By karelriemelneel | September 23, 2010 - 12:33 pm - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit: “Dat begint mij op te breken” & “Dat begint zijn tol te eisen”

Uitgesproken: Gsorsnoi

Datum: donderdag 5 augustus, 2010

image by Trodel and zakwitnij, edited by Gsorsnoi

Contouren vervaagden. De werkplaats van Theo werd langzaam uit haar verband gerukt. Ruimte ontstond daar waar de moleculen zich van elkaar verwijderden. Het ogenschijnlijk doodgeslagen interieur verloor de samenhang, leek in mist op te lossen en verdwenen vervolgens compleet. De Reuze Navelpad werd zwevend achtergelaten in een zwart universum zonder sterren.

Hij zweefde er rond als een astronaut die het contact met het moederschip verloren had en aan de grillen van ruimte was overgeleverd.
Niets dan zwart was wat hij zag. Voor hem, naast hem, achter hem … ja zelfs onder hem waar langzaam zijn benen vorm begonnen terug te krijgen was er helemaal niets.

Zijn ogen waren groot en wijd bij het aanschouwen van al deze onnoemelijke leegte. Hij bekeek zichzelf nog eens en bedacht zich dat hij zichzelf in feite kon zien. Dat verbaasde hem. Hij hoefde geen groot ontwikkeld mensenbrein te hebben om te bedenken dat er licht nodig was om iets zichtbaar te maken. Dus waar kwam het licht dan vandaan? Voor wat hij om zich heen kon zien, zag hij geen lichtbronnen zoals sterren. Laat staan een spotlight.

Kortom: wat is dit voor een ruimte? Waar was hij in beland? Was dit zijn eindstation? Moest hij hier nu wachten tot hij van de honger stierf? Hij zou het nooit precies te weten komen.
De pad werd plotseling verrast door een flinke klap van een voorwerp dat hem maar net raakte. Een rood wolkje bloed maakte duidelijk dat hij zojuist in zijn schouder door iets scherps was geraakt. Pijn dreunde in zijn schouder door en eiste even alle aandacht op van zijn hersenen. Natuurlijk wilde de pad weten hoe hij door iets geraakt kon zijn in een omgeving waar volgens zijn eerste overtuiging helemaal niets was.
Zijn ogen volgden de draaiende beweging van een boogschutterspijl die snel uit zijn zicht bewoog.
En “BENG!” de pad stootte zijn hoofd tegen het hout van de boog die de pijl achtervolgde.

Terwijl de pad uit zijn bewustzijn weggleed schoten meerdere voorwerpen rakelings aan hem voorbij die net als hijzelf in het zakhorloge waren gezogen.
Het werd nu echt zwart voor zijn ogen.

Op het moment dat hij weer tot zijn positieven kwam, moest hij direct in actie komen. Een glimmend samuraizwaard boorde zich op enkele millimeters van zijn hoofd in een zacht metalen ondergrond. Metaal krulde op onder een kort scheurend geluid. In een reflex had de pad zijn hoofd opzij gedrukt.
Boven hem grijnsde Frank Groot vol haat naar opzij en trok het samuraizwaard met één flinke ruk uit de operatietafel. Klaar om een doodsteek toe te brengen aan zijn tegenstanders bracht hij het zwaard met beide handen omhoog. Juist op het moment dat hij wilde toeslaan werd hij daartoe belet door schoenmaat 43.
Een volledig in het zwart gehulde gedaante had zijn rechterbeen vol naar voren gestoken in een vliegende kick waardoor Frank’s jukbeen inscheurde en de huid erboven paars deed opkleuren. Klodders speeksel en bloed vlogen over de operatietafel heen zodat het de pad besmeurde. De getroffen Frank verloor zijn grip op het lemmet en dook in de lucht ineen. In zijn vlucht werd hij gevolgd door de ninja die met zijn volle gewicht bezig was om dit monster tegen een paal te laten belanden.

Onder het vechtende duo trokken twee armen zich over elkaar in een poging zich te beschermen. Er was nog iemand in deze ruimte die getuigen was van deze vechtpartij. Hij probeerde zich te weren door zijn armen te strekken zoals je zelf ook zou doen wanneer je bijvoorbeeld een aanrijding zou hebben.
Hij was de man die eerder ook in deze situatie naast de pad had gelegen. De pad realiseerde dit zich  en schoot op om zich ditmaal van de identiteit van de man te kunnen overtuigen. Hoe het kon dat de pad ineens op deze plek terecht was gekomen snapte hij niet, maar dat was nu even niet van belang. Wie was die onbekend man die mogelijk zijn naamgever was?

Helaas voor de pad had Frank de paal zien aankomen en had zich in Jackie Chan-stijl om het obstakel heen gebogen, zodat hij er vol omheen draaide. Het gaf hem voldoende vaart om terug in de richting te zwaaien van de operatietafels en knalde daarbij tegen de operatietafel aan die naast die van de pad stond opgesteld.
De hele beweging en het afgeschermde gezicht maakte het de pad opnieuw onmogelijk om de identiteit van deze man te achterhalen. Hij tuimelde met de tafel omlaag en werd begraven onder het witte laken waar hij al deels onder lag.

Tezamen met de operatietafel die door de impact van Frank omver sloeg, werd ook de tafel van de Navelpad omver getrokken. De pad viel, maar wel wat langzaam. Hij mocht de onbekende man nu wel niet kunnen zien, hij kreeg alle tijd om te zien hoe de ninja Frank Groot een nieuwe trap zou verkopen.
Frank was erg groot van gestalte, zodat het geen wonder was dat hij de tafel omver zou duwen. De pad keek achter op zijn rode kruin die met vol geweld tegen de zijkant van de tafel was beland.

De ninja zweefde er vals boven. Ook hij was volkomen onherkenbaar door de zwarte kleding waarin hij van top tot teen gehuld was. Alleen zijn ogen waren zichtbaar. Zijn armen en één been had hij omhoog getrokken en zou Frank zomaar een genadeklap kunnen hebben gegeven met trap die hij in de kraanvogel-stijl in voorbereiding had.

Het beeld vervaagde echter en werd opnieuw in pixels uit elkaar getrokken. Terwijl het geluid van deze scene verstomde werd dat van veel brekend glas duidelijk hoorbaar.
Blauwe schimmen verschenen op de plek waar de Reuze Navelpad eerder getuige was van het gevecht tussen de ninja en Frank. De pad had zonder het echt te beseffen een tijdreis gemaakt waarbij hij de tijdlijn had doorkruist van het moment vlak nadat hij zelf op de operatietafel had gelegen.

Hij was in deze tijdreis aangekomen op zijn eindbestemming: een riool ergens onder de straten van Gohes City. De blauwe schimmen werden duidelijker zichtbaar.

Honderden misschien wel duizenden blauwe padden stormden door het riool op de Reuze Navelpad af.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Vlieg op!
Volgend hoofdstuk: Duisternis in licht

By karelriemelneel | September 15, 2010 - 12:32 pm - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit: “Ik kan het niet bijbenen” & “Ik kan het niet bolwerken”

Uitgesproken door: Peter Visser

Datum: vrijdag 3 september, 2010

image by Burning Image, edited by Gsorsnoi

Het kopje van de Reuze Navelpad gonsde flink nadat hij weer een beetje tot zichzelf kwam en zag dat hij zich naast de hefboom op de vloer bevond. Letters van wel honderd bekende Nederlanders dwarrelden door zijn hoofd zodat hij niet langer wist tot wie ze behoorden. MjikierKWhaRroacdrucaealcd en ceapnsaucksshheserFenDDnoavrtnD schoten in de wirwar van letters aan hem voorbij. De logica van de bijbehorende woorden was in eerste instantie ver te zoeken. Voor zover je van logica kon spreken althans. Na flinke hersenpijnigingen kromde hij zijn gedachten en wist toen weer flarden van anagrammen van de eerste reeks te maken zoals Pekdraden, Dankspeech, Schande, Afschansen, Schaatsen en Snurf. Met enige moeite lukte hem dat ook met de tweede reeks, wat Caramel, Ecuador, Mauwde, Chakra, Draak, Harkje opleverde. Voor zijn gevoel sloeg dat eerst in elk geval nergens op. Deze anagrammen moesten incompleet zijn en konden misschien wel tot twee bekende Nederlanders tegelijk behoren.

Lang kon hij zich er niet druk om maken. Hoe hard moest hij wel niet tegen die hefboom geknald zijn geweest? Duizelig probeerde hij zich te verplaatsen en had daar grote moeite mee. Hij keek om zich heen en merkte direct hoe stil het in de werkplaats was. Hij keek om zich heen en kwam tot een schokkende conclusie. Onderdelen van diverse uitvindingen lagen overal en nergens en hadden hier en daar stil gehouden in de lucht. Onderbroken in hun vliegtocht richting de zakhorloges hadden ze halt gehouden. Maar dat kon toch helemaal niet? Had iemand ze soms opgehangen aan visdraden? Op het moment dat hij opzij keek naar de professor en Achmed wist hij het zeker: alles stond stil.

Achmed en Theo bewogen niet, maar toonden beide een wanhopige uitdrukking die met veel stemgeluid Nee naar hem leken te roepen. Maar ze waren spontaan van top tot teen bevroren. Achmed’s arm greep in het luchtledige naar de plek waar de hij in één van de zakhorloges moest zijn verdwenen. En niets bewoog. De paniek sloeg toe bij de Reuze Navelpad. In zijn gelaatsuitdrukking sprak het ongeloof door. Hij wankelde achteruit en voelde zich licht in zijn hoofd worden. Flauwvallen kon hij zich niet permitteren dus hij moest bij bewustzijn blijven om zijn verstand erbij te kunnen houden. Toch kreeg hij bij het draaien van zijn hoofd zowat een rolberoerte. Pal voor zijn neus hing de vlieg in de lucht. Het zwiepte daar zeer langzaam met zijn vleugels, net zoals bij een slow motion opname uit een documentaire. Dus blijkbaar was er toch nog wel iets wat er behoudens hemzelf in beweging bleef. Al was het bijzonder langzaam Het was die vlieg waarin hij eerder zijn interesse had getoond. Hierdoor had hij alles om zich heen vergeten en was hij in de etmaluur terecht gekomen.

Met dat besef draaide hij zich opnieuw om. Hij overtuigde zich van alles wat hij binnen de 360 graden kon waarnemen. Zijn hele lijfje bibberde. Woordeloos hakkelde hij wat stemgeluiden en leek volledig gegrepen door de meest beangstigende horror scene die je je kon voorstellen. Uit de nog altijd fel verlichtte zakhorloges die in de hefboom vastgedrukt zaten, stoken zijn beentjes half uit het uurwerk. En ze bewogen wanneer hij ze aanstuurde vanuit zijn hersenen.
“B-ben ik dood?” stamelde hij en realiseerde zich dat hij de enige was in dit universum dat zich op een gezonde snelheid bewoog. De pad beschouwde zichzelf en schrok zich een ongeluk toen hij zag dat zijn beentjes daar onderaan zijn weke lijfje in een wazige schim verdween. De confronterende gedachte of dit was hoe de dood eruit ziet, klonk in zijn hoofd. Alhoewel ‘dood’ de eerste gedachte was, maakte de omgeving duidelijk dat er iets heel anders loos was. Onwillekeurig trachtte hij zijn tenen te bewegen, maar kreeg daar beneden geen antwoord. Die respons kwam van zijn tenen die nog uit de etmaluur staken. De Navelpad bevond zich voor de helft in deze stille wereld en nog voor de helft in de ruimte en tijd waar Achmed en Theo aanwezig waren!

Nu zou het een goed moment zijn geweest om compleet gek te worden en het flinke uit te schreeuwen. In een horrorfilm zit je altijd op dat moment te wachten zodra het meest afschrikwekkende deel van de film zich presenteert. En wanneer dat gebeurt, dan ziet de regisseur van de film het liefst dat je met je handen over het hoofd diep wegduikt in de bioscoopstoel om te kreunen en te krijsen van afschuw. Ieder normaal mens zou met deze absurditeiten de relatie met de werkelijkheid hebben verloren en hebben willen vluchten. Maar dit was juist het moment dat er iets knapte bij deze pad. Zijn gillen bleef uit en hij werd bijna ‘gemaakt’ kalm. Zijn arm trilde toen hij deze tegen alle redeneringen in uitstrekte om naar het vliegje te grijpen. Het hing weerloos naast hem in de lucht, kon fladderen wat het wilde, maar zou altijd langzamer zijn dan zijn belager. Vier bruine vingers bogen zich over de vlieg en sloten zich.

“My precious.”
… nee … dit is geen hoofdstuk uit een film met hebberige Hobbits. De Reuze Navelpad was zijn eigen zenuwen aan het tarten terwijl hij een poging deed te begrijpen in wat voor wereld hij zich nu bevond. Zijn hand had zich gesloten en trok de vlieg naar zich toe. Tenminste … dat dacht hij. In werkelijkheid had de pad met zijn handje dwars door de vette vlieg gegrepen. En in plaats van de aanwezigheid van een vlieg in zijn hand, fladderde het traag verder in de lucht en werd door een onbekende kracht uit elkaar getrokken. Pixel voor pixel – zo zou je kunnen zeggen – trok de materie zich uit de vlieg los. Onze Reuze Navelpad keek om zich heen en zag dat de hele omgeving op die wijze uit zijn verband begon te vallen en in een boog opkrulde.
De voorwerpen om hem heen trokken geleidelijk weg en de pad zelf behoorde plotseling niet meer tot deze wereld. Hijzelf bleef in tact, zij het zonder zijn beentjes. En hij was de enige. De hele werkplek waarin hij zich bevond was bezig om zich als een tortilla op te vouwen!

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Etmaluren
Volgend hoofdstuk: Tijdje in de ruimte

[Update 08/09: artikel verbeterd, herschreven.]

By reuzenavelpad | September 4, 2010 - 2:00 pm - Posted in De anagrammen, Nederlands, Reuze Navelpad, Verbaal Genot

image by Emergency Photography, Robert McDon and jfpickard, edited by Gsorsnoi

Op de televisie word je ermee dood gegooid. En het zijn geen reclames!
Had je dit jaar geen vakantie gepland naar een verre reisbestemming of heb je met dat pokkenweer in Drenthe in je caravan niet naar studio sport wezen kijken? Dan kun je ze in elk geval niet gemist hebben.

Wat me wel bij sommige anagramverzamelingen is opgevallen is dat er soms een stukje verhaallijn in lijkt te zitten. Alsof het ene woord iets probeert te vertellen over het voorgaande woord.
Wat ook gebeurt is, zoals ik de vorige keer al eens heb gezegd, dat de anagram zo mooi bij het thema past, dat het bijna lijkt of die anagrammen ervoor geboren zijn. Bij de landelijke verkiezingen stuitten we ineens op Oh Belastingen Vreten, Onbetaalbare Roemers Sint en Stem Iets Frisa. Bij het zoeken naar 50-plussers vonden we de Maxi Zerk Zuil. En bij de dames met de grote borsten dreigde een beha in te storten!
Maar de meest treffende anagram vind ik nog altijd Der Witregels (naast de Loeiende Kegels).

Het spel is nog even vertrouwd als elke maand: ontdekt welke bekende Nederlanders er zitten verstopt in de anagrammen en zorg ervoor dat jij de navelklopper wordt! 

Succes met ontanagrammaniseren!

  • Kelners In Bamibal (geraden door BoB)
  • Belastbaar Nasi Ei (geraden door BoB)
  • Hijzelf Jonkheer Afdansen (geraden door BoB)
  • Vet Soldeerhars In (geraden door BoB)
  • Soldering Stofje (geraden door BoB)
  • Nagelaten Minirok (geraden door BoB)
  • Ongeklede Elise (geraden door BoB)
  • Verlam Nuances (geraden door BoB)
  • Ukelele Bad Wriemel (geraden door BoB)
  • Anglicisme Gromt (geraden door BoB)
  • Verwarrend Qua Liefde (geraden door BoB)
  • Gierig Villa (geraden door BoB)
  • Halve Poen Revu (geraden door BoB)
  • Iemand Vult Hosqu In (geraden door BoB)
  • Verwoei Tentdak (geraden door BoB)
  • Korst Orkanen (geraden door BoB)
  • Veegde Gorilla Aan (geraden door BoB)
  • Bruinvis Hangwanglel (geraden door BoB)
  • Geriater Hijsmus (geraden door BoB)
  • Gespamd Brinken (geraden door BoB)
  • Mavo Queen Vrinden (geraden door BoB)

Met vriendelijke reuzel,

Navelpad

PS: Er zitten geen bewuste pluisjes in de opgave van deze maand, maar er is wel een anagram van een vreemde eend tussen beland die zo op haar eigen manier iets met het thema te maken heeft. Liefhebbers zullen haar zo herkennen.

By karelriemelneel | September 2, 2010 - 1:48 pm - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit: “weten hoe de vork in de steel steekt” & “kennis van zaken hebben”

Uitgesproken door: Peter

Datum: donderdag 2 september 2010

By karelriemelneel | August 31, 2010 - 12:10 pm - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit:  “overhoop halen” & “op de schop gooien”

Uitgesproken door: Budy

Datum: vrijdag 13 augustus 2010

“Haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan ziet u pas scherp genoeg om die splinter uit het oog van de ander te halen” (Mattheüs 7:3-5).
Dat zal ik vast nog vaker horen wanneer ik op de schrijffouten van een ander let en zelf schreivouten bij het leven maak. Contamineren doe ik ook zonder schaamte.

Maar de schreivout die ik heb gevonden in het artikel “Grote mensen verkeer” van mijn collega reporter Johan  vond ik wel zo leuk, dat ik het niet kan laten er een artikeltje aan te wijden. Dus zondig ik maar weer. Overigens gaat het me hier niet zozeer om een letter die abuis was op een velletje. Het is het velletje plastic dat ik fel begeerde.

“Wat bedoel je eigenlijk met: ‘vel begeren’?” werd hem terecht gevraagd. Of bedoel je misschien toch ‘fel begeren’? En dan die comment die ene Blik op de weg maakte op hetzelfde artikel: “een vel roze stukje plastic”. Weten we misschien wat daar de achterliggende gedachte van was?

Het antwoord is betrekkelijk eenvoudig:
Mijnheer Veenhof leefde waarschijnlijk nog in de veronderstelling dat ik mij bij de gemeente kon melden om vervolgens weer naar buiten te lopen met het ‘roze papiertje’. Een vel papier van een welbekende kleur waarmee je naast jezelf ermee legitimeren ook in een vehikel van een zeker type mag stappen, om er de weg mee op te gaan. Of zo je wilt: om je ermee te begeven in het Grote mensen verkeer. Oeeeehhhh!!!
De ambtelijke molen is er sinds het verdwijnen van berenvelletjes niet sneller op gaan draaien. Tegenwoordig moet je vijf werkdagen wachten tot het plastic is gefabriceerd (als ze open zijn!).

Beste Johan, de tijden zijn inmiddels iets veranderd.
Eén Blik op de weg maakt duidelijk dat ze die roze bewijsjes tegenwoordig soms uitdelen aan mensen, waarvan je kunt afvragen of je ze al op een (bak)fiets aan het verkeer kunt toevertrouwen. Dat terwijl nog relatief jonge honden, maar ervaren, zoals ikzelf er jaren voor hebben moeten zwoegen om de instanties duidelijk te maken dat ik best voorzichtig en netjes kan rijden.
Was 70 lessen niet genoeg?

Wat ‘plastic’ nou toevoegt aan dit felbegeerde bewijsje, is mij nooit helemaal duidelijk geweest. Kan ik mijn onlangs verkregen rijbewijs er straks misschien mee opwaarderen tot BE als ik hem langs een automaat houd?

image by Gsorsnoi, edited with DAZ3d and Photoshop

Achmed wierp de professor een kwade blik toe en eiste een antwoord op de vraag:
“Theo, WAT is de ‘etmaluur’?”
Hij wilde Theo bij zijn vest pakken om het antwoord uit hem te schudden, maar hij had Theo niet binnen zijn bereik. Daarbij had hij wel wat anders aan zijn hoofd. Juist wanneer hij op hem af wilde lopen, dook hij op de grond om te voorkomen dat een losgerukte bronzen plaat zijn hoofd op enkele millimeters voorbij vloog.
“Ai!” bracht hij uit, legde zijn hand op een snee op zijn schouder en keek de plaat verschrikt na die zich even later in het zakhorloge boorde en verdween. Hij vloekte en bedacht zich dat zij in het huis van Theo nog geen minuut veilig waren geweest en rustig een gesprek hebben kunnen voeren. Het volgende wat Achmed moest ontwijken was een percolator hete koffie die als een geleide projectiel met hete inhoud op hem was afgekomen. Enkele hete druppels morsten er op zijn vingers zodat hij weer een kreet van pijn uitte.
“Achmed!” schreeuwde Theo vanonder het Perpetuum Mobiel hem toe. Hij had beschutting gezocht om niet ook gemarteld te worden door rondvliegend huisraad en had de pad bij zich.
“Ga daar weg! Houd jezelf laag en zoek beschutting.”
Met zijn hand gebaarde hij met korte zwaaibewegingen om ook onder het Mobiel dekking te zoeken.
Veel andere keus leek hij niet te hebben en maakte dat hij wegkwam uit de toenemende straal van rondvliegend huisraad en onderdelen van uitvindingen. Een serie pannen uit Theo’s bescheiden keukentje verloren de grip op de haakjes waaraan zij waren opgehangen. Achmed slipte over de gemorste koffie en struikelde daardoor. De confrontatie met de grote soeppan werd hiermee onvermijdelijk gemaakt. TOINK klonk het een paar keer en je zou denken dat iemand de gong had geslagen. Achmed trok een cartooneske grimas en verloor mogelijk één of twee kiezen.

Theo en de pad hadden meer geluk gehad. Zij waren eerder in staat geweest zichzelf te verbergen. De zakhorloges – of etmaluren – hadden in elkaars nabijheid vanuit het niets een enorme en nog altijd toenemende kracht opgebouwd. Langzaam verloren de zich daar omheen bevindende voorwerpen de strijd met hun eigen krachten waarop ze bruut werden losgetrokken en aangezogen door de zakhorloges. Zodra de voorwerpen zich op de zakhorloges stortte volgden lichtflitsen en verdwenen zij in de uurwerken.

“Oh, mijn etmaluur had een verbeterd zakhorloge moeten zijn dat ongelijke kalenderdagen moest compenseren” stak Theo direct van wal toen hij zijn gehavende vriend in beschutting trok. “Het was een hobbyding waarmee ik een nieuw succes wilde boeken. Geen gezeik meer met het doordraaien van de wijzers wanneer de maand minder dan 31 dagen heeft. Oh eigenlijk …”
“Hou op!” Achmed deed waar hij zojuist al naar verlangde en trok de vest van de professor in zijn gespierde vuist. Hij wees naar de zakhorloges die zich als kosmische magneten gedroegen en duidde:
“Ziet dat eruit als een onschuldig horloge dat dagen compenseert? Nou?”
“Oh, correctie … het zijn er in wezen twee. Zie je, aan de andere kant…”
Theo voelde hoe Achmed zijn greep krachtiger maakte en onderbrak hem.
“Als we niet uitkijken compenseert dat geval dadelijk elke minuut die wij nog leven. Dus maak er vlug een eind aan!”

Paniekerig schoten de kraaloogjes van Theo heen en weer. Hij hield zijn handen slap en gebogen voor zich als een pup die om een worstje smeekte, maar eigenlijk bibberde hij van angst. Dit was meer omdat hij zich geen andere houding kon aannemen daar hij vastgeklemd zat in de greep van de beursgeslagen Achmed.

De pad, die zich al die tijd braafjes stil had gehouden, kroop plots voorzichtig onder een houten balk vandaan van de tafel waarop het overgrote deel van het Mobiel bevestigd zat. Tussen al het rondvliegend materiaal was zijn aandacht getrokken door een vliegje dat door de zuigende kracht in een reageerbuisje was beland. Samen met het buisje zat het vliegje geklemd achter een willekeurige andere uitvinding van Theo. Als een jonge poes die met grote ogen zijn eerste eigen kleine jacht oefende, kwam de pad schuchter naar voren. Had hij een staart gehad, dan had je hem duidelijk kunnen zien kwispelen.

“Oh, het moet door de kortsluiting in de Zwarte Golf zijn gekomen,” bedacht de geleerde zich ineens en wierp een blik op het grote aluminium apparaat dat nog altijd één derde van de ruimte in beslag nam maar ook langzaam beplating en onderdelen begon te verliezen.
”De bundel zwart licht die het genereerde, heeft zich daar verzameld doordat ik zonlicht in het apparaat heb opgevangen met behulp van spiegels op mijn dak …” Theo moest plotseling gorgelen en proesten, omdat Achmed zijn geduld verloor.
“Mijn dak kun je op! Bewaar die uitleg voor later Theo. Laten we eerst die … dat … die rare dingen uitschakelen.”
Het was alleen al te laat. De etmaluren hadden te veel krachten opgebouwd. Ze dreigden alles om zich heen op te zuigen. En hoe meer ze aan materiaal leken op te zuigen, hoe intenser de krachten werden. De woning en werkplaats begonnen te kraken. Stof werd zichtbaar waar de houten planken van het huis braken en langs elkaar schoven. Het keukentje scheurde in zijn voegen en leek enkele centimeters naar voren te schuiven. Plotseling stortte er een onlangs gerepareerd dakdeel naar beneden. Het kreeg geen kans om in stukken op de vloer uiteen te breken, maar vloog rechtstreeks naar de twee zakhorloges die nog altijd in de bronzen hefboom verzonken lagen. Licht verdween waar zwarte wolken verschenen. Was dit de apocalyps in de maak? Waren dit eigenlijk wel wolken? Of keken we naar een afwezigheid van licht? De etmaluren bleven zichtbaar, maar diverse zwarte slierten hadden zich in de ruimte gemanifesteerd en kringelden rondom het centrum waar al het materiaal naartoe vloog en verdween. De werkplaats kraakte en kondigde haar verval aan.
De vrienden bezagen hoe de pijl en boog achtereenvolgens met nog wat losse onderdelen over hun hoofden schoten. Splinters volgden. Het Perpetuum Mobiel begon nu duidelijk ook aan stabiliteit te verliezen. Het was het begin van een nieuw gevaar: de beschutting die was gevonden van de uitvinding begon los te breken.

Bliksem schoot door het vertrek. Het leek te dansen door de zwarte slierten alsof het gebonden was aan een meertrapstransformator. De werkplaats was omgetoverd tot een heuse tesla coil. Schichten verschenen om beurten en hadden allen de etmaluren als middelpunt.

In de spiegeling van de ogen van de Reuze Navelpad was te zien hoe de vlieg met grote moeite trachtte uit het reageerbuisje te ontsnappen. Hoe onverstandig dat ook zou zijn. De pad kroop naderbij en waagde zich daarmee ietwat de dicht in de buurt van de etmaluren. Tot op dat noodlottige moment dat de etmaluren nog weer meer kracht hadden gewonnen en zo vat kregen op het bruine lijfje. De achterpoten schoven weg, zonder dat hij ze had aangestuurd dat te doen. Veel tijd om aan zijn fout te denken had de Navelpad niet. Abrupt werd hij weggetrokken naar één van de zakhorloges.

Frustratie werd gevoed met wanhoop toen Achmed naar het zakhorloge omkeek en zag hoe zijn kleine vriendje in het niets verdween. Hij was hem kwijt en voelde dat hij gefaald had.

En juist op het moment dat de pad in één der etmaluren verdween, schoot een scherp voorwerp door het ander de werkplaats in.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Bronzen impact
Volgend hoofdstuk: Vlieg op! 

By karelriemelneel | August 14, 2010 - 11:10 am - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

image by Randy, edited by Gsorsnoi 

Bestaat uit: “De mist in gaan” + “In het honderd lopen”

Uitgesproken door: Gsorsnoi

Datum: woensdag 28 juli 2010