Ik ben geen racist.
Er worden hier vaak scootertheekransjes gehouden door de opgeschoten jeugd. Vernieling schijnt hier tegenwoordig tot de primaire levensbehoeften te horen. Dat deze mensen veelal van etnische afkomst zijn is natuurlijk wel opvallend. Maar dat maakt mij nog geen racist.
Onder het asociale volk zitten namelijk ook veel Nederlanders.
Waar ik mij meer aan erger zijn de mensen die menen dat ze het wel goed doen en anderen ondertussen mateloos irriteren.
Ik ben werkzaam geweest in Amsterdam aan het Weesperplein. Om daar vanuit de gemeente Velsen te komen was ik gewoon gebruik te maken van een snelle veerdienst vanuit mijn gemeente. Deze veerdienst bood de mogelijkheid mijn fiets boven op het dak te plaatsen, zodat ik vanaf het station gemakkelijk naar het Weesperplein kon fietsen.
Het is soms veiliger om aan de rotonde rond de Arc de Triomph te knikkeren zonder dood gereden te worden dan te fietsen in het centrum van Amsterdam. Ik opteer daarom om die Noord-Zuidlijn voorlopig te schrappen en dit geld te investeren in extra fietsrijbanen. Spitsstroken, carpoolstroken voor tandembezitters en op- en afritten voor fietsers zouden de fietspadenhel van Amsterdam soms best sieren. Een achtbaanervaring is er niets bij.
Enige andere fietspadirritatie is dan ook uit den bozen. Van elke dag dat ik naar het Zuidoosten van het Amsterdamse centrum mijn bedevaart naar mijn werkgever heb afgelegd is er niet één dag aan mij voorbij gegaan dat ik niet in conflict ben geweest met zo’n fietsende camper.
Kinderen met de meest onuitsprekelijke kakkersnamen, pedalen bezet met elke dag vers opgelikte bruinleren herenschoenen (of nog erger: sandalen), retro knijptoeters en meestal mannelijke bestuurders met pandjesjassen, dure monturen en kapsels waar Harry Potter en Jan Peter Balkenende spontaan geil van worden.
Ngh! Ik vind het verschrikkelijk!
In al die tijd dat ik aanvaringen heb gehad met bakfietsen is dit het volk dat ik als bestuurder van een ‘kakfiets’ ben tegen gekomen.
Mijn irritatie is compleet als ik zo’n bakfiets spot die het hele fietspad in beslag neemt en mij de doorgang blokkeert. Ze kúnnen een beetje opzij. Maar dat vertikken ze. Ongegeneerd sjokken ze voort in hun zondags tempootje. Er normaal omheen rijden is er dan niet bij. Ik zou ook niet durven: Wammes Waggel zwalkt nog minder als hij loopt.
Mensen, ik heb echt geen bloedhaast, maar ik wil wel een beetje normaal op tijd op mijn werk arriveren.
Plotseling stoppen kunnen ze ook goed. Eén van de kids in de bak presteert het om iets náást die enorme laadklep te laten vallen. Paps knijpt natuurlijk meteen zonder op of om te kijken de rem in. Vervolgens klap ik op de achterkant van die bakfiets of weet met enige marge stil te houden.
Je schrikt je dan toch kapot?
Ik zie maar één oplossing:
Sluit deze mensen op in de Teletubbie-heuvels met meters hoge hekken erom. Leg daar een flink netwerk fietspadasfalt aan zodat ze zich de hele dag kunnen uitleven op hun bakfiets. Geef ze een blauwe zelfstudiemap ‘Hoe leer ik niet alleen naar mijn ego te luisteren?’ en heropvoeden die lui.
Mijn krijg je van z’n leven niet op of in zo’n kakfiets. Laat dat duidelijk zijn.