Ben jij er klaar voor om je leven in de waagschaal te leggen en de waarheid te horen over de angstaanjagende verschijningen van de werkelijkheid en onze verschrikkelijke positie die ons armetierig menselijk ras daarin vormt? Zekerheid te krijgen over zulke vreselijke rampspoed die jou kan treffen en bovennatuurlijke machten te aanschouwen die je tot waanzin kunnen drijven? Realiseer je je dat je iets over onze plaats in het universum te weten kunt komen wat je liever niet had gehoord? Misschien heb je veel kans geplaagd te worden met de meest huiveringwekkende nachtmerries die alle verstand te boven gaan of zul je lijden aan waanstoornissen en intense depressies die je tot moorden kunnen aanzetten! Dergelijke macabere gevolgen vallen allen toe te schrijven aan de verboden kennis over een afschrikwekkende godheid die miljoenen jaren geleden op aarde terechtkwam. Als priester van een pantheon van goden, die bekend staan als De Grote Ouden, is hij gemaakt van een voor mensen onbekende, buitenaardse materie. Hij komt van de planeet Vhoorl en wordt uiterlijk omschreven als een zeemonster met een groene huid en een lichaamsomvang zo groot als een berg. Hij communiceert met ons op telepathische wijze middels angstdromen en sluimert al eeuwen op de oceaanbodem – wachtend tot hij bevrijd wordt en weer over de wereld kan heersen.
Het ligt niet in mijn wil om deze abominabele wetenschap over te brengen. Veel keuze heb ik echter niet; bovennatuurlijke krachten hebben mij aangezet tot het optekenen van dit naargeestige verhaal. Met het bloed op mijn handen als gevolg van dwangmatige zelfverminking door ingebeelde jeuk ben ik tot een willoos en armzalig wezen slaaf geworden van Cthulhu.
Lees niet verder! Bespaar jezelf de treurnis en keer terug naar een bestaan dat, hoe zwaar soms ook, altijd zorgeloos zal zijn in contrast met één waarin je wèl gekozen had de nu volgende tekst te lezen…

I. AANTEKENINGEN VAN GUSTAF JOHANSEN

Op groezelige dagen zoals deze wanneer er zo veel is dat mij bezig houdt, ben ik gewoon om afleiding te zoeken in onze bibliotheek (had geluisterd!). Alleen dan is er voor mij de gelegenheid de onordelijkheid van mijn gedachten te rangschikken. Je kunt me in die situaties vinden op de drie bovenste etages van onze redactie. Boekenkasten met ruim 30.000 boeken strekken zich daar uit langs alle mogelijke zijden van de muren. Het is een compact doch indrukwekkend bouwwerk dat je meteen herkent aan de 19e eeuwse architectuur. Zes balustraden, per drietal voorzien van één wenteltrap die diagonaal ten opzichte van elkaar staan opgesteld, markeren de grote open ruimte in het midden. Daglicht valt er via het glas-in-looddak door de etages heen doordat er is gekozen voor gegoten, gietijzeren vloerwerk.
Ik moet er wel even wat trappen voor bestijgen, maar als ik eenmaal boven ben, is er niets meer wat mij ervan weerhoudt om aan mijn eigen bovenkamer toe te komen. Door er wat oud papierwerk op te schonen, boeken te alfabetiseren en onbekende paperassen opnieuw van een identiteit te voorzien, vind ik rust in mijn hoofd. De meeste van mijn collega’s zijn reeds lang naar huis wanneer de bewakers mij na een paar uur weer bij de receptie zien verschijnen. Dan groet ik beide heren een goede nachtdienst en ga ik met een leeg hoofd huiswaarts.
Bij schemering en bij nacht is men er aangewezen op lantaarns die uit veiligheidsoverwegingen zelf moeten worden meegebracht en bevestigd dienen te worden aan plafondhaken die tussen de boekenrijen te vinden zijn. De angst is dat je ze omstoot wanneer je ze naast je op de grond neerzet. Ook de hitte die van de lamp opstijgt kan de boeken schroeien zodat deze vlam vatten. Toch schend ik die regel dikwijls, alhoewel het niet het werk is om even op het trappetje te gaan staan en mijn lichtbron aan zo’n haak op te hangen. ‘s Winters kan het namelijk nog wel eens erg fris zijn in de bibliotheek. Door de nabijheid van de lamp kan de warmte die er vanaf straalt dan net het verschil maken tussen koeltjes en aangenaam.
In voorkomende gevallen wil ik nog wel eens bewust half werk doen en spendeer ik de helft van mijn tijd in het doorbladeren of bestuderen van enig leesmateriaal. Zonder er echt naar te hebben gezocht, viel mijn oog deze avond op iets wat mijn interesse wekte. Bij het uitnemen van een dik oud boek uit de hoek van een boekenkast, trok ik onbedoeld wat extra paperassen mee. Het stapeltje viel naast het trappetje waar ik op stond op de grond uiteen. Als een onordelijk hoopje papier lag het over zo’n anderhalve meter op de vloer verspreid. Eén blaadje voegde zich er een moment later bij doordat het zich had los gemaakt van de rest en gehinderd werd door de luchtweerstand. Ik stapte van mijn verhoging af en raapte het papierwerk bijeen. Aanvankelijk wilde ik het nog netjes terugplaatsen in de lege plaats die er op de boekenplank was ontstaan, maar koos ervoor alleen het boek erin te plaatsen door mij uit te rekken en op mijn tenen te staan. Eén blik op de uit aantekeningen bestaande tekst die bovenop was komen te liggen, deed mij branden van nieuwsgierigheid waardoor ik verder wenste te lezen. (Inmiddels was ik reeds reddeloos verloren!) Ik maakte het mezelf gemakkelijk door in het doodlopend gangpad op een fauteuil te gaan zitten en het stapeltje op schoot te nemen. Direct merkte ik dat ik te weinig licht had en schoof het even van mij af naar een stuk meubilair dat ernaast stond en mij altijd doet denken aan credenstafeltjes zoals in priesterkoren wel wordt gebruikt. Feitelijk was het een sierlijk vormgegeven bijzettafeltje waar de bibliotheek van de Tycoon Newspaper er precies veertig van rijk is. Ieder gangpad is voorzien van dit chique ameublement. Ik keerde terug in de zetel en verving mijn vondst met de lantaarn. Opnieuw las ik die eerste diepzinnige en – zo bleek later – vermaledijde aantekeningen door die waren opgetekend in een ouderwets schoonschrift.

“De wetenschappen, die zich elk in haar eigen richting uitspant, heeft ons tot noch toe weinig schade berokkend, maar op één dag zal het samenvoegen van deze uiteengevallen kennis zich ontvouwen tot zulke angstaanjagende verschijningen van de werkelijkheid, en van onze verschrikkelijke positie daarin, dat we ofwel gek zullen worden van de openbaring of vluchten uit dit dodelijke licht naar de vrede en veiligheid van een nieuwe donkere tijd”.

Na de tekst drie keer te hebben herlezen om het op me in te laten werken, zocht ik nog even of de auteur van deze handgeschreven tekst zijn naam had achterlaten. Maar zowel op de voor- als achterzijde trof ik noch een naam noch zijn of haar initialen aan. Ik legde het getaande briefje terzijde en ontfermde mij over de andere wanordelijk geraakte documenten. De teksten daarop waren allen met een schrijfmachine uitgewerkt, in tegenstelling tot het eerdere. Na enige bestudering ervan ontdekte ik dat de ze samen één geheel vormden. Toen ik eenmaal meende het begin te hebben gevonden, besloot ik maar te gaan lezen. Eerst dacht ik dat dit schrijfwerk weinig verband konden hebben met het manuscript dat ik opzij had gelegd en ik een weinig rationele beschrijving aan het lezen was, maar daar zou ik later heel anders over oordelen. Deze waardevolle verslaglegging bleek beter op zijn plaats te zijn in de Tycoon Newspaper Archieven, precies aan de overzijde van waar ik nu zat.

“Er bestaat een kennis zo bekoorlijk dat het verlangen ernaar je van binnen uit kan verteren. De honger deze waarheid meester te worden, dreef één man tot waanzin. De vondst van een mysterieus manuscript en de beoefening van een parkwandeling die op z’n zachtst uitgedrukt merkwaardig valt te noemen, bezorgden dit individu van luttele betekenis van repeterende en intense nachtmerries. En net die ijzingwekkende angstdromen vormden de vervaarlijke cohesie tussen de monstrueuze machten vanuit het universum en de nietige mens. Geplaagd met de cognitie van deze materie en diens manifestatie in onze onderbewuste droomwereld moet ten zeerste worden bevreesd en bovenal vermeden. Genade voor zij die dit lezen zullen, opdat de rechtschapen machten jullie zielen moge bewaren. En als ook ooit de hemel haar zegen aan mij wil verlenen, zal het een totale vereffening zijn van de voortvloeisels voortgekomen uit mijn weinig benijdenswaardige waarschijnlijkheid mijn blik vast te pinnen op één bepaald verdwaald en verweerd velletje papier. Ge doet er duizend malen verstandiger aan dit betwistbare bewustzijn te argwanen en uit te bannen dan te kiezen voor de seductie van dit ijselijke inzicht.”

Stomverbaasd rechtte ik mijn rug en liet de betekenis van deze dubieuze bijdrage op mij inwerken. Waarom zou je een dergelijk verslag überhaupt nog optekenen als je reeds zeker bent dat je de lezer wenst te behoeden voor de informatie die het bevat? Maar welk recht van spreken heb ik nu eenmaal? Inmiddels was ik reeds hetzelfde station gepasseerd. Turend over de rand van het papier keek ik in de lengte van het gangpad alsof ik mij ervan wenste te vergewissen dat ik hier wel alleen was. Al moet ik zeggen dat de eventuele aanwezigheid van een vertrouwd persoon mij op het ogenblik best bevallig aanscheen. Na de stille duisternis voorbij het bereik van lantaarn een paar seconden te hebben bestudeerd, overtuigde ik mijzelf van het tegengestelde en vestigde mijn aandacht weer op mijn leeswerk.

“In een decor van kronkelende wandelpaden tussen beuken en platanen met op de achtergrond de rododendrons die langzaam de eerste tekenen van bloei lieten zien, vonden we een man alleen met zijn Ierse terriër. Het was exceptioneel rustig in het park. Niemand zal echt zin hebben gehad om er met dit gure weer op uit te trekken. Dikke wolken in een palet dat zuiver bestond uit verschillende grijstinten pakten zich rusteloos boven het stadspark samen, maar het zicht erop bleef van beneden af deels ongezien. Het eerste jonge blad blokkeerde partieel het zicht in de kruinen van de bomen. Dit natuurlijke plafond dat langzaam vorm begon aan te nemen, tezamen met de opkomende witte en roze bloesem die aan de struiken ontwaakten, vormden welhaast de enige aanwijzingen dat de lente ons in het volgende seizoen stond op te wachten. Maar voorlopig was het nog lang niet zover. De seizoenen waren duidelijk van slag. Waar de voorgaande weken als te zacht werden ervaren, was koning Winter nu ineens bezig met zijn toegift. Een straffe wind hield het land in haar greep en maakte dat de bittere kou een gevoelstemperatuur opleverde zo rond het vriespunt.
Het was de derde dag van maart en de eerste dag dat de man en de hond weer samen optrokken. In de dagen ervoor hadden zij elkaar moeten missen doordat de man om zijn expertise was opgeroepen voor een nogal onalledaagse zaak in de hoofdstad van Noorwegen. Hij was afgereisd per boot om een man te ontmoeten in het centrum van de stad wiens vrouw leed aan imperatieve hallucinaties. Aangekomen in de Oude Stad van koning Harold III, die bekend stond als een hard doch vreedzaam heerser, stond hij aan de deur van een ouderwets gebouw met gepleisterde gevel. Een vermoeid uitziende man van achter in de vijftig beantwoordde zijn huisbezoek. Hij stelde zich voor als Oleg Sjöberg. Deze maakte melding van de zorgelijke kwestie waarin hij zich bevond met zijn vrouw. Zij kwam uit de Johansen familie. De toestand in dat geslacht was al jaren kritiek. Al sinds het begin van de 20e eeuw maakten dit maagschap een labiele indruk. Het overgrote deel leed aan psychoses of meende achtergevolgd te worden door hogere machten als gevolg van paranoïde schizofrenie. Bovenal werden ze geplaagd door heftige nachtmerries welke een grote invloed had op het dagelijks functioneren. Professionele hulp wilde in geen van de gevallen baten, de meeste hulpbehoevenden kwamen om door enigmatische rampspoed of hadden suïcidale neigingen. En nu mevrouw Sjöberg sinds enige maanden was gaan automutileren, begon haar man zich toch ook ernstig zorgen te maken. Jaren was het goed gegaan en leek ze een uitzondering op haar voorouders. Maar het ging mis zodra haar nieuwsgierigheid het won van het bewust in het ongewisse te blijven en wenste toch meer te willen weten omtrent haar komaf. De heer Sjöberg stelde voor dat de man eens met haar ging praten, in de hoop meer duidelijk te krijgen over wat er speelde. Wat bij zijn vrouw begonnen was als een beetje jeuk, sloeg binnen enkele dagen al om naar een compulsieve krabben als gevolg van huidirritatie. Bezorgd over haar toestand en het leergeld dat haar familie voor hun curiositeit heeft moeten betalen, hoopte hij dat de man hier een verklaring voor kon geven.
Inmiddels onzeker geworden of hij daar wel behoefte aan had, nam hij haar mee voor een wandeling langs de Bispervika, een industriële baai nabij het centrum van Oslo. Ze liepen er richting de grote veer van DFDS Seaways waarmee hij een uur eerder was afgemeerd. Deze werd weer gereed gemaakt voor de overtocht naar Kopenhagen. Zolang ze haar loefzijde niet passeerden, die nog ver voor hun lag, hielden ze het moderne operagebouw duidelijk in het zicht aan hun linkerkant schuin naar achteren, waar ze zich steeds verder van verwijderden. In tijden dichter bij de midzomernacht had de zon hel op haar overkapping weerkaatst – dat tevens een promenade vormde – en zou het pijn doen aan hun ogen. Zo wandelend tussen deze imposante objecten liepen ze langs een dok waar werd geladen en gelost en kwam langzaam het gesprek op gang. Daar vertelde de vrouw dat ze onlangs had zitten struinen in de familiearchieven, waar ze kennis had genomen van voorvallen die ze achteraf liever niet had geweten. Had ze nu maar naar haar verstand geluisterd. Het zag er nu naar uit dat ze spoedig haar verstand verliezen zou.
Tegen de climax van haar labyrintische relaas begon ze steeds onsamenhangender te praten. Heftig gebarend met haar handen alsof ze demonische manifestaties wilde afzweren, vermaande hij de man niet verder te graven. Uiteindelijk overhandigde ze hem beverig  een stuk papier van bedenkelijke staat waar ze maar al te graag afstand van wenste te doen. Ineens viel het de man op dat de vrouw één hand had verbonden en de andere vol zat met gekorste wonden. Dit kwam, zo begreep hij nu, door de zelfverminking die een resultaat was van haar psychoses. Panisch staarde ze naar het document alsof het geschreven was door de Duivel zelf. Ze drukte het zowat in de palm van de mans hand om zeker te zijn dat het er zou blijven en zwalkte zwakjes achteruit.
“D-dat de geest van mijn grootvader Gustaf Johansen u moge behoeden voor het kwade,” sprak zij met een meest triest gezicht. En juist op dat moment trok er een schaduw over haar heen die er bleef hangen en in omvang begon toe te nemen. Nog maar net bijtijds wist de man te reageren, rende en dook vervolgens met zijn volle gewicht naar voren tegen het lijf van de verwarde vrouw. Op een haar na kon hij zo voorkomen dat mevrouw Sjöberg werd vergruizeld door een vallende zeecontainer. Samen rolden ze naast elkaar over de wal toen de enorme laadkist onder een luid kabaal achter hen neerstortte.”

Beng! En zo werd ik zelf even flink onaangenaam gestoord door een harde klap in de bibliotheek terwijl ik gespannen zat te lezen in deze aangrijpende vertelling. Adrenaline werd plots in verhoogde concentratie afgescheiden opdat mijn lichaam zichzelf snel van energie kon mobiliseren indien er reden was om ergens op te reageren. Spontaan rechtte ik mijn rug en liet de documenten toch bijna uit mijn handen glippen. Op mijn beurt geschrokken moest ik concluderen dat het een loos alarm was; het dikke boek dat ik eerder had teruggezet was van de boekenplank gekukeld en was met een harde doffe bons op de vloer terecht gekomen. Ik staarde er even bedenkelijk naar en vervloekte de timing waarop het uit evenwicht was gekomen. Verder liet ik mij niet van mijn stuk brengen, keek nog even tussen de verschillende doorkijkjes om mijzelf er nogmaals van te overtuigen dat ik alleen was en naar de tekst weer voor mijn neus.

“De klap moest tot in het Stortinget, het parlement van Noorwegen, te horen zijn geweest. Een zwakke schakel in de staalkabels die de container in de lucht moest houden, terwijl het over hun hoofden werd gehesen, moest het hebben begeven. Met zijn oren nog pijnlijk suizend van de dreun, richtte de man zich moeizaam op en zocht direct naar mevrouw Sjörberg. Tot zijn bittere spijt moest hij echter concluderen dat ze was doorgerold tot over de rand van de kade. Geschokt stak hij zijn beide handen voor zijn mond. Voor hem op de stenen omlijsting die de Bispervika omarmde, lag nog precies het onderlijf van de vrouw. Het bovenste deel lag over de rand gevouwen en onderging een dodelijke massage van romp van een Russisch vrachtschip dat hier in haven lag aangemeerd.
Getroffen door dit afschuwelijke tafereel deinsde de man naar achteren. Hij vergewiste zich er daarbij van dat er geen andere moorddadige objecten op zijn pad zouden komen. Dit heeft zo moeten wezen, overtuigde hij zichzelf. Mevrouw Sjöberg, een descendent van die Gustaf Johansen, was gedoemd eens op zo’n ijzingwekkende manier aan haar einde te komen. Dit heeft altijd al zo moeten zijn. Koude rillingen voerden er terstond over zijn rug toen hij zich realiseerde wat zij in zijn handen gedrukt had gekregen.”

Haastig draaide ik de pagina om die ik in mijn eigen handen had geklemd, omdat we onderaan de bladzijde waren gekomen. En wat ik daar kreeg te lezen ging alle realiteit voorbij. Dezelfde angst sloeg nu ook mij om het hart. Zonder de brug te lezen die de schrijver naar het opvolgende fragment had geslagen, werd ik geconfronteerd met een schuinsgedrukte tekst waar een naargeestige profetie uit sprak. Als bezeten door een onbekende kracht verstevigde ik eerst mijn greep op het papiertje dat ik met beide handen vast had. Vervolgens begon mijn lichaamstemperatuur op te lopen en raakte mijn grip verslapt doordat ik mijn handen niet kon controleren niet te gaan beven. Zweet parelde over mijn voorhoofd toen ik mij besefte dat de man over hetzelfde manuscript repte als hetgeen ik eerder van de gietijzeren bibliotheekvloer had geraapt. De afzender van dit schrijven heeft dit avontuur naar alle waarschijnlijkheid niet overleefd. En ik kon wel eens de volgende zijn…

Wordt vervolgd

image by TheIncreds, edited by Gsorsnoi

In navolging op Rina Oddels artikel Knappe kop bekt lekker trappen we vandaag af met een hele serie van die originele titels. Iedere Tycoon Newspaper-cyclus zal ik een merkwaardige afbeelding plaatsen met een klein stukje tekst daaronder. De bedoeling is dat jij daar een pakkende, humoristische, originele of anderszins opmerkelijke titel bij verzint. Na twee weken leggen we alle inzendingen voor aan een onafhankelijke jury die uit de ingezonden kreten de beste eruit kiest. Hij of zij die deze heeft bedacht, wint. De winnende tekst wordt dan boven dit artikel geplaatst.

Voor dit nieuwe Tycoon Newspaper-spel zullen wel een aantal spelregels worden gehanteerd:

  • Insturen van knappe koppen kan tot twee weken vanaf het verschijnen van de opgave (*).
  • Je mag niet voor je beurt spreken (zie Spelregels ‘Vuurspugende zonsverduistering detective’ > kopje Je beurt afwachten). Dus als je net bent geweest, moet je eerst even wachten tot een ander ook die kans heeft gehad. Dan pas, mag jij weer.
  • De titels die je verzint worden alleen geaccepteerd indien ze onder dit artikel bij de comments zijn geplaatst.
  • Per comment mag je maar één titel insturen.
  • Korte titels maken meer kans dan langere titels.
  • Iedere inzending is 1 ster waard. Per titel loopt de pot dus op met telkens één ster meer. De pot wordt wellicht niet iedere dag bijgehouden, omdat deze op ieder moment kan worden vastgesteld al naar gelang het aantal inzendingen er op enig moment is binnengekomen.

De pot staat op: 113 sterren en is toegekend aan BoB.
Jury: Edwin Grooters.

Bij deze opgave zal ik geen extra ‘klein stukje tekst’ zetten, zoals ik hierboven heb genoemd, om ruimte te bieden aan de beschreven spelregels. Veel plezier met het bedenken van knappe koppen…!

( * = voor deze opgave kun je dus insturen tot en met donderdag 12 April )

image by Alice Chaos, edited by Gsorsnoi

De jonge vrouw was nooit zwanger geweest. Toch gaf ze hier geboorte aan een stel schepsels van het allerakeligste soort. Haar hele binnenste werd naar buiten toe opengetrokken door de jonge navelpaddden die hun levensvatbare fase hadden bereikt. Gekraak uit haar ruggengraat maakte duidelijk dat deze het begaf onder de geweldig krachten. Een ander naargeestige geluid groeide uit tot een luid kabaal. Het leek alsof iemand een grote mand met ratelslangen had omver geschopt waarop de angstwekkende reptielen waarschuwend hun staarten lieten ratelen. De gigantische massa duivelse wezentjes verspreidde zich als knikkers over de matten. Vele broertjes en zusjes lieten ze daarbij achter in de vormeloos geworden slierten dril achter hen. Ze rolden over elkaar heen en zochten naar hun balans, maar nog meer naar voedsel. In de buik van de Aziatische jongedame was er een heftige concurrentiestrijd gaande geweest om de laatste spaarzaam geworden levenssappen. Het was een lugubere strijd om de tepel geweest. Alleen zochten zij niet naar de moedermelk, maar naar de krachtige roem dat een mens in leven houdt. Nu zij er niet meer was, stortten ze zich op de enige bron van voedsel die hier rondliep: Retroman.
Zelfs de zombies weken uiteen bij het zien van deze onvoorstelbare grootmacht. Honderden, misschien wel duizenden uiterst huiveringwekkende griezels kropen gelijktijdig over zijn voeten en langs zijn broekspijpen omhoog. Allen waren zij onderweg naar dat ene plekje op zijn lijf dat zij zelf met hun geboorte niet hadden meegekregen, het enige litteken dat alle mensen hun levenlang met zich meedragen vanaf de eerste dag dat ze voet op Aarde hadden gezet en een achterblijfsel was van de verdroogde navelstreng.

Retroman bleef er stokstijf bij staan en wist niet wat hij moest doen. De angst verlamde hem, zodat hij een eventuele uitweg niet meer kon zien – als die er al was. Gelaten liet hij daarom datgene gebeuren waar hij al weken voor vreesde dat het een keer zou komen. Moesten er al navelpadden in zijn lijf kruipen, dan was hij er reeds langer van overtuigd dat het een buitengewoon slechte slurping zou gaan worden. Het zou in elk geval nooit één enkele pad zijn geweest die hem van het leven zou beroven. Zombificatie zat er voor hem dus niet in. Het was waarschijnlijker dat hij door een overdaad aan monsterachtige amfibieën zou worden overmand, hetgeen hij nu werkelijkheid zag worden. Een bizarre mengeling van emoties maakte zich van hem meester. Zijn zwaard hield hij haast instinctief nog in zijn handen geklemd, maar de rest van de spieren in zijn lijf begonnen zich langzaam te ontspannen. Als een patiënt die bang was voor de naald keek Retroman een andere kant uit zodra hij merkte dat de padden zijn heupen bereikten. Niet langer vechtend tegen de angst en tranen begon hij ook spontaan te lachen, overtuigd dat de dood nu gauw volgen zou. Aangezet door een misplaatste uiting van euforie klonk dat al snel als een maniakaal schaterlachen. Zijn tong begon droog aan te voelen en alles wat er om hem heen gebeurde, speelde zich af in slow motion.

Zijn benen waren rondom inmiddels volledig bevolkt met honderden kleine padden, niet groter dan de nagel van een volwassen pink. Wat zich afspeelde in minder dan drie seconden, leken voor dit slachtoffer langer te duren dan drie hele uren. Al deze minuscule gedrochten zochten in rap tempo naar de enige ingang die zij kenden in het menselijke lichaam waar zijn toegang toe konden verkrijgen. Je kon het vergelijken met een leger spermacellen die om het hardst bezig waren hun gezamenlijk doel te vinden. Met één interessant verschil: deze engerds waren wel in staat hun prooi te delen.
Had Retromans navel ogen gehad, dan had deze nu recht in de kijkers gestaard van de eerste jonge navelpad die al likkebaardend onder de kleding zijn gezicht liet zien. Een tandloze in een punt uitlopende muil opende zich met daar boven twee volledig emotieloze glazige oogjes, meer pupil dan iris. Niets leek de navelpadden nu nog in de weg te staan om korte metten te maken met Retroman, die mogelijk de laatste nog levende mens in Gohes City was.

Voedsel en voortplanting, voorplanting en voedsel. Dit was de plek waar die twee oerkrachten samenkwamen.

De Reuze Navelpad had voortdurend met respect tegen zijn nieuwe vriend opgekeken. De man die hij tot voor kort alleen als ninja kende, had al vóór het eerste moment dat ze elkaar hadden ontmoet niet alleen voor zijn eigen hachje gezorgd, maar had daarbij ook constant geloofd in de uiterst geringe kans om nog minstens één soortgenoot te vinden waarmee hij deze immense stad uit kon vluchten. Die hoop bleek tevergeefs. Al had hij wel een andere, zij het onwaarschijnlijke, bondgenoot gevonden die hem trouw aan zijn zijde stond. Maar de overmacht aan zombies en navelpadden op een toneel dat meer labyrint was dan metropool, kon nauwelijks een congruerende partij worden genoemd.
Retroman was vanaf het allereerste begin gedoemd geweest te sterven. De toorn van Graaf Schaurig had in het toekomstbeeld waarin de Reuze Navelpad zich bevond, zijn uitwerking gevonden. Nietsontziend had de duistere graaf middels zijn padden wraak genomen op… ja wat eigenlijk? Al wat de pad daarvan wist was dat ene Kornelis Oflook een rol moest hebben gehad in dit geheel. In Retromans herinneringen had hij de spottende blik gezien die de graaf met deze reporter had uitgewisseld. En de intensiteit van de helse bliksemschichten die daarbij vrij kwamen, waren hem niet ontgaan. De kompaan waarmee hij inmiddels in de afgelopen dagen lief en leed had gedeeld moest nu de prijs betalen voor een vete die niet de zijne was. Kornelis Oflook, schuldig aan dit kwaad of niet, had naar alle waarschijnlijkheid zelf ondertussen ook de dood gevonden. En met hem duizenden andere inwoners van de metropool die zo onderhand de grootste spookstad van de wereld was geworden.
Het was meer onrecht dan de pad verdragen kon. Het maakte hem intens kwaad. Een emotie, die hemzelf nog niet in die hoedanigheid was overkomen, overmande hem en maakte zich van hem meester. De kleine Reuze Navelpad balde zijn vuisten en hij raakte zichzelf kwijt op het moment dat een kettingreactie van chemische processen in zijn lijf was opgestart. Hij voelde hoe zijn lichaam verkrampte en gedwongen werd zichzelf voorover te buigen, omdat er een geweldig kracht in zijn buik was losgekomen die geleidelijk door de rest van zijn systeem trok. Met zijn pols drukte hij tegen het bovenste deel van zijn buik als automatische reactie op een opkomende misselijkheid. Zijn kuiten spanden zich aan zodat hij door zijn knieën boog. Hierdoor had hij een houding aangenomen waarop men gauw zou denken dat hij niet lekker was geworden en op het punt stond om te gaan overgeven. Maar dat gebeurde niet. In plaats daarvan werd de Reuze Navelpad gehuld in een grijze vettige rook die uit zijn vel opsteeg en langzaam in volume toenam. Hij bleef daaronder prima zichtbaar, omdat zijn huid plotseling begon te opgloeien. Een bruinoranje schijnsel prikte door de dampende lucht. Over zijn gehele lijf begon hij overmatig te transpireren. Zweet parelde er ook op zijn afgeplatte voorhoofd samen. Er vormde zich een uiterst ernstige gezichtsuitdrukking op het gelaat van de Reuze Navelpad. Boos was hij, furieus op de aaneenschakeling van iniquiteiten. Geërgerd staarde hij even naar de overblijfselen van de Aziatische jonge vrouw. Haar stoffelijk overschot was eigenlijk meer uitgekotste soep dan een karkas waar je nog enigszins een mens in zou herkennen. Haar oneervolle dood en de bedreiging waar Retroman voor stond, waren voor hem de spreekwoordelijke druppel geweest.
De explosie van zijn woede viel samen met het moment dat de eerste navelpadden nog bezig waren langs Retromans broekspijp omhoog te kruipen. En in diezelfde paar seconden dat dat gebeurde, zou de Reuze Navelpad zijn laatste en meest indrukwekkende eigenschappen gaan ontdekken. Het was een vermogen waarmee hij zich kon onderscheiden van alle slechte navelpadden. Schuivend over de tatamimatten spreidde hij zijn benen en kropte hij zichzelf nog verder in elkaar. De laatste milliseconden op zijn interne tijdbom tikten weg.
Plotsklaps nam hij een compleet andere houding aan en bracht een akelig keelgeluid voort. In één beweging rechtte hij zijn rug en stootte hij zijn armen wijd opzij. Zijn schouderbladen knikten daarbij naargeestig. Een uitbarsting van energie vrij kwam waarbij een schokgolf opgang werd gebracht die door alle aanwezigen in deze ruimte gevoeld kon worden. Een aantal minuscule navelpadden raakten daarop hun grip op Retroman kwijt en werden gewoonweg van zijn lijf geblazen. Opnieuw balde de nijdige pad zijn vuisten en bracht deze ditmaal boven zijn hoofd. Met een alles verdovende nieuwe oerwoudkreet verzorgde hij dat Retroman ook van de resterende navelpadden werd bevrijd alvorens weer ineen te duiken. Voorovergebogen zette hij de worsteling voort tegen zijn eigen immense krachten. De losgeschoten navelpadden weken allen uiteen. Tegen dergelijke grootmacht konden zij geen tegenstand bieden. Van de zombies was inmiddels al geen spoor meer.
Vervolgens vertroebelde de gedachten van de Reuze Navelpad en keek hij nog even voor een laatste keer naar zijn vriend. Deze zat rechts opzij van hem tegen de kast van mahoniehout en notenfineer. Ook hij was omver geblazen en was zo perplex dat hij geen woord meer kon uitbrengen. Gevangen door de blik van de pad verstijfde hij van angst. En zo aanschouwde hij hoe ineens de pupillen in zijn twee kralige ogen zag vervagen totdat ze uiteindelijk geheel verdwenen. Die blik hield de pad nog even vast voordat hij zichzelf helemaal zou verliezen, omdat hij voelde dat dit wel eens hun afscheid kon betekenen. Ten slotte keerde hij zich weer in zichzelf en onderging de grootste pijnen. Beroofd van zijn zinnen staarde hij in een nietsziende blik naar de matten, terwijl zijn lichaam begon op te zwellen. Spieren verstrakten zich en namen vlot in omvang toe. Als een snelgroeiende plant die nog vlugger groeide dan de meest levenslustige bamboe namen zijn armen en benen in lengte toe. Zijn eerder zo slanke ledematen kregen ineens een flink volume. Zijn vlees werd opgeblazen en zijn huid verkleurde naar een teint donkerder.

Langzaam vulde zijn lichaam de halve kamer waarop Retroman begreep dat hij in actie moest komen, wilde hij niet verdrukt raken. Hij perste zijn rug tegen de vensterbank en hield zijn buik in om hem de ruimte te geven uit te zetten. En daar realiseerde hij zich dat ze een probleem hadden. De groter wordend Navelpad bleef maar in omvang toenemen, zodat eerder vroeger dan later de ruimte voor hen te klein zou worden. Het lage pagodebed was al niet langer zichtbaar. En als de baby navelpadden niet de benen hadden genomen, dan zouden ze nu vrijwel zeker zijn geplet onder het lijf van zijn dikke vriend. De houten panelen waaruit de slaapruimte was samengesteld vielen onder zijn gewicht opzij. Retroman herkende wat er omviel door de klaterende klap waarmee ze in de gangen de matten raakten. Ook het heftig gekraak in de muren van de tempel was onmiskenbaar. Spoedig zou de pad door dit gehele bouwwerk breken. Daardoor zag Retroman zichzelf geen andere keuze geboden dan uit het raam te klimmen. In een wilde sprong dook hij over de rand van de vensterbank waarlangs hij eerder twee zombies naar beneden had gesmeten. Retroman werd gedwongen deze duik zo abrupt te moeten maken, omdat hij bemerkte dat de Reuze Navelpad hem er anders ruw met zijn been had uitgetrapt. Gelukkig vond hij nog houvast aan een geelkleurig ornament dat hij kon vastgrijpen in zijn val. Toen hij ernaar keek ontdekte hij dat het om een draak ging die op een horizontale rij sierpannen was bevestigd. Boven hem strekte de amfibische Alice zijn benen uit. Het gebouw kreunde en het gesteun van de muren deden de balken en de dakpannen in het tempeldak schudden. Met een donderend geraas werd de vloer van de tempel opengereten. Niet ver van waar de gewezen ninja hing, rukte de reusachtige Navelpad de muren uit elkaar, zodat de tempel in tweeën werd getrokken. Onder hen gebeurde datzelfde. Een diepe, brede spleet verscheen in het midden van de U-vormige tempelbasis, trok door het pleintje dat het omringde en reet ook daar het bouwwerk uiteen waar zij eerder samen hun zo strategische positie in hadden gevonden.

Vanuit de schaduw die het been van de Reuze Navelpad over hem had geworpen zag Retroman precies hoe de punt van dat dak verkruimelde en in een regen van dakpannen naar beneden stortte. Hij hield de enige hand die hij vrij had boven zijn hoofd en gebruikte het blad van het samuraizwaard om zich tegen het vallende puin te beschermen. Hoe zou dit in vredesnaam aflopen? vroeg de dappere strijder zich verdwaasd af. Een brok massieve dakpannen had hem op een haar na gemist en hij zag hoe een volgend brokstuk dat waarschijnlijk niet zou doen. Daarom zette hij zich met zijn benen af tegen de tempelwand en sprong vanuit zijn tijdelijke beschutting weg. Een andere keuze had hij simpelweg niet. In zijn sprong hoopte hij niet alleen dat hij ongeschonden door het puin zou geraken, maar ook dat hij zonder al te veel kleerscheuren houvast zou vinden aan de muur van het bouwwerk in het midden van de U-vorm. Daarbij leek het haast alsof hij in een monsterorkaan van de ene schipmast naar een andere moest springen. Overal om hem heen opende zich nieuwe spleten in de aarde en vielen bergen losse stenen door de open lucht.

De inktzwarte schaduw die uiteindelijk over zijn hoofd viel, leek daarom aan te kondigen dat het nu eindelijk met hem was gedaan. Hoe vaak was Retroman nu al door het oog van de naald gekropen? Wanhopig probeerde hij zijn ogen in al het gruis opengesperd te houden om eventueel nog te kunnen anticiperen. Maar het object dat tijdens zijn sprong over zijn hoofd kwam te hangen, was zo enorm dat het al het zicht ontnam op wat er verder om hem heen gebeurde. Doodsbenauwd gaf hij daarom toe aan het naderende onheil, sloot zijn ogen en verwelkomde de zee van rust waarin hij meende het hiernamaals te gaan vinden. Het kabaal van het vallende puin stierf weg en ook de muffe atmosfeer waarin hij zich al die tijd had begeven werd een stuk minder ijl. Dit moest de weg naar de hemel zijn, zo overtuigde hij zichzelf. En hij voelde ook hoe zijn lichaam opsteeg naar grotere hoogtes. Hij was niet langer bezig de sprong te maken van de ene naar de andere muur. Alles was donker, totdat op een goed moment een lichtbundel hem de roes uit zijn ogen wiste. Het was het zonlicht dat hem deed ontwaken uit zijn vrees. Retroman stond voorzichtig op en in plaats van voor de hemelpoort stond hij recht tegenover twee gigantische ogen. De reusachtige Reuze Navelpad had zijn hand opengevouwen met daarin de dappere kleine man, die hij eerder had onderschept tussen het vallende puin terwijl hij zelf in omvang groeide als Sjakie’s Bonenstaak. Zo hoog als een twintig verdiepingen tellende flatgebouw torende hij hoog boven de ten doden opgeschreven metropool uit. De Reuze Navelpad was nu met recht de Reuze Navelpad.

Wordt vervolgd.

By gsorsnoi | March 20, 2012 - 8:08 am - Posted in Nederlands, WSNOI

image by Gsorsnoi

Wel een account op WSNOI, maar geen geld om spelletjes te spelen? Geen punt! Daar hebben we de onbestaande beroepen generator voor.

Op de ledenlijst kan staan vermeld dat jij WERKLOOS bent. Dat klinkt heel ernstig, maar op WSNOI valt dat eigenlijk reuze mee. Je kan namelijk op ieder moment weer voor een nieuwe baan solliciteren. En het voordeel is: je wordt altijd aangenomen! Eenmaal een baan, heb je dus ook weer geld, en kun je verschillende leuke spelletjes spelen op deze doldwaze site.
Wat kun je doen om je account weer nieuw leven in te blazen?

  1. Surf naar http://www.wsnoi.com
  2. Klik op ‘Inloggen / aanmelden’.
  3. Login met jouw login gegevens (wachtwoord kwijt? Klik dan op ‘Wachtwoord vergeten?’ en volg de instructies).
  4. Eenmaal ingelogd klik je op Ledenlijst. Daar zie je in het rood dat jij WERKLOOS bent.
  5. Klik op ‘Onbestaande beroepen generator’.
  6. Klik op ‘Speel!’ en je komt bij het generator scherm. Deze machine hoest voor jou een leuk beroep bij elkaar.
  7. Draai aan de hendels om een nieuw zgn. ‘Onbestaande beroep’ te genereren. Begin met de meest rechtse.
  8. Klik op ‘Open bureaulade’ en vervolgens op de lade onder in beeld die open schuift.
  9. Je bent nu in het scherm met het sollicitatieformulier terecht gekomen. Lees het rustig door en klik daar ten slotte op ‘Solliciteer’.
  10. Geweldig! Je hebt nu weer werk! En geld om spelletjes te spelen.

Ga nu maar gauw kijken bij de link ‘Games’ om te zien wat voor hilarische spelletjes WSNOI allemaal biedt.
Veel plezier! En mocht er iets onduidelijk zijn, mail gerust. We leggen je het graag uit.

By gsorsnoi | March 14, 2012 - 8:16 am - Posted in Games, Nederlands, Scherpe Blik, WSNOI

image by cadillacjr2002, edited by Gsorsnoi

De ‘easteregg‘ (*)was al enige tijd een fenomeen op WSNOI, nu is het ook mogelijk om naar paaseieren te zoeken met het doel er een collectie mee compleet te krijgen. Wanneer je inlogt op WSNOI dan heb vanaf vandaag de mogelijkheid om tussen de pakketjes die je elke dag kunt vinden, ook deze chocolade traktaties aan te treffen. Natuurlijk zul je even goed moeten struinen door de verschillende pagina’s van WSNOI om ze ook daadwerkelijk alle 12 te vinden, maar dan maak je wel kans op het winnen van een mooie beloning!

Verzamelobjecten, een nieuwe uitdaging op WSNOI

Met de komst van dit jaarlijkse zoekspelletje, introduceren we ook de ‘verzamelobjecten’. De verzamelobjecten zijn opnieuw een terug gebracht onderdeel van de oude WSNOI-site. Daar kon je voor de Huizensite stadsvoorzieningen verdienen. Dit deed je door voor jouw bedrijfje stenen te verzamelen met de symbolen van de Chinese Horoscoop. Die kreeg je dan steeds uitgekeerd op het moment dat je een bepaalde combinatie van stenen in jouw bezit had. Dus dat was niet een kwestie van wachten tot je 12 stenen had en dan was je er wel. Nee, je moest echt zorgen dat je een bepaalde set bij elkaar had gevonden zoals: PAARD, PAARD, GEIT, HAAN, HAAN, SLANG, VARKEN. En dan kreeg je daar bijvoorbeeld een speeltuin of een kerk voor.

Nu gaat het er bij de verzamelobjecten juist wel om dat je van één thema precies alle items een keer in je bezit hebt. Dan heb je je collectie compleet en staat er een leuke beloning tegenover. In de regel zal die bonus bestaan uit een aantal vaste sterren. Voor de paaseieren zijn dat er 10. Deze roodkleurige sterren zijn een zeer zeldzaam en een waardevol spelobject op WSNOI. Want hoe meer vaste sterren jij in je bezit hebt, hoe groter je maandelijkse voorsprong is in het spel Tycoon van de Maand.

Meerdere collecties

Op dit moment zul je alleen nog kunnen gaan zoeken naar paaseieren, maar daar komen later nog nieuwe collecties bij. Te denken valt aan: Chinese Horoscopen, krantenknipsels uit de Tycoon Newspaper, portretten van haar verslaggevers, Gekalibreerde Gedrochten, steampunkvoorwerpen en nog héél veel meer.

Het avontuur is echt niet zonder gevaren; onderweg zul je vele andere extraatjes vinden, zaken die je voorheen ook al kon tegen komen op de site. Zoals navelpadden, dieven, boobytraps en financiële tegenvallers. Ook zij zitten in de maanden Maart en April verstopt in de eieren! Op WSNOI mag je elke dag maximaal 10 pakketjes zoeken. De paaseieren nemen nu de plaats van die pakketjes in. Zaak is dus dat – wil je je paaseierencollectie compleet krijgen – je het beste elke dag even op WSNOI kunt inloggen om tussen die 10 paaseieren die felbegeerde creaties te vinden van de Paashaas.

Je vindt de ‘Verzamelobjecten’ als menuonderdeel op WSNOI door eerst in te loggen op de site. Pas dan verschijnt het onderdeel ‘Pakketjes’, net boven de link naar de Tycoon Newspaper.

(* = Zie ook het WSNOI-spel Traditionele Hangman ‘Lintje voor Easteregg vinden’)

By karelriemelneel | March 13, 2012 - 8:57 am - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

image by Kamermuziekfestival Den Haag, edited by Gsorsnoi

Bestaat uit: “Een gevoelig onderwerp aansnijden” & “Een gevoelige snaar raken”

Uitgesproken door: Gsorsnoi

Datum: donderdag 26 januari 2012

By tinusicket | March 6, 2012 - 7:00 am - Posted in Eindelijk uitgeworteld, Nederlands, Retourtje naar hier en terug, Scherpe Blik

RONDE 4: 1e aanwijzing

Deze tiende ‘Waar ben ik?’ is vooralsnog even de laatste, dat wil zeggen in deze frequentie. En voor die gelegenheid heb ik extra mijn best gedaan om hem flink moeilijk te maken. TinEye, een internetprogramma waarmee je de ‘identiteit’ van afbeeldingen kunt opzoeken, heeft het mij dan ook niet makkelijk gemaakt. Wil ik namelijk een goede opgave hier kunnen plaatsen, dan moet ik zorgen dat TinEye mijn afbeeldingen niet kan herleiden tot de fotomateriaal dat op het internet huist. Deze plek trekt een hoop toeristen, wat mij ertoe heeft gedwongen een foto te kiezen waar wat minder herkenbare elementen bevat. Eens zien of jullie met deze sumiere informatie toch weten te duiden waar ik ben!

De regels zijn ongewijzigd en hier na te lezen.

Succes met raden!

1e aanwijzing: Deze bergketen wordt vaak genoemd als ‘s lands voornaamste leverancier van groene thee.

Pot voor deze foto: 90 sterren, toegekend aan BoB.

By tinusicket | February 28, 2012 - 9:21 am - Posted in Eindelijk uitgeworteld, Nederlands, Retourtje naar hier en terug, Scherpe Blik

RONDE 1: Niet uitgezoomd

De ‘Waar ben ik?’ van de laatste keer was wellicht iets te dicht bij huis gekozen. Voor de locatie die jullie dit keer kunnen raden gaan we daarom weer even een flink stuk de wereld rond. Het moet toch een beetje een uitdaging blijven, niet waar? Aanwijzingen vooraf krijgen jullie dan ook niet meer. Ga maar lekker puzzelen.

De regels zijn ongewijzigd en hier na te lezen.

Succes met raden!

Pot voor deze foto: 200 sterren, toegekend aan J.M. Leblanc.

By gsorsnoi | February 24, 2012 - 8:38 am - Posted in Duimzuigerij, Een portet van ..., Nederlands, WSNOI

image by TheDarth, edited by Gsorsnoi

Met Karel Riemelneel begint de Tycoon Newspaper aan een nieuwe reeks artikelen. In deze serie belichten we de achtergronden van de fictieve personages die op WSNOI en vooral de Tycoon Newspaper al meer dan eens van zich hebben laten horen, maar waarvan het wel eens prettig is om er ook een gezicht bij te zien. Daar deze personen natuurlijk niet echt bestaan en dientengevolge er geen beeldmateriaal van hen te schieten valt, is gebruik gemaakt van foto’s van figuren waarop zij gebaseerd zijn (hiernaar refereert ‘modelpersoon’ hieronder). Al deze portretten zijn in feite groeiartikelen, want zodra een personage zich verder ontwikkelt op deze site, is het ook wenselijk dat dit artikel daarop bijgewerkt wordt. Zo is het voor mezelf ook te gebruiken als handvat om niet per ongeluk van het bedoelde personage af te wijken. We leiden deze artikelen even kort in met een beknopte personalia waarna we dieper inzoomen op hun oorsprong en hun betekenis voor WSNOI en de TN.

Personalia: Graaf Schaurig.

Functie: Überschurk in rijk van WSNOI. Staat niet bij de Tycoon Newspaper op de loonlijst.
Andere namen: Ignatz Schaurig, ‘de (verschrikkelijke) graaf’.
Oorsprong naam: ‘Schaurig’ staat in het Duits voor ‘verschrikkelijk’ of ‘afschuwelijk’, vandaar ook zijn bijnaam ‘de verschikkelijke graaf’.
Modelpersoon: Darth Sidious (fictief personage uit Star Wars)
Eerste oer-artikel: Alhoewel niet zelf geschreven: De geladen geboorte (Onlangs ook gepubliceerd in de online versie van de Tycoon Newspaper).
Eerste online-artikel: Opnieuw niet één die hij zelf schreef, maar het eerste online artikel waar hij zelf in voorkwam was Navelpad Mysterie (5): Het zakhorloge.
Uitspraken: “Welterusten stad die zijt gedoemd. Sluit U beide ogen en slaapt lekker. Want één bliksemschicht is voor Frank Groot und Stein Klein die wekker…” uit De geladen geboorte

Lugubere avontuurtjes waren één grote grap.

Dat Graaf Schaurig op een hele eigenaardige manier in de wereld van WSNOI terecht is gekomen, mag duidelijk wezen. Je hoeft er het Portret van Kornelis Oflook maar op na te slaan en veel wordt duidelijk over de totstandkoming van dit gruwelijke personage. Kornelis schreef De lugubere avonturen van Graaf Schaurig die tot noch toe bestaat uit de vier hoofdstukken: De geladen geboorte, De pik-in-pas, De ondankbare waanzinnen en Het stralende ochtendhumeur. Daarvan is vooralsnog alleen het eerste hoofdstuk online gepubliceerd. Mocht het erop uitkomen dat de andere hoofdstukken ook opnieuw in de Tycoon Newspaper worden uitgebracht dan zullen deze naar alle waarschijnlijkheid eerst drastisch worden herschreven. De voornaamste reden daartoe, komt door het feit dat de verdere verhaallijn niet bijster serieus is aangezet en het veel flauwe verwijzingen bevat naar bestaande figuren of andere fictieve verzinsels. Zo wordt er in het tweede avontuur al meteen gesproken over burgemeester Gherman Brøt, die door de graaf voor flapkötel wordt uitgemaakt. Frank Groot en Stein Klein, die nog maar net op de operatietafel gecreëerd zijn, krijgen de opdracht om de dorpelingen van Brommeldam van hun bezittingen te beroven om vervolgens de burgemeester aan Graaf Schaurig uit te leveren (verderop in het verhaal blijkt Brommeldam ineens een stad te zijn, zodat de inwoners aanspreken met ‘dorpelingen’ niet helemaal juist lijkt te zijn). De twee nieuwbakken creaturen kijken elkaar daarop stomverbaasd aan en keren zich tegen hun schepper. Ze beroven hem daarbij van zijn PEN-pas (Pick en Nick-pas) en vluchten het slot uit om die ergens in het dorp/de stad zijn rekening te kunnen plunderen. Over het nodig zijn van een eventueel PEN-code wordt geen woord gerept. Onderweg naar buiten kiezen beide figuren hun eigen route. Stein Klein komt daarbij in een zaal uit waar hij een tafeltje aantreft met een doos bonbons erop. Verder zijn er in deze ruimte geen andere meubelen aanwezig en is de enige andere uitweg uit deze ruimte een piepklein deurtje dat niet hoger is dan de plint waarin het is aangebracht. Stein ziet dat er een tekst op het bonbondoosje staat en leest het hardop voor:
“Knibbel, knabbel, knuisje, knabbel aan deze bonbons en je wordt zo klein als een muisje”. Het laat zich raden wat er verder staat te gebeuren. Stein wordt na het eten van de lekkernijen zo mogelijk nog kleiner als dat hij reeds was en krijgt daarmee precies de grootte waarmee hij door het kleine deurtje zou passen. Aangekomen bij het deurtje begint het ineens zeurderig tegen hem te praten. Hij stelt zich voor als Dirk Eurwaarder en wijst Stein op de Zing-slot-sleutel die hij nodig zal hebben wanneer hij door het deurtje wil. En uiteraard, ligt die sleutel nog hoog boven Stein op het tafeltje waar hij eerder de bonbons van had gegeten. Verontwaardigd en in de hoek gezet begint de driftkikker in Stein te ontwaken en stort hij zich op het deurtje waarmee hij in gevecht raakt. Na het deurtje te hebben verbouwd tot een sigarenkistje treft hij tot zijn stomme verbazing aan de andere zijde van de deur Frank Groot aan. Niet begrijpend kijkt hij naar de reusachtige Frank op en vraagt hem hoe hij dat nou weer heeft geflikt. Frank verklaart zichzelf nader en vertelt hem dat hij Zeis Antigoon heeft ontmoet die hem in staat heeft gesteld om door muren te vliegen. De sukkel was zelf echter aan de andere zijde blijven hangen, omdat hij zijn wijnfles met een fles Baricardi had vervangen. En wie Suske en Wiske’s heeft gelezen weet natuurlijk dat Antigoon alleen met een wijnfles door muren kan vliegen (en dan moet het ook nog eens een fles wijn van een speciaal merk zijn).

Je zal inmiddels wel begrijpen dat ‘De lugubere avonturen van Graaf Schaurig’ nooit als een serieus verhaal zijn bedoeld. Het wordt alleen nog maar meer afgezaagd wanneer uit de volgende hoofdstukken blijkt wat de aanleiding is geweest Frank Groot en Stein Klein op Brommeldam (hoofdstad van Bromelia) af te sturen. Graaf Schaurig heeft eerder in de Tycoon Newspaper gelezen dat prinses Maximé Zorgvreter naar Bromelia zou komen. Zij is van Armentiniaanse afkomst en zal in Brommeldam trouwen met prins Wilhelm Booszhaard. Graaf Schaurig zelf valt natuurlijk ook als een blok voor deze betoverend mooie prinses en is vastberaden haar hart voor zich te winnen. Maar bij uitblijvend succes spreekt hij een vloek uit over de hoofdstad die daarop voor vijf jaren achtereen door noodweer wordt geteisterd. Niets anders dan regen, wind en onweer houden de stad jarenlang in hun greep. In de tussentijd creëert de graaf zijn eerder besproken schepsels die vervolgens als geboren kleptomanen en vernielzuchtige creaturen de ellende in Brommeldam alleen maar moeten vergroten.

Na het verklappen van de volledige synopsis van zijn tot noch toe geschreven lugubere avonturen snap je vast wel dat ik er nog niet eerder voor heb gekozen die andere drie hoofdstukken online te zetten. Mogelijk doe ik dat ooit alsnog, maar dan wel in een drastisch herwerkte versie.

Mijn slechte ‘ik’.

Om maar meteen met de deur in huis de vallen: ik ben eigenlijk helemaal niet zo’n lief mannetje als sommige mensen misschien wel denken. En laten we nou eerlijk zijn, we hebben allemaal wel zo onze minder fatsoenlijke facetten, of niet dan?
Gelukkig voor mijn omgeving komt mijn slechte kant vooral naar boven door het delen van mijn boosaardige meningen en ander duimgezuig via deze webkrant. Waar ik in het ‘echte leven’ geweldig mijn best doe om mij zo keurig mogelijk te presenteren, gaan op de Tycoon Newspaper alle remmen los. Wat niet uitsluit dat ik buiten mijn schrijvende hobby ook in het dagelijkse leven wel eens een steekje wil laten vallen. Hier op het web schrijf ik morbide verhalen over de meest gruwelijke monsters, vertel ik over de ziekste verwikkelingen in moordzaken en teken de meeste afstotende beschrijvingen op over hoe padden in navels kruipen. In het Navelpad Mysterie lees je onder andere hoe de hoofdpersoon brokken kots uit zijn ogen wrijft nadat een vrouw, die door de duivel bezeten lijkt, opzwelt tot een circusbal en geboorte geeft aan een volledig leger van duizenden kleine padden. En dat is dan alleen nog maar mijn ‘plastische kant’, een akelige zijde die ik overigens wel erg graag en vaak aan jullie wil laten zien.
Graaf Schaurig is in dat rijtje voor mij de belichaming van het kwaad zelf. Hij vertegenwoordigt mijn meest duistere kant en geeft daarbij uiting aan alle zieke fantasieën die een mens maar kan hebben. Weet wel dat ik mij in zijn zwartgalligheid nu en dan wel zo ver laat meeslepen dat ik het dikwijls laat gebeuren mijn eigen normen en waarden te overschrijden. Het begint met het zombificeren van bekende Nederlanders en andere enigszins roemvolle personen door gemuteerde padden in hun navels te laten kruipen, met het uitbraken van een huiveringwekkende stroom padden uit het lijf van een hoogzwangere Japanner zal het nog niet eindigen. Als ik er aanleiding toe zie om nog zwaardere moreel verwerpelijke elementen in te voegen in het Navelpad Mysterie dan zal ik niet schromen dat te doen.
Waar anderen hun donkerste schaduwzijde opzoeken in het spelen van oorlogspellen of ervoor kiezen hun boosaardigheden in praktijk te brengen, geef ik er de voorkeur aan om het slechtste in mijzelf van me af te schrijven. Als ik mijn agressie kwijt wil of wraak wil nemen op de wereld vanwege het eventuele leed wat mij is aangedaan, dan heb ik daar hier mijn plek voor gevonden. Dat is wel zo veilig voor mezelf, maar ook voor een ander. En ja, ik geniet er best van om machtig te zijn, veel geld te verdienen op een wijze die niet geheel correct is verkregen en te heersen over een rijk waarin eenieder naar mij heeft te luisteren. Niet voor niets heb ik mezelf de God van alle beschavingen gedoopt. Maar als ik mezelf hier dan zo zie zitten en mijn gedachten laat gaan over de uitvoerbaarheid en mijn motivatie om een dergelijke ambitie in praktijk te brengen dan word ik al moe als ik er aan denk. Bovendien kan ik schaamteloos zeggen dat ik daar een te goed mens voor ben. Dus ach, laat mij maar lekker omgeremd mijn gang gaan in dat zieke fantasiewereldje van me, dan heeft geen mens daar verder last van.

Als een oude jas…

Met Graaf Schaurig stap ik in de huid van een gestoorde alchemist. Hij is het type schurk dat perfect past in het plaatje wat men heeft van een stereotype wetenschapper met kwaadaardige bedoelingen. Lex Luthor, Dr. Doom, Red Skull, Krang, Professor Moriarty ja en zelfs Joachim Sickbock en Gargamel gingen hem voor. Stuk voor stuk zijn het verderfelijke creaties uit een ongetwijfeld al even duister brein dat hen heeft vereeuwigd als kwaadwillende geniën. Toch past die laboratorium jas Graaf Schaurig beter. Naar het beeld van Albert Einstein en Nicola Tesla is deze graaf een uitstekende kandidaat als krankzinnige geleerde. Bejaard is hij dan nog net niet (hij moet even oud worden geschat als Kornelis Oflook), met zijn slecht verzorgde uiterlijk, wit piekhaar dat alle kanten uit staat en Duitse tongval heeft hij enkel nog een bouwvallig slot nodig en een laboratorium waar hij zich naar hartenlust op zijn uiterst grimmige experimenten kan storten. Een betere vergelijking dan die met doktor Victor Frankenstein kun je haast niet trekken. Het behoeft geen uitleg waar je hier de overeenkomsten moet vinden. De verschillen zijn zo mogelijk nog interessanter. Ignatz Schaurig is een graaf. Vraag me niet hoe hij dat is geworden, daar heb ik vooralsnog geen zinnige theorie over, maar het is er wel eentje die kan vliegen doordat hij zich kan veranderen in een vleermuis. Goh, waar hebben we die eerder gehoord? Afijn en zo kom je vanzelf bij Graaf Dracula terecht. Nee, Graaf Schaurig zuigt dan nog net geen bloed. Hij haalt het alleen onder je nagels vandaan.

Kiezen voor donkere krachten

Tussen al dat schoelje missen we dan nog steeds één ultieme valsaard die het plaatje compleet moet maken. Hij is voor mij de grote inspiratiebron geweest om daarmee het meest goddeloze naar boven te krijgen in deze van oorsprong goedaardige Graaf Schaurig. Evenals met J.K.Rowlings Severus Sneep is ook onze graaf in zijn jeugd een brave borst geweest. Het zijn de gebeurtenissen die vanaf dat moment in zijn leven zijn gekomen die hem hebben gemaakt tot wat hij is vandaag. Hoe die historie zich precies verhoudt ga ik nu uiteraard nog niet verklappen, maar zeker is wel dat hij op bepaalde punten in zijn leven veel aan de verleiding heeft bloot gestaan om te kiezen voor het slechtste in zichzelf. Het is een prominent thema dat je terug ziet komen in de filmserie Star Wars. Anakin Skywalker heeft in die zin een vergelijkbare jeugd gehad. Dat wat tot hij na alle rampspoed die hem op zijn pad kwam de personificatie van de Dark Force zelf ontmoette. Het zal inmiddels niet meer verbazen dat Darth Sidious aka The Sith Lord model heeft gestaan voor het meest godvergeten karakter van WSNOI.

Uitgekotst door de maatschappij  woont Graaf Schaurig in een kasteel midden in een groezelig bos dat drie keer de omvang heeft van Central Park en wordt omarmd door de metropool Gohes City. Het wachten is op het moment dat zijn kwaadwillende brein zijn nieuwe wraakzuchtige plannen tentoonspreidt.

Graaf Schaurig kent geen eigen werken. Toch zijn er een aantal werken waarin zijn optreden prominent genoemd mag worden:

Daarnaast zijn er een aantal artikelen waarin hij slechts zijdelings even wordt aangehaald:

Portret van de volgende maand: Kerbert Rent.

By tinusicket | February 21, 2012 - 12:23 pm - Posted in Eindelijk uitgeworteld, Nederlands, Retourtje naar hier en terug

RONDE 1: Niet uitgezoomd.

We zijn weer toe aan een volgende ‘Waar ben ik?’. Dit houden we in deze frequentie nog wel even vol tot de tiende editie. Daarna zien we wel even verder. Gsorsnoi, mijn werkgever moet al die tripjes ook nog kunnen betalen. Mij hoor je niet klagen!

De bezienswaardigheid die we deze keer zoeken, is weer van een heel eigen kaliber. Toch verwacht ik niet dat hij heel moeilijk is. En zeker niet als ik je vast de aanwijzing mee geef dat dit gebouw naast een bekend water staat.

De regels zijn ongewijzigd en hier na te lezen.

Succes met raden!

Pot voor deze foto: 200 sterren, toegekend aan BoB de Winter.