image by jkbrooks85, edited by Gsorsnoi
Eerdaags verschijnt mijn portret hier op de Tycoon Newspaper en zal er wat worden verteld over hoe ik hier verslaggeefster ben geworden. Tijdens het schrijven van dat portret en het zoeken naar oude artikelen heeft Gsorsnoi nog een aantal ongepubliceerde schrijfsels van mij gevonden. Van één ervan hebben we ons altijd afgevraagd of we die nou nog wel uit de Tycoon Newspaper Archieven moesten opvissen en publiceren. Want tjonge jonge, wat is ie flauw! Maar ja, heeft het schrijven van flauwe informatie ons er ooit van weerhouden iets in deze krant te zetten?
Wat eten wij vandaag is toch altijd weer de hamvraag als het er om gaat wat wij vandaag zullen eten. Als ik nu om ham vraag dan kan ik erop rekenen dat het op is. Daarom doen wij een greep in de vlaflipperkast. Alvorens wij ergens mee aan de slag gaan sla ik de room vast op. Want om slagroom te kunnen maken moet je een goeie honkballer zijn. Maar behoed je voor een enorme hoeveelheid slagroom, anders schrik je je straks een hoedje. En aangezien we nu niet echt zitten te wachten op een slaghoedje, slaan we de room dan toch maar even over. Misschien dat er nog een roomsoesje in zit, maar dat wordt bij nader inzien ook weer zo’n troep. Dus sturen we de troepen met slaghoedjes naar Rome. En als ik dit nu eens goed nalees, slaat dat ook weer helemaal nergens op.
Nu graaf ik toch een diep in mijn hersenstam. Want voor zover ik mij herinner, moet ik nog wel ergens de ingrediënten hebben liggen voor hersenstampot. Neem bijvoorbeeld mijn stamvader. Hij kan namelijk erg hard stampen. Hij stamt vanaf het allereerste deel van de stamboom. En dat begrijp ik dan weer niet. Want een stamboom begint toch ergens in de takken? En op de stam sta ik zelf. Mijn voorvaders kunnen trouwens al überhaupt mijn stamvaders niet zijn. Ik geen voorvader maar een voormoeder en die was een stam-pot. Maar goed, nu begin ik aardig te stamelen. En dat bewijst maar weer dat ik een ras echte stamgast ben.
Daarom gaan we nu over naar de jus. In de tuin heb ik nog een juslepelaar staan die ik mooi met jus kan opdienen. Ik heb alleen geen juslepel merk ik nu. Dat is balen. Eerst ging mijn slagroom al naar het slagveld in Rome, hersenstamppot zit er ook niet in omdat mijn voormoeder stam-pot was, en nu blijk ik ook al geen juslepel te hebben. Gelukkig ben ik aardig lenig, dus legde ik de lepelaar lekker in de lengte aan een leiband. Het is namelijk het geval dat ik vroeger zeer veel ervaring heb opgedaan bij het lezen in kookboeken. Leergierig dat ik was luisterde ik altijd naar mijn intellectuele leraar hoe hij voorlas uit erg leerzame leesbare legendarische lectuur dat handelde over een levengevaarlijke loslippige lanterfantende lesbische lichtekooi. Mijn ondertussen geliquideerde leraar bleek een enorme leugenaar. Hij legde mij later uit dat het eigenlijk een lofdicht was dat ging over het logaritme van een logistieke loempia.