By tinusicket | October 13, 2009 - 1:30 pm - Posted in Duimzuigerij, Galbakkerij, Kakfietsen, Nederlands, Onbedoelde mening

Zo’n tien jaar geleden zwaait er in een witgoedwinkel een vrouw naar mij. Ze stond even daarvoor nog voorover gebogen over haar bril te gluren naar de prijskaartjes van de strijkijzer. Dit is echter niet het type aandacht van een vrouw waar je als jonge vent op zit te wachten. Wat was ik? 17 of 18 jaar. Deze vrouw zou je elke leeftijd kunnen geven die hoger is dan een jaar of 40. Voor dit verhaal maakt de precieze leeftijd niet uit.

Ze zwaaide met de attitude van: “Hey ventje! Ja jij daar. Kom deze mevrouw eens even helpen. Want als je mij niet helpt dan heb je geen eten vanavond. Je baas betaalt je vast net genoeg om jezelf mee te onderhouden is het niet. Daarbij, je zou het als een eer moeten beschouwen om mij te helpen. Wat denk je wel? Hoi! Komt er nog wat van?”

Ik sta achter de toonbank. Links van mij op 11 uur strekt zich een stelling uit met een verzameling kleine huishoudelijke apparaten. Rechts van mij op 1 uur de wasmachines. De collega (de dertig gepasseerd) links naast mij gniffelt. Hij herkent zichzelf in mij toen hij nog een jong verkopertje was. De vrouw kijkt mij ongeduldig aan terwijl ik 2 seconden neem om te accepteren dat het weer zover is.
Gedwee kom ik achter de toonbank vandaan en ga haar helpen.
De klant is koning.

De vrouw straalt in het mij aan zien lopen al de air uit van: “Ja, ja. En jij zal mij wel even vertellen hoe ik een strijkbout moet gebruiken. Alsof je er zelf eentje hebt of er überhaupt eentje kan betalen. Laat staan dat je weet hoe zo’n ding werkt.”
Zo loop ik op haar toe met in gedachten: “Mens, waarom wuif je uitgerekend naar mij? Als je me toch al veroordeeld hebt dat ik totaal niets van strijkbouten weet.”

Ze kijkt me onderzoekend en bij voorbaat quasi beledigd aan en stelt mij een vraag. Dit heeft ze voorbereid. Om mij te toetsen heeft ze een onderdeel van de strijkbout uitgezocht waarvan ze kan vermoeden dat ik het vast niet zal kennen: die sleufjes aan de onderkant.

Mijn kans: “Ah, u bedoelt de preparende stoomkanalen, waarmee het stoom uit de strijkzool de stof met stoom kan voorbewerken? Daar bespaart u met het strijken een hoop tijd mee. De stoom krijgt zo eerder kans om de kreukels te verdrijven.” Dat mens weet zelf niet eens wat ze aan me vraagt. En als het er op neerkomt kan ik nog beter overweg met een strijkbout dan zij zelf.
Dat heb ik haar maar niet verteld.
Duidelijk geschrokken van mijn antwoord knikte ze en probeerde ze te vluchten uit deze situatie die meer voor haar als een vernedering voldoende dan voor mij had gehoeven. Je wilde toch iets weten? Ik heb je antwoord gegeven! Dat je niet verwachtte dat ik er überhaupt antwoord op had is niet mijn probleem. Ik ben uit een goede schoot opgevoed in deze witgoedwinkel. Je kunt mij praktisch alles vragen.

Sorry, ik gunde haar niet een antwoord zoals: “Oh het spijt me mevrouw. Dat weet ik niet. Ik zal even mijn baas erbij vragen”. Daar zou ze van genoten hebben.

Is mijn standpunt duidelijk? Ik walg van dit soort mensen! Bah!
Ga maar lekker terug in je ivoren torentje… Omhooggevallen mus.