By achmedlien | April 14, 2009 - 12:14 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Nederlands

“… en als je het kunt verklaren dan is er wetenschappelijk bewijs voor te vinden.”

Met die stelling starten we een nieuwe reeks artikelen binnen de categorie Astronomisch gedachtengoed.

Deze artikelen zijn geïnspireerd door de theoriën van Erich von Däniken. Deze schrijver heeft zo zijn eigen kijk op het ontstaan van de mens, de geschiedschrijving en andere ontwikkelingen die daarmee verband houden.
Hij houdt zich bezig met vragen als:

  • hoe is de mens die net uit de boom kwam lopen zo snel in staat geweest ijzer te gieten?
  • hoe zijn de fantastische wezens zoals draken ontstaan? Daar wordt niet alleen in China over verteld. Ze maken in heel veel meer culturen (hoofd-)onderdeel uit van religie. Tevens zij er nooit resten van teruggevonden (behoudens de eerste dinosaurusopgraving in China waarop het ooit bestaan hebben van draken aanvankelijk mee leek bewezen).
  • heeft de mens zelf haar eigen taal ontwikkeld? Of heeft zij deze geleerd van een buitenaards volk of goden?
  • en hoe kan het dat er in oeroude verhalen, ruim voor de tijd van Jezus Christus, al werd verhaald over schijnbare technologiën terwijl deze pas mogelijk werden geacht ruim na de tijd van de industriële revolutie?

Op het eerste gehoor zijn dit allemaal maar rare vragen. Maar heb jij er antwoord op?
Erich von Däniken meent van wel en gelooft er heilig in. In zijn theorie heeft de mensheid een paar duizend jaar v.Chr een bezoek gehad van ruimtemannetjes. Deze aliens beschikten al over technologiën die wij pas aan het einde van de 20e eeuw hebben ontwikkeld.
Zo zou Talos, de grote ijzeren man die over het eiland Kreta liep om de inwoners te beschermen voor gevaar van buitenaf, een heuse robot zijn geweest. Gesteld dat dit verzonnen volksvertellingen zijn, hoe kunnen deze mensen dan verhalen vertellen over zaken die pas tussen de 19e en 21e eeuw zijn uitgevonden? Als je er verhalen over kunt vertellen, waarom zouden de mensen er dan niet zelf toe zijn gekomen robots te ontwikkelen? Deze kennis moeten ze toch van iemand hebben gehad!

In de oude volksvertellingen wordt er ook al gesproken over amfibievoertuigen (De Argonauten) en vliegende toestellen zoals ruimteschepen (Pheaton – zoon van Helios – die met zijn zonnewagen het firmament had bezocht en door weinige ervaring ter aarde neerstortte).
Het zijn vertellingen van duizenden jaren v.Chr. die steeds weer zijn doorverteld en vast zijn geromantiseerd. Maar hoe kan een volk uit het stenentijdperk praten over zoiets als een ‘zonnewagen’? Was dat niet gewoon het ruimteschip van hun ‘god’ die door een onervaren astronaut (of moet ik zeggen argonaut?) een beetje ongelukkig door de dampkring vloog en zo een noodlottige landing tegemoet viel?

Als ik in die tijd had geleefd en ik had iemand voorbij zien vliegen in wat wij nu een vliegtuig noemen, dan zou ik die mensen ook goden, monsters of wat dan ook hebben genoemd.
Maar als we veronderstellen dat die goden sterke verzinsels zijn, dan waren onze vroege voorouders toch fantastische mensen met flink veel fantasie!!

Ik ben het niet met alle strekkingen van die Erich eens. Maar hij stelt genoeg vergelijkingen en theoriën op waarin ik hem best kan volgen. Hoe vergezocht ook.

Bron: von Däniken, Erich – In naam van Zeus – nederlandse vertaling 2000

By Peter Visser | March 6, 2009 - 11:42 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Nederlands, Onbedoelde mening

Vorige maand heb je kunnen lezen in  Een onbegrijpelijk HL7 avontuur (1) hoe Peter met zijn fijne collega een cruciale blunder hadden begaan door te vertrouwen op hun Zaanse gebruik door 2 koekjes te nemen. Vermoedelijk onder invloed van paddo´s gaat het duo in dit tweede en laatste deel een erg zware middag tegemoet.

Na ook deze geestelijke foltering en aanval op de menselijke geest te hebben afgeslagen brak de pauze aan, het licht ging aan en maakte duidelijk dat ik niet alleen zat. De vrijheid lonkte. Gebruik makend van de ruimte die mij werd geboden maakte ik mij uit de voeten om een zgn. overflow te voorkomen. Ofwel een sanitair avontuur die zijn weerga niet kende. Zoekend en dolend door het pand, de borden volgend bracht mij op een plaats waar helemaal niemand was. Vreemd, maar de opluchting was daar.
Na deze geklaarde klus op weg naar de koffie c.q. paddo-dealer…… om eens voorzichtig te informeren bij mijn collega hoe hij de tijd had doorgebracht. Deze wist mij te overtuigen dat ik niet alleen stond in mijn vreselijke ervaringen. Hij was ook in hoge mate verbaasd hoe het mogelijk was om een dergelijk zeldzame verzameling mensen op het podium de revue te laten passeren. Voor het aanschouwen van een dergelijk gezelschap moet er op de kermis diep in de buidel worden getast.
We hadden er gezamenlijk lol om, het amusementsniveau was hoog, leermomenten ontbraken.
Doch na het genot van enige versnaperingen en de koek argwanend ontwijkend, kwam het vervolg.

De voorzitster, ik ben er nog niet helemaal uit, maande ons te haasten en weer terug te gaan naar het slagveld. Aarzelend en schoorvoetend gaven wij daar gehoor aan. In de arena aangekomen bleek al, dat diverse mensen het pand op slinkse wijze hadden verlaten.
Deel 2 van de middag diende zich aan. En omdat deel 1 zonder noemenswaardige schade was doorgekomen en het idee dat het dieptepunt toch wel gepasseerd moest zijn, toch maar weer plaats genomen. Maar helaas, trol nummer 4 diende zich aan, met een niet-te-begrijpen onderwerp. De paddo’s deden nog steeds hun werk. Mij vasthoudend aan het idee dat verder wegzakken bijna niet mogelijk moest zijn, toch maar wakker gebleven.
Helaas, mijn collega fluisterde “We zakken nog verder”
How low can you go ? Nou…..ik kan u vertellen: DIEP. Het werd weer doorbijten, mezelf sommen opdragend voor wat hoofdrekenen, het alfabet intern opzeggend in het Engels, Duits en Frans hield mij wakker. Maar bij trol 5 het idee, “we ontsnappen” Deze hield een korte voordracht over “kweeniewat” met kort daarop de opmerking, “zo, dat was het” er volgde een zucht van verlichting. Zo kon het dus ook !
Maar ook nu weer op het verkeerde been gezet. Er was ergens in de zaal een Chinees of Japanner, die in een onverstaanbaar dialect vragen begon te stellen met als reactie nog onbegrijpelijkere antwoorden. En een volgende zinloze discussie voltrok zich.
Dit was de wereld op zijn kop, Ergens in Nederland tussen Nederlanders, die blijkens de voegwoorden, bijwoorden, bijvoeglijke naamwoorden etc.
Nederlands bleken te spreken, maar er toch geen woord aan vast kunnen knopen. De moed zonk inmiddels in de schoenen, kwam er dan nooit een einde aan deze lijdensweg ?

Ik besloot bij trol 6 gewoon te negeren en maar schaamteloos de ogen te sluiten, meer kon ik niet verdragen……waar had ik dit aan verdiend ?
Om kort te gaan, het licht ging om kwart over vijf weer aan en de voorzitster, (ik weet het nog niet), nodigde ons uit tot het genieten van diverse hapjes en drankjes in een ander hol. Door schade en schande wijs geworden, trapten wij daar niet in ! Mijn collega moest zijn dreigende overflow voorkomen, dus hebben wij met gezwinde spoed en ons door niets en niemand weerhoudend het pand met grote snelheid verlaten.
Beduusd liepen wij naar buiten en genoten van de inmiddels herwonnen vrijheid. Zelfs het zien van een achteloos gedeponeerde honde-bolus kon de pret en opluchting niet meer onderdrukken. Eenmaal de schroom van het weer kunnen spreken overwonnen, bleek mijn collega op dezelfde wijze de middag te hebben ondergaan. Ik was dus niet alleen in deze.  En om een eerder citaat aan te halen, deze persoon wist dus waar het gepretendeerde onderwerp over ging, maar niet waar op deze middag over gesproken was.

De terugreis was een kopie van de heenreis, vermoeiend.
Maar, nogmaals, de herwonnen vrijheid maakte heel veel goed.
Ook dit was een kwestie van geduld maar dan in vrijheid.

 De volgende ochtend sloeg ik de Volkskrant open en las ergens op pagina 5
                               het volgende:
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article431037.ece/Aantal_paddo-incidenten_stijgt
                     Alles was mijn ineens duidelijk !
                              De koekjes…..

                en verder gaat het heel goed met mij…….
                               Peter  Visser
 

By gsorsnoi | February 14, 2009 - 10:06 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Scherpe Blik


“Jij trekt ze aan” was wat mijn collega Jeroen ooit zei toen ik nog bij die witgoedzaak werkte. Ik dreig hem er gelijk in te moeten geven. Waarom weet ik ook niet. Er zijn van die rare types die altijd mij moesten hebben als het om contact gaat. Zodra ze contact met je hebben dan ben je van hun en is de enige uitweg grof te zijn om aan ze te ontsnappen. Jammer genoeg voor mij ben ik eerder het geduldige type dat tot het uiterste beleefd probeert te blijven.
Ik dacht er weer even verlost van te zijn tot er vandaag bij de bushalte eentje voor me opdook. Eerder op het station had ik dit zonderlinge type al gespot. Ik was binnen aan het wachten opdat de bus zou komen omdat het buiten zo koud was. Vanaf die positie kon ik goed zien hoe of de bus eraan zou komen. En daar was het dat ik voor het eerst deze alternatieveling met zijn hoge Victoriaanse hoed binnen zag lopen. Hij valt onder de categorie typetjes waar je gewoon niet overheen kàn kijken. Goed, ik had de man gespot en wist genoeg. Mijden! Alcohol rook ik nog niet, maar ik wist zeker dat zo gauw ik binnen de straal van 10 meter om hem zo stappen, ik een gordijn van dranklucht zou binnenwandelen.  In dit laatste had ik mij toch echt vergist. Dat gaf hem toch een pluspunt.

De bus zou over 3 minuten arriveren, ik had mij reeds naar de bushalte verplaatst. En ik bleek daarin niet de enige. Nog maar een minuut voordat de bus hier zou zijn, schoot hij mij aan. Hij noemde mij bij mijn naam zo van ‘Hé gabber, da’s een tijd geleden’.  Moet je je dat eens voorstellen?! Iemand die je totaal niet kent, die je aanspreekt en dan ook nog eens een type die je het laatst zou verwachten achter een kassa vragend of je nog zegeltjes wilt.
Maar hoe benauwend dat ook door iedereen kan worden ervaren, er schoot mij nog iets extra raars door me heen: het overkomt mij nóóit dat ik een gezicht niet herken. Het wil niet zeggen dat als wij elkaar na jaren weer eens ontmoeten, dat ik je dan direct bij je naam noemen kan. Maar een gezicht vergeet ik gewoon nooit. Hier klopte per definitie dus al iets niet. En ik was daarom echt bang. Echt bang. Want hoe kent hij mij dan bij naam? Voor- en achternaam hè! 

Wat bleek, ik had net een cursus week achter de rug en had daarbij een tasje gekregen zodat ik er mijn cursusmap in kon opbergen. Ik ben niet het type dat mijn naam op mijn tas schrijft, maar achterop de tas stond wel mijn naam op een kaartje gedrukt, zodat het opleidingsinstituut wist aan welk persoon zij deze tas moesten overhandigen.

En de zonderlinge man? Zij het in het begin enigszins ongemakkelijk, ik heb er de helft van de busreis naar huis een prettig gesprek mee gevoerd over van alles en nog wat. Maar Uri’s gezicht … die zal ik nooit meer vergeten!

By Peter Visser | February 7, 2009 - 4:40 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Nederlands, Onbedoelde mening, Scherpe Blik

Lang hebben we er over na moeten denken voor we besloten dit artikel te willen plaatsen. En lang is het. Dat gegeven op zich is op een weblog al dodelijk. Echter, deze fijne collega heeft het er in onze optiek tot gepresteerd een dusdanig kunstwerk te kunnen schrijven over een totaal onbegrijpelijke materie dat we hem als gast auteur een kans gunnen. Voor de leesbaarheid volgt hier eerst deel 1. Eerlijk is eerlijk, het is werkelijk subliem als je zo kunt schrijven! Chapeau!
Lees en vooral huivert!
Ter illustratie het volgende waar gebeurde verhaal:Als iemand een lichamelijk ongemak oploopt ergens in den lande, is het voor medische hulpverleners bijzonder handig om op elektronische wijze de medische doopceel te kunnen lichten van het slachtoffer. Dit om te voorkomen, dat wanneer medicatie moet worden toegediend, zich complicaties kunnen voordoen, door het niet kennen van voorgenoemde doopceel. Met daarmee als mogelijk resultaat, het rochelend ter aarde storten van de patiënt.
Welnu daar is van overheidswege over nagedacht en een richtlijn voor
opgesteld: Het EPD. Ofwel het Electronisch Patienten Dossier. En dit alles wordt ondersteund met een berichtensoort HL7 in het formaat XML:
      Voor hen die dit begrijpen ….geen verder uitleg
      Voor hen die niet begrijpen…..laat maar
      Voor hen die het een beetje begrijpen….ook een soort EDI.
Dit HL7 is redelijk geïntegreerd in de medische wereld waar het op informatie-uitwisseling aankomt tussen diverse componenten in deze wereld.

Voor dit soort berichten heeft zich een aantal enthousiastelingen georganiseerd en sterk gemaakt in de vorm van een stichting. Deze stichting heeft gemeend om een themamiddag te moeten organiseren betreffende HL7.
In of-all-places: EDE.

———Tot zover de inleiding———-
Als redelijk onbevangen automatiseerder in het medische circuit, natuurlijk een uitgelezen kans voor mij dit vak-jargon eigen te worden.
Welnu, ondergetekende heeft acte-de-presence gegeven en één en ander is uitgelopen op een zgn. bad trip.
De trip is gemaakt met een collega, die zich al geruime tijd in dat vakgebied begeeft, en dit gegeven is in het verdere verloop van het verhaal niet onbelangrijk.

De reis, 111 kilometers groot, zou zich normaal gesproken in ruim 5 kwartier kunnen voltrekken. Maar de AORTA van Nederland, te weten de A2, was dusdanig bezet dat de reis dus ruim 2 uur in beslag nam. (Velen met U staat in de bijbel, waarvan acte).
Ik had hier achteraf gezien al nattigheid moeten voelen.

Het gebouw waar het samenzijn moest worden gevierd, deed het ergste vermoeden. Ondanks onze moeizame heenreis en ontstane vertraging had het festijn nog geen aanvang genomen.
Doch bij ons binnenkomen werd eenieder direct gemaand zich onverwijld richting feestzaal te begeven, en feest werd het!
Maar halsstarrig als wij als duo waren, lieten wij ons eerst nog een kopje koffie inschenken, met de gedachte “lul maar, eerst koffie en dan de rest, wij komen wel”.
Er werd ons tevens een koekje aangeboden, welke wij gretig tot ons namen.
En niet 1, maar volgens een goed Zaans gebruik, gewoon 2.
Dit nu was waarschijnlijk een cruciale fout!
Tot op dit moment verdenk ik deze koekjes als bron van de zware middag.
(paddo’s ?)
Enfin koffie op, de zaal in, het feest kon beginnen. Kom maar op met die hap!

De hele zaak werd voorgezeten door een vrouw, op zich wel stoer natuurlijk.
Maar bij nadere bestudering was ik van de sekse niet geheel overtuigd.
Cup 0,5 A, hoofd als vrouw, brede torso, maar toch weer een dikke vrouwelijke kont. Tja, kon alle kanten op. Ik had de hele middag de tijd om dat te bestuderen.

Spreker 1 begon over modellering, een niet te volgen verhaal, maar op dat moment nog geen paniek er zou immers nog veel theorie volgen.
De eerste wegtrekkers dienden zich aan, doch door een redelijk gecamoufleerde plek was dit nog goed te verbergen.
Onderweg met spreker 2, kreeg ik het koud. Met nog steeds de geruststellende gedachte dat er nog 4 sprekers zouden volgen.
Maar koud bleef het en dientengevolge was een wegzakker nog redelijk te onderdrukken.
Bij spreker 3 sloegen de veronderstelde paddo’s in volle hevigheid toe. Ze hadden iemand bereid gevonden om over het transporteren van gegevens een zegje te doen.
Deze man, volledig overtuigd van eigen kunnen wist, van een zelfs voor leken te volgen verhaal iets te maken, waarmee eenieder die het hoort een status van volledige desoriëntatie bereikt.
Deze trol leek te zijn ontsnapt uit een verhaal van Ollie B. Bommel, waartegen Tom Poes de wapenen moest opnemen, om toch voor een goede afloop te zorgen.
Een angstig en bevreemdend effect maakte zich van mij meester, maar koud bleef het. Wat weer een vervelend effect had op de blaas.

Wordt vervolgd in Een onbegrijpelijk HL7 avontuur (2)

By achmedlien | January 17, 2009 - 7:11 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Nederlands

Iedereen is Superman
Mijn meester heeft mij ooit het volgende citaat geleerd toen ik nog bij hem in de leer was: “Vrees lijdt tot woede, woede lijdt tot haat, haat lijdt tot leed”. Wat een groot man was hij. Ahum, correctie, zo groot was hij niet, maar hij kon wel grootse dingen! Grootse dingen die hij alleen kon doen door te geloven in innerlijke rust. Snurken mag.

Mijn meester was vooral goed in lucide dromen: dromen waarin je zelf de controle hebt over de irreële gebeurtenissen om je heen. Meestal als je droomt, beleef je de droom, maar heb je er zelf geen controle op. Het zeldzame moment dat je dit wel hebt wordt ‘lucide dromen’ genoemd. Wil je vliegen net als Superman? Of ben je geïnteresseerd in ook maar een klein beetje van zijn kracht? Het kan!
Alles wat je daarvoor hoeft te doen is het volgende recept op te volgen:
Stop met wat je aan het doen bent en kijk om je heen. Verbeeld je dat je nu op dit bewuste moment aan het dromen bent. Bedenk je nu eens of dat allemaal wel kan? Staaf de realiteit aan je eigen logica. Stel jezelf vragen als “Wat ben ik aan het doen? Wat doen de mensen om mij heen? Kan dat allemaal wel? Klopt de omgeving waarin ik mij bevind ook wel met wat volgens de wetten van de natuur tot het mogelijke behoort? Wat deed ik een uur geleden? En wat is daaraan vooraf gegaan waardoor ik nu hier ben?” Stel je jezelf deze soort vragen een keer of drie op een dag en houdt dat een paar weken lang vol. Op een goed moment dwing je van jouw geest af bewust bezig te zijn met het hier en nu en zorg je er zo voor dat je geest hieraan gaat wennen. Onderbewust ben je op deze manier bezig een scherpere onderscheiding te maken tussen wat echt is en wat dat niet is. Op een zeker moment wanneer je ’s nachts weer eens bezig bent enkele hectare regenwoud om te snurken, zul je merken dat je ineens vat begint te krijgen op de acties in jouw droom.
Toen ik nog een kleine jongen was werd ik vaak in mijn droom achtervolgd door een  trein van het type ‘hondenkop’. Soepel als een slang bewoog deze tussen de huizen door en had haar jacht op mij geopend. Dat was, tot ik er zelf op een dag genoeg van had. Op een bruggetje in de Kersenboogerd in Hoorn waar ik goede herinneringen aan heb, draaide ik mij om en spreidde mijn armen. Verzuchtend en de dood accepterend riep tegen de trein:
“Prima, rijdt me maar omver. Dit is toch maar een vreselijke nachtmerrie.”
Want zoveel was ik te weten gekomen. Ten gevolge van dit optreden hield de trein ineens halt en loste op alsof het een wegtrekkende mist betrof.
Jaren later evalueerde ik dit verhaal met een dromoloog wie mij werd aangeraden door een goede vriend van me. Zij vertelde mij dat het heel goed kon zijn geweest dat ik in de periode dat deze dromen voorkwamen werd gepest op school of in mijn omgeving en mijn optreden tegen de trein mij sindsdien sterker heeft gemaakt, zowel in als buiten mijn dromen. Achteraf terug denkende aan haar analyse bleek ze nog gelijk te hebben ook!

Lucide dromen kan je mentaal sterken. Kijk alleen uit dat je er niet in doordraaft of het breekt je langzaam op. Droom gewoon lekker verder en doe dan eens lekker wat je zelf wilt. Bij het ontwaken zul je wakker worden als herboren.

By achmedlien | August 22, 2008 - 1:57 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Nederlands, Redigeren en DT-filteren

Afgelopen dinsdag gebeurde er in IJmuiden iets heel merkwaardigs. Eerst viel het Michiel niet eens op toen hij over de verlaten Planetenweg liep, maar toen die dinsdagavond de schemering inviel zag hij iets wat hij niet goed kon bevatten. De lantaarns deden erg vreemd. Een vreemde kleur verscheen. Zoals je normaal zou verwachten kleuren de lampen eerst rood als ze aangaan om vervolgens naar  geeloranje over te gaan, de kleur waarin ze uiteindelijk blijven branden tot ze uit worden gezet. Dit heet gasontlading. Alleen kleurden de lampen waar Michael naar keek niet geeloranje, maar groen! Dit trok zijn aandacht waardoor hij afwachtend bleef kijken naar de lampen om te zien wat er de oorzaak van was.

Hoe langer hij naar de lampen keek hoe groener ze werden. Op een bepaald moment zou hij hebben gezworen dat hij naar een neonbuis keek die groen licht uit moest zenden zo groen was het. Grapje van de mensen van het onderhoud zeker?
Eén lamp begon te vervormen. Als honing dat van een honingstokje valt droop de materie als een plasma uit de lamp. Ook ontstonden er allerlei bobbels op de lamp. Michiel zou hebben gedacht dat ze leefden. En in feite deden ze dat ook. De lamp droop in zijn geheel naar beneden als één langgerekte sliert ten einde op de grond op te hopen zoals slecht verdeelde honing op een boterham. Op één plek kwam deze groene substantie langzaam bij elkaar en nam langzaam maar zeker een bepaalde vorm aan. Het plasma rees op en manifesteerde zich in een mensgelijkende gedaante.

Michiel’s benen trilden en het zweet brak hem uit. Hij was met stomheid geslagen. Voor hij zelf de kans had gekregen een duidelijk beeld te vormen van het vormnemende plasma stond er ineens een beeldschoon meisje voor hem. Een meisje opgebouwd uit iets wat nog het meest weg had van glas en volledig neongroen gekleurd was. Het meisje lachte en kwam dichterbij. Losse druppels die deel van haar uitmaakten slopen achter haar aan en losten op in haar hiel en kuit. Ze had lang haar en een vriendelijk gezichtje. Van vijandigheid was geen sprake. Het moment dat het glanzende meisje Michiel  wilde kussen werd hij zo door haar verblind dat hij zijn ogen wel moest sluiten. Hij opende zijn ogen even later weer en zag dat het meisje was verdwenen.

Alle lampen hadden hun oude vormen weer terug. Ze brandden weer met hun geeloranje lichtje. In het straatbeeld was geen spoor te vinden van het bezoek van het groene meisje. De blauwzwarte hemel gaf ook al geen aanwijzingen weg. Dus had Michiel gedronken of had hij misschien zijn hoofd gestoten? Was hij ziek dan of hallucineerde hij? Misschien had hij zojuist wel visite gehad van een buitenaardse schone. Hij besloot er niet langer over na te denken en trad huiswaarts, maar het hele mysterie kleefde voortdurend aan zijn verstand.

Thuis gekomen keek zijn vriendin hem kwaad aan en stelde hem de vraag: “Hoe kom jij aan die groene lippenstift?”

By tinusicket | June 24, 2008 - 7:58 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed


Hoe bizar kan jouw vrijdag de dertiende zijn? Raar maar waar, mij overkwam het! Die bewuste dag dat de mensheid massaal bezig is het ongeluk over zichzelf af te roepen, flirten psychedelische machten met mijn nuchtere ik. De dag begon dat ik een afspraak had bij de dokter. Lekker dagje om naar de dokter te gaan, zou je denken. De eerste poging tot terreur sloeg direct al toe wanneer ik op de fiets bij het inslaan van een zijstraat met een kerende vrachtwagen te maken kreeg. Ik zou al strak op tijd zijn gekomen bij de dokter, dus dit oponthoud kon er nog makkelijk bij. Niets spannends verder.
Het dokters bezoek viel wel mee. Ik heb weinig schimmen in de hoek van de spreekkamer zien verschijnen. Tenzij mijn dokter, die zwanger bleek, in verwachting zou zijn van Chucky, zou ik kunnen concluderen dat er geen rare geesten of monsters te bespeuren waren. Behalve de dokter dan! Nee, het eerste wat mij opviel wat echt noemenswaardig was, waren de gevelwerkzaamheden buiten aan het pand. Een steiger had men niet nodig dus kozen zij op vrijdag de dertiende voor een ladder. Het spreekt voor zich dat je zo’n ding over het enige pad naar buiten plaatst. Ik keek bij het verlaten van het pand nog even op om te zien of de Dood vandaag een overall aan had.
Ondertussen was ik iets later op de ochtend in de trein een krant aan het lezen waarin een preview te lezen was van een nieuwe film: The Happening. Een verfrissend stuk over een moderne schoonmaakmethode in een stad. De natuur zou wraak willen nemen op de streken die de mensheid heeft uitgehaald. Hoe precies is mij nog niet geheel duidelijk geworden. Daarvoor zal ik toch eerst de film moeten zien. Een beeld wat wel in mijn speciaal voor fantasie gereserveerde hersencellen was opgeslagen, was een stuk over wat er met de hardlopers in die film zou gebeuren. Zij zouden ineens langzamer gaan lopen om vervolgens zichzelf te mutileren. Heerlijk, mensen die spontaan zin hebben zichzelf van kant te maken. Al met al een gezellig verhaaltje om eens rustig op je gemak ´s ochtends in de trein tot je te nemen.
Aangekomen op het station Uitgeest moest ik mijn fiets pakken om mijn weg naar mijn werk te kunnen vervolgen. De trein rijdt nog best een stuk door voordat het werkelijk op het uiterste puntje van perron 4a stopt. Daarmee kost het de passagier – die zich tactisch in de coupe heeft verborgen welke het dichtst halt houdt bij de trap naar de uitgang – nog een dikke anderhalve minuut om het station te kunnen verlaten. Drie minuten dus om een trein aan de overkant te pakken met flink doorstappen. Mijn voeten hadden nog geen vijftig meter vanaf het treinstel afgelegd of een bijzonder tafereel liet zich zien op de perrons. Of liever daartussen. Eén of andere dwaas die op het punt stond zijn trein te missen, besloot dat het verstandiger was om drie minuten overstapverschil op te lossen door het  spoor over te steken. Creatief met je tijd omgaan noem ik dat. Maar voornamelijk dom. Het geval wil dat rond dat tijdstip nog wel eens een intercity voorbij raast. Toch geeft dat wel een lekker gevoel: zien hoe iemand vervolgens kort daarop door een conducteur op zijn achterlijke daden wordt gewezen en de trein wordt geweigerd. De jongeman was vandaag blijkbaar hoe dan ook gedoemd zijn trein te missen.

Heel ver naar mijn werk was  het nu niet meer. Ik was al op mijn fiets geklommen om op mijn dooie gemakje een tien minuten fietstochtje richting de molens te maken. Halverwege werd mijn aandacht echter getrokken door opnieuw iets waanzinnigs. Bij het passeren van een speelveldje liep er aan de andere kant van dat veldje een drietal mensen te joggen. Een ruwe schatting vertelde mij dat deze mensen rond de vijfentwintig waren. Twee mannen liepen voorop en direct daarachter een vrouw die mogelijk een jaar of twee jonger was. Het gebeurde niet lang nadat ik het groepje in het vizier had gekregen: plotseling zakte één van de mannen in elkaar. Hij viel rechtsom tegen de andere man aan, probeerde nog houvast te vinden aan het lichaam waarlangs hij neerviel om vervolgens een onaangename kennismaking met de planeet Aarde te maken. Gelukkig voor hem was een alert echtpaar meteen in touw gesprongen om deze voorbijwandelaar ter hulp te snellen. De jongeman kwam snel bij, maar bleef nog even zitten op de grond om bij te komen van deze vreemde gebeurtenis. Na het lezen van de filmpreview eerder op die ochtend moest ik concluderen wederom een bizarre gebeurtenis te hebben aanschouwd.
Zelfs op het werk ging het er idioot aan toe. Als je de film ‘The Timemachine’ wel eens hebt gezien dan heb je enige voorstelling hoe een snel vooruit lopende klok zich gedraagt. Nu treft het geval dat wij in het kantoor een nieuwe klok cadeau hebben gekregen die zich ook wel erg apart gedroeg. Ik had net een bak thee voor mezelf in elkaar geschonken, toen ik de klok gadesloeg hoeveel ik te laat op het werk was gearriveerd. Dat was voor mij het moment om mij af te vragen of ik echt gek was geworden. De klok – welke een atoomklok functie had – was volledig op hol geslagen waardoor de wijzers als een idioot door de tijd reisden.
Afijn, het was dus gauw vijf uur die dag. Dat scheelde stukken. Inmiddels had ik de trein alweer gepakt naar huis toe en bedacht mij hoe het toch kon dat je zoveel waanzinnige indrukken op een dag kan meemaken. Mijn vrienden zouden mij een standaard reactie geven van: “dat kan alleen jou overkomen!” Anders te interpreteren als: “deze ervaringen zijn wel zo ongelooflijk dat je ze wel verzonnen moet  hebben!” Om de dag maar gelijk goed af te sluiten passeerde ik een man op het perron die mij opnieuw de stuipen op het lijf joeg. De man die het treinstel in stapte dat ik zojuist had verlaten had een gezicht zó misvormd dat je zou denken dat zijn gezicht zojuist ge-Photoshopped was waar hij een whirlpool effect in het gezicht geworpen had gekregen. Zijn rechteroog zat op zijn wang terwijl hij vanuit z’n linker mondhoek z’n wenkbrauwen had kunnen likken (als deze daar nog zaten).

Fietsend naar huis werd ik gestalked door een kauw met de afmeting van een volwassen raaf. Freaky Friday the Thirteenth!!

Geachte heer achmedlien,

Naar aanleiding van uw stukje huigvermuiting veroorzaakt dremel, zou ik graag een kanttekening willen plaatsen. Ten eerste ben ik van mening dat huigvermuiting per definitie al geen dremel KAN veroorzaken. Dit omdat de grootsjebink eerst naar polderwieks is gegaan om daar te vertuffelen. Als de tuffel  vervolgens over de balk is gegooid, blijft er geen enkel uitsiebaard meer overeind om daaraan te sloven. En natuurlijk ben ik op de hoogte dat dit WEL kan op het moment dat dremel laag overvliegt op vrijdag de dertiende, mits het een lekker luchtje op heeft. Maar die kans is ZO gering dat de kwiekerdomp dat geraalg maar op non-actief stelt. Daarnaast vind ik dat de term “huigvermuiting” wel erg discriminerend is voor alle gruivers in ons land, om redenen die ik hier niet hoef te verduidelijken. Mocht u zich dan toch van die term willen bezigen, stel ik de volgende alternatieven voor die politiek correct zijn:

  • steperduiking
  • kwasiehering
  • streuverduiming

Al is die laatste wellicht iets te versteukt van bleveringen.Als u dan toch de frubbels wilt bereiken middels huimerfrontjes, kan ik u uit eigen ervaring meeblijffen dat de fruitschaal zondag naar de grobber mag. Wel eerst een afspraak maken uiteraard…
Wat die grobber betreft, sinds die last heeft van dremel, is hij erg uit zijn goede doen. Wellicht is dat een reden dat bovenstaand gerucht in de wereld gepluimd is. Ik verzoek u dan ook vriendelijk om eerst uw bronnen op integriteit te checken voordat u aan de fleperschop nadrocht. Als moraalridder met enige ervaring in de dremelarij kan ik u verzekeren dat uw stukjes dan uiteindelijk de gewenste stramateriiën begropt. Met vallen en opstaan worden we daar allemaal sloeperder van, denkt u ook niet? Maar goed, ik ben van mening dat zelfs de meest doorgewinterde huigvermuiting aan z’n eind komt, zoals napoleon de slag bij waterloo  verloor, als ‘ie maar niet zo stom was geweest om de elite-vertrievers in de punt van de aanval te laten toepen met juichverbruivers. En dus, waarde achmedlien, kunnen wij gerust zijn op een goede afloop. De huigvermuiting rokkelt vrolijk verder, en van een dremel hebben we dus niets te vrezen. Die verstacht overmorgen naar een chinchilla-kolonie in Bloemendaal, onder mijn toezicht en verstaukeling,

Hopende u hiermee geholpen te in uw queeste naar schuitekloppers, verblijf ik,

Patrick Paulszoon Goodefroot van Berghesteyn Swaevelhooffen Koschter,
moraelridder van Velschen tot Bloemendael,
curator van de thermo-nucleaire, semi-biologisch getransmuteerde klonen van troetelbeertjes in diens lab in capelle a/d ijssel,

By achmedlien | May 22, 2008 - 12:46 pm - Posted in Astronomisch gedachtegoed

image by Wouter Kiel, edited by Gsorsnoi

Meestal zijn mijn gedachten bij de herrie die ik op mijn hoofd heb of ergens in een andere wereld waar ik moedig een kudde pink demons bestrijd wanneer ik al fietsend mij een weg door de verkeerschaos naar mijn werk baan. Dit is vaak ook de reden waarom ik ‘s ochtends als een zombie het kantoor binnen kom draven. Vandaag leken deze gedachten zich in mijn directe omgeving te projecteren toen ik op mijn stalen ros Velsen Noord doorkliefde over de Duinvlietstraat.
Naast het schoolgebouw aan het begin van deze straat stond een auto in de startblokken om mij de schrik van m’n leven te geven. Mijn kille bloedpomp sloeg drie keer over toen de precies naast mij geparkeerde monster plotseling in beweging kwam. Hierbij was natuurlijk mijn eerste idee dat ik te maken zou krijgen met een agressieve bestuurder die deze morgen geen seks van z’n vrouw heeft gekregen en zich daarom in zijn woede rücksichtslos van de stoeprand heeft willen losmaken om naar zijn werk te snellen. Dit plezier werd mij echter niet gegund. Dan had ik deze op donderdag rijdende zondagsrijder eens flink met weinig poezelige woorden kunnen uitkafferen. Had ik dit gedaan dan had ik geen respons hoeven verwachten aangezien de auto leeg was!
Tot mijn verbazing zal ik de wagen voorrollen naar de hoek van de straat waar het de zijstraat van rechts overstak. Tezelfdertijd was ik mij nog druk harkend op mijn vervoersmiddel aan het voortbewegen naast dit tafereel. Zodra wij beide het einde van de breedte van die zijstraat hadden overbrugd boorde deze stalen beweging zich niet al te spectaculair in de voorkant van een ander geparkeerd monster. Liet ik toch zo beleefd zijn om mijn woon-werkverkeer te onderbreken om even aan te bellen bij de dame voor wiens woning de geparkeerde auto halt had gehouden. De klap was overigens luid genoeg om toch wel naar buiten te komen.
De abuizen spookrijder was niet bereid een schadeformuliertje te overleggen.
Om slapeloze dagdromen van over te houden!