Dossier: De koffiediefstal

In heel het land zijn alle koffiebonen verdwenen. Lesley gaat op onderzoek uit…

Eerder dit jaar kwam de onheilsbode al en nu is het bevestigd: de koffie in het Rijk van WSNOI is op. Zomaar ineens. Wie vandaag een bezoekje brengt aan een van de vele koffietoko’s van ons land, komt al snel van een koude kermis thuis. Alle coffeecorners, restaurants, bars en kiosken, waar je voorheen voor een heerlijke Bakkie Snooi kon aankloppen, hebben sinds afgelopen nacht ineens geen boon meer op voorraad. Zelfs Gohes City’s stamkroeg de Maten van Willekeur, die eind vorig jaar nog een record vestigde met het aantal bakkies geschonken bruin vocht, moest vanmorgen bij het openen van haar deuren al direct ‘nee’ verkopen. Hoe het komt, dat is nog niet echt zeker, al zijn er wel al enkele vermoedens.
Om tot de bodem van dit mysterie te geraken gingen we om te beginnen te raden bij onze eigen Tycoon Newspaper-verslaggevers:

Clandestiene jatmozen.

Meteoroloog Wilburt Eerman, die tezamen met Kerbert Rent diensten draait bij de Maten van Willekeur, was geschokt toen hij vanmorgen de zaak opende en ontdekte dat alle koffiebonen plotseling waren verdwenen. Zowel achter de toonbank als in het magazijn achter viel er niet één boon te bespeuren.
“Gisterenmiddag hebben we nog nieuwe voorraden aangeleverd gekregen. Het kan toch niet zo zijn dat onze leveranciers de ladingen nu eigenhandig hebben teruggetrokken? Ik besef me heel goed dat er de laatste tijd een enorme run is op bepaalde koffiesoorten, maar neem dan alleen de senzubonen en rode springbonen terug als het aanbod de vraag niet aan kan. Daar zijn we vaak het snelst doorheen. Nee, ik geloof niet dat de verstrekkers van onze koffiebonen hier enig blaam treffen. Hier zijn dieven aan het werk geweest, wellicht de clandestiene Jatmozen, waar Kerbert Rent het nog wel eens mee aan de stok heeft gehad. Hij is hier nu zelf niet om mijn verhaal te bevestigen, omdat hij overdag vooral in zijn eigen snuisterijenwinkeltje te vinden is, maar hij heeft mij wel eens verteld over de inwoners van Jatmos, een dorpje naast zijn geboorteplaats. Volgens hem stelen zij als raven. En daarnaast, ik heb hem wel eens horen zeggen dat ze zelf ook erg bedreven zijn met het doppen van een bijzonder soort boontjes. Een zekere soort springboon meen ik. Ik word hier serieus een beetje verdrietig van. En nu we het daar toch over hebben, volgens mij gaan we dadelijk met een wolkbreuk te maken krijgen.”
Kortom: Wilburt Eerman verdenkt de Jatmozen.

Het koffiemonster.

“Ik zat eerst nog aan navelpadden te denken,” meende Achmed Liën, de eerstvolgende die we over deze grootschalige koffieverdwijning ondervroegen. “Je zou verwachten dat ze na al dat roemslurpen en het zombificeren van de inwoners van Gohes City toch wel eens een keertje behoefte zouden krijgen aan een vers bakkie pleur, denk je niet? Hoewel het ze anders wel een berg werk zou kosten om uit te vogelen hoe een koffieapparaat werkt. En bovendien zou de verse koffiearoma midden in de nacht een hoop mensen wakker hebben gemaakt. Om nog maar te zwijgen over de hoeveelheden koffie die ze vervolgens opgezopen moeten hebben. Vandaar dat het mij waarschijnlijker lijkt dat dit het werk moet zijn geweest van het Koffiemonster. Ik meen dat ik daar wel eens iets over gelezen heb in de grote bibliotheek van ons redactiegebouw. Het Koffiemonster is een groot blauw monster met grote ronde ogen die los in zijn kassen lijken te zitten. Hij heeft grote hangende wallen van de overmatige cafeïneconsumptie en zijn losbewegende pupillen draaien doelloos in het rond. Gelukkig is het een erg vriendelijk monster dat alleen geïnteresseerd lijkt te zijn in het eten van koffiebonen en alles wat er ook maar op lijkt. Alleen als hij zelf geen koffiebonen meer tot zijn beschikking heeft, laat hij zich zien en zal hij als hij echt honger heeft ook al het andere wat er in zijn buurt komt buitengewoon gulzig opeten. Hij is zelfs in staat om massieve kluizen soldaat te maken, mits men daar de koffie in verstopt heeft natuurlijk. Volgens de overlevering is het Koffiemonster overigens niemand anders dan de Ethiopische geitenhoeder Kaldi, die 300 jaar na Christus leefde. Hij zou zo door zijn ontdekking van de koffiebes zijn geobsedeerd en zoveel koffie in zijn leven hebben gedronken dat hij zelfs in zijn graf niet meer slapen kon. Hierdoor is hij gedoemd eeuwig naar koffie op zoek te blijven gaan zonder ooit door de cafeïne-inname bevredigd te kunnen worden.”
Kortom: Achmed Liën verdenkt het ‘koffiemonster’.

De man achter de glazen bol.

Roddelverslaggeefster Rina Oddel denkt er het hare van.
“Voor mij is dit alles zonneklaar. Nee echt, hebben jullie dit zelf nou niet door? Dit is overduidelijk het werk van die mysterieuze George Enverbrander, met zijn zogenaamd magische glazen bol en zijn terloopse toekomstvisies. Ik snap niet dat niemand anders dat ziet. Hij heeft nota bene zelf nog tegen mij staan verkondigen dat we halverwege 2015 met een schrijnend koffiebonen tekorten zouden komen te zitten. Gelukkig ben ik nog zo slim geweest om iedereen hiervoor te waarschuwen. Maar heremetijd, wie luistert er nu naar mij? Eerst vraagtekens zetten bij mijn uiteenzettingen over het jaar waarin we nu leven en vervolgens bij mij komen lopen miepen wie dat veroorzaakt kan hebben? Ik citeer uit eigen werk: ‘een plotseling opstekende en onbedwingbare drang naar koffie’. Kom op mensen, dit zagen we toch allemaal aankomen? Dachten jullie dat Rina Oddel hier op haar eierkopje is gevallen? Die George Enverbrander moeten jullie eens nodig aan de tand gaan voelen. ‘Op enig moment zullen er zo weinig bonen geraapt kunnen worden dat er een soort heksenjacht op het alternatief ontstaat.’ Was iedereen echt van plan om nu met fakkels en hooivorken naar een cafeïnevervanger op zoek te gaan? Jullie lijken wel gek. Wat verwacht je te vinden, een of ander pimpelpaarse springboon die de trek naar koffie volledig zal kunnen vervangen? Wel, ik wens ieder die dat in z’n hoofd haalt er succes mee. Ik zit voorlopig nog wel even goed in mijn voorraadje kamillethee.
Kortom: Rina Oddel verdenkt George Enverbrander.

Een deal in de Armoestraat.

“Die paarse springboon is nog niet zo gek bedacht,” merkte Kornelis Oflook op, nadat hij het verhaal van Rina Oddel had gehoord. “Het kan aan mij liggen, maar volgens mij is juist Joost Stunner de man die jullie hier zoeken. Ik kwam hem vanmorgen tegen zodra ik op mijn weg naar de redactie de Armoestraat passeerde. Hij hield zich in die straat op met die mannen van graaf Schaurig, je weet wel, Frank Groot en Stein Klein. Wel als dat geen toeval is? Al zal onze grote vriend Tinus Icket het bestaan daarvan juist tegen spreken. Ik bedoel maar. Dus toen ik dit duistere gezelschap in het voorbijgaan van deze steeg in mijn ooghoek voorbij zag flitsen besloot ik eens om op de hoek op de uitkijk te gaan staan. Je kan nooit weten waar luistervinken soms goed voor kan zijn. Ik deed mijn uiterste best om even niet mijn neus op te halen – daar krijg ik van de collega’s namelijk nog wel eens klachten over – en keek om het hoekje om te zien wat die heren aan het bekokstoven waren. Helaas voor mij, kon ik niet alles zien, omdat er een karretje met goederen tegen de muur stond waar de wind uitgerekend een exemplaar van onze krant tegen het metalen raster had geblazen en zo het zicht blokkeerde. Maar Joost kon ik wel zien, met dozen in zijn handen die hij met Frank en Stein aan het inladen was in een truck. Het spijtige is dat ik begreep dat een van hen de inhoud van de dozen controleerde, maar dit zich dus juist buiten mijn gezichtsveld afspeelde. Ik hoorde ze in elk geval praten over een geslaagde operatie en dat de baas met deze ingrediënten wel tevreden zou zijn. Wel, voor zover ik ben geïnformeerd werken die twee uitsluitend voor graaf Schaurig, dus dat moet wel een zaak zijn waar een luchtje aan zit! Zodra de boel was ingeladen ontstond er nog even een korte woordenwisseling. Boontje kwam om zijn loontje, want het was duidelijk dat Joost klaagde over de betaling die hem beloofd zou zijn. Hij meende dat deze ‘harde bonen’ niet overeenkwamen met het bedrag wat er eerder met hem was afgesproken. Frank Groot gaf Joost een handjevol zberzibarnen een trap na. Kort daarop scheurden de heren in hun truck weg, die was afgeladen met de lading dozen die Joost hen had geleverd. Toen de mistroostige Joost zelf later ook was vertrokken ben ik toch nog even een kijkje gaan nemen in de loods die hij zo onzorgvuldig open had laten staan. Maar het enige wat ik er aantrof waren vrachtladingen lege dozen. Uiteraard vroeg ik mij af wat voor geheimzinnige deal hier zojuist gesloten was en wat het kon betekenen wanneer geheimzinnige ingrediënten in handen van de graaf zouden vallen. En precies op het moment dat ik dat bedacht en één van de lege dozen controleerde, sprong er een springboon uit die dozen weg. En echt, ik zou toch zweren dat die boon niet rood, maar pimpelpaars was!”
Kortom: Kornelis Oflook verdenkt Joost Stunner, de volgelingen van graaf Schaurig en de graaf zelf.

Windhandelaren

“Het criminele brein van Gohes City zal zijn handen wel weer wassen in onschuld, maar ik ben er zeker van dat The BoBfather hier weer achter zit,” ditmaal was het verslaggeefster Olga Sloot- Koers die op geheel eigen en economische wijze haar visie op deze zaak losliet. “Zoals ons allen wel bekend, is The BoBfather nou niet echt precies een toonbeeld van eerlijk zaken doen. Nu hij begin dit jaar een nieuwe aanval op ons redactiegebouw heeft geopend, met al die vage en ongefundeerde klachten van hem, is het voor mij wel duidelijk wie hier de zaken aan het bedonderen is. Zijn lakei Jochem A. Knikker zal hem onderhand het slechte nieuws moeten hebben gegeven dat zijn bommenvoorraad nu dusdanig snel slinkt dat deze spoedig aangevuld moeten worden, anders kan hij het redactiegebouw van de Tycoon Newspaper niet meer bestoken. Niet dat dat veel zoden aan de dijk zal zetten, want Karel Riemelneel en zijn hulpjes zijn hem tot noch toe steeds te slim af geweest. Maar afijn, The BoBfather zal er ongetwijfeld zijn spaargeld niet voor willen aanspreken om nieuwe bommen te kunnen kopen, dus gooit hij het over een andere boeg. Zoals ik de zaken nu kan overzien stuurt The BoBfather aan op een moderne versie van de tulpenmanie. Ik vermoed dat hij afgelopen nacht zijn personeel het land in heeft gestuurd om alle koffiebonen te stelen die er maar te vinden waren, met als doel: het veroorzaken van een heuse bonencrisis. Het plotselinge verdwijnen van alle koffiebonen zal de maatschappij danig ontwrichten. Het gebrek aan de koffiebonen zorgt ervoor dat de paar bonen die eventueel nog voorhanden zijn, enkel nog bij meneer zelf te koop zijn. De financiële tak van zijn personeel, de Windhandelaren, bieden de koffiebonen nog wel aan, maar uiteraard alleen wanneer je er een astronomisch bedrag voor neerlegt. Let op mijn woorden,The BoBfather presenteert eerdaags aan ons: ‘de woekerboon’. Ons land kent genoeg cafeïnejunks om in die val te trappen, zodat men er de laatste spaarcenten voor over heeft om aan zijn bonen te komen. De kas van The BoBfather stroomt vol, ten kosten van de koffieliefhebber. En als we het toch nog even over de kleur van de bonen hebben, het zou mij niets verbazen dat The BoBfather zijn woekerboon voor de gelegenheid paars verft!”
Kortom: Olga Sloot- Koers verdenkt The BoBfather.

Wie heeft het bij het rechte eind?

Onze eerste ondervragingen leverden duidelijk een aantal erg uiteenlopende conclusies op. Het opvallende is wel dat alle vijf de theorieën, hoe voorbarig misschien ook, allen een zekere (paarse) springboon als connectie lijken te hebben. Dit zou een eerste concrete aanwijzing kunnen zijn om de dader mee op het spoor te komen die achter deze grootschalige koffiediefstal zit. Dit inzicht bracht mij terug bij onze eerste ondervraagde die, niet geheel toevallig, erg thuis is in de verschillende soorten bonen. Hoewel Wilburt Eerman ons geen druppel koffie meer kon voorzetten vandaag, schoof ik toch nog eens bij de Maten van Willekeur aan en werd ik, bij gebrek aan beter, getrakteerd op een bakkie ‘Gewone thee’ van het huis. Ondanks zijn vergaarde kennis over de verschillende type bonen die er bestaan verklaarde hij geen weet te hebben van een boon die in de kleur paars bekend staat, laat staan dat hij er een springerige versie van kende. Wat hij ons inmiddels wel wist te vertellen is dat hij van enkele van zijn klanten heeft vernomen dat er evengoed nog wel een paar bonen in het land te vinden zijn, al zijn het er niet veel. Dus wil men echt nog aan koffie kunnen komen, dan moet er echt gesprokkeld gaan worden.
Al filosoferende over de verschillende verklaringen van de Tycoon Newspaper-collega’s overtuigde ik mij ervan dat één van hen ons ondertussen de gouden tip moest hebben bezorgd. Maar ja, wiens verdenking leidt ons tot de oplossing van dit mysterie? Terwijl ik druk doende was met in die grijze massa van mij alle speculaties op een rijtje te zetten, begon het buiten ineens hard te regenen. Het was precies zoals Wilburt al had voorspeld. De bartender die op de redactie ook als meteoroloog bekend staat, gaf eerder al aan dat hij erg verdrietig was geworden van het gebrek aan cafeïne. En je weet het, als Wilburt’s humeur verandert, verandert daarmee vaak ook het weerbeeld.
Uiteindelijk besloot ik dat het tijd werd om dit onderzoek naar het volgende niveau te tillen, dus maakte ik al aanstalten om te vertrekken. Maar door de wolkbreuk die nu stevig aan het huishouden was, twijfelde ik wel of ik daar nu voor naar buiten zou trekken of dat ik niet liever achterin de Maten van Willekeur een provisorisch kantoor zou optrekken. Wilburt interpreteerde mijn blik en begreep mij twijfel. En juist toen ik van de barkruk gleed en hij mijn lege theeglas van de toog pakte, sprong er tussen ons een klein voorwerp op dat wij hier beide eerder nog niet hadden ontdekt. Wilburt en ik waren beiden al even verbaasd.
“Krijg nou de snoïtis!” riep Wilburt uit. “Is dat niet zo’n paarse springboon waar we het net over hadden?”
“Dat is het zeker,” antwoordde ik resoluut. “We moeten hem tegenhouden.”
Op dat moment kwam juist mijn kompaan Koen Voet het café binnenstappen. Hij trok de deur open op het moment dat de paarse springboon, die blijkbaar een eigen leven leek te hebben, z’n kans schoon zag en overduidelijk naar buiten wilde glippen.
“Koen, je laat hem ontsnappen!” riep Wilburt, en verklaarde: “Het is een paarse springboon!”
Zich niet bewust van wat er aan de hand was, wilde Koen ergens op reageren maar de boon sprong hem zo snel voor bij dat hij weg was voor hij realiseerde wat hem passeerde.
“Nee!” riep ik uit. “Dit kunnen we ons niet laten gebeuren. Volg die boon!”
En zo raceten Koen Voet en ik de stromende regen in naar buiten en openden we de klopjacht op de paarse springboon.

Terwijl wij bezig zijn om een paarse springboon te stoppen, kun jij ons wellicht helpen: Het Gohes City Forensisch Instituut looft
120 sterren uit aan iedere Snooier die ons weet te vertellen welke Tycoon Newspaper verslaggever ons de gouden tip bezorgde. Om te voorkomen dat ons bureau volstroomt met tips, houden we het graag overzichtelijk, iedereen mag maximaal één suggestie doen.
Verder zouden we het waarderen als je, naast het aanwijzen van de theorie waarvan je meent dat die juist is, uitlegt waarom dit volgens jou de gouden tip moet zijn.

Meedoen kan uiterlijk t/m eind april.