Grote kans dat je je nu net zo voelt als toen ik voor het eerst in de Filippijnen was geland en op deze manier werd aangesproken. Hoezo “Hey Joe!” ? Wat is er mis met “Hello Sir!” ? Denk je me te kennen? Lijk ik op een vriend van je die zo heet?
Nee, hier was iets heel anders aan de hand. De Filippijnen is voor iets meer dan 100 jaar in Amerikaanse handen geweest. Als gevolg van die bezetting worden blanke buitenlanders al gauw voor Joe uitgemaakt. Het is niet per se noodzakelijk dat je eruit ziet als een Amerikaan. Ruik je als een toerist die weleens een tiet geld op zak zou kunnen hebben, dan wordt er aanvankelijk een hoop voor je gedaan. Daar kom je tussen de taxichauffeurs op het vliegveld al gauw achter.
Vers geland op Filippijnse bodem zul je net als op andere vliegvelden even moeten wachten op je bagage. Zat jouw tas er tussen? Dan zul je jezelf door de douane moeten wurmen. Je moet even verklaren dat je geen witte substantie per ongeluk in je koffer hebt meegevoerd, omdat je anders de DEATH PENALTY krijgt toebedeeld.
Dat klinkt allemaal erg zwaar, maar als jou niet het ongelukkige toeval heeft getroffen dat iemand wat in je koffer heeft gestopt of je dit zelf hebt gedaan, valt het allemaal reuze mee.
Eenmaal voorbij die douane moet je op Ninoy Aquino International Airport (NAIA) door een waaiervorming tunnelsysteem naar buiten lopen om het vliegveld te kunnen verlaten. Daar waar tunnel ophoudt, sta je plotseling buiten en ligt er een zebrapad voor je die een kruisende weg in tweeën deelt.
Om je heen staan allemaal taxi’s langs die kant van de weg. Aan de overkant van het zebrapad wordt het zicht ontnomen door een muur met een poort die bewaakt wordt door militairen. De poort is deels afgedekt. Door de stangen van de poort is een groep mensen te zien die ogenschijnlijk op mijn kant van het zebrapad hopen hun Messias te zien verschijnen.
In een flits zie ik de reactie van de fans die na het eerste optreden van de Jackson 5ive destijds hun idolen wilden bestormen. Voor Michael en zijn broers liep dat toen bijna fataal af.
“Hey Joe!” hoor ik naast mij geroepen worden. Een taxibestuurder komt op mij af en herhaalt: “Hey Joe!”. Hij biedt met een gebaar met zijn armen aan om mijn reistassen aan te nemen. Voor ik überhaupt de kans krijg te reageren of het me te realiseren pakt hij mijn tassen al vast.
In een oogwenk zie ik mijn vriendin, waarvoor ik naar de Filippijnen ben gekomen om haar voor de eerste maal te ontmoeten. Ze staat als een sardientje rechtop tussen de mensenmassa achter het hek. Ze zwaait naar me en gebiedt mij naar haar toe te komen. Het lijkt even alsof de wereld stil staat en ik niets hoor behalve haar geluidsloze vraag naar haar toe te komen. Mijn wereld bestaat op dat moment alleen uit de aandacht tussen haar en mij.
Ik ontwaak uit een trance zodra ik merk dat mijn tassen zijn verplaatst tot naast een taxi. Ik schrik van dat besef en spoed mij naar de taxichauffeur. We bekvechten om mijn spullen. Hij probeert verontschuldigend op me over te komen en tracht me te overtuigen dat hij mij alleen wil helpen met het taxiritje. Helaas voor hem, was ik door mijn vriendin al geïnformeerd over deze beruchte taxiritjes. Dus ik bedank.
Met veel pijn en moeite probeer ik mij en mijn spullen los te wringen uit zijn handen en wil de straat oversteken. Daarop ontvang ik een strenge blik van een militair die de overgang bewaakt: “Schipper mag ik overvaren, ja of nee?” Zijn afkeurende blik moet iets betekent hebben als: “als je oversteekt zet ik je op water en brood”. Maar dat laatste zal wel rijst geworden zijn.
Even twijfel ik. Mijn blik wisselt tussen mijn smachtende vriendin en de afkeurende ogen van de militair. Nou weet ik natuurlijk allang dat de Filippijnen als corrupt land bekend staat. Maar moet ik hier de conclusie uit trekken dat ik de nor in ga als ik geen taxi neem? Het moet niet gekker worden.
Uiteindelijk steek ik op hoop van zegen het zebrapad toch maar over. Zo hard heb ik bepakt met reistassen nog nimmer een weg overgestoken. Het hek wordt gelukkig (met een zuinige marge) geopend zodat mijn vriendin mij mag begroeten.
Omkijken doe ik niet meer. Ik loop zo vlot als ik kan met haar mee en verdwijn van dat enge toneel.