By karelriemelneel | March 25, 2009 - 1:52 pm - Posted in Nederlands, Vacaturepagina: De Assistent Kanarievouwer

Bedrijfsnaam:
Nederlandse arbeidsmarkt

Locatie/Standplaats:
Niet thuis

Salaris:
Om collega’s te ondermijnen zit je bruto gemiddeld E 200,- onder het salaris van je collega’s. Liefst nog ver daaronder.

Bedrijfscultuur:
Je komt te werken in een bedrijf waar nu nog overheersend vakmensen de dienst uitmaken. Jouw opperhoofd heeft twee zo niet drie titels voor zijn naam staan en je collega’s zitten al zo lang in dit vak zolang zij de MULO of de huishoudschool hebben verlaten.

Functieomschrijving:
Er wordt van je verwacht dat je het specialisatieniveau van de bedrijven waar je komt te werken langzaam omlaag brengt. Door gediplomeerde collega’s weg te pesten of om reden van leeftijd uit te rangeren maak je jezelf bewust niet geliefd.
Een plezierige bijzaak is het op andere wijze dan hiervoor beschreven irriteren van de huidige werknemers. Privézaken en computerspelletjes in de baas z’n tijd is helemaal jouw ding. Sabotage van andermans werkzaamheden hoort daar ook bij.

Functie-eisen:
Je bent een heuse Donald Duck en bij voorkeur een schoolverlater. Amateurisme is jouw specialisme. Je denkt dat je werkelijk alles (beter) kunt, maar als het er uiteindelijk op neer komt, kun je eigenlijk niets. Vooropleidingen of cursussen zijn niet gewenst. Hoe minder ervaring hoe beter. Als je het werk van de collega maar voor minder geld wilt uitvoeren dan deze collega dat zou doen.
Je bent in staat de werkzaamheden dusdanig te verstoren dat je het bedrijf vanzelf een doorn in het oog wordt.

Dienstverband:
Uitgangspunt is het terugbrengen van het specialisatieniveau van een bedrijf met minimaal 40%. Je blijft in dienst tot dit doel is bereikt.

Solliciteren:
Interesse in deze functie? Reageer direct en stuur je motivatie inclusief CV naar werving@wsnoi.com of kijk op onze website: http://wsnoi.com/tn/

Opmerking:
Anders dat de naam wellicht vermoedt wordt er met ‘beroeps ontvolker’ géén ‘administratief genocide medeweker’ bedoeld. Hiervan zijn er al genoeg op deze wereld!
Wellicht had de functie beter ‘beroeps beroepsontvolker’ genoemd kunnen worden.

By tinusicket | March 24, 2009 - 2:05 pm - Posted in Nederlands, Scherpe Blik

Het had weinig gescheeld of er had geen mogelijkheid voor mij bestaan dit artikel te schrijven. Vandaag voor de zoveelste keer word ik als voetganger werkelijk totaal genegeerd door vervoersmaatschappij terwijl ik toch duidelijk te kennen heb gegeven een zebrapad te willen oversteken. Deze vervoersmaatschappij, waar ik al niet echt bepaald een goede connectie mee heb, wil blijkbaar graag op tijd rijden. Maar nu vraag ik je: moet dat mensenlevens kosten? Wellicht dat deze organisatie de regel ‘rijdt kosten wat kost op tijd’ eens mag herdefiniëren!

Eén keer in het jaar laat ik een maand de fiets staan, om mij met de bus door het winterse weer naar het werk te begeven. In die ENE maand is het deze vervoersmaatschappij gelukt om mij om drie redenen meermalen PISNIJDIG te krijgen. Ik som ze graag even op:
1. Structureel in één werkweek tussen de klok van 1600 en 1636 uur geen dienst aanbieden zoals vermeld staat op het tijdenbordje. Dit geldt voor beide buslijnen die op die route rijden. Een paar weken later was het opnieuw raak.
2. Structureel bushalte(s) negeren van één bewuste buslijn. In het oogcontact wijst de buschauffeur omhoog naar het nummer op zijn buslijnenbordje zo van: “Hallo! Je weet toch dat ik hier niet rijd?”
3. Zo nu en dan bijna platgereden op een zebrapad worden door verschillende buslijnen.

Elke dag weer ren ik mijn benen uit mijn lijf om na aankomst van de trein om 15:58 de bus van 16:04 te kunnen halen. In de afstand die er tussen het treinstation en de bushalte ligt (laten we het heel ruim op 400 meter gooien), moet het mij toch lukken om de bus net voor te zijn. Alle geleverde moeite ten spijt mis ik deze bus vaak net, omdat de trein niet om 15:58, maar twee of drie minuten later arriveert.
Akkoord, geen verwijt. Dit kan ik nog hebben. Dan mis ik de bus van 16:04. Dat slik ik. Maar als de volgende bus van 16:16 er vervolgens ook niet is EN de volgende vier werkdagen van de week ditzelfde geintje steeds weer gebeurt,  … Hmr!! … nijdiger kun je me niet krijgen. Overigens, lopen naar de eerstvolgende bushalte waar meerdere buslijnen worden aangeboden zou een optie zijn. Zij het niet dat ik daar pas ruim na 1636 arriveer. Hallo! Dan kan ik dus net zo goed blijven wachten!

Voor het onder 2. genoemd geval kan ik het meervoud van bushalte niet hardmaken. Wat mij meer en meer het gevoel geeft dat deze busmaatschappij iets persoonlijks tegen mij heeft. “Als je die meneer bij de bushalte ziet staan, 1 regel: doorrijden en doen alsof je neus bloed”. Hard schaterend achter het stuur rijdt de duivelse chauffeur voorbij met de gedachte “Opnieuw heb ik hem beetgenomen”.
Wat heb ik misdaan?

Het geval waartoe ik heb besloten dit artikel te schrijven (3.) is helemaal uit den boze! Moet ik dood of zo? Dit is werkelijk te schandalig voor woorden. Mensen, ik ben geen autogebruiker. Maar welke afstand is voor een automobilist nodig om ervan overtuigd te kunnen raken dat de voetganger voor je wilt oversteken? 100 meter, 200 meter? We praten hier over een weg waar je 50 mag. De drie chauffeurs die reeds een aanslag op mijn gestel hebben willen plegen hadden zeker nog 150 meter voor de wielen. Minstens.

De klachtenbrief ligt klaar. Die mag deze vervoersmaatschappij zeker verwachten! Maar ik zou toch ook zeker in mijn recht staan als ik een aanklacht voor een poging tot doodslag laat opmaken, of niet soms?

By kornelisoflook | March 22, 2009 - 3:59 pm - Posted in Galbakkerij, Nederlands


Gespot: een kleine vijftig meeuwen op een grasveldje die zich tegoed doen aan iets ondefinieerbaars.

Zelf loop ik nog nietsvermoedend langs de beschutting van een flatgebouw over het trottoir om bij de bushalte aan te komen. Haast heb ik niet. Angst wel spoedig. Het kostten die beesten nog geen paar seconden om hun nieuwe prooi in het vizier te krijgen. Helaas voor mij was ik dat.
Bedenkend hoe mijn dag er vandaag uit zou gaan zien ben ik mij nog niet bewust van het terreur wat zich spoedig boven mijn hoofd zal afspelen. In mijn ooghoek zie ik wel dat er een troep meeuwen opstijgt, maar dat beeld is door mijn woonachtigheid in deze buurt zo geïmpregneerd op mijn netvlies, dat het me niet eens opvalt. Een ree ziet het eerste moment wel dat er een wolf  in de buurt aanwezig is, maar het realiseren van het potentiële gevaar volgt een fractie later pas.
Mijn instinct werd getriggerd zodra een luid gekrijs recht achter mij de rust verstoorde. De vliegende ratten hadden hun aanvalspositie gekozen. Alle alarmbellen gingen bij mij rinkelen. Ik zette het op een lopen en zocht beschutting waar ik maar kon. Het angstzweet bevuilde mijn kleding in de oksels. Maar als ik mijn armen niet onnodig zou optillen die dag, dan zouden mijn collega’s er niets van merken. Die witte smurrie op mijn jas zou ik niet kunnen maskeren. Ik moest dus zien te voorkomen dat mijn hoofd en jas bevuild zouden worden.
“Flets! Flets! Flets!” de aanval was begonnen. Het toch al niet al te schone voetpad achter mij werd verder bevuild door al wat uit de hemel kwam neervallen. De bommenwerpers scheerden door de lucht. Witte stront kwam neer op voorruiten, motorkappen, houten bankjes en stoeptegels als ware het mortierbommen uit de tweede wereldoorlog. Man, wat waren mijn oksels nat! Het angstzweet op mijn rug deed ook aardig zijn best.
Eenmaal een straat verder moest ik beschutting zoeken achter een auto. Veel veiliger was ik er helaas niet. Een nieuwe vliegende rat van de Luftwaffe vloog op mij toe, zijn aars was zich al aan het opentrekken.  In het vizier van de vijand zie je mij wegrennend achter een auto vandaan om achter een muurtje te duiken. Ook fout. Op het muurtje grijnst een besnaveld gezicht mij aan kijkt op met de boodschap aan zijn teamleden: “Hij zit hier!”

Een wit bevlekt voetpad achter mij latend kom ik eindelijk aan bij de bushalte en duik onder het afdak weg. Eindelijk veilig.
Een jongeman naast mij stapt even later het bushokje uit om even te controleren of de bus er al aankomt. Zichzelf overtuigend van het feit dat dat nog niet het geval is, stapt hij terug in het bushokje terwijl een meeuwenflats op een centimeter voor zijn linkerschoen neerstort.

By rinaoddel | March 18, 2009 - 7:37 am - Posted in Nederlands, Scherpe Blik

“In de haven van Rotterdam zijn twee boten met elkaar in aanvaring gekomen. Eén boot met zink aan boord zinkt als gevolg van de aanvaring.”

Uitgesproken door: Nieuwslezer

Datum: Woensdag 20 maart 2009

Hij zal wel niet meer varen dan?

By rinaoddel | March 7, 2009 - 11:55 am - Posted in Duimzuigerij, Gevleugelde Uitspraken, Nederlands

“Beren op de weg zien is al tijden het grootste probleem in het verkeer.”

Uitgesproken door: Tinus Icket

Datum: Vrijdag 6 maart 2009

By Peter Visser | March 6, 2009 - 11:42 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Nederlands, Onbedoelde mening

Vorige maand heb je kunnen lezen in  Een onbegrijpelijk HL7 avontuur (1) hoe Peter met zijn fijne collega een cruciale blunder hadden begaan door te vertrouwen op hun Zaanse gebruik door 2 koekjes te nemen. Vermoedelijk onder invloed van paddo´s gaat het duo in dit tweede en laatste deel een erg zware middag tegemoet.

Na ook deze geestelijke foltering en aanval op de menselijke geest te hebben afgeslagen brak de pauze aan, het licht ging aan en maakte duidelijk dat ik niet alleen zat. De vrijheid lonkte. Gebruik makend van de ruimte die mij werd geboden maakte ik mij uit de voeten om een zgn. overflow te voorkomen. Ofwel een sanitair avontuur die zijn weerga niet kende. Zoekend en dolend door het pand, de borden volgend bracht mij op een plaats waar helemaal niemand was. Vreemd, maar de opluchting was daar.
Na deze geklaarde klus op weg naar de koffie c.q. paddo-dealer…… om eens voorzichtig te informeren bij mijn collega hoe hij de tijd had doorgebracht. Deze wist mij te overtuigen dat ik niet alleen stond in mijn vreselijke ervaringen. Hij was ook in hoge mate verbaasd hoe het mogelijk was om een dergelijk zeldzame verzameling mensen op het podium de revue te laten passeren. Voor het aanschouwen van een dergelijk gezelschap moet er op de kermis diep in de buidel worden getast.
We hadden er gezamenlijk lol om, het amusementsniveau was hoog, leermomenten ontbraken.
Doch na het genot van enige versnaperingen en de koek argwanend ontwijkend, kwam het vervolg.

De voorzitster, ik ben er nog niet helemaal uit, maande ons te haasten en weer terug te gaan naar het slagveld. Aarzelend en schoorvoetend gaven wij daar gehoor aan. In de arena aangekomen bleek al, dat diverse mensen het pand op slinkse wijze hadden verlaten.
Deel 2 van de middag diende zich aan. En omdat deel 1 zonder noemenswaardige schade was doorgekomen en het idee dat het dieptepunt toch wel gepasseerd moest zijn, toch maar weer plaats genomen. Maar helaas, trol nummer 4 diende zich aan, met een niet-te-begrijpen onderwerp. De paddo’s deden nog steeds hun werk. Mij vasthoudend aan het idee dat verder wegzakken bijna niet mogelijk moest zijn, toch maar wakker gebleven.
Helaas, mijn collega fluisterde “We zakken nog verder”
How low can you go ? Nou…..ik kan u vertellen: DIEP. Het werd weer doorbijten, mezelf sommen opdragend voor wat hoofdrekenen, het alfabet intern opzeggend in het Engels, Duits en Frans hield mij wakker. Maar bij trol 5 het idee, “we ontsnappen” Deze hield een korte voordracht over “kweeniewat” met kort daarop de opmerking, “zo, dat was het” er volgde een zucht van verlichting. Zo kon het dus ook !
Maar ook nu weer op het verkeerde been gezet. Er was ergens in de zaal een Chinees of Japanner, die in een onverstaanbaar dialect vragen begon te stellen met als reactie nog onbegrijpelijkere antwoorden. En een volgende zinloze discussie voltrok zich.
Dit was de wereld op zijn kop, Ergens in Nederland tussen Nederlanders, die blijkens de voegwoorden, bijwoorden, bijvoeglijke naamwoorden etc.
Nederlands bleken te spreken, maar er toch geen woord aan vast kunnen knopen. De moed zonk inmiddels in de schoenen, kwam er dan nooit een einde aan deze lijdensweg ?

Ik besloot bij trol 6 gewoon te negeren en maar schaamteloos de ogen te sluiten, meer kon ik niet verdragen……waar had ik dit aan verdiend ?
Om kort te gaan, het licht ging om kwart over vijf weer aan en de voorzitster, (ik weet het nog niet), nodigde ons uit tot het genieten van diverse hapjes en drankjes in een ander hol. Door schade en schande wijs geworden, trapten wij daar niet in ! Mijn collega moest zijn dreigende overflow voorkomen, dus hebben wij met gezwinde spoed en ons door niets en niemand weerhoudend het pand met grote snelheid verlaten.
Beduusd liepen wij naar buiten en genoten van de inmiddels herwonnen vrijheid. Zelfs het zien van een achteloos gedeponeerde honde-bolus kon de pret en opluchting niet meer onderdrukken. Eenmaal de schroom van het weer kunnen spreken overwonnen, bleek mijn collega op dezelfde wijze de middag te hebben ondergaan. Ik was dus niet alleen in deze.  En om een eerder citaat aan te halen, deze persoon wist dus waar het gepretendeerde onderwerp over ging, maar niet waar op deze middag over gesproken was.

De terugreis was een kopie van de heenreis, vermoeiend.
Maar, nogmaals, de herwonnen vrijheid maakte heel veel goed.
Ook dit was een kwestie van geduld maar dan in vrijheid.

 De volgende ochtend sloeg ik de Volkskrant open en las ergens op pagina 5
                               het volgende:
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article431037.ece/Aantal_paddo-incidenten_stijgt
                     Alles was mijn ineens duidelijk !
                              De koekjes…..

                en verder gaat het heel goed met mij…….
                               Peter  Visser
 

By kornelisoflook | February 24, 2009 - 10:11 pm - Posted in Galbakkerij, Nederlands, Vacaturepagina: De Assistent Kanarievouwer

Bedrijfsnaam:
Smells Funny

Locatie/Standplaats:
Smokey Mountains

Salaris:
Geen probleem, verzekering wordt lastig omdat deze vaak moeilijk doen.

Bedrijfscultuur:
Sinds 1 juli 2008 is het verboden om te roken in o.a. de horeca. Met de krediet crisis er bovenop is het niet meer te harden in de sigaretten industrie. Iets wat ook op gaat voor onze branch. Ons personeel is weggelopen, omdat we onze werknemers graag van een rookvrije werkplek wilde voorzien. Dit is ze blijkbaar in het verkeerde keelgat geschoten.
Smells Funny kun je nu van kilometers afstand ruiken en zien (rookontwikkeling boven de ranch). Tussen de bergen van de Smokey Mountains ligt deze muffe asbakfokkerij gesitueerd waar roken niet mag maar moet. Het is een must om als een Marlboro Man met een sigaret in je gaffel aan de arbeid te staan.

Functieomschrijving:
Je werkt in een ranch waar je wilde asbakken fokt die je nicotine laat grazen in de Smokey Mountains. Je drijft de asbakken op je camel. Je houdt de groep zo ongezond mogelijk door ze van jongs af aan te laten meeroken. Natuurlijk deel je ze onderwijl stiekem een peuk uit. Tevens leer je ze rochelen en doe je ze voor hoe ze zwarte of groene pitten kunnen uitspuwen. Een volgroeide asbak herken je aan de littekens van uitgedrukte peuken in het volgestapelde bakje. Zijn de kinderen eenmaal groot dan kunnen ze op transport worden gezet naar de caféhouders die zich al dan niet aan het rookverbod houden.

Functie-eisen:
Je bent in het bezit van een diploma cirkels blazen d.m.v. een sigarettenwolk.
Je meurt een uur in de wind naar nicotinelucht. Het is een pre als je goed kunt rochelen, hoesten en proesten.

Dienstverband:
Levenslang.

Solliciteren:
Interesse in deze functie? Reageer direct en stuur je motivatie inclusief CV naar werving@wsnoi.com of kijk op onze website: http://wsnoi.com/tn/

By wilburteerman | February 22, 2009 - 9:14 pm - Posted in Alweerwolven, Nederlands, Scherpe Blik


Raadsel:

In een regenachtige week treffen we een drietal survivaldeelnemers aan in Noorwegen. Alle drie dragen ze een eigen rugzak. Het is al laat, zodat ze besluiten op een open plek in het bos de nacht door te brengen. Na veel geploeter is er een tentje opgezet waar de mannen binnen kruipen om daar de luiken te sluiten.
Op deze hoogte van het noordelijk halfrond trekt het paarsblauwe kleed slechts twee uur lang over de hemelboog en maakt al gauw weer plaats voor de lichtblauwe variant. ‘s Ochtends vroeg prikt de zon al door het tentje en wekt de vakantiegangers.

Er staat een 42 kilometer lange wandeltocht over het Geirangerfjord op het programma, zodat het drietal vlug de tent opbreekt en snel vertrekt. Tijd en ruimte voor het verzamelen en opslaan van souvenirs is er niet. Ook wordt er geen rugzak met andere spullen ingepakt dan deze de avond ervoor werd uitgepakt.
Toch loopt één van de drie survivaldeelnemers met 3,5 kilo last meer in de rugzak de zware wandeltocht van deze dag tegemoet. Zijn handen zijn koud en de pijn drijft erdoor als tandartsboren. Rara, hoe kan dat?

By gsorsnoi | February 17, 2009 - 9:51 pm - Posted in Gevleugelde Uitspraken, Nederlands

Uitgesproken door: Guido

Datum: Woensdag 11 februari 2009

Uitgerekend hij is degene geweest die deze uitspraak heeft gedaan. Waar kennen we Guido ook al weer van?
Doet de Beowulf van de keuken bij iemand een belletje rinkelen?! Jawel, Guido is de man van de keukenlijken. Mij verbaast het dan ook niets dat hij een ratje toe eet.

 Iemand het staartje?

By gsorsnoi | February 14, 2009 - 10:06 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Scherpe Blik


“Jij trekt ze aan” was wat mijn collega Jeroen ooit zei toen ik nog bij die witgoedzaak werkte. Ik dreig hem er gelijk in te moeten geven. Waarom weet ik ook niet. Er zijn van die rare types die altijd mij moesten hebben als het om contact gaat. Zodra ze contact met je hebben dan ben je van hun en is de enige uitweg grof te zijn om aan ze te ontsnappen. Jammer genoeg voor mij ben ik eerder het geduldige type dat tot het uiterste beleefd probeert te blijven.
Ik dacht er weer even verlost van te zijn tot er vandaag bij de bushalte eentje voor me opdook. Eerder op het station had ik dit zonderlinge type al gespot. Ik was binnen aan het wachten opdat de bus zou komen omdat het buiten zo koud was. Vanaf die positie kon ik goed zien hoe of de bus eraan zou komen. En daar was het dat ik voor het eerst deze alternatieveling met zijn hoge Victoriaanse hoed binnen zag lopen. Hij valt onder de categorie typetjes waar je gewoon niet overheen kàn kijken. Goed, ik had de man gespot en wist genoeg. Mijden! Alcohol rook ik nog niet, maar ik wist zeker dat zo gauw ik binnen de straal van 10 meter om hem zo stappen, ik een gordijn van dranklucht zou binnenwandelen.  In dit laatste had ik mij toch echt vergist. Dat gaf hem toch een pluspunt.

De bus zou over 3 minuten arriveren, ik had mij reeds naar de bushalte verplaatst. En ik bleek daarin niet de enige. Nog maar een minuut voordat de bus hier zou zijn, schoot hij mij aan. Hij noemde mij bij mijn naam zo van ‘Hé gabber, da’s een tijd geleden’.  Moet je je dat eens voorstellen?! Iemand die je totaal niet kent, die je aanspreekt en dan ook nog eens een type die je het laatst zou verwachten achter een kassa vragend of je nog zegeltjes wilt.
Maar hoe benauwend dat ook door iedereen kan worden ervaren, er schoot mij nog iets extra raars door me heen: het overkomt mij nóóit dat ik een gezicht niet herken. Het wil niet zeggen dat als wij elkaar na jaren weer eens ontmoeten, dat ik je dan direct bij je naam noemen kan. Maar een gezicht vergeet ik gewoon nooit. Hier klopte per definitie dus al iets niet. En ik was daarom echt bang. Echt bang. Want hoe kent hij mij dan bij naam? Voor- en achternaam hè! 

Wat bleek, ik had net een cursus week achter de rug en had daarbij een tasje gekregen zodat ik er mijn cursusmap in kon opbergen. Ik ben niet het type dat mijn naam op mijn tas schrijft, maar achterop de tas stond wel mijn naam op een kaartje gedrukt, zodat het opleidingsinstituut wist aan welk persoon zij deze tas moesten overhandigen.

En de zonderlinge man? Zij het in het begin enigszins ongemakkelijk, ik heb er de helft van de busreis naar huis een prettig gesprek mee gevoerd over van alles en nog wat. Maar Uri’s gezicht … die zal ik nooit meer vergeten!