By rinaoddel | September 24, 2009 - 5:51 am - Posted in Nederlands, Rara Rina

Ork, ork, ork, soep eet je met een lepel. Dat weten we nu wel.

Zomaar even een ander raadseltje:

Ik wil geblinddoekt uit een ongeordende bestekbak met een evenredige hoeveelheid bestek één lepel, één vork en één mes pakken voor drie personen. Hoeveel pogingen kan mij dat maximaal kosten om in één keer een hand vol bestek voor drie personen te hebben? Voor ieder persoon dus één lepel, één vork en één mes.

Het bestek is allemaal van een gelijk formaat en er ligt behalve lepels, vorken en messen niets anders in de lade. Voor de duidelijkheid: ik mag slechts negen stukken bestek pakken! En ik mag natuurlijk niet gluren.

Laat het me even weten in de comments!

By kornelisoflook | August 13, 2009 - 12:57 pm - Posted in Gekalibreerde Gedrochten, Gevleugelde Uitspraken, Nederlands

Dat onze rabdomant Straatsoldaat mij een gekalibreerde kwibus vindt kan ik schaamteloos mee leven. Daar raak ik weinig geïndigneerd van. Een dergelijk karikaturaal beeld van mijn persoontje ben ik inmiddels wel gewend van dit sujet. Toch raakte ik lichtelijk ontsteld van zijn ridicule reactie op mijn recentelijk gebruik van het woord ‘antidateren’.

Mij is bekend dat deze rapaille enigszins in distantie leeft van onze huidige beschaving. Hij meent een sinecuur baantje te hebben wat in de praktijk eerder op sisyfusarbeid neerkomt. Doch, om zijn gemoed te reassureren laten we hem in zijn waarde.

Niemand zal mij horen impliceren dat deze schavuit geciviliseerde taal refuseert. Het viel mij alleen op dat hij danig apocrief reageerde bij het horen van de term ‘antidateren’. Hier raakt mijn thee toch flink gefermenteerd van!

Recapitulerend: Antidateren is een normale contemporaine term die ook door ons klootjesvolk wordt gebezigd. Om wat meer tot fluxdebouche te komen, laten we de calumet ontsteken en deze toelichting lezen: 
http://www.mijnwoordenboek.nl/vertaal/NL/NL/antidateren

Voor meer toelichting op moeilijke woorden:
http://www.oiepoie.nl/Moeilijke_Woorden/

Overigens de gekalibreerde kwibus wordt belichaamd door niemand minder dan één van mijn grote helden:
Lambik (album titel van ‘de avonturen van Lambik’)

By gerardraficus | May 28, 2009 - 12:48 pm - Posted in Eindelijk uitgeworteld, Nederlands

Gerard Raficus: “Een Australische papierfabrikant heeft mijn hartje sneller laten kloppen door een nieuw product met succes in de markt te zetten.”
“Maar Gerard waar gaat je hartje dan sneller van kloppen?” vroeg Timo Oner.
“Timo,” zei Gerard “luister: het is het bedrijf gelukt om papier te maken van wombatpoep.”
“Gatverdamme, wombatpoep!”
“Timo nou moet je echt even naar mijn verhaal luisteren alvorens je begint te jammeren goed?”
Timo bedaarde en liet Gerard uitspreken.
“Het bijzondere papier van het bedrijf Creative Paper uit Tasmanië wordt geproduceerd met de poep van slechts één wombat, genaamd Nugget. Het buideldier leeft in het wildpark Cradle Mountain. Iedere dag wordt de poep van het diertje
verzameld door een verzorger en opgestuurd naar de papierfabriek. In de poep van wombats zitten veel plantenvezels, waardoor de ontlasting erg geschikt is om te verwerken tot papier.
Daarbij komt dat vanwege hun speelse gedrag wombats uiterst geliefd zijn bij toeristen en mede hierdoor is het wombat-papier nu erg in trek als souvenier.
Volgens de makers van het papier zorgt het productieproces wel voor een onplezierige geur.”

“We moeten de poep eerst koken, en dan ruikt het verschrikkelijk”, aldus Fabriekshoofd Victor Ervrisser.
“Maar als het eenmaal is gesteriliseerd, dan zit er bijna geen geur meer aan.

Het papier heeft een prettig, organisch luchtje.”

By theonologie | September 4, 2008 - 6:52 pm - Posted in Eindelijk uitgeworteld, Galbakkerij, Nederlands, Ogenblikken

Aangevraagd door: Anda (België) 

Frikandellenkoek;

Niet heel vaak wordt mij, Theonologie gevraagd een product uit te pluizen danwel te onderzoeken wat geen stekker heeft. Maar voor deze Belgische fan maak ik graag een uitzondering. Des te meer omdat de frikadel dan wel met of zonder koek tegenwoordig met behulp van een apparaat met een stekker gemaakt wordt. Hieronder zal ik dan ook een licht laten schijnen op de ahum Europese beroemdheid de Frikadel. Dan wel met of zonder koek.

Over frikadellenkoek gesproken, ik heb er een echt febel voor. De vrije vertaling in het Belgische woordenboek van Frikadellenkoek luid: gehaktbrood. Als we een vertaling rondje maken, meatloaf is de Engelse vertaling niet te verwarren met de Amerikaanse band natuurlijk en Frikadellebrot is het in het Duits. (dit is echter bij benadering de juiste vertaling in het Duits)(uit zeer betrouwbare bron overigs)(die ik graag anoniem houd)(maar doch zeker wil bedanken voor het meedenken). Ik zal u uitleggen hoe de vertaling tot stand is gekomen. Gehakt=Frikadel en Brood=Brot en dan is de samenstelling compleet en komen we tot Frikadellebrot. Dit leek namens mijn anonieme bron en mijzelf de beste Duitse benadering. Maar goed we dwalen af. Het nu volgende stuk tekst is niet voor mensen die aan een streng regime zitten. Of misschien ook wel. Want na het lezen van de nu volgende uitleg ga je vanzelf wel aan een streng regime of zet je de frituur aan:
 

Nee, het is geen uit slachtafval of darmresten afkomstig van onze veestapel gevormd donkergekleurd langwerpig worstje wat wij Nederlanders zo graag warm gefrituurd als snack verorberen. Maar een één of ander 16e eeuws balletje gehakt wat speciaal gekruid en compact is. In Nederland kennen we natuurlijk wel een koekje bal, maar das weer wat anders.

Een Frikadel, niet te verwarren met een Frikandel, is een ronde compacte gehaktbal met bepaalde kruiden gekruid. Volgens het “Etymologisch woordenboek van het Nederlands” draagt de bal deze naam al sinds het einde van de 16de eeuw.

De frikadel wordt vooral in Europese landen gegeten door dellen, in Nederland is de frikadel niet zo bekend, hier is de frikandel bekender.

De eerste frikandel werd in 1954 gelanceerd in de Nederlandse stad Dordrecht. Slagersknecht en snack freak Gerrit de Vries maakte gehaktballen die hij aan de horeca verkocht. Door een wijziging in de Warenwet moest hij zijn product, dat in de smaak viel bij zijn klanten, veranderen. Zijn oplossing was de vorm maar niet het recept te wijzigen: van de bal maakte hij een worst. De naam voor zijn product werd hem door een vrouwelijke snackbarhouder van Duitse afkomst ingefluisterd: daar bestond de Frikadelle, een platte gehaktbal (tevens te verkrijgen bij cafetaria Franka aan het marktplein in IJmuiden). De Vries nam die naam over. De zoon van de Vries geeft toe dat Jan Bekkers (die zijn naam liet wijzigen in Jan Beckers om vóór zijn concurrent en neef in de telefoongids vermeld te staan) van de gelijknamige snackfabriek uit het Noord-Brabantse Deurne de frikandel vervolmaakt heeft. Hij vond zijn inspiratie bij de Amerikanen, waar de snackcultuur in opmars was, en maakte van de frikandel een glad exemplaar van fijngemalen vlees.

In de meeste streken van België echter, is een frikadel inderdaad een gehaktbal.
De Nederlander moet daar om een Curryworst vragen om te krijgen wat hij thuis een frikandel noemt. In sommige Belgisch-Limburgse streken wordt een frikandel ook wel een “hamburger” genoemd. In Duitsland moet erbij gezegd worden Holländische Frikadel of “Holländische Bratrolle”, anders krijgt men de ronde gehaktbal zoals hierboven beschreven is.

Ingrediënten;
Er werd wel eens gesuggereerd dat er van alles en nog wat in een frikandel zou zitten: slachtafval, uiers, koeienogen en vet. Producenten moeten daar echter niets van weten. In de moderne frikandel vind je kippenvlees dat achterbleef op het karkas na het fileren (40 %), ook wel separatorvlees genoemd, 25% is varkensvlees; sommige producenten voegen voor de smaak nog circa 5% paardenvlees toe. De rest is water, paneermeel, bindmiddel, kruiden, uien en smaakversterkers. Ook bestaan speciale kipfrikandellen die tot wel 80% kippenvlees en geen varkensvlees bevatten.

De koek is op maar heb je na het lezen van de geschiedenis en ingrediënten nog steeds trek in een frikandel of frikadel dan wel met of zonder koekje, dan verwijs ik u naar het dichtbijzijde frietkot, cafetaria of snackbar bij u in de buurt.

Met vriendelijke culinair/technische groet,

Theonologie
 

Twee miljoen jaar geleden moet het toch wel vreselijk zijn geweest als je de televisie aan zou zetten en daar de opkomende dreun zou horen van een Jaws-film van die tijd. In onze tijd is de mensenhaai al een verschrikkelijk groot en eng gedrocht dat ons de stuipen op het lijf jaagt. Dit lieve beestje van nu ruikt een druppel bloed op 4,6 miljoen liter water. Niet voor niets is hij dan ook de bron van inspiratie geweest voor de films ‘Jaws’.

Eenhaps crackers.

Maar kunt u zich voorstellen dat er twee miljoen jaar geleden een beest op aarde heeft geleefd waarvoor zelf onze mensenhaai een eenhaps cracker zou zijn? 20 miljoen jaren lang terroriseerde de grootste Jaws uit de geschiedenis de woeste wateren van onze wereld. Met kleine vissen en haaien nam deze gigant dan ook geen genoegen. Plankton kwam al überhaupt niet op zijn menukaart voor.

De Megalodon was maar liefst zes keer zwaarder dan onze bescheiden mensenhaai. Zou de Megalodon even met zijn enorme kaak wijd open gesperd boven water komen springen, dan zou hij het niet eens door hebben dat jij per ongeluk op je surfboard zijn bek binnen kwam surfen.  Niets verwonderlijk dus dat een volwassen man met gemak rechtop in de kaak van dit gedrocht kon staan. Als we zijn menukaart nog wat beter bekijken zullen we ons ook niet verbazen dat deze zwemmende auto-vergruizer de walvis als voornaamste voedsel at. Op diverse opgegraven skeletten van de prehistorische walvissen zijn diepe v-vormige groeven terug te vinden.

Bevallige walvissen bevielen hem wel.

De megalodon moet wel een enorme kracht in zijn kaken hebben gehad om door lagen spek heen te kauwen en aldus de botten van een walvis van die tijd dusdanig te kunnen verminken. Vaak werden ongeboren ‘baby’- walvisjes teruggevonden in de skeletten van bevallende walvissen van toen. Deze ongelukkige moeders waren getekend met de kaakafdrukken in de botten terwijl de baby half buiten de baarmoeder moet hebben gehangen. De Megalodon vond bevallende walvisvrouwtjes vast verrukkelijk!

Uitgestorven tandartsen.

Het toeval wil dat ik deze morgen met mijn dochter naar de beugeltandarts moest. Moet je je voorstellen wat een karwei een prehistorische orthodontist moet hebben gehad aan deze oude vriend! Met voorhistorische steigers klom deze durfal tegen het grote gapende gat op dat van boven en onder bezet was met zeker drie rijen tanden zo groot waren als volwassen mannenhanden.  In plaats van slotjes zou de Megalodon lijmklemmen nodig hebben gehad. Binnenbanden van fietsen kwamen eraan te pas om het zaakje op z’n plek te houden.
Zo kom je vanzelf op de onomstreden theorie dat deze gigantische schepsels uitgestorven moeten zijn aan tandbederf, ook wel ‘gaatjes’. Of zeg maar gerust ‘gat’!  Al die gigantische gedrochten van heel heel vroeger zijn daarom massaal uitgestorven om één simpele reden: de tandartsen waren op.  Uitgestorven of opgegeten?
Waarschijnlijk zal het laatste het geval zijn geweest. Daarom zijn er vóór Lucy nooit eerdere skeletopgravingen geweest van de oude mens: de botten van de Homo Parodontitis zijn vast vergruisd tussen de kaken van de dinosaurussen.  De rest van de botten van onze voorvaderen zijn weggespoeld doordat zij de Ark niet konden vinden.

Plankton als mondspoeling.

Heel verwonderlijk is het niet dat de haai zoals wij deze nu kennen toch nazaten heeft achtergelaten. Immers, met drie rijen tanden is de strijd tegen cariës bijna niet te verliezen. Dat de ‘kleine’ broer van de Megalodon het van zijn grotere broer heeft gewonnen is waarschijnlijk het gevolg van het wegvallen van de grotere etensbrokken.
De grootste haai van nu (de ‘walvishaai’, hoe verzinnen ze die naam?) doet het dan nog het beste. Hij neemt genoegen met plankton. Daarmee wordt gelijk het gebit goed schoongehouden, aangezien plankton een gebitsreinigende functie heeft.

Waarom is het toch dat wij bij haaien altijd meteen aan de tanden van dit bijzondere schepsel moeten denken? Wedden dat je al lijkbleek wegtrekt als je de rugvin van de Megalodon van twee meter aan je bootje voorbij ziet zwemmen?

Dan is het vanzelf: “Hap, slik, pech”.

By gsorsnoi | June 27, 2008 - 12:56 pm - Posted in Eindelijk uitgeworteld

“Gates redt wereld na deze eerst om zeep te hebben geholpen”

De rijkste nerd op deze aardkloot heeft wel kloten.
Die constatering mogen we onderhand wel maken. Nadat Bill Gates eerst de halve wereld onafhankelijk heeft gemaakt van zijn hersenspinsels, presteert deze softwaretycoon het om als goedmakertje de uitgezogen investeringen uit te geven in zijn plannen als wereldverbeteraar. Samen met zijn vrouw Melinda Gates wil dit stel de opgespaarde miljarden gaan besteden aan wereldreddende plannen.

Microsoft – beter bekend als het OS met het blauwe scherm met de witte letters “Fatal error” – heeft jarenlang als Paard van Troje richting de beterbedeelden (lees: de mensen die een computer kunnen aanschaffen) gefungeerd om zoveel mogelijk zielen te winnen, zodat Mr. Gates er beter van kon worden. Klinkt als een aannemelijk tactiek van een softwaredictator. Toch blijkt er achter deze meest gehate computernerd een man met een wapperende rood-groen-blauw-geel-geblokte cape te zitten.

“Met Microsoft zal ik de wereld verbeteren” heeft Bill aan den beginnen geroepen.
Lang heeft de mensheid naar een zandloper moeten staren om zichzelf af te vragen wat hij daar ooit mee bedoeld moeten hebben. Terwijl zijn boterham steeds dikker werd, namen de frustraties achter de beeldschermen van de gebruikers steeds meer toe. Hoezo wereld verbeteren?

Gelukkig stopt Bill ermee. Met computers naar de knoppen helpen gaat Bill de wereld redden. Eerlijk is eerlijk: het is wel origineel!

Maar zoals altijd: eerst zien dan geloven!

By theonologie | June 1, 2008 - 6:59 pm - Posted in Eindelijk uitgeworteld


Van sommige uitvindingen weet iedereen wie de uitvinder was.

Edison was verantwoordelijk voor de gloeilamp, Graham Bell vond de telefoon uit en Marconi bedacht de radio. Maar van sommige uitvindingen blijft de uitvinder voor eeuwig in de schaduw staan, hoe succesvol zijn product verder ook is. Een uitvinder die wel eens in deze laatste categorie zou kunnen belanden is Douglas Engelbart. In 1964 bedacht hij het proto-type van een apparaatje dat het aanzien van het computergebruik radicaal veranderde: de computermuis. 

Engelbart bedacht de muis in 1964 om beter gebruik te kunnen maken van een andere vinding die hij deed: het openen van meerdere schermen op een computer-monitor. Patent aanvragen op het principe achter “windows” vond Engelbart niet de moeite waard, maar in 1970 vroeg hij wel patent aan op het kleine houten kastje met twee wielen. Hij noemde zijn uitvinding een muis vanwege het staartje dat eraan zat.

Naast de uitvinding van de muis en het principe van Windows is Engelbart ook betrokken geweest bij tal van andere uitvindingen uit de oertijd van het Internet: video conferenties, hypermedia, links en het World Wide Web. Het leidt geen twijfel dat Internet er heel anders had uitgezien zonder de man van wie critici meer dan twintig jaar beweerd hebben dat hij er “compleet naast” zat. 

Zo sprak Engelbert: “God aanschouwde de muis, en hij zag dat het klikte”. 

Volgende keer nemen we de paperclip onder de loep.