image by artslyz, edited by Gsorsnoi
Achmed en de Reuze Navelpad waren inmiddels aangekomen bij het huis van Theo Nologie. Theo is misschien niet de meest bekende reporter van de Tycoon Newspaper. Als Willy Wortel onder de reporters is hij voor Achmed wel de eerste collega waar ze wat aan zouden kunnen hebben. Hij is bijzonder vindingrijk en deinst niet terug voor een interessant probleem.
Nou, dat hadden Achmed en zijn pad beslist!
Nog in gesprek met de pad stapte Achmed op de hoge drempel van de voordeur om op de deur te kloppen. Hij rondde zijn gesprek af en draaide zijn gezicht naar de houten deur waar juist op het moment dat hij zijn vuist naar de deur bracht een zeer kort en hard scheurend geluid door de deur klonk. Terwijl door de deur een langzaam afnemend vibrerend geluid hoorbaar was van een houten stok trok het bloed weg uit het gezicht van Achmed. Hij moest zichzelf dwingen scheel te kijken om de punt van een pijl te kunnen scherp stellen die zich een enkele millimeter voor zijn neus had stilgehouden.
Een pijl zoals we ze kennen van de pijl en boog had zich door de deur geboord.
De avond was inmiddels gevallen zodat de pad, die van schrik van Achmed’s schouder was gevallen, vanaf de grond naar het silhouet van zijn vriend staarde. De schaduw waarin hij op de grond lag werd gecreëerd door het gelige licht wat uit een oude lamp scheen die rechts van de deur aan het huis van Theo was opgehangen.
Een houten pop van een boogschutter in het raamkozijn wierp met zijn nauwkeurig opgeschilderde ogen een geïntrigeerde boze blik op Achmed alsof het de pop was die de pijl had afgeschoten. Achmed’s vuist hield hij nog omhoog om de kloppende beweging te maken. Kloppen was echter niet meer nodig. Door de impact van de pijl was de deur van zijn pal geschoten en kraakte langzaam open.
Geheel in stijl met de houten pop die hem nog even gebiologeerd aanstaarde als hij vanaf het begin had gedaan, ademde het tentoongespreide interieur van dit onderkomen een ambiance uit alsof we de werkplaats van Gepetto binnenstapten.
“ ‘In de roos’ zou ik zeggen” sprak Achmed terwijl hij naar de aan de binnenkant opgetekende cirkels van de deur keek en de kraamkamer van Pinokkio binnenliep. De pad volgde voorzichtig en was nog wat bleek. Ditmaal van de schrik.
Gerustgesteld met de wetenschap dat de enorme boog die op de deur gericht stond nu ongeladen was snoof Achmed de gemengde lucht op van diverse soorten hout, chemicaliën en ongetwijfeld een hoop zweet.
“Wat is dit eigenlijk?” Achmed’s vraag was gericht aan de eigenaar van deze stulp die gebogen stond te werken aan zijn werkbank. Hij schoof een vliegeniersbril omhoog en liet deze rusten op de koperen helm op zijn hoofd. Zelfs met de helm op zijn hoofd kon je eenvoudig zien dat deze man praktisch kaal was. Het weinige haar dat hij nog had was kort en wit en flankeerde zijn hoofdhuid aan weerzijde boven zijn oren. Verder was Theo een lange – ietwat stoffige – man die zichzelf het liefst in een lang witte professorjas stook.
“Oh! Dat!” Theo bleef voor zich uitkijken.
Achmed liet zijn ogen opnieuw van de pijl in de deur naar de opgestelde boog glijden. De boog stond op een werkblad opgesteld met een ijzeren schaal. Aan de onderkant van de schaal zat een buis bevestigd waar gemakkelijk een appel door kon rollen. Deze suggestie werd bevestigd door één daaronder geplaatste rieten mand die inmiddels flink in gewicht aan het toenemen was door het groene fruit.
“Oh, dat is mijn Perpetuum Mobieltje” verklaarde Theo zonder echt op te kijken van zijn werk. “Het is een experiment waar ik al langer aan sleutel. Helaas houdt het mij meer bezig dan zichzelf.”
De Reuze Navelpad was reeds op de rieten mand geklommen om zich te overtuigen van de inhoud, maar kreeg een afkeurende blik van Achmed toegeworpen. De pad trok een pruillip.
“Oh, zie je, de appels horen de opstelling bezig te houden” Theo wees naar een grootste opstelling van allerlei apparatuur dat er de schijn van had eerder ingewikkeld dan ingenieus te zijn. “Iedere maal dat er een appel uit de boom in mijn tuin een schop krijgt van Isaac, rolt deze via een constructie het huis binnen. Het wipt zo van de goot langs de batterij lege flessen en …”
“Theo!” onderbrak Achmed hem fel. “Met alle respect voor jouw pogingen de wereld te verbeteren met interessante uitvindingen, wij zijn hier gekomen om je hulp te vragen.”
Ditmaal draaide Theo zich om naar zijn bezoekers en gaf een aangeslagen indruk van verbazing.
“Oh, ja natuurlijk, mijn hulp” prevelde deze professor in de Weet-niet-kunde *. Kwetsbaar gemaakt door het feit dat hij zich nu niet op zijn nieuwe uitvinding kon concentreren schoof hij deze achter zijn rug zo onopvallend mogelijk opzij.
De Reuze Navelpad keek de hoogleraar vanaf de grond aan en plaatsen zijn armpjes demonstratief over elkaar. Op een bijna lachwekkende manier probeerde hij het gezicht te trekken van de boogschutter marionettenpop die we eerder in het kozijn opgesteld zagen staan.
Achmed wilde juist zijn roep om hulp gaan toelichten toen hij bij het verplaatsen van zijn hand een aan het Perpetuum Mobiel bevestigde lepel aanstootte en een mechanisme op gang bracht. Al wat Theo kon uitbrengen was “Oh nee!” en zag lijdzaam toe hoe zijn uitvinding zonder een appel in werking werd gesteld.
Wordt vervolgd.
Vorig hoofdstuk: Zilte moed
Volgend hoofdstuk: De opluchting
( * = Hij kreeg deze onderscheiding uitgereikt door de alchemist J.A.J. van der Zee tijdens een wetenschappelijk congres georganiseerd door de Tycoon Newspaper. )