Vandaag ben ik met de benenwagen naar mijn werk gegaan, gewoon, omdat ik er zin in had. Het weer was niet heel bijster fantastisch, maar het was gunstig genoeg om er geen nat pak van te krijgen. De wind hield zich gedeisd en het ontbrak in niets aan voldoende zuurstof in de lucht. Kortom: reden genoeg om eens de sportieve jongeman uit te hangen en mij te voet naar het werk te begeven.
Al lopend door een bomenrijke buurt met afwisselend wat rustige en wat minder rustige straten kom je van alles tegen. Vandaag viel mijn oog daarbij op enkele riante tuinen – daar barst het immers van in onze huidige woonplaats. Ik wil nog maar even benadrukken dat we recentelijk naar een prachtige nieuw woonoord zijn verhuisd. Het moge duidelijk zijn; het bevalt hier prima.
En wat is het genieten als je dan op je dooie gemakje eens in je opneemt wat andere mensen zoal in hun tuin hebben staan. Nou heb ik tuinen kijken altijd al leuk gevonden, maar als het ongedwongen kan, dan geniet ik er des te meer van. En wat mij daarbij toch steeds weer verbaast, is wat een mens toch beweegt om voor een bepaalde inrichting voor hun tuin te kiezen. Aan beeldenparken en floravariaties was er in elk geval geen tekort.
Zo viel mij ook een specifieke tuin erg op, omdat de eigenaar er een beeld op een bankje had gezet. Het ging om een gewoon houten tuinbankje wat bijeen gehouden werd in diens gietijzeren geraamte met daarop: een witte zittende man. Het eerste wat ik mij dan afvraag, is of de eigenaar dan zelf te weinig tijd heeft om op dat bankje te zitten (zodat hij het dan maar met een beeld vult) of had hij deze ‘drukke’ bezigheid bewust uitbesteed aan een beeldhouwwerk?
Of dan die rooie kater die er zichtbaar zelfvoldaan bij ligt in een andere tuin naast een omgevallen tuinkabouter. Zie die kat eens genieten van zijn overwinning op meneer tuinkabouter. Om vervolgens tot het besef te komen dat die kat er zeer waarschijnlijk niets mee te maken heeft, en dat die tuinkabouter er misschien al 3 maanden zo bij ligt.
Dan hebben we nog die gigantisch verzameling graspollen, hetgeen ik mij nog wel het meest over verbaas. Tegen het einde van mijn wandeling naar m’n werk loop ik langs een joekel van een tuin. Het was echt zo’n tuin waar de tuin van de Frogers bij in het niet valt. Hoewel… zó groot was die tuin waar ik langs liep nu ook weer niet. Maar ik mag graag overdrijven. Waar ik mij bij dit soort dingen in elk geval over kan verbazen, is waarom zo’n enorme tuin alleen maar kan bestaan uit een uitgestrekte vlakte van iets onbenulligs als… gras? Bij een boerderij kan ik mij daar nog iets bij voorstellen – zet er dan een verzameling wandelende truien op om dat gras te kunnen begrazen – maar als je midden in een stad woont met een tuin waar je ‘U’ tegen zegt, wat kom je er dan bij op om zo’n tuin helemaal te plaveien met zo’n kolonie grassprieten!?!
Toegegeven, het zijn rare gedachtes die je bezig houden als je je ‘verdiept’ in de tuin van een ander. Maar toch is het wel eens heerlijk om je bezig te houden met zoiets onbenulligs als de inrichting van een tuin.
This entry was posted on Tuesday, August 11th, 2009 at 12:50 and is filed under Astronomisch gedachtegoed, Nederlands, Onbedoelde mening. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.
Weet je zeker dat die eigenaar van die Frogertuin niet toevallig een voetballer is?
Die houden wel van een verzameling grapspollen!!
Achmed, weet je zeker dat je niet via een pad met kiezelsteentjes of zo langs die tuin bent gelopen…….
…….zo’n tuin wordt dan meestal een park genoemd !
Welkom in de grote “stad”.
Hmz… zo had ik het nog niet bekeken PiCo. Interessant inzicht.