Dit is het mysterie van de voorbijwandelaar. En dit mysterie is een mysterie omdat men niet weet waarom een voorbijwandelaar voorbij wandelt. Dus zitten wij nu opgescheept met een infrastructureel vraagstuk. Dit is een infrastructureel vraagstuk omdat het vraagstuk de infrastructuur betreft. Zo hebben we hier dus een mysterie van een vraagstuk ontwikkelt wat een infrastructureel mysterie is. Dus kunnen we nooit tot een oplossing komen, anders is dit infrastructurele vraagstuk geen mysterie meer.
Maar goed, u zult zich nu wel bijzonder afvragen wat nu eigenlijk een voorbijwandelaar is. Heel juist dat u zich dat afvraagt, maar dat weten wij ook niet precies. Wel is bekend dat een voorbijwandelaar voorbij wandelt. Het geval is namelijk dat hij of zij u voorbij gaat in de wandeltred.
Nu zult u zich wel afvragen waarom u hem of haar dan niet gewoon kan inhalen. Goeie vraag, maar het antwoord kent u reeds. Als u een voorbijwandelaar zou willen inhalen dan haalt u hem of haar dus in feite zelf in. Dus wandelt de voorbijwandelaar U niet voorbij. Een voorbijwandelaar kan alleen maar iemand voorbij wandelen als deze zelf niet wordt voorbij gewandeld.
Blijkbaar kunt u een voorbijwandelaar dus niet voorbij wandelen omdat u de voorbijwandelaar dan voorbij wandelt en hij of zij u dus niet voorbij wandelt, dan bestaat er dus geen voorbijwandelaar. Maar dan vraagt u zich natuurlijk af waarom u zelf de voorbijwandelaar niet was? Het antwoord is heel simpel te beantwoorden met een tegenvraag: heeft u uzelf dan wel eens voorbij gewandeld?