image by vige, edited by Gsorsnoi
De lepel schoof opzij en draaide rond een steel waar meerdere lepels op bevestigd zaten. Hiermee werd de as van dit instrument tot roteren gebracht wat een grote platte metalen radar eronder aandreef. Deze radar stond geschakeld met een hele serie radars en radertjes van hetzelfde soort. Een veer werd van spanning gebracht wat weer een nieuwe as deed ronddraaien. Even verderop in het mechanisme werd een uit radars opgebouwde tafel geactiveerd. Het bovenste blad van deze tafel bracht een ratelend geluid voort dat aan de secondeteller van een bovenmaats horloge deed denken.
Veel verderop in de stellage klonk achter enkele wijzerplaten het aanzwellende geblaas van een zuiger en vulde een blaasbalg met lucht. Het leder van de blaasbalg tikte een hefboom aan waarop normaal een appel bevestigd had moeten zitten op een pen om deze omhoog te brengen in een pijp. Bij het ontbreken van het gewicht van de appel schoot het andere uiteinde van de hefboom tegen een voorwerp dat veel weg had van een steelpan welke op zijn beurt losschoot van de constructie en een baan begon door de ruimte richting het meubilair.
“Oh nee, oh nee, oh nee!” Theo wist niet wat hij anders moest uitbrengen tot hij zag dat het Mobiel enkele onderdelen begon los te laten. Het Mobiel viel op verscheidene plekken uit elkaar. Het leek erop dat het verval van een grootste uitvinding was aangekondigd.
Met een open mond van verbazing zag toe wat hij in werking had gesteld. Eén enkel tikje tegen dat onschuldig ogende lepeltje had het ongeladen perpetuum in gang gezet en het was waarlijk een intrigerend schouwspel om te zien. Maar zou het goed aflopen?
De Reuze Navelpad was op de schouder van Achmed gekropen en greep zich vast in enkele plukken van zijn zwarte haar. Met grote ogen op het mechanisme gericht kon hij niet veel anders doen dan toe te schouwen. Hierdoor was hij afgeleid van het knorren van zijn maag wat duidde op een beginnende honger naar roem.
Het steelpannerig voorwerp tikte met luid kabaal tegen een grote lege vogelkooi die stond opgesteld op een dressoir. Door de klap van dit voorwerp raakte de vogelkooi uit balans en tuimelde van het blad.
De vogelkooi kletterde onzachtzinnig tegen de kromgetrokken houten planken van de vloer en liet het deurtje in de kooi openzwiepen.
“Oh, maar nee! Nee! Nee! Nee!” Theo was in een grote paniek geslagen. Hij bracht zijn handen naar zijn bleekgetrokken gelaat en maakte daarmee een duidelijke imitatie van Evards Munch’s schreeuw. “Oh, de Opluchting! De Opluchting is uitgelucht.” Zijn ogen schoten van links naar rechts en weer terug in zijn oogkassen. Theo zag het gebeurde aan alsof hij één van zijn uitvindingen in een ravijn zag storten.
“Oh, uitgelucht is ze … uitgelucht”.
Achmed begon te grijnzen van leedvermaak, maar snapte net zo goed niet waar Theo nou zijn ophef vandaan had gehaald.
“Moet je nu dan niet opgelucht zijn?” bracht Achmed abrupt naar voren toen het grootste kabaal was gedempt en het perpetuum nog op volle toeren draaide.
“Oh, begrijp je het dan niet?!” foeterde Theo woedend.
Het bleke gelaat maakte plaats voor een rode kleur die werd veroorzaakt door de opwinding van deze uitvinder. Hij balde zijn ene vuist en veegde ontdaan was speeksel van zijn kin dat erop was beland na zijn laatste uitspraak.
“Oh, de Opluchting was een uitvinding van een grootst formaat. Het had ons inzicht moeten geven over de duurzaamheid van wat ons in leven houdt.”
“Het is een lege vogelkooi …” merkte Achmed droog op.
Theo leek Achmed te willen aanvallen en bracht zijn handen naar diens vest. Deze actie zorgde ervoor dat de vliegeniersbril langs het gezicht bungelde.
De Reuze Navelpad viel weer eens van de schouder. En een blik van Theo die zijn hoofd in tweeën had kunnen splijten was geladen met teleurstelling en agressie.
“Rustig vriend.” gebood Achmed hem “Wees alsjeblieft rustig en vertel mij eens wat die vogelkooi van waarde is voor jou.”
Theo liet Achmed los en draaide zich woest om met de woorden: “Oh, ze was van onschatbare waarde voor mij. Wat zeg ik? Voor de mensheid!” Opnieuw keek hij zijn vriend hij en verklaarde: “De Opluchting bevat een voorraad opgesloten lucht. Opgesloten lucht die in elke normale omstandigheid in kwaliteit zou moeten afnemen. Maar door het bloot te stellen aan frisse lucht hoopte ik hiermee te kunnen meten hoe lang je lucht opgesloten kunt houden zonder dat het muf zou gaan ruiken.” Er volgde een korte adempauze.
“Oh, als we te weten hadden kunnen komen hoe het zit met de duurzaamheid van zuurstof dan …”
Theo staakte zijn onnozele uitleg en verstarde.
De Reuze Navelpad liet zijn koppie nog even zien. Hij had zich tijdens de woede-uitbarsting verstopt achter een haarlok van Achmed.
“Oh, maar wat is dit nu?” en Theo moest moeite doen niet te gaan kwijlen terwijl hij opvrolijkte bij het zien van zijn andere speeltje. “Het Perpetuum Mobiel! Ze beweegt!”
Het geknor in de buik van de pad hield op.
Wordt vervolgd.
Vorig hoofdstuk: Het vindingrijk
Volgend hoofdstuk: Bronzen impact
This entry was posted on Sunday, July 25th, 2010 at 09:53 and is filed under Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Navelpad Mysterie, Nederlands, Reuze Navelpad. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.
[…] Navelpad Mysterie (9): De Opluchting […]
Wat voor geflipte Barabas is die Theo eigenlijk? Lucht opsluiten in een vogelkooi.
Hoeveel hoofdstukken komen er trouwens nog? Volgens mij is het einde nog niet in zicht.
Groetjes,
Jolientjuh!
logisch toch dat dat die Het Perpetuum Mobiel beweegt. Die opgesloten lucht wou er uit en ontsnapte en botste tegen die machine.
Als je maar lang genoeg denkt is alles te verklaren.
[…] Navelpad Mysterie (9): De opluchting […]