image by grave_junik, edited by Gsorsnoi
PARIJS, FRANKRIJK – Onbehouwen wurmde een brede man zich langs een paar andere toeristen en een ijsverkoper op de berg waarop de Sacre Coeur nog altijd pronkt. Hij was onderweg naar een paar fonteinen en wilde er onder de wereldberoemde basiliek foto’s maken met zijn vriendin. Door zijn ruwe optreden stootte hij pardoes tegen de ijskar die zodoende loskwam van zijn standplaats op de Rue du Cardinal Dubois. Vergezeld van een akelig metalen gekraak stuiterde de kar de ernaast gelegen trapconstructie af en schepte op het pleintje eronder een jonge vrouw. Zij kukelde over de rand naar een plateau lager en kwam zodoende in de waterbak van de fonteinen terecht. De rode kleur die het water daardoor kreeg was de voorbode van een reeks akelige ongelukken die nog een paar dagen zouden aanhouden. De vrouw was zo naar terecht gekomen dat ze kort daarop aan haar verwondingen overleed.
Een aanrijding met een touringcar even verderop op de Boulevard de Clichy maakte het volgende vrouwelijke slachtoffer. Op haar weg naar metrostation Pigalle werd ze over het hoofd gezien door de touringcarchauffeur die zijn aandacht er even niet bij had. In dezelfde straat kwam een dag later een medewerkster van een Pharmacieshop om het leven. De kenmerkende kruisvormige neonverlichting aan de gevel van deze apotheek flikkerde juist uit toen het schot in de zaak klonk. Zij werd bij een overval gedood.
Maar het voorval in het cabarettheater Moulin Rouge was nog wel de meeste tragische uit deze serie. Het doek viel voor één van de burleske actrices. Naast haar op het podium zat haar vriend en had zijn hoofd in zijn handen begraven. Hij schreide dikke tranen van verdriet, want hij wist dat hij het was die het decorstuk niet goed had aangebracht. Hierdoor was het naar beneden gekomen en had zijn vriendin in tweeën gespleten.
Geen van deze vrouwen kende elkaar echt goed, maar twee ding hadden zij gemeen: ze hadden een man ontmoet in de sportschool en waren zelf ook niet geheel vrij geweest van zonden. De Dood had daarom zijn plan getrokken en zijn duivelse machten aan het werk gezet.
“Bertrand, waarom nou toch? Waar heb ik dit allemaal aan verdiend? Dat ik al die jaren zo blind had kunnen zijn. Onvoorstelbaar.”
“…onvoorstelbaar…” zuchtte een echo mistroostig.
Antoinette was buiten zichzelf van en verdriet en woede. Bevend hield ze haar handen naast haar lijkbleke voorhoofd en wendde zich vol onbegrip even af van haar man. Haast onmerkbaar schudde ze van ‘nee’ en kon geen woorden vinden. Wat viel er eigenlijk nog te zeggen? Bertrand had haar al die jaren bedrogen. En nu, ja zelfs nu nog, had hij het lef om haar op te roepen.
Niet één keer was het langer in de sportschool blijven op een vrijdagavond een geldig excuus geweest. Al die keren had hij naderhand namelijk bij één van zijn scharrels gezeten. Alleen onlangs was dit tot haar doorgedrongen. Alleen onlangs, omdat ze geen andere keus had gehad en omdat toen de volle waarheid aan haar gepresenteerd werd. Er was geen ontkomen aan en nu wist ze dat hij meermalen overspel had gepleegd.
Bertrand werd overspoeld door een gevoel van spijt, droefheid en angst. Maar hoe pijnlijk het ook voor hem was, hij had er zelf alle schuld aan. Als neergesmeten tussen zijn inboedel lag hij tussen de scherven van de aardewerken spulletjes. Zij waren van de planken gedonderd toen hij er met zijn armen houvast aan zocht. Zo geschrokken was hij geweest door Antoinettes optreden. Niet vanwege haar verschijning, want dat had hij zelf zo gewild, maar voornamelijk om haar ziedende uitbarstingen. Enkele souvenirtjes lagen her en der om hem heen in stukken verspreid. De zaak was gesloten en het licht in het souvenirwinkeltje verduisterd. Bertrand was na sluitingstijd achter in de zaak gaan zitten, omdat hij daar meer ruimte had gehad voor het oproepen van haar geestverschijning.
Zijn kerfstok was rijkelijk beklad met zonden. Desondanks had hij het aangedurfd om zich te bemoeien met het occulte. Antoinettes plotselinge overlijden door ziekte van amper een week geleden had de man terug op zijn plaats gezet en hem geconfronteerd met wat hij al die tijd gemist had en kapot had gemaakt. Blind voor zijn grote schulden, wekte hij haar geest en had verlangend naar haar uitgekeken. Maar door het contact te zoeken met het bovennatuurlijke, had hij in één klap al zijn gelogen alibi’s op tafel gelegd. Na de dood is geen geheim meer veilig, zodat elke ziel kan inzien hoe het er op het aardse bestaan werkelijk toe is gegaan. Wat nog meer was: je inlaten met het occulte terwijl je zonden hebt begaan kon zwaar worden bestraft.
Met een ontzagwekkende kracht wierp Antoinette de stelling omver die naast haar stond. Ze hoefde er enkel naar te kijken. Ze botvierde al haar haat op het winkeltje dat zij samen hadden opgebouwd.
“Bedrogen heb je me!” schreeuwde haar dun geworden stem jammerlijk. “Al die tijd heb je onze relatie tot een schande gemaakt. Jij bent één grove leugen. En daarom Bertrand, ben jij vervloekt. Eerdaags zul je moeten ronddolen als ghoul, een lijkenetende grafschenner die op begraafplaatsen op zoek moet naar mensenvlees. Tot in de eeuwigheid ben jij verdoemd.”
“… ben jij verdoemd…” en met die laatste woorden klonk de echo haast theatraal.
Het opkomende maanlicht maakte het contrast van Moulin Rouges molen met de bloedrode hemel erachter zo mogelijk nog meer tekenend. ‘s Anderdaags slenterde Bertrand er voorbij en voelde zich zo week als een zombie. Zijn kleren waren gescheurd en zijn armen en benen pezig dun. Na zijn ontmoeting met de geest van Antoinette had hij door de schilderswijk Montmartre gekuierd. Een bovennatuurlijk wezen was zijn lichaam binnen gedrongen en had hem ontzield. Doelloos liep hij rond en merkte niet eens dat hij een macabere transformatie had ondergaan. Het in flarden afhangende vlees aan zijn lijf spleet her en der langzaam open, zodat zijn spieren eronder zichtbaar werden. Een blauwe waas trok voor zijn ogen en leek daardoor ogenschijnlijk blind. De ghoul die hij was geworden, en uit het Arabisch komt waar het ‘demon’ betekent, kon echter nog goed genoeg zien om zijn weg te vinden naar het meest nabij gelegen kerkhof. Op die dag, niet lang na het ongeluk in de Moulin Rouge, was hij op weg naar de Cimetière de Montmartre. Daar trok hij later in de avond een grafsteen weg van een vers begraven lijk. Zonder veel moeite tilde hij er het bovenlichaam uit van een vrouwspersoon. De andere helft van het lichaam liet hij erachter en bewaarde het voor later. Het eten van het rottende vlees zou spoedig allerlei gevolgen gaan hebben voor het lichaam van de ghoul. Zo zou zijn neus een gapend gat gaan worden en werden zijn tanden snijtandachtig. Maar voor het zover was, begon hij hier eerst aan het hoofd van de burleske actrice. Hij sloeg er een gat in en zette zijn mond over haar voorhoofd. Onder een luid geslurp zoog hij haar hersenen eruit. De brokken inhoud van de hersenpan dropen langs haar ogen. Dit was de eerste vrouw met wie Bertrand vrijage had gehad. En hij zou niet rusten met het afstruinen van de kerkhoven tot hij de laatste bot had gevonden van de vrouwen met wie hij het bed had gedeeld. Daarna zou hij bezeten blijven om rond te spoken op zoek naar rottende lijken. Alleen het lichaam van Antoinette zou bespaard blijven. Zij was immers gecremeerd.
This entry was posted on Saturday, September 3rd, 2011 at 06:06 and is filed under Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Gekalibreerde Gedrochten, Nederlands. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.
Cool verhaatjje! Of moet ikk zeggen ghoul verrahaalte?
Een kerkhof als automatiek… eet smakelijk! 👿
Leuk Gothic-achtig verhaal in de traditie van Guy de Maupassant, Edgar Allan Poe en H.P. Lovecraft!
Haha, die beschrijving aan het einde vind ik mooi 😀 Verder ook een leuke teskt. Dit keer meer eenverhaal dan de andere monsterverhalen met een apart informatief stuk.
Je schrijft twee keer (geloof ik) Betrand, ipv Bertrand. Als je een s achter een woord wil zetten, dan moet je alleen een apastrof gebruiken als de klank met een vaste s zou veranderen. Antoinette’s en Moulin Rouge’s moet dus Antoinettes en Moulin Rouges zijn. Let ook op woordherhalingen.
Graag gelezen. Binnenkort één over zombies?
@Zombie: kun je dat niet beter zelf schrijven? Jij hebt tenslotte insider kennis!
Haha, maar ik ben natuurlijk geen objectieve journalist!
Toch zou ik het een eer vinden als we van jou een keer een artikel op de TN konden plaatsen. Eerlijk is eerlijk, ik mag een hoop fantasie hebben, taaltechnisch vind ik zowel Retroman als jij veel sterker (de twee sterkste onder de WSNOI-ers).
Het volgende monsterverhaal heeft trouwens weinig met zombies te maken. De Griekse mythologie is weer eens aan de beurt.
Bedankt voor de leuke reacties en puntjes trouwens. Persoonlijk heb ik wat moeite met de uitwerking van dit verhaal. Gelukkig heb ik wel precies mijn fantasie er volledig in kunnen leggen zoals ik het voor de … euh … geest had. 😉
Niet zo bescheiden, Achrinatinusnoikarelburt! Wanneer ik door het TN-archief blader kom ik meer dan genoeg topverhalen van jou tegen, en ik moet zeggen dat vooral deze monsterverhalen mij erg aanspreken. Ook deze episode is weer een knaller!
Zeg, ik weet dat je van Het Navelpad Mysterie uiteindelijk een boek wilt maken, maar eerlijk gezegd denk ik dat er meer animo zal zijn voor een bundel van al jouw monsterverhalen. Ze lezen namelijk lekker weg en bieden een grote diversiteit aan locaties, personages en situaties, waardoor de gemiddelde lezer niet snel zal afhaken.
Trouwens, ook ik zou graag een artikel van Zombie willen lezen!
Zolang het maar niet zoiets als dit wordt:
BRAAAAINNSSSS!!!
BRAINSSSSS! BRAINSSSSSS! BRAINSSSSSSS!!!!
BRRRRAAAAAAAIIIIINSSSSSSS!!!!!!!!! BRAIIINSSS!!! BRRRRRRRRAIINNNNNNSS!!!!
BRAINS?
BRAINS!!!!!!!
BRAINS!!!! BRAAAAAAAAAINSSSSSS!!!!!!!!!!
BBBBBRRRRRAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAIIIIIIIINNNNSSSSSSSSSSSSSSS!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Dank je Retroman. Het is mij bij het publiceren van de monstervehalen ook opgevallen dat deze doorgaans goed worden ontvangen, op de TN, maar ook op andere ons wel bekende websites. Natuurlijk zitten er hier en daar wel een paar tussen die wat minder zijn. Maar ik ben er dus inderdaad naar toe aan het werken dat ik dadelijk genoeg volume heb in dit type verhaal dat ik de ‘wat mindere’ er tussen uit kan gooien en zo een set goede monstervehalen overhoud waarmee naar een uitgever durf te stappen. De werktitel van dat boek zal jullie niets verbazen: ‘Gekalibreerde gedrochten’ van Achmed Lien. (irritant, mijn e-trema doet het even niet, kan niet eens fatsoenlijk mijn eigen naam spellen nu)
Oh ja, nog even een inside fact over dit verhaal. Ik kom er net achter dat de naam Bertrand niet zo heel toevallig door mij is gekozen. Middels het onbewust lezen heb ik zijn naam opgevangen bij het doen van mijn researches bij dit verhaal. Francois Bertrand was een militair(?) die rond 1900 door de politie werd opgejaagd als ghoul. Volgens de verhalen werd deze ghoul door hen bewust met lijken gelokt om hem te vangen. Blijkbaar heb ik zonder het te realiseren zijn achternaam onthouden en er mijn ghoul van gemaakt. Antoinette vind ik gewoon een mooie Franse naam.
In 1900 nog? Het is goed dat er tegenwoordig geen heksenjachten meer zijn en zo, maar ‘t heeft wel wat dat vroeger bijgeloof zo sterk was dat instanties als de politie er rekening mee hielden. “Ja hoor, een weerwolf. Het is gewoon een vos die uw schapen heeft gedood. Hoewel…”
PS. Send more paramedics! BRRAAAAAIIIINNSSS!!
Yahoo! De Gekalibreerde Gedrochten hebben nu met dit verhaal ook een debuut gemaakt op De Nachtvlinders http://denachtvlinders.nl/2011/kort-verhaal-de-ghoul-van-montmartre/ 😀