Val jij graag op of blijf je liever een beetje op de achtergrond?
Het zal een vraag zijn waarmee bewust of onbewust ieder mens wel eens worstelt. In de puberteit ben je daar misschien wel het meest mee bezig (geweest).
Allemaal een tepel.
Wanneer je net uit je ei komt wil je vast in de groep mee komen. Het laatste wat namelijk je wilt is aandacht te kort komen. En laten we eerlijk wezen, je wilt ook dat jouw mondje gevoed wordt, toch?
Het gaat hier puur om ons instinct. Kom je als kitten niet aan de tepel ,omdat je te zwak blijkt om voor die plek te vechten, dan wordt je vanzelf afgestoten. Je hebt dus een goede motivatie om voor jezelf op te komen en te laten zien dat jij er bent.
Dat principe werkt ook door in ons geciviliseerd bestaan.
Mode-hyena’s.
Eenmaal in de pubertijd zie je dat mensen nog een tikje extremer willen opvallen dan toen ze net uit de luiers werden getild. Er is altijd wel een rage aan de gang waarbij ‘iedereen’ één pluk haar rood verft. Of je moet vooral doen alsof je die ene band leuk vindt, want ‘iedereen’ vindt die gasten zo cool.
Oh nee, ‘cool’ is alweer uit. Je moet tegenwoordig ‘vet chill’ zeggen.
Zo ontstaat er vanzelf een groep mode-hyena’s die de dienst uitmaken. Ze onderwerpen iedereen die ‘er bij’ wil horen aan hun eisen. De rest is per definitie uitschot of een andere aparte clan waar ze niets van willen weten.
Dus wat doe je?
De keuze ligt op zo’n moment natuurlijk geheel bij jezelf.
Soms kan de mode ook betekenen: doe je gewoon, dan doe je al gek genoeg.
Zwarte tijd.
Hoe het ook zij, aan het einde van de eerste twintig levensjaren houdt de voornaamste piek van ‘willen opvallen’ wel een beetje op. Gothics besluiten in plaats van twintig armbanden, drie tepelpiercings, zwarte lippenstift, zware zwarte andere make-up en wijde (zwarte) kleding met schreeuwende opdrukken langzaam over te schakelen naar … even adem halen … tien armbanden, twee tepelpiercings, wat minder zware make-up – maar nog steeds foeilelijk – en wat minder alternatieve (maar nog steeds zwarte) kleding te dragen waarop niet langer verwensingen naar de schepper van hemel en aarde worden geuit.
Voor elke andere jeugdige volkstam kan hiervoor natuurlijk een eigen versie worden gelezen.
De schreeuw om aandacht vlakt af naar mate de puberteit verder achter je ligt.
In het oog springen.
Op een goede dag loop je in een supermarkt, sta je in een apotheek of in een rij voor het NS-loket. Je kijkt om je heen en zie die goedgeklede hunk of die knappe dame in hare rode jurk. De rest van de wereld lijkt plotseling te vervagen zodat jouw aandacht op dat moment alleen nog maar op hem of haar is gevestigd.
Het hoeft natuurlijk helemaal niet direct een Brad Pitt-kloon te zijn of zijn lieftallige(?) Mrs Smith die je met een sensuele blik in de zevende hemel brengt. Elk individu die zich zo op zijn of haar eigen wijze kan onderscheiden van de rest van het publiek is een potentiële blikvanger.
Sommige mensen hoeven er echt maar heel weinig voor te doen om op te vallen. Je hoeft er zelfs niet bijster knap voor te zijn. Het helpt al als je erg lang bent of bijzonder dik. En erg magere mensen springen natuurlijk ook in het oog. Toch zie je extreem kleine mensen eenvoudig over het hoofd. Gek is dat eigenlijk.
Het gaat ze in elk geval een stuk lastiger af om je in het oog te springen.
Opvallen en wat je er voor wilt doen om op te vallen kan dus voor- en nadelen hebben.
Enkele mensen hebben nou eenmaal de eigenschap langer op een netvlies te blijven steken dan anderen.
Nu je inmiddels weet dat ik de eigenschap heb om moeilijk gezichten te kunnen vergeten (zie artikel “Met een goede tekenaar kun je niet rekenen“), weet je ook dat het inmiddels aardig druk is in mijn hoofd.
This entry was posted on Sunday, February 21st, 2010 at 11:44 and is filed under Nederlands, Scherpe Blik. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.
Dan moet je mij ook nog wel herkennen. Ik draagvaak rood en ben vaak te vinden op station Utrecht. Of kom je daar nooit? Hahahahahaha!