image by tasmanian_journalist, edited by Gsorsnoi
AUSTRALIE, COORONG NATIONAL PARK – “Wie had ooit gedacht dat de Diprotodon de gevreesde Bunyip was?” merkte de nuchtere Cooper Berry met enig gegrinnik tegen zijn kompanen op. Hierbij keek de jonge Australiër achterom naar de trailer waar het twee ton zware zoogdier in lag opgesloten. Met zijn drie meter lengte en bijna twee meter hoogte vulde hij bijna twee derde van de veel te kleine laadruimte van de vrachtwagen. Verdoofd door twee verdovingspijlen die ieder een jonge olifant konden platleggen was het enorme buideldier in het stro te rusten gelegd.
Oranjegele urine stroomde door de metalen bak en droop door de spijlen van de ruimte op de kale ondergrond. Het was moeilijk voor te stellen dat de negen mannen in deze stank nog fatsoenlijk van hun maaltijd konden genieten dat zij aan het kampvuur aan het nuttigen waren.
“Wat kan het mij nou schelen dat we het mysterie van dat watermonster opgelost hebben? We hebben een prehistorisch dier gevangen man. Dat gaat ons veel geld opleveren!” Nathan Marcus, die tegenover Cooper in de kring rondom het vuur zat, was het voorval van de verdwenen jongen allang vergeten. De mannen waren er namelijk op uitgestuurd om het beest te vangen dat nu bijna een week geleden twee jongens vanuit een rivier zou hebben aangevallen. De vrienden hadden zich iets buiten de bewoonde wereld in de rimboe begeven en zouden een ontmoeting hebben gehad met een Bunyip. Dit afzichtelijke, misvormde monster zou zich onzichtbaar schuilhouden in de kreken en waterpoelen van de Australische moerassen en was klaar om iedere dwaas te verslinden die zich aan de waterkant zou wagen. Het wezen maakte onderdeel uit van de mythologie van de Aboriginals. Hij was afkomstig uit het geestenrijk dat zij de ‘ Droomtijd’ noemen en voor deze oorspronkelijke bewoners van Australië meer werkelijkheid weerspiegelt dan de meeste mensen als werkelijkheid beschouwen. De rol die de Bunyip hierin vervuld is die van een beest die ervoor waakt Europese indringers te verjagen die de Aboriginals onderdrukken.
De uiterlijke beschrijvingen van dit moeraswezen lopen sterk uiteen. Iedereen is het erover eens dat de Bunyip een enorme muil heeft met een grote verzameling alles verslindende snijtanden. De één omschrijft hem als grote zeehond met de staart van een alligator en de kop van een buldog. De ander spreekt eerder van een enorm harig wezen met een lange nek en een vogelkop, dat eieren legt ter grootte van voetballen. In de National Library of Australia is een tekening uit 1935 te vinden van een onbekende artiest die het meer laat voorkomen alsof we te maken hebben met een dun wezen uit de surrealistische werelden van Salvador Dali.
De jagers rond het kampvuur wisten wel beter. Zij hadden in het beest dat ze in de drassige monding van de rivier de Murray hadden gevangen de Diprotodon herkend. Dat was op zichzelf al een afschrikwekkend beest waarvan men dacht dat deze 30.000 jaar geleden was uitgestorven. Niemand had echter verwacht dat het dier zich jarenlang in kleine populaties in dit gebied had verborgen en het grootste deel van zijn tijd onderwater doorbracht. Een vrouwtjes Diprotodon moest uit het water zijn geklommen toen de jongens zich te dicht in haar territorium bij haar kroost waagden. Met het voorkomen van een gigantische beer moesten de laatste seconden van de jonge avonturier afgrijselijk zijn geweest. Opgeheven voorpoten torende hoog boven hem uit en maakte dat zijn vriend voor zijn eigen leven moest vluchten. Ze had haar lange voortanden blootgelegd, zodat het leek alsof zij het had voorzien op het vlees van haar prooi. Een echte prooi was de jongen echter niet. De vreedzame planteneter was er slechts op uit om de indringers uit haar gebied te verjagen, maar had de jongen met haar klauwen reeds gedood.
Het vermeende monster zou een dag na de vangst voor transport zijn aangeboden en middels een Fairchild C-123 transportvliegtuig de overtocht gaan maken naar de Taronga Zoo. Twee donkere handen die aan de kant van de palmen wit waren geverfd, hadden de deur van de kooi later op die avond echter opengezet nadat zij een hendel hadden gevonden in de cabine. Een oude man waarvan zijn baard was verfraaid met dezelfde witte verf stond kort daarop aan het kampvuur en bezag met een trieste blik hoe de negen mannen het leven hadden gelaten. Rond zijn kalende hoofd droeg hij een rode bandana. Blootsvoets stapte hij terug naar de achterkant van de trailer en moedigde het grote buideldier aan om de stap te maken om uit de vrachtwagen te komen. Aanvankelijk twijfelde de Diprotodon, maar realiseerde zich al snel dat iemand hem de vrijheid terug had gegeven.
Op het moment dat de grote goedzak daadwerkelijk uit de kooi stapte, was de oude man al verdwenen. En wie de negen man zo bruut had geslacht, zal wel altijd een mysterie blijven.
This entry was posted on Tuesday, January 11th, 2011 at 10:55 and is filed under Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Eindelijk uitgeworteld, Gekalibreerde Gedrochten, Nederlands. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.
Nou het zal vastt niet die arborignal zijn gewees! 🙂
Kunnen we Karel Riemelneel er niet op af sturen? Die lost het mysterie zó op!
Ha leuk, Paap heeft een anagram gemaakt ! Jammer dat maar een paar woorden uit de zin verminkt zijn, want deze is wel heel makkelijk….
Nou het zal vastt niet die arborignal zijn gewees! = Nou het zal vast niet die aboriginal zijn geweest.
En arborignal is het (on)bewuste pluisje (een r teveel en een i te weinig)
😉