image by GWM, edited by Gsorsnoi

De hoogzwangere Aziatische vrouw moest ergens rond de vijfentwintig zijn geweest. Ze lag voor hem op een laag pagodebed. De zogenaamde washitsu, waar Retroman in terecht was gekomen, was opgetrokken in de klassieke Japanse Sukiyastijl. Het betrof een slaapruimte waar belangstellenden voor de tempel zich in konden terugtrekken voor de nacht. Er hing een rotte geur die haast ondraaglijk was. De houten raamwerken, die aan één zijde van transparant papier waren voorzien, vormden de panelen die de slaapruimten van elkaar scheidden. Deze shoji waren aan de onderzijde versierd met een drakenmotief. Rechts van het bed stond een kast van mahoniehout en notenfineer die werd geflankeerd door een inmiddels gortdroge kentiapalm. In de tijd dat padden en zombies hier de dienst gingen uitmaken, had niemand de plant nog van vers water voorzien. Meer naar de kant waar Retroman stond, recht tegenover het bed, was nog een lagere kast aanwezig. Deze was uitgevoerd in geolied kersen hout, met daar bovenop een andonlamp, bestaande uit bamboe en rijstpapier. De tatamivloer, met haar matten van rijststro, maakte het geheel af. Door hun universele maatvoering van iedere tegel van 90 centimeter breed bij 180 centimeter lang, kwam de gehele ruimte uit op 3,60 bij 3,60 meter, wat voor deze oriëntaalse woonruimte heel gewoon is.
De jonge vrouw lag op het bed in een onordelijke houding te zwemmen in haar eigen zweet. Haar gezicht was van Retroman afgewend en had daarop haar hand liggen zodat hij geen idee had van haar voorkomen. Mogelijk had ze geen behoefte aan oogcontact, omdat ze wist dat deze stad ondertussen hoofdzakelijk door monsters werd bevolkt. Ze had in elk geval nog niet gereageerd op zijn binnenkomst. Een vijftal groezelige gedaantes echter, die uit een stoffige zweem tevoorschijn traden, liep dadelijk op Retroman toe. Zij hadden direct door dat hij geen ondode was en waren dadelijk van plan zich gulzig op zijn sappige vlees te storten.
Retroman grijnsde wrang en vastberaden. De vele gevechten van de afgelopen dagen hadden hem terug in conditie gebracht. En nu hij overtuigd leek te zijn dat hij niet langer de enige overlevende mens in deze stad was, gierde de adrenaline door zijn aderen. In een halve maan schoof hij met zijn voet over de vloer om een geschikte gevechtshouding aan te nemen. Hij had zijn samuraizwaard in zijn vuist geklemd en stak zijn andere hand naar voren. Met de rug van zijn hand naar zijn wederpartij gericht, gebood hij ze uitdagend om dichterbij te komen door even snel drie keer zijn vier vingers naar binnen te buigen.
Gespannen wachtte de Reuze Navelpad af wat er zou gebeuren. Hij zat nog steeds in de buik van deze dappere zombiestrijder en nam de sfeer met nodige scepsis op. De onverantwoorde actie van Retroman om van het dak van de tempel naar deze washitsu te springen, stond hem niet aan. Hiermee had hij achteloos de perfect uitgedachte strategie van zich afgeworpen. Bovenop dat dak waren ze weliswaar in het nauw gedreven, ze hadden de zombies één voor één kunnen afslachten zonder dat het ze veel energie zou hebben gekost. Kwalijk nemen kon hij hem niet; om na zoveel dagen de kans te worden geboden eindelijk weer in contact te komen met een individu van zijn eigen ras, moet een onweerstaanbare verleiding zijn geweest. Maar het kon Retroman toch niet zijn ontgaan dat deze zwangere dame in de afgelopen maanden amper voor zichzelf heeft kunnen zorgen, vooral onder deze omstandigheden. Laat staan dat zij zich staande heeft kunnen houden tegen de voortdurende dreiging van de monsters om haar heen. Die hadden haar immers allang tot op het bot hebben moeten afkluiven. Iets klopte hier niet.

De wind kreunde en huilde om de muren van dit tempelcomplex en deed het riet en de balken van het dak schudden. Het krakelig gekreun van de vele monsters buiten klonk haast even miserabel. De voorste man van de zombies die om Retroman heen stonden, draaide dreigend om hem heen. De meeste waren tenger en krachtig gebouwd, hadden O-benen en droegen naast een shirtje dikwijls alleen een wijde lange broek of, in het geval van de vrouwelijke zombies, juist een kawaii korte broek.
Toen de man langzaam naderbij kwam, bestudeerde Retroman hem zorgvuldig, maar hield vanuit zijn ooghoeken ook de andere vier in de gaten. Het was alleen, nu hij gedwongen was om de positie van iedere belager te bestuderen, dat hem de alkoof rechts in dit vertrek opviel. De tokonoma is een belangrijk focuspunt in het Japanse interieur. Hetzelfde drakenpatroon waarmee de shoji was beschilderd, kwam terug in de tekening van een lampion die aan het plafond van de ingebouwde nis was opgehangen. De rode verf van deze papieren lantaarn versterkte het schijnsel van het ochtendlicht. Vanachter deze lamp werd Retroman een zesde zombie gewaar. Maar wat vooral zijn aandacht trok in deze demonisch belichte hoek, was de katanastandaard met daarop opgesteld twee Japanse zwaarden. Die konden nog eens van pas komen.
Op slag werd Retroman van twee kanten tegelijk aangevallen. Zijn eigen samuraizwaard had hij stevig met zijn vuisten omklemd. De zombie die hij in zijn flank voelde naderen, weerde hij behendig af door hem uit balans te brengen met een stoot van zijn elleboog. In diezelfde beweging draaide Retroman om zijn as en bracht een been omhoog om een zwaaiende trap uit te delen. De tweede zombie werd hierdoor in zijn maagstreek geraakt en wankelde naar achteren. Hij struikelde en nam in zijn val een kleinere zombie mee dat een meisje moest zijn geweest die hooguit een jaar of zestien was. Degene die hij als eerste wist te pareren was met zijn gezicht tegen de kersen houten kast geknald en als een zak aardappelen op de matten terecht gekomen. Retroman hief zijn zwaard hoog op en liet het toen met een snelle beweging neerdalen. De punt van het zwaard groef zich diep in diens nek en door de kracht die Retroman op de slag had uitgeoefend werd de man er bruusk door onthoofd.
Een forser gebouwde man was de volgende. Hij had zich eerder verdekt opgesteld in de tokononma waar naast de twee katana’s enkel nog wat scherven van aardewerk aanwezig waren. Het geblokte figuur rende naar hem toe en stak zijn armen hoekig in de lucht alsof hij een weerwolf was die zich op zijn prooi wierp. Retroman had hem snel in gaten. Hij dook en met één slag hakte hij het linkerbeen van de vijand af. De zombie schreeuwde niet eens van de pijn maar trachtte direct houvast te vinden aan de lage kast, maar doordat hij één been miste, verloor hij alsnog zijn evenwicht en viel hij zijwaarts over het lijf van de ander. Zijn verdelger keek niet eens naar hem om, maar stootte zijn samuraizwaard slechts naar achteren om zijn rug te doorboren op de hoogte waar zijn lever zat.
Gewaarschuwd door rochelend gekrakeel liet Retroman zich haast verrassen door een volgende dubbele aanval. Terwijl de eerder getroffen man en het meisje zich alweer oprichtten, waren de twee overgebleven zombies in Retromans handbereik gekomen. Eén ervan had slechts één arm en die zombie wist hij even af te weren door hem slechts een ferme duw met zijn schouder naar achteren te geven. Hij maakte van het momentum gebruik door krachtig het zwaard uit de rug van de uitgeschakelde zombie te trekken en deze in de borst van de volgende te drijven. De brokken ingewanden vlogen door de lucht.

De Reuze Navelpad vanuit zijn buik voelde zich haast machteloos, maar wist dat Retroman meer in het voordeel was wanneer hij erin bleef zitten. Er nu uitkomen en hem bijstaan zou hem alleen maar meer in de problemen brengen. Ofschoon Retroman een veel sterkere indruk maakte dan in de dagen ervoor, had hij lang niet zo’n moordmachine geweest zonder de hulp van de pad. Door in zijn binnenste de wisselwerking met zijn levensenergie aan te gaan, maakte de Reuze Navelpad hem haast onverslaanbaar. In feite was de pad een soort katalysator geworden. Retroman voelde zich er superieur door en hakte met zijn zwaard door de volgende schedel alsof het om boter ging. De man aan wie het had toebehoord zakte dadelijk onder zijn zwaard onderuit. Het bovenste deel van de verticaal doorkliefde schedel volgde een moment later, omdat deze door de slagkracht gelift werd. Onder hem klemden enkele vingers zich nog een paar seconden krachteloos om zijn kuit en gleden toen weg. Om zeker te zijn stootte hij het samuarizwaard in het rottende vlees en het maakte een nat, zuigend geluid wanneer deze teruggetrokken werd. De zombie die een arm miste, beende in Retromans richting. Hij krochelde diep terwijl hij een mank geworden been achter zich aansleepte. Retroman houwde hem met het zuiverste gemak neer met een slag die het hoofd van zijn romp scheidde. De losgehakte schedel vloog van zijn schouders en rolde door de schuifdeuren het vertrek uit. Nu meende hij dat hem een kort moment werd gegund om zich te overtuigen van de toestand waarin de zwangere vrouw verkeerde die nog altijd op het bed lag te kermen. Maar hij vergiste zich; via diezelfde schuifdeuren kwamen de volgende zombies alweer binnen zetten. Of zij zich reeds in de tempel en haar slaapzalen ophielden of dat zij er binnen getreden waren sinds Retroman hier de kamer betrad, was hem om het even. Hij had zich te verweren tegen nieuwe vijanden en hij vreesde dat hij de gehele populatie van Gohes City zou moeten neerhalen, wilde hij met pensioen kunnen. Maar hij zag zijn kans schoon en reikte naar één van de extra katana’s die hij in de alkoof had ontdekt. Het was een veel lichter model dan het museumstuk dat hem nu al enige dagen trouw was gebleven, maar het voelde vertrouwd aan en het lag hem goed in de hand.
Toen hij zich weer omdraaide om de volgende aanvallen te pareren en nieuwe slachtoffers te maken, werd hij verrast door een zombie die hem plotseling van achteren aanviel. Het was het meisje waar hij eerder een grotere zombie tegenaan had geworpen. In alle consternatie was hij haar blind vergeten! Ze moest zich hebben verborgen tijdens zijn confrontatie met de andere zombies, zodat ze hem een hinderlaag kon leggen. Dit was een cruciale fout die hem duur kon komen te staan. Het zombiegrietje was hem op zijn rug gesprongen en had haar benen al om zijn middel geslagen. Door haar sprong bungelde haar twee inktzwarte vlechten nog net even in zijn gezichtsveld en Retroman voelde hoe haar tanden zich pijnlijk in zijn schouder groeven. Het lukte hem nog maar net om tijdig zijn greep op de gevesten van de zwaarden te verstevigen; hij had ze bijna uit zijn handen laten glippen doordat ze hem zo had overvallen. Hij moest nu snel handelen. Voor hem zag hij de zombies al naderen. In zijn onvermogen deze geharde tante vanuit deze positie te kunnen aanvallen, beukte hij zijn lijf richting de lage kast en hoopte er maar op dat het meisje haar grip op zijn lijf zou verliezen. De beet in zijn schouder verslapte zich onmiddellijk om vervolgens volledig los te komen toen haar achterwerk langs de kast schraapte. Maar hij was nog lang niet van haar af. Ze belandden beide op de grond, hij met zijn rug bovenop haar. De andonlamp die haar lijf in de beweging had meegesleurd viel naast hen op de vloer kapot. De tatamimatten mochten in sportzalen gebruikt worden om een val te breken, de lamp was te broos om omgeschonden te blijven. Gelukkig voor Retroman brandde deze allang niet meer, want hij had geen behoefte aan de extra uitdaging van vechten in een vuurzee. Aan zombies die zich boven hem posteerde en nog zo’n monster die zich aan zijn rug vastkleefde, had hij zijn handen vol. De veerkracht van deze slaapkamervloer bracht nog een ander nadeel met zich mee. Had hij harder geweest dan had Retroman haar heupen meer schade aan kunnen brengen door met zijn volle gewicht boven op haar neer te komen, waardoor ze misschien zou hebben losgelaten. De meeverende ondergrond en het feit dat ze gezombificeerd was, minimaliseerde die kans. Pijn voelde ze sowieso niet, zodat het effect van de poging zich los te wurmen te verwaarlozen was.

In deze benarde positie leek Retroman ten dode opgeschreven. Op de grond was hij in deze situatie nou niet bepaald in het voordeel. Hij had echter nog een trucje achter de hand waarmee hij tijdens een martials arts demonstratie de harten van het publiek zou stelen. Met alle kracht die hij in zijn armen had, prentte hij zijn beide vuisten in de matten en draaide zijn rechterbeen in een volle cirkel langs zijn bovenlijf. In de helikopterbeweging die daardoor ontstond sleepte hij zijn linkerbeen erbij en richtte zich half op door te leunen op zijn knieën. Het was een techniek die hij eens van een vriend had geleerd. Maar hij was wel zo uitputtend door de extra ballast die hij bij zich droeg dat hij zijn hart in z’n borstkas als een moker te keer voelde gaan. De gelegenheid echter die hierdoor ontstond om direct uit te halen met het tweede zwaard was te mooi om te laten liggen. Zo hakte hij met een lage houw de benen onder een zombie vandaan. En terwijl hij neerviel, stak Retroman het andere in de borst van de volgende.
Het gevecht met de zombies was hervat en hij leek zowaar de controle erover te hebben hervonden. Maar ondertussen was daar nog wel het zombiemeisje dat zich in zijn nek aan hem tegoed wilde doen en daar alle de kans toe kreeg. Ze mocht wat beduusd zijn geweest door de val, ook zij begon zich te herstellen en opende reeds haar kaken om Retroman in zijn hals te bijten. Dit besef bracht hem tot het besluit om radicaal naar achteren te rennen. Hierdoor knalden ze samen tegen de vensterrand en klapte haar lijf naar achteren zodat zij haar rug brak. Haar teer geworden lijf scheurde boven haar korte broek bij haar middel open en legden haar darmen bloot. Haar armen en benen verslapten en Retroman kwam eindelijk los uit de dodelijke greep. Hij voelde hoe zijn rug kraakte toen hij weer naar voren veerde om twee andere zombies te onthoofden. Een ondode die hem van links probeerde aan te vallen, leende hij zijn tweede zwaard door deze tussen haar borsten te drijven. Hiermee spiesde hij haar vast aan de hogere mahoniehouten kast.
Een drietal nieuwe zombies, rechts van hem, leek onder de indruk en deed twee passen achteruit. Na dit moment van verbazing sprongen de drie even later over hun dode kameraden heen en stormden op hem af. Een van hen klauwde naar Retroman die de vervaarlijke uithaal ontweek, de grauwe pols van zijn tegenstander vastgreep en hem over de vensterrand slingerde. Deze zombie trok het kadaver van het gehalveerde grietje mee en samen vielen ze steunend op de straatstenen. Het volgende zielloze lichaam dat op Retroman afkwam, stak zijn beide armen voor zich uit en reikte naar zijn keel. Retroman maakte van deze handreiking gebruik door ook zijn arm vast te grijpen en de zombie om zich heen te slingeren. Hierdoor beukte hij de ander omver en wierp een barricade op bij de schuifdeur. In de tussentijd, voordat een nieuwe bestorming zou losbarsten, trok Retroman aan het gevest van het zwaard waaraan hij de zombievrouw had geregen.

Nu had hij opnieuw twee zwaarden. Maar wederom werd hij door een zombie verrast die hij door de stoffige atmosfeer over het hoofd had gezien. Deze kwam wel met zoveel logheid op hem afspringen, dat hij er niet direct een antwoord op had. Het was een zwaarlijvige Aziaat met een opgeblazen gezicht. Zijn onderkaak ontbrak. Samen beukten ze tegen de scheidingswand die het daarop begaf onder hun gewicht. Ze belandden in een andere kamer, die behoudens het meubilair gelukkig vrij was van nog meer zombies. Retroman was op zijn zij gevallen, maar herstelde zich opmerkelijk goed. Leunend op één schouder bracht hij met zijn vrije arm de aanvaller boven hem de genadestoot toe. Hij houwde met zijn samuraizwaard door zijn dikke buik en werd zelf gedolven door de stinkende ingewanden die daardoor vrijkwamen. Een misselijkmakende drab van organen, maden en kevers stortte zich over hem uit. Kokhalzend duwde hij het kadaver van zich af en richtte zich vlot weer op.
Ook de zombies die Retroman door de andere kamer had geslingerd hadden zich herpakt. Via de gang kwamen ze deze kamer binnen. Eén van hen had een laag ebbenhouten tafeltje meegebracht die hij onderweg had opgepikt. Hij hield het boven zijn hoofd en haalde ermee uit naar Retroman. Deze ving de slag met een van zijn zwaarden op, stapte toen tot vlak bij hem naar voren, dreef het zwaard die hij in zijn andere hand had in de buik van de zombie en gaf hem een duw waardoor hij achteruit wankelde tot hij door zijn kameraad opgevangen werd. Retroman spleet de schedel van de zombie met een slag die reikte tot op zijn strottenhoofd. De kracht van de slag was groter dan het zwaard kon verdragen. Het brak af en Retroman hield alleen het gevest nog in zijn handen. Verdwaasd keek hij ernaar. Wat was hij nu blij dat hij er nog één reserve had. En dat was nog altijd dezelfde die hij uit het museum had weggegrist. Daarmee doodde hij de laatste zombie en zag nu eindelijk de kans om zich over de toestand van de zwangere vrouw te ontfermen.

De Reuze Navelpad had zich al die tijd gespannen opgehouden in zijn binnenste. Iedere krachtstoot die Retroman met succes in zijn slachtoffers wist toe te brengen, had de pad van nieuwe energie voorzien. Op de één of andere manier voelde hij zich reuze prettig bij elke overwinning die zijn gastheer ervoer. Het stilde zijn honger en deed hem fitter voelen. Ondanks het feit dat Retroman wel wat anders aan zijn hoofd had, kon hem deze krachtige wisselwerking niet zijn ontgaan. Zijn aanwezigheid vergrootte zijn uithoudingsvermogen en maakte hem zo sterk als drie volwassen mannen.

Aangekomen bij de lijdzame vrouw waarvan hij de aanwezigheid begeerde, vergewiste hij zich er nog even van of ze wel alleen waren. Voor het moment leek dat zo.
De Japanse soberheid in deze kamer had plaats gemaakt voor een morbide tafereel. Omcirkeld door verwrongen lichamen waar stroperig lichaamsvocht en ander gruwzaam materiaal uitsijpelde, lag een hijgend vrouwmens te kreunen alsof ze spoedig haar laatste adem zou uitblazen. In het opkomende zonlicht glansde haar maanbleke huid karmijnkleurig op. Zweetdruppels parelden over haar rug en de enige schouder die Retroman kon zien. De andere, daar lag ze op. Ze droeg een katoenen nachtjapon met spaghettibandjes. En nog altijd had ze haar hand over haar gezicht geplaatst, alsof ze zich schaamde voor haar voorkomen.
Nu was Retroman het zat en wilde weten hoe het haar verging. Zonder aarzeling trok hij aan haar schouder en terwijl hij dat deed deinsde hij onmiddellijk van walging achteruit. In plaats van een ietwat opgezet gelaat van een jonge dame die in verwachting was, staarde hij naar een onuitsprekelijk macaber gezicht. Haar uitdrukking was zo doods, dat het hem koude rillingen bezorgde. Voor een kort moment brabbelde ze een onverstaanbare tekst die net zo goed in de taal van de duivel kon zijn gesproken. Hij wankelde verder op zijn benen naar achteren en werd licht in zijn hoofd van de akelige aanblik. Voor hem lag een vrouw die zo onuitsprekelijk lelijk was, dat je je zou afvragen of ze nog wel mens was. Dikke etterende puisten en rode vlekken hadden terrein opgeëist op haar anders zo smetteloze huidje. Rond de haargrens en om haar lichaamsopeningen, zoals haar oren, krioelde het van de moerasgroene korsten die zich er schilferig ophielden. Uit haar wijd geopende mond kwijlde ze met zwarte pruttelende speekseldraden. Haar irissen waren deels weggedraaid onder haar oogleden. Het wit van haar oogballen trilden epileptisch en maakten van het geheel een haast paranormale vertoning. Maar dat was nog niet alles. Want doordat Retroman aan haar lijf had getrokken, had hij het inwendige proces tot een hoogtepunt gedreven. Als een rijzende cake zwol haar lichaam op en barstte haar huid op verschillende plekken open. Op andere plaatsen werd het zo droog dat deze door wrijving ontveld raakte. Rottingsgassen vulde het vertrek en maakte dat Retroman het moest uitbraken. Naast de kast waar hij eerder een andere vrouw op had vastgeprikt, boog hij voorover en voelde hij hoe de hete maagzuren zijn slokdarm schroeiden. Een plas braaksel bevuilde de tatamimatten en te midden ervan keek hij in het verdwaasde gezicht van de Reuze Navelpad. Die was in een andere route naar buiten gekomen dan hij zelf voor mogelijk had gehouden. Krachteloos trok Retroman zich even later weer op aan de kast. Hij wilde vluchten met de pad, maar kon zijn blik niet losmaken van de jonge vrouw die bezig was te transformeren tot een bijenkoningin. Ze scheurde uit haar nachtjapon en ondergoed en begon ongecontroleerd te schokken met haar dikke naakte lijf. Het bed bezweek eronder, nu haar gewicht was gestegen naar het vijfvoudige van wat ze een moment daarvoor woog. Een reutelende ademhaling was nog kort hoorbaar voordat het wegstierf om vervolgens plaats te maken voor een ander naargeestig geluid. Haar dijen klapten plotseling krakend en wijdbeens uiteen. Het linker hing er het slapste bij, omdat het bot in het bovenbeen zich had losgemaakt van haar heup. Een liter stinkend groenbruin vocht maakte zich los uit haar geslachtsorgaan. De Reuze Navelpad die zich juist de brokken braaksel uit zijn ogen had gewreven, raakte opnieuw bedolven onder ranzig lichaamsvocht.
Inmiddels had haar buik de omvang gekregen van een flinke circusbal, maar egaal rond was ze allerminst. Rondom haar opgezette navel krioelde honderden kleinere ballen door elkaar die zo groot waren als flinke stuiters. Op die plaatsen waar ze door de huid heen leken te prikken, kleurde deze paarsig op. Ten slotte leken ze een uitweg naar buiten te zoeken door alle mogelijke openingen die ze in hun moeder konden vinden.
Retroman en de Reuze Navelpad stonden er van angst bevroren bij. En niet alleen zij waren onder de indruk van het schouwspel dat zich in deze washitsu voltrok, ook de volgende zombies die door Retroman waren aangetrokken, stonden aan de grond genageld.
Als een kolonie vluchtende mieren kroop een afschrikwekkende hoeveelheid kleine padden uit het opengereten lijf van de vrouw.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Perfecte strategie
Volgende hoofdstuk: Oerkrachten