tegen kon bieden. Eén voor één schoten ze naar buiten, als organisch resten die een afvoer verstopten en plotseling losschoten omdat de loodgieter apparatuur op een gootsteen had geplaatst en de troep er onder hoge druk uitpersten. Mijn knieën knikten en ik had de grootste moeite om mijn rechtopstaand te houden. Ondertussen beet het braaksel waar ik misselijk van was geworden nog altijd in mijn kuiten en hoorde ik hoe de buitenaardse schildpad achter mij zijn laatste adem uitblies. Onderwijl ging het uitkoren van, Gsor mag weten wat voor materiaal het was, onverbiddelijk door. De restanten van mijn maaginhoud blies ik onder grof geweld tegen de muur, want het overgeven ging zo ongecontroleerd dat het kokhalzen mij ertoe dwongen om mijn hals als een op hol geslagen tuinslang in de rondte te slingeren. Wat was dit toch wat ik hier uit mijn ingewanden naar buiten spoog? Het leek wel alsof ik een heel nest van ratten die ik naar buiten werkten en wekenlang in mijn maag hebben liggen rotten. In de momenten dat ik even de kans kreeg om te zien wat er langs de tegels droop kreeg ik wel de indruk dat het zoiets geweest moest zijn. En al helemaal toen ik het kenmerkende natte zwarte harige achterlijf van één van hen, onder opnieuw een heftig salvo tegen het interieur zag verschijnen. Door mijn maagslijm (was dat wel van mij?) plakte het ongedierte er tegen de wand en begon het langzaam wat naar beneden te glijden. Klaarblijkelijk is het ook al die tijd binnen in mij voor een deel in leven gebleven, terwijl het toch heeft zitten rotten; de vette rattenstaart sloeg nog enkele malen spastisch tegen de smoezelige tegels aan de muur.
En toen gebeurde het; op het moment dat ik het idee had dat mijn eiwitten begonnen te koken en mijn gelaat een koortsachtige temperatuur oversteeg bezweek ik. Met mijn logge lijf trok ik de bak van de gootsteen, die het glazuur allang verloren had, in stukken en zeeg ik met mijn logge lijf op de toiletvloer neer. In mijn toch altijd al zweterige ondergoed maakten de laatste darmgassen zich los en kwamen stukken ontlasting en brokken darm naar buiten, met de kleur van de zuiverste diaree. Slierten bloed en diep donkerbruine strengen van mijn darmkanaal plakten er in volle glorie tegen het eens zo witte katoen terwijl daarachter nog beweging was. Mijn hals was aan gort. De huid van mijn nek was in stukken getrokken. Het bloedde leeg alsof iemand er met een Stanleymes zijn signatuur in had geplaatst. Op het laatst staarde ik er langs de poel van mijn eigen kots over de tegels van ons toilet en liet ik het leven toen uit mijn anus toch nog iets naar buiten kroop. Eén ervan had het toch nog overleefd. Het was een rat.