image by tnarik, edited by Gsorsnoi
Achmed en de Navelpad, maar vooral de professor, geloofden hun ogen niet: het Perpetuum Mobiel draaide op volle toeren en leek zichzelf in beweging te houden. Pompen, zuigers, flesjes, blaasbalgen, raderen, wielconstructies, hefbomen en veermechanismes … alles leek in beweging te zijn gekomen en in beweging te blijven. De gehele constructie was zó complex, groots en compact op elkaar gebouwd dat het onmogelijk leek voor een ander om zich van de werking van alle onderdelen te kunnen overtuigen.
Het was ongelooflijk dat deze hele stellage op gang was gebracht door het aantikken van een onschuldig lepeltje. Ondanks het feit dat Achmed hier met de pad om andere redenen aan Theo een bezoek kwamen brengen, kon hij het niet helpen zijn afgeleid te zijn door dit schouwspel.
Hij wist echter dat het Perpetuum Mobiel geen eeuwig leven beschoren kon zijn. Geen uitvinder in het verleden is daar ooit in geslaagd. De gedachte alleen al dat het hele mechanisme bestond uit raderwerkjes en hefbomen, houten en metalen componenten bracht hem tot de wetenschap dat de vergankelijkheid van het gebruikte materiaal ooit zijn tol zou komen eisen. Bij het terugdenken aan hun binnenkomst moest hij aan de opgestelde boog denken. Wat deed dit wapen in een apparaat dat er voor was ontwikkeld om meerdere cycli te doorlopen? Een pijl op een boog zal zichzelf niet uit de deur trekken en terug op de boog leggen. Toch?
Achmed had niet meer verbaasd kunnen zijn toen hij een bronzen metalen arm ergens tussen alle onderdelen omhoog zag komen die de pijl grof uit de deur rukte om deze terug op de boog te leggen. De boog werd netjes aangespannen door deze arm zodat de pijl opnieuw afgeschoten kon worden. Daarop keerde de arm terug in het mechanisme als was het een clown die uit een doosje omhoog was geschoten zoals je ze wel kent uit een fopwinkel.
“Volkomen nutteloos” bracht Achmed onhoorbaar uit en schrok even van zijn eigen onbeleefde uitspraak. Theo hoorde het toch niet. Die was zich nog over de continue beweging van het apparaat aan het verbazen. Het Mobiel maakte trouwens toch te veel leven om er in de nabijheid een normaal gesprek te kunnen voeren.
Er waren zoveel onderdelen te benoemen die Achmed zulke onnodige toevoegingen leken. Maar misschien was het juist dat radertje dat bij Theo los leek te zitten dat zijn uitvinding soms tot succes bracht. Tja, waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan?
“Waar is die pad van mij trouwens gebleven?” bedacht Achmed zich. Hij keek even om zich heen en nam de rest van het onderkomen van Theo in zich op. Allemaal nutteloze uitvindingen die de man bezig hielden waarvan je van een normaal mens niet zou denken dat hij zich ermee zouden kunnen voorzien in het levensonderhoud. Theo speelde het klaar.
Achmed stond naast een kolossale aluminium creatie in het vertrek wat er zeker één derde van in beslag nam.
“Theo, even over waarom wij naar je toe zijn gekomen.” Achmed moest zijn stem verheffen om boven het geluid van het Mobiel uit te komen om Theo’s aandacht te krijgen. “We zijn hier gekomen voor jouw hulp”.
Geen reactie.
Theo had al die tijd in een zekere euforie naar zijn uitvinding staan kijken. Hij was er eindelijk in geslaagd om een apparaat te ontwikkelen dat eenmaal in beweging gebracht, altijd zou blijven bewegen. Dat hij de beweging die het in gang had gezet niet zelf heeft veroorzaakt even daar gelaten.
Achmed probeerde het nog eens: “Theo!”.
Juist op het moment dat het er op leek dat Achmed aandacht zou krijgen van de professor begon het Perpetuum Mobiel een geweldig hard knarsend geluid te maken. De herrie was zo hels dat het de Duivel zelf zou wekken.
Hier ging iets niet goed. Enkele cilinders kregen meer slagen te verduren dan waar het voor gebouwd was waardoor de stoomproductie opliep en de ruimte zich vulde met een witte waas. Even voor het zicht over de machine werd ontnomen, kwam de oorzaak van het defect aan het licht: daar waar drie bronzen pijpen achter elkaar stonden opgesteld om stoom te blazen spuwde één ervan de Reuze Navelpad uit de koperen cilinder de ruimte in. Daar zat hij dus! De pad had zich in zijn nieuwsgierigheid verstopt in de machine.
Het Perpetuum Mobiel werd instabiel en begon aan alle kanten te ratelen. Een gigantische stoomproductie kwam tot ontwikkeling. Ketels werden gloeiend heet en zwelden rood op. Drijvers begaven het en lieten los. De hele stellage kwam in beweging en trilde als een bezetene.
De angst sloeg de professor en Achmed om het hart. Theo maakte een sprong en trok Achmed in zijn vlucht mee om beschutting te zoeken terwijl de machine tegen het punt van exploderen liep. Hier was het niet veilig meer.
Een enorme knal volgde waarbij een regen van klinknagels het drietal om de oren vloog. Naast klinknagels kwam er ook een hele serie radertjes los van het apparatuur. Eén ervan zoefde het gezicht van Achmed rakelings voorbij en stootte met volle kracht tegen het bedieningspaneel van de grote aluminium creatie waar hij eerder naast had gestaan. Het had weinig gescheeld of het radertje had Achmed voor zijn leven ongelukkig gemaakt.
In plaats daarvan bracht dit bewuste radertje de rest van het verhaal in werking door de kortsluiting die het veroorzaakte in het getroffen paneel. Het paneel behoorde toe aan Theo’s volgende vinding: de Zwarte Golf.
Een halve meter verwijderd van het paneel van dit immense apparaat zat een soort kanon bevestigd dat ten gevolge van de kortsluiting een zwarte bundel begon te produceren. Een bundel die zich door de ruimte verplaatste in de richting van de plaats waar Theo had gestaan op het moment dat hij bezoek kreeg. De uitvinding waar hij toen aan stond te werken werd erdoor getroffen. Een elektrisch geluid kwam tot leven.
Direct na de impact van deze zwarte bundel begon de jaszak van Achmed te gloeien. Een schroeiplek brandde zich in zijn jaszak waardoor er een gat in ontstond. Achmed trok direct zijn jas uit en dacht dat hij op het punt stond om te verbranden.
Juist wanneer het gat gebrand was schoot het roodgloeiende zakhorloge los uit zijn borst en schoot met een geweldige vaart door de werkplaats.
Was een gekartelde hefboom van het Perpetuum Mobiel er niet geweest, dan had dit verhaal snel een verschrikkelijke afloop gekend. Het roodgloeiende zakhorloge was namelijk krakend tegen het brons van de hefboom tot stilstand gekomen. De impact van het zakhorloge tegen het brons was zo waanzinnig hard geweest, dat het zakhorloge anderhalve centimeter in het materiaal was weggezonken.
Professor Theo Nologie, die de andere kant van de hefboom bezag, constateerde dat eenzelfde zakhorloge zich ook aan de die kant in het brons had geboord. Geschokt bracht hij uit: “Oh nee! Het etmaluur!”
Wordt vervolgd.
Vorige hoofdstuk: De opluchting
This entry was posted on Sunday, August 8th, 2010 at 19:12 and is filed under Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Navelpad Mysterie, Nederlands, Reuze Navelpad. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.
[…] Navelpad Mysterie (10): Impact […]
Dit wekt de suggestie dat er ook nog zoiets is als een zilveren en een gouden impact? Am I right?
(leuk verhaal trouwens!)
Groetjes,
Jolientjuh!
hoe kan een bundel nou zwart zijn?
Zwarte doekoes zeker?
Zaten er soms antieke TL-buizen in dat apparaat?
Vraagje over het volgende stukje:
Een pijl op een boog zal zichzelf niet uit de deur trekken en terug op de boog leggen. Toch?
Als die pijl al op de boog ligt, waarom moet die zichzelf dan nog uit de deur trekken om zichzelf weer op de boog te leggen?
[…] Navelpad Mysterie (10): Bronzen impact […]