By rinaoddel | April 12, 2011 - 6:40 am - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Scherpe Blik

Soms is het wel fijn als we ons een beeld kunnen vormen van het grotere geheel. Zeker in deze tijd waarin we onszelf voordurend laten begraven met vrachtladingen aan informatie. Het laatste beursnieuws, die reactie op jouw krabbel van afgelopen nacht en de zeurende werkvoorraad die vandaag op jou ligt te wachten. Soms realiseren we ons werkelijk niet met hoeveel soorten boodschappen wij worden bestookt. De eerste taak die een gemiddelde pc-gebruiker vaak onder in beeld naast zijn Start-menu tevoorschijn tovert is een e-mail georiënteerd programmaonderdeel. Gevolgd door een sociale netwerkkoppeling, internet voor wat er verderop in de wereld gebeurt en de standaard software voor jouw hobby. Als je dan nog iets open hebt staan dat je voor je werk kunt gebruiken is dat fijn, maar noodzakelijk vind je het al niet meer. Binnen een tijd van tien minuten hebben de meeste mensen na het opstarten van hun pc al een voorraadje van zo’n vijf taken openstaan. Als het er natuurlijk niet al meer zijn.

Geconcentreerd bezig zijn op één bron van informatie om daar de komende uren je tijd mee door te brengen is er vaak al niet meer bij. Even je mail checken – die je eigenlijk op je smartphone al even had bekeken toen je nog in je pyjama stond en je tanden aan het poetsen was – en gauw nog even je status bijwerken op Facebook of Hyves. We pakken Twitter er nog even bij. Want jouw volgers willen natuurlijk helemaal niet op de hoogte blijven van hoe jouw ontbijtje heeft gesmaakt. En dat jij vanavond gezellig met een vriendin in een sushibar wilt hangen interesseert ze vast ook geen biet. Maar vertel het ze toch maar!

Voor je het weet heb je jouw scherm gevuld met bakken aan onnodige informatie. Je moet bijna graven naar datgene wat jou echt bezig houdt om efficiënt je werk te kunnen doen. Honderden, misschien wel duizenden pictogrammen vliegen in jouw blikveld voorbij en het bekijken van die roulerende vakantiefoto’s op het bureaublad schieten er dan vanzelf bij in. De gehaaste mens van tegenwoordig neemt er blijkbaar genoegen mee om de eigen aandacht continu geprikkeld te houden met flarden van vluchtige informatie.

Ja ook ik heb daar nu last van. Ik begin het nu toch wel wat bewerkelijk te vinden om steeds te moeten alt-tabben om in het volgende scherm te komen. Hoe zat dit ook alweer? En waar had ik dat toch ingesteld staan? Hey, een envelopje onder in beeld. Gauw even lezen. Nee, is niets, alleen wat reclame. Het idee om mezelf van de nieuwsbrieven af te melden komt alleen niet dadelijk in mij op. Dus ik delete het bericht (waar dat eerder nog ‘verwijderen’ heette) en dwing mezelf om nog weer wat werk te verzetten in een ander scherm. De muis weet ik nu aardig te ontzien en daarmee ook mijn RSI-gevoelige pols. Een voortdurend geratel klinkt er onder mijn vingers vandaan vanuit het toetsenbord en ik merk amper dat de afzonderlijke toetsen vetrandjes beginnen te vertonen.

Sinds kort heb ik er ook nog een tweede scherm bij gekregen. Zo kan ik zowel op het scherm van mijn laptop kijken als op het 19 inch-beeldscherm dat er naast staat. Aan mij gaat dus geen informatie verloren, denk je dan. Maar voordat je het weet zit je zenuwachtig en ononderbroken van links naar rechts over die twee schermen te staren. Het is een nieuwe beweging die plaats heeft gemaakt voor de muisarm. Als een knikkende hondje op het dashboard van een auto draait mijn hoofd keer op keer tussen de informatiebronnen heen en weer en voordat je het weet heb ik  … een tennishoofd.

By tinusicket | February 25, 2011 - 2:25 pm - Posted in Nederlands, Onbedoelde mening, Scherpe Blik

image by Ater, edited by Gsorsnoi

Op de vroege maandagmiddag waarop wij voor een minicruise gepland stonden om naar New Castle op en neer te gaan, zagen wij ons genoodzaakt om nog even een kleine boodschap te doen in de plaatselijke supermarkt. Het was om te beginnen al een foute gedachte dit op het allerlaatste moment te willen doen. Dat terzijde.

Zoals zoveel mensen ben ik vervloekt een kassarij langer te laten duren zuiver door er in plaats te nemen. Bij de wekelijkse boodschappen die ik met mijn vrouw samen doe, ben ik daarom zo tactisch haar naar voren te schuiven om een kassa te laten kiezen.
“Jij eerst schat.”
En het werkt altijd.

Hier ging ik die dag vóór onze korte vakantie toch nog weer even de fout in. Voor ons in de ellendige rij waarin ik mijn vrouw had meegezeuld, stond een bejaarde vrouw op haar beurt te wachten om af te rekenen. Compleet met rollator, een versleten lijf dat vibreerde van de Parkinson en een mandje dat uitpuilde met de complete verzameling basale supermarktartikelen, groette zij de dame die juist met haar betaling was begonnen. Ze had er een kennis in herkend.

Schuldbewust keek ik mijn eigen vrouw even kort aan. En uit mijn blik wist zij reeds af te leiden hoe laat het was. Shit, dacht ik. Wat is deze keer de reden dat we in een kassafile terecht zouden komen? Angstvallig bestudeerde ik de handelingen van de oude dame waarbij ze de inhoud van haar rollatormandje op de band probeerde te krijgen. Mijn God, straks kent zij de wonderen  van  Jezus’ vijf broden en twee vissen. De vrouw had immers wat brood en vis in haar mandje liggen. Die zou ze er natuurlijk eindeloos uit blijven pakken. De lopende band zou volgestapeld komen te liggen met honderden broden en vissen en de caissière er langzaam mee begraven. Op het einde kon zij voor zoveel brood en vis betalen, dat ze er meerdere weeshuizen mee kon voeden. Help! Een bejaarde weldoener!

Verheugd dat ik was toen bleek dat er wel degelijk een einde kwam aan de voorraad van de door haar verzamelde levensmiddelen. Halleluja. Ze had alle artikelen op een rij geplaatst en verwachtte dat de caissière haar vriendelijk gedag zou zeggen.
“Goedemiddag,” klonk het inderdaad aan de andere kant van de kassa.
De oudere vrouw beantwoordde de groet en ik hield mijn hart vast. Groente, had ze groente op de band geplaatst dat afgewogen had moeten worden? Bananen zonder stickertje, appels die toch ineens per stuk gewogen moesten worden, of had het plakkertje op de meloen soms losgelaten? Nee, niets van dat alles. Er lag zelfs helemaal geen product tussen wat van die afdeling was gepakt. Dus hoe kon het dat alles nog steeds vlekkeloos verliep?

Nu dan, de juffrouw achter de kassa was bezig alle producten te scannen. Hier moest toch iets fout gaan. Een barcode zou niet pakken of er ontstond onenigheid over een prijs die in de computer anders stond geregistreerd dan in de schappen werd vermeld. Waarom ging er niets fout? Piep … piep … product voor product ging moeiteloos over de scanner en de kassa verwerkte elke invoer zoals het hoorde.
Hebben ze het tot het laatst bewaard? Zou deze vrouw die kleinkinderen moest hebben bij alle tien haar kinderen onderuit zakken? Kwam ze nog andere bekenden tegen? Een tas die scheurde? Computerstoring?

Ah! Eindelijk. Achter ons was een nieuwe klant aangeschoven: een oudere man die vast bij haar op school had gezeten. De man had een stoffige pandjesjas die hij vast al jaren droeg. Misschien had hij dit wel bij deze vrouw gekocht toen zij nog in een kledingzaak actief was? De rollator was van hetzelfde merk. Ja zelfs daar kon de connectie ontstaan. Man, kom op, begin elkaar maar vast te herkennen, dan konden de jeugdsentimenten worden aangehaald en zaten mijn vrouw en ik muurvast geparkeerd tussen twee bejaarden. De boot van onze minicruise zou zonder ons vertrekken, omdat we net de laatste bus hadden en gemist en ik zou het nog maanden te horen krijgen dat we eerder naar de winkel hadden moeten gaan.

“Ah nee, dat zal je net zien,” mopperde ik al toen de vrouw voor ons allang geen obstakel meer vormde en ik mijn pas zocht om onze eigen spullen af te rekenen.
“…ik zal toch niet mijn pas zijn vergeten?”

By rinaoddel | February 7, 2011 - 10:35 am - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Scherpe Blik

image by AMagill, edited by Gsorsnoi

Je zal niet de eerste zijn die deze winter is ingesneeuwd of de kantooruren in de trein heeft doorgebracht. Een enkeling is omgekomen door een wraakzuchtige instortende iglo. En ja er zijn er ook bij geweest die in elkaar werden geslagen door verschrikkelijke sneeuwpoppen. Om over de vijvereenden nog maar te zwijgen die een onschuldige man een wak in hebben getrokken om hem te beroven van zijn verse gekochte bruine ‘knip’. Koning Winter heeft weer toegeslagen en we zijn er wederom de dupe van geworden.

Inmiddels kan ik je melden dat de oproep van onze trouwe verslaggever ‘De Waterlander’ (zie Winterterreur) zijn eerste vruchten heeft afgeworpen:

  • Rondom Amsterdam en enkele andere grote steden in de Randstad zijn ze nu bezig het openbaar vervoer stukje bij beetje overdekt te maken.
  • De telefoons van de sneeuwvlokkenalarmcentrale waar je melding kon maken van deze parachuterende witte terreurpogingen stonden direct na in gebruikname roodgloeiend.
  • Het ten uitvoer brengen van het idee om het rivierwater te verwarmen tot 20 graden bij onze landsgrenzen heeft ertoe geleid dat de sneeuw- en ijslagen geleidelijk beduidend minder voet aan de grond wisten te houden. Bijkomend effect was echter dat de Rijn daardoor zoveel meer water door kon voortstuwen dat een zwavulzuurtanker vier dagen na dit initiatief kapseisde en het scheepvaartverkeer daardoor behoorlijk op z’n gat is komen te liggen.
  • Ook de aanstelling van sneeuwpolitie is een succes gebleken doch enigszins twijfelachtig: tot meer blauw op straat heeft het niet direct geleid. Dit valt vast te wijten aan het absurde idee om deze agenten in witte uniformen te steken. Het heeft wel meer blauwbekken tot gevolg gehad. Het onderzoek waarom de dienstkloppers zich massaal zijn gaan bezondigen aan speekselwisselen loopt nog.
By gsorsnoi | December 28, 2010 - 6:37 am - Posted in Droomverhalen, Nederlands, Scherpe Blik

image by db_in_uk, edited by Gsorsnoi

Hoe word je wakker uit een slaaptoestand waaruit alleen je geest is ontwaakt?

Het moet geklonken hebben als het gemompel dat je soms terug krijgt van je kinderen wanneer je die maar moeilijk kunt wekken. Ik hoorde een vraag gesteld worden terwijl ik half lag te slapen en trachtte te antwoorden. Het antwoord bestond uit niet veel meer dan een knorrende samenstelling van de letters ‘e’ en ‘r’. Mijn vrouw zal er weinig uit hebben begrepen en was vast tot de conclusie gekomen dat ik mijn kerstvakantie nog aan het genieten was in Dromenland. Althans, als zij het al was die mij die vraag had gesteld. ‘Genieten’ was hier echter geen hele passende term. Al was ik me daar niet direct van bewust. Aanvankelijk gaf ik er lui aan toe dat de informatie waar ik van buitenaf mee werd gevoed wel tot het krieken van de ochtend kon wachten en was bereid mij weer over te geven aan de weelde die Dromenland mij eerder had geboden. Dat was tot ik er achter kwam dat de stadspoorten van dit Luilekkerland al even te vroeg achter mijn rug waren dicht geworpen.

Nu zat ik opgesloten in een aan een geesteswereld gelijkende dimensie die veel weg had van een slaaptoestand, maar waarvan ik wist dat ik er niet compleet in terug was weg gezakt. Het was alsof ik plotseling in staat was gesteld rond te kijken in mijn eigen lichaam waarvan ik wist dat die zeker nog niet wakker was. Contact met de werkelijkheid had ik duidelijk ook, daar ik mijn vrouw nog iets onverstaanbaars dacht te horen brabbelen waarop zij blijkbaar besloot maar weer te gaan slapen. Mijn lichaam sliep dus ook, maar mijn bewuste gedachten waren nu voor het grootste gedeelte wakker geschopt. Dus was ik nu wel echt wakker of niet? Daar was het moment waarop ik ontdekte dat ik een zwakke connectie zag tussen mijn ontwaakte innerlijke ik en de zintuigen van mijn slappe lijf.
“Hè, wat is dit? Ik krijg geen lucht!” realiseerde ik mij nu en was al naarstig op zoek vat te krijgen op de situatie waarin in was beland. Het zintuig dat mij hiervan had overtuigd kan ik niet benoemen als één die uitwendig zichtbaar was zoals je huid, ogen, neus of oren, maar mijn ademhaling stokte. Het moest de samenwerking zijn geweest van een paar van die eerder genoemde zintuigen en het gezonde verstand van mijn brein die tot die angstige conclusie was gekomen. Deze ervaring is even eng als dodelijk. Ik was duidelijk bezig te stikken in iets.

Van jongs af aan ben ik er al meer dan eens tegen aan gelopen: er lag een kussen op mijn hoofd; ik had mij vast gewoeld in een lap stof van mijn deken; ik was op mijn buik en gezicht komen te liggen; of er was een ander voorwerp dat mijn luchtweg van zuurstof blokkeerde. Ook in die gevallen praat je dan tegen jezelf of poog je dit te doen tegen te buitenwereld en hoop je dat iemand jou ruw uit je slaap ontwaakt.

Veel vat op het functioneren van mijn lijf had ik niet, maar al die verbindingen die ik zou kunnen leggen tussen mijn ledenmaten of misschien wel mijn stembanden moest en zou ik aanspreken. Het is alsof je letterlijk ligt te verdrinken in je slaap. Ik kan mij dus ook een vage voorstelling maken bij hoe iemand bezig is te sterven onder een kussen, in een coma of een grote hoeveelheid vloeistof. Alleen heb je dan, behoudens de coma, nog  enige controle om een mogelijke verstikking te voorkomen. Zolang er nog een voorraadje zuurstof beschikbaar is, hoe klein die ook mogen zijn, redden armen en benen het nog wel even om te proberen die kussen van het hoofd te rukken of wanhopige slagen te maken in het water om aan de verdrinkingsdood te ontsnappen. Die controle was in mijn geval grotendeels zoek.
“Eerrrrrr …” klonk het weer.
“Err…errr” alhoewel het voor mijn vrouw moest hebben geklonken alsof ik tegen demonen aan het vechten was in mijn slaap en vast weer één van mijn nachtmerries beleefde, ging er bij haar geen belletje rinkelen. Ook kreeg ik heel even, hoe vaag het ook voor mij mocht lijken, gevoel in mijn rechterhand die op haar middel lag.
“Oh gelukkig. Mijn hand bewoog!” en ik slaagde erin om twee of drie korte klopjes te geven op de heup van mijn vrouw.
“Schat … maak me vlug wakker! Ik stik!” maar mijn vrouw werd er niet van wakker.

Dan maar proberen te hyperventileren: een hele vluchtige manier van ademhalen waardoor je door een onregelmatige ademhaling meer koolstofdioxide uit je lijf perst dan gezond voor je is. Het bloed wordt daardoor minder zuur waardoor de pH-waarde stijgt. Niet te verwarren met het zeer giftige koolstofmonoxide dat een verbinding aan gaat met de hemoglobine-eiwitten en de zuurstof verdringt. Veel mensen sterven in zo’n koolstofmonoxidevergiftiging door slechte ventilatie of in combinatie met verbranding van de aanwezige zuurstof bij een verwarming die aan staat. Hyperventileren is natuurlijk ook niet goed voor je, maar op die manier zou mijn vrouw misschien realiseren dat ik naar lucht lag te snakken door mijn hijgende manier van ademen. Het ergste wat mij dan kon overkomen was dat ik duizelig zou worden of last zou krijgen van tintelende ledematen. Bij duikers is daarbij wel een groot gevaar aanwezig, omdat je dan de controle kwijtraakt op de toch al meer beperkte handelingen die je onder water kunt verrichten met de belangrijkste: ademhalen. Ik kon hooguit zwaarder gaan hijgen zodat iemand mij wel moest horen.

Je kunt je afvragen of ik echt ‘bewust’ bezig was mijzelf tot hyperventileren te dwingen, maar het werkte! Al was het beoogde effect van zwaarder hijgen niet gehaald, mijn hoofd kwam hierdoor wel los uit de beklemmende positie waarin ik mijn gezicht had geplaatst achter de rug van mijn partner en mijn ademhaling begon langzaam weer wat te stabiliseren. Nu dat gevaar was geweken zakte ik langzaam weer volledig terug en werden de poorten van Dromenland opnieuw voor mij geopend. Zowel mijn lichaam als mijn geest hadden de slaap weer geaccepteerd en lieten mij nog even genieten van een rustige droomwereld.

Ik was rechtop in mijn bed gaan zitten en werd door mijn vrouw aangestaard die er abrupt van uit haar slaap raakte. Een dergelijke ervaring had ze al vaker met mijn meegemaakt dus wist ze bijna instinctief wat er gebeurd moest zijn.
“Heb je weer onder je kussen liggen slapen?” vroeg zij mij ongerust, maar ik reageerde niet direct op haar vraag. Toch wist ze meteen dat een kussen niet de reden van de verstikking kon zijn geweest. Even later schudden ik van nee. In zowel haar als mijn borstkast kon je onze harten harder hebben horen kloppen. Bekomen van de schrik maakten wij ons even daarop klaar om een nieuwe dag te beginnen. Ik had reeds besloten het voorval alweer te vergeten en maakte samen met haar ons bed op. In mijn bed echter, zo zag ik toen ik het dekbed opsloeg, lag ik nog altijd vredig te slapen.

Later, nadat ik echt was ontwaakt, vernam ik van mijn vrouw dat ze het geklop op haar heup wel had gevoeld en mijn had horen knorren, maar een vraag had zij mij nooit gesteld.

By wilburteerman | December 20, 2010 - 2:18 pm - Posted in Alweerwolven, Nederlands, Scherpe Blik

image by Kevin Saff, edited by Gsorsnoi

Kerst 2010 dreigt opnieuw een witte te worden. Zo was ik deze maandagochtend moedig door de sneeuw gemarcheerd als een erg verdwaalde kangoeroe om bij de bushalte te geraken. Zo moet het er voor omstanders in elk geval uit hebben gezien terwijl ik door de 25 tot 30 centimeter dikke lagen witte troep sprong om het ene been voor de andere te kunnen zetten. Vrijdagochtend had ik ontdekt dat het slechts 45 minuten kost om bij een bushalte in een sneeuwpop te veranderen. Dus ik was gewaarschuwd op wat komen ging. Maar hoe dik ik mij ook kleed, mijn trage bloedsomloop doet de winterkwalen de kop toch wel opsteken.

Ik woon tussen twee bushaltes in. Dus alsof het ook echt iets uitmaakte, had ik vandaag voor de verandering maar eens de andere bushalte gekozen. Het kon er zelfs alleen op uitlopen dat de bus later zou arriveren, omdat deze halte één minuut verder ligt op de route van mijn buslijn dan de andere. Daar had ik  werkelijk niet verder naast kunnen zitten, zo ontdekte ik later.

Aangekomen bij het bushokje moest ik mij nog in evenwicht herstellen van de stoeprand die mijn teen had ontmoet en ik onmogelijk gezien kon hebben. Al had ik vast kunnen gokken waar deze ongeveer moest hebben gelegen. Het fietspad had zich door de sneeuw met het trottoir vermengd.
“Ah 07:22, dat is het nu exact. Ik zal hem wel gemist hebben.” dacht ik hardop. Ik keek om mij heen en overtuigde mij er opnieuw van hoeveel sneeuw er lag. Dus ik herstelde mijn gedachten en ging er al vanuit dat de ‘bus van 22’ vier stoplichten terug nog bezig was met een slipcursus voor gevorderden.

Om mij er van te vergewissen dat hij er misschien niet toch al aan kwam, stapte ik terug in de richting van de straat en lette er ditmaal beter op dat ik de stoeprand niet opnieuw een trap verkocht. Gelukkig voor mij tenen bleef de onzalige ontmoeting uit, maar moest ik toch nog uitkijken dat ik mijn enkel niet verzwikte. De met voetpadtegels geplaveide wachtstrip lag aan de andere kant van het fietspad zodat ik geen andere keuze had.

Het sneeuwdek bovenop het afgesneden stoepje lag er zo onaangetast bij als de roomlaag op de cappuccino zonder cacaoversiering. Je moet toch wat bedenken als je ‘maagdelijk wit’ zo’n afgelikte term vindt. Hetgeen mij voor een raadsel stelde waar ik nu nog mee bezig ben om het antwoord op te vinden: “Hoe kan dit sneeuwpak voor de bushalte sinds afgelopen vrijdag nog niet zijn belopen?”
Dat moet er toch ergens op duiden dat er sinds die bewuste dag nog geen mens is geweest die het heeft aangedurfd om een paar minuten van zijn of haar tijd op te offeren om op de bus te wachten. Het winterweer is heftig hier in de laatste dagen van het veel te rappe 2010, maar ruim 72 uur sinds dat winterweer vrijdag begon moet er toch wel iemand zijn geweest die van deze normaal zo drukke busverbinding gebruik heeft willen maken?

Ik zou ze krijgen ook. Mijn grote rechterteen gonsde nog van een eerdere aanvaring terwijl ik mijn bescheiden maat 41 krachtig in het witte pak plantte. De linker volgde en al spoedig kon je mij zo trots als een klein kind zien banjeren door de sneeuw. Kleinkrijgen zou ik het. Mijn zuinige 64 kilo was het zachte sneeuw te zwaar. Gevoel van macht stroomde er door mijn aderen en vooral in mijn vuisten bij het genadeloos vertrappen van die witte bende, maar hoog boven mij lachten de weergoden in hun vuisten hoe nietig ik er uitzag op dat spierwitte tapijt.

Na slechts vier keer tien meter heen en weer geijsbeerd te hebben … miste ik toch nog bijna mijn bus.

By rinaoddel | November 25, 2010 - 7:08 pm - Posted in Nederlands, Scherpe Blik

image by Ivy Dawned, edited by Gsorsnoi

De ontnieter ontniet niets als niemand iets niet.

( Geïnspireerd op een uitspraak van collega Richard. )

By rinaoddel | October 22, 2010 - 8:54 am - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Scherpe Blik

Waarom komen die zaken die je normaal niet elke dag ziet vanaf het moment dat je ze weer ziet ineens vaker voor?

Dat viel me in de afgelopen week voor het eerste op toen ik in een Tv-gids voor de tweede maal in die week tegen Charlize Theron aan liep.  Eerder die week had ik haar namelijk al een keer gezien toen ze samen met Johnny Depp optrad in een film ‘The Astronaut’s Wife’ uit 1999. Deze film heb ik overigens niet afgekeken. Het artikel bij de afbeelding in de Tv-gids heb ik ook niet gelezen, maar sloeg deze al dicht toen ik in mijn hoofd bleef hangen met de vraag waarom ik juist haar in die gids moest aantreffen.

Iets vergelijkbaars gebeurde toen ik in het programma ‘Extreme Makeover: Home edition’ geraakt werd door het verhaal van een poliopatiënt in een rolstoel en een paar dagen later in de serie ‘Glee’ een hele act met rolstoelen voorbij zag komen.
Wat is dat toch met de plotseling herhaaldelijke gebeurtenissen?

Heb je dat wel eens? Je ziet of leest of hoort iets waar je al een tijdje niet mee in aanraking bent geweest en dan ineens zie je het in korte tijd twee of meer keren achter elkaar. En waarom? Wat is de reden dat je met dit  ‘iets’ daarvoor niet zo frequent in aanraking kwam? Of valt het je nu gewoon meer op, omdat het onlangs je aandacht heeft gekregen?

Toch vind ik het dan wel opvallend dat nu twee vrienden van mij laatst een zoon hebben gekregen, ik in drie dagen tijd de TV niet aan kon zetten of er werden wel programma’s getoond waar zwangerschapsperikelen in voorkwamen!
Aan de eerste confrontatie was ik zelf schuldig. Ik had de film ‘The Back-up Plan’ opgezet en moest bij de aftiteling tot de conclusie komen dat ik zojuist naar de grappigste zwangerschapshorrorfilm heb zitten kijken die ik in tijden heb gezien.

Maar waarom moest ik uitgerekend in de dagen daarna programma’s zien over al dan niet zwanger zijn (Johnny de Mol in ‘My Parents are gonna love you’), persende tienermoeders (16 yo and pregnant?), vragen over of het Bing of de melkboer was (GTST), verantwoordelijkheden als ouder (opnieuw Glee) en hoe een puberende jongedame geboren was nu ze zelf voorlichting kreeg over de veranderingen in haar lichaam (Kardashians)?

Weet je: misschien moest ik zelf maar eens zo’n testje kopen!

By De Waterlander | September 30, 2010 - 12:52 pm - Posted in Nederlands, Scherpe Blik

In de Trouw van 15 september las ik als kop boven een artikel:
“Haalt de egel het eind van de eeuw niet?”
Onder de foto van een egel staat het bijschrift:
“Aantal egels is gehalveerd.”

Ja, als je egels gaat halveren dan halen ze het eind van de eeuw zeker niet!

By Peter Visser | September 16, 2010 - 12:12 pm - Posted in Alweerwolven, Nederlands, Onbedoelde mening, Scherpe Blik

Hedenochtend al rijdend richting arbeidsplaats, via de radio gehoord, het volgende citaat:

“Maar dàt kun je nooit van te voren voorspellen!”

Je begrijpt, van het één op het andere moment, complete verwarring in mijn automobiel.
Ik kon mij daar niets bij voorstellen en onmiddellijk de vragen gesteld:

Kun je iets van te voren voorspellen?
En als dat kan, wat dan en hoe moet ik mij dat voorstellen?

Of nog simpeler:
Kun je überhaupt iets voorspellen?
Ik kan mij er niets bij voorstellen, je kunt hoogstens je verwachting uitspreken…

Maar je begrijpt, radio is eenrichtingsvekeer, dus antwoord bleef uit.

Nog effe wat:
Achterstellen bestaat maar bestaat er zoiets als achterspellen?

…Dit voorspelt weer weinig goeds…

By De Waterlander | September 13, 2010 - 4:15 pm - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Scherpe Blik

image by AdamKR, edited by Gsorsnoi

Nu het horizon verleggen een beetje over is heb ik ontdekt dat je voortaan eens over je eigen schaduw heen moet springen.

Heeft iemand dat al eens gedaan?  Ik heb besloten om dit weekend de techniek hiervan onder de knieën te krijgen. En ik kan je vertellen: dat valt helemaal niet mee.
Hoe meer ik het probeer hoe minder ik de uitspraak begrijp.

Schaduw (ver)mist.

Vanmorgen vroeg opgestaan en een poging gedaan. Naast het feit dat ik meteen omviel is het mij daarna niet één keer gelukt om over mijn schaduw te springen.
Om 10.00 uur een nieuwe poging gedaan. Regenbui.  Leuk, waar is nou mijn schaduw gebleven? Hierop heb ik direct aangifte gedaan bij de politie van het verdwijnen van mijn schaduw.  Schoot ik ook niet veel mee op: het plaatje bij het bericht van de vermissing dat werd verspreid maakte niet echt duidelijk wie er vermist werd.
Toen ik terug kwam bleek mijn schaduw weer terug. Hij bleek alleen wel op een andere plek te staan dan vanmorgen. Meteen weer een paar pogingen gedaan erover te springen, maar helaas weer niet gelukt. Toch vreemd dat je schaduw op elk uur van de dag ergens anders staat. Mocht het je dan ten slotte al lukken om over je schaduw heen te springen dan krijg je waarschijnlijk het verwijt dat je een draaikont bent.

Therapie maakt zenuwachtiger.

Ik begrijp nu dat je schaduw de hele dag om  je heen draait.
Word daar nu wel een beetje zenuwachtig van. De psycholoog geeft aan dat dit in mijn jeugd ook al het geval was en dat ik daar nu langzamerhand wel een keer een modus voor moet vinden om hier mee om te gaan. Een therapie is niet voorhanden, zodat het advies is om desnoods een lotgenotengroep op te richten. Prachtig idee natuurlijk. Maar voordat ik daar aan begin wil ik toch wel minimaal grip krijgen op mijn eigen schaduw.  En over die van een ander kon ik al jaren geleden springen!

Sticky stiekemerd.

Hoe meer ik bezig ben met mijn eigen schaduw, hoe meer deze mij gaat achtervolgen. Vandaag kwam ik tot de conclusie dat je de dag begint met een lange schaduw en ook aan het eind van de dag is dit het geval. In de tussentijd is deze stiekem om je heen gekropen en om dat te verbergen  verandert de lengte permanent.

Zodra de zon niet meer aan het zwerk staat is de schaduw ook verdwenen. Waar die zich dan ophoudt is mijn een raadsel. De hele dag doet je schaduw met je mee. Maar zodra de zon is verdwenen ben je ook je gluiperige achtervolger kwijt. Om je  vervolgens de volgende dag weer met het grootste gemak terug te vinden. Al zet ik maar één been naast mijn bed … ja hoor, daar is ie weer!

Sneller dan je …

Ik heb het wel eens gehad dat ik van Amsterdam naar New York ging. Ik het vliegtuig was mijn schaduw gelukkig niet aanwezig. Dat is maar goed ook anders zouden de vliegtuigen al rap te klein zijn.  Dus dacht ik eindelijk een keertje van die bumperklever af te wezen.

Aangekomen in New York loerde ik omzichtig uit het vliegtuig om te zien over de kust veilig was (en de luchthaven). Met opzet had ik tegen niemand verteld dat ik daar zou landen en verwachtte ook niet dat iemand mij zou opwachten.  Je begrijpt dus wel hoe groot mijn schrik was zodra ik J.F.Kennedy uit liep en opnieuw die schaduw voor mij zag staan. Hij had niet eens een spandoek bij zich om mij te verwelkomen!
Hoe hij daar was gekomen is mij nooit duidelijk geworden.

Ik snap het niet. Het kan toch niet zo zijn dat je leven in het teken van je schaduw staat? Uiteindelijk is het Lucky Luck ook niet gelukt om door zijn eigen schaduw te schieten. Al doet Morris je dat graag geloven!
Afijn, het is mij nog altijd niet gelukt om over mijn eigen schaduw heen te springen. Laat staan dat ik hem overhoop zou kunnen knallen.

Schaduwdraaien.

Een trouwe lezeres van de Tycoon Newspaper schreef er onlangs het volgende over:

@ Johan: Ik heb goed nieuws voor je. Je kunt over je schaduw springen!
Beeld je eerst dit in: Je plaatst in een witte koepelvormige ruimte een voorwerp op een glazen plaat. Van de onderkant belicht je het voorwerp van links naar rechts. Het effect is dat je schaduw op de witte binnenwand ‘over’ het voorwerp heen beweegt; de schaduw springt over jouw heen (weer wat nieuws!).
Nu moet je iets verzinnen waarin jij dit principe omdraait.Beeld je onze wereld in ons universum in. Ga op de aarde ergens tussen de zon en de aarde staan. Elke willekeurige plek op de aarde volstaat.
‘s Ochtends sta je links van de aarde en begint je sprong. Je springt daarbij alleen wel heel langzaam. Halverwege de dag hang je zo’n beetje boven in het midden van je sprong en boven jouw schaduw. Tegen het vallen van de avond land je rechts op de aarde en voila: je hebt over je eigen schaduw heen gesprongen.

Ik heb daar even over liggen brainstormen (weer zo’n vreemde opgave!) en ben al snel tot de conclusie gekomen dat dit principe erg overeenkomt met mijn vliegreis destijds naar Amerika. Daar schiet ik dus ook niet veel mee op. Mijn schaduw stond mij daar op te wachten (en mij waarschijnlijk ook uit te lachen).

Schaduwen, het wordt me te veel.

Om de nachtmerrie compleet te maken:
Laatst zapte ik een keer langs de WK-uitzendingen waarin je horendol werd van die vuvuzela’s en bedacht mij wat voor vreselijk leven die profvoetballers wel niet moet hebben. Iedere dag te moeten werken met VIER schaduwen om je heen.

NB: Indien er schreivouten zijn  geslopen in de  voorgaande teksten over mijn schaduw, dan mag het duidelijk zijn dat er af en toe een schaduw over het toetsenbord viel en hiermee de nodige fouten in de tekst zijn geslopen.