image by torture-city, edited by Gsorsnoi

 “Vanuit studio 69 is dit de 2487e aflevering van Die ene vraag. Eén iemand uit ons publiek neemt het op tegen duizend streng geselecteerde kandidaten. Van nautisch kapitein tot luchtfotopiraat en van zeppelin ontwerper tot stofbrillen reparateur, wie heeft de meeste kennis in huis en beschikt over stalen zenuwen? Allemaal strijden ze om die ene felbegeerde plek in Die ene vraag. Vanavond spelen we weer een finaleronde waarbij onze kandidaat van deze maand in de honderd laatste vragen terecht is gekomen. Bob de Winter speelde vorige week alweer 162 kandidaten weg zodat er nu in totaal 995 lege stoelen op tribune zijn ontstaan. Speelt hij die laatste vijf ook weg? Want u weet het, één fout antwoord is al fataal. Het is alles of niets in Die ene vraag. Dit is Nationale WSNOI Loterij’s Die ene vraag, hier is uw gastvrouw Vicky Rhaagbaack!”

Er klinkt een oorverdovend handgeklap uit de applausmachine wanneer achter in de studio twee grote decorwanden voor elkaar langs schuiven. De artistieke deuren, die bezet zijn met meer dan vijfhonderd raderen van uiteenlopende grootte, verdwijnen links en rechts in de sleuven van twee enorme bogen die in de vorm van een halve maan het leeuwendeel van het podium omarmen. Gehuld in een flinke maar zichzelf snel oplossende wolk van stoom komt de altijd zeer modieuze presentatrice tevoorschijn. Vandaag is ze gekleed in een wijde witte Victoriaanse rok met daarbovenop een zwart korset jasje. De jas valt op door een brede serie van riemen op beide mouwen en versiersels van knopen die her en der op de stof te zien zijn. Onder het jasje draagt ze een gekruld koperbruin met rood gouverneurs shirt en op het hoofd een eenvoudige vilten hoed. Onder begeleiding van twee felle spotlights die haar volgen, loopt ze naar voren en begroet de kijkers thuis en het publiek in de zaal.
“Een hele goede avond, het is de laatste zondag van de maand, dus het is weer de hoogste tijd voor de finale van Die ene vraag.”
Dit is het moment dat de openingstune de laatste noten bereikt, de organist deze met een spetterende finale beëindigt en laat uitdoven.

In Nederlands langstlopende televisiespel komt er steeds één speler in de stoel op het podium en krijgt een categorie voorgeschoteld. Na het verschijnen van de naam van de categorie mag hij of zij kiezen voor een makkelijke of moeilijke vraag. Bij iedere vraag staan drie antwoorden, waarvan er altijd slechts ééntje goed is. Terwijl de speler in de stoel zich voorbereidt op het juiste en beslissende antwoord moeten de duizend tegenspelers ook hun antwoord intoetsen. Wie het fout heeft, valt direct af en wordt in een arena tussen het publiek en het podium in een kuil geworpen waar het monster Dishmeier ongeduldig op zijn volgende maal ligt te wachten. Dishmeier is één van de duizend jongeren van Shub-Niggurath, een duistere godin die deel uitmaakt van de Grote Ouden uit vervlogen tijden. Het is die offerande aan dit monster dat van de spelshow een kijkcijferkanon heeft gemaakt en tegelijkertijd een luguber en omstreden karakter heeft toebedeeld. Zij die aan de gang naar deze voortijdige dood ontsnappen worden pas bekend gemaakt zodra de speler in de stoel zijn eigen antwoord heeft gegeven en daarvan duidelijkheid krijgt of dat antwoord goed is. Dit gaat net zolang door tot er van de kandidaten in de zaal minder dan honderd overblijven. Is dat het geval en heeft de speler in de stoel voortdurend goede antwoorden gegeven dan is hij van een finaleplaats verzekerd. Het finalespel wordt eens per maand gespeeld en op de laatste zondag van de maand uitgezonden. Die aflevering gaat alleen door indien een speler zich zolang staande heeft kunnen houden.

“Welkom Bob,” begint Vicky na enige commerciële introducties en verplichtingen. Kijkers kunnen bellen naar de show om prijzen te winnen en leden van de Nationale WSNOI Loterij werden er nog eens extra op geattendeerd hoe belangrijk hun loten zijn voor de jackpot. Rhaagbaack laat Bob zich even kort opnieuw voorstellen aan de mensen die zijn ontwikkelingen niet hebben gevolgd; hij vertelt nog eens dat hij van spelletjes spelen houdt, woonachtig is in Breindorp en veel leest. In de voorgaande weken is Bob veel in dit programma verschenen. Hij is inmiddels aan zijn 352e vraag toe en heeft door zijn speltechnieken maar liefst ZB 874.000,- in de kluis. Van zijn troefkaarten heeft hij zijn drie uitvluchten en elimineerkaarten verspeeld, maar heeft nog wel zijn verdubbelmaar overgehouden, iets wat de programmamakers steekt. Mocht Bob er namelijk toe komen zijn verdubbelmaar op één van de resterende vragen in te zetten dan betekent dit dat hij zijn geldbedrag tot boven de miljoen kan verdubbelen, een geldsom die in Nederland nog nooit aan een deelnemer in een show is uitgekeerd en menigeen zich afvraagt wat dit voor het voortbestaan van het programma zal betekenen. Of Bob zijn laatste kaart ook echt kan inzetten is niet waarschijnlijk. Het wegspelen van de laatste tegenspelers zal geen eenvoudige opgave zijn daar de vragen alsmaar moeilijker worden. En zelfs al kiest Bob voor een makkelijke vraag dan valt zo’n vraag niet mee in de finale.

Het spel krijgt echter een hele bijzondere wending wanneer hij er toch in slaagt tot de voorlaatste vraag door te breken. Niet dat dit veel kijkers thuis nog verbaast nu zij al zoveel van hem hebben gezien, maar ondanks dat breken de kijkcijfers door tot ongekende hoogte en wacht heel Nederland gespannen af of Bob als eerste de finale weet te winnen. Behalve de laatste heeft hij nu iedere resterende speler op de tribune één voor één kunnen elimineren en ze voor zijn voeten uit elkaar gerukt zien worden door de vele tentakels van Dishmeier, een beeld waaraan hij inmiddels gewend is geraakt en hem nauwelijks nog kan deren. De overblijver trekt steeds witter weg en ziet zijn kansen nog verder verschrompelen om zelf in de stoel op het podium te raken. Bob is gewoon te sterk.

“Dan volgt nu de voorlaatste vraag Bob en je weet wat dat betekent hè?” vraagt de presentatrice met enig venijn aan hem. Hij knikt en neemt gretig de gelegenheid zijn instemming te verklaren.
“Ja Vicky, hierna komt de open vraag en wordt de inzet automatisch verdubbeld wanneer ik die goed beantwoord, toch?” daarbij gaat hij er al zowat vanuit dat die vraag hem ook echt gesteld zal worden.
“Juist ja,” geeft zij als antwoord, een afkeurende blik niet nalatend. Ze pakt een volgende kaart tevoorschijn en wil deze al op haar strenge toon aan hem gaan voorlezen.
“Mag ik mijn verdubbelmaar nog inzetten?” is Bob haar nog net op tijd voor en herinnert haar hiermee aan de spelregels. Vicky klikt geërgerd met haar speeksel tussen de tanden en stemt toe omdat de regels nou eenmaal zo zijn. Uiteindelijk begint ze hem toch die op één na laatste vraag te stellen, wetende dat het programma daarmee bijna twee miljoen aan Bob schuldig is mocht hij er na het correct beantwoorden van deze vraag toe besluiten de open vraag te laten voor wat die is en met het geldbedrag naar huis te gaan.
“Wat is waar: A, als je koffie 4 dagen laat staan kun je het ondersteboven houden zonder dat het er uit valt, B, de nagel van een middelvinger groeit het snelst, C, ja-schudden gaat makkelijker dan nee-knikken of D, bij rechtshandigen groeit het hoofdhaar naar links?”
De laatste persoon in het publiek krijgt even de kans zijn antwoord in te toetsen. Met een bevende hand en het zweet op zijn rug druk deze op de ‘D’ hopende dat hij het al die tijd net een beetje beter heeft gedaan dan zijn grote rivaal. De man tegenover hem blijft echter heel koel en lijkt nauwelijks tijd nodig te hebben om over de vraag na te denken.
“Ik dacht dat je een moeilijke vraag zou stellen?” vraagt Bob zodra Vicky haar mond opent om iets te gaan zeggen. Een vernietigende blik krijgt hij daarop als antwoord. Over het antwoord op de hem gestelde vraag laat hij weinig twijfel bestaan “…dat antwoord is natuurlijk B,” Vicky kijkt hem direct indringend aan en heeft moeite dit juiste antwoord te accepteren “…de ‘B’ van Bob.”
Vicky smijt ineens woedend haar laatste twee kaarten op de grond. Dit keer had ze toch echt gehoopt dat haar kandidaat het antwoord niet zou weten, maar die allesweter van een Bob bleek ook hier weer van de meest nutteloze feiten op de hoogte te zijn. De show is hiermee bijna letterlijk en figuurlijk ten einde gekomen. De presentatrice zuigt haar longen vol lucht en balt haar vuisten. Ze is verschrikkelijk boos en laat dat blijken ook. Bob kijkt haar nogal verbaasd aan en begrijpt helemaal niets van de reactie van de gastvrouw. Het is toch zeker de bedoeling dat iemand dit spel wint, of niet soms? Het lijkt de enige vraag die er die avond niet beantwoord wordt, want juist nu het tijd zou zijn voor de open vraag gebeurt er iets waar hij zich nooit op voor had kunnen bereiden.
De studio begint plotseling te trillen als de lucht erin zich rond Vicky begint te verzamelen. Een draaikolk van lucht en de rook uit de rookmachines ontstaat. In het midden ervan zwelt de furieuze vrouw op. Haar kleren beginnen te barsten en scheuren kort daarna uit het verband. De laatste man die nog op de tribune aanwezig is en weldra door twee beulen naar de arena in het midden gesleept zou worden, duikt angstig naar achteren en zoekt instinctief naar een mogelijkheid om te ontsnappen. Aangezien zijn folteraars hem zojuist uit zijn boeien hebben bevrijd, zet hij zijn volle gewicht tegen één van deze twee en duwt hem opzij. Ook Bob is zich het apelazarus geschrokken en deinst achteruit. Vicky’s kleren hebben plaatsgemaakt voor een goudbruine vacht op het lijf dat nog wat aangroeit in volume. Bliksemschichten markeren de plaats waar de vrouw lijkt te gaan ontploffen van woede. De vrouwelijke mensvormen verliest ze compleet en transformeert in een paar seconden in een gedaante die het meest weg heeft van een leeuwin. Waar de rook langzaam optrekt schrikt Bob nog even opnieuw zodra een ruw geschubde slang haar kop laat zien. Het is niet Vicky’s nieuwe aangezicht, maar haar staart die een eigen leven heeft gekregen.

De presentatrice heeft een gedaanteverwisseling ondergaan en is veranderd in de Sfinx! Met haar scherpe zwarte klauwen stapt ze dreigend naar voren en slaat met de vleugels die uit haar rug groeiden intimiderend naar Bob uit. Hierop wankelt de spelfanaat naar achteren en verliest zijn evenwicht. Met één arm voor zijn ogen probeert hij zichzelf te beschermen op wat komen gaat.
“Zzzzooo Bob,” spreekt de Sfinx angstaanjagend en ontbloot vier vlijmscherpe tanden die boven de rest uitsteken. Bob spiekt over zijn arm en staart in eerste instantie naar twee enorme harige borsten. De Sfinx was op hem afgestapt en heeft zich over hem heen gebogen. Ontdaan kijkt hij van de borsten naar haar twee groene ogen en kan zich vervolgens niet meer van haar blik losscheuren. Met haar voorkomen is ze afgrijselijk lelijk en een betoverend schoonheid tegelijk. De Sfinx heeft een fijn dun gezichtje met weelderig koperbruin haar dat in krulletjes langs haar wangen valt.
“Ben je nu klaar voor ‘Die ene vraag’?” vraag ze hem geduldig en verleidelijk. Het is de open vraag die de laatste van de finale vormt.
“J-j-ja… d-dat d-denk ik…” stamelt Bob in de rol van Oedipus die volgens de Griekse mythologie met het antwoord op de komende vraag Thebe verloste van de Sfinx. Zou dit allemaal bij de show horen? Bedenkt hij zich ineens en tracht zichzelf gerust te stellen met die gedachten. Uiteindelijk begint ze hem dan toch die vraag te stellen.
“Wat loopt ’s ochtends op vier voeten, ’s middags op twee en ’s avonds op drie, en is zwakker naarmate hij meer voeten heeft?”
Bob likt even over zijn lippen om deze te bevochtigen en wil juist een reactie geven, maar precies wanneer hij dat wil gaan doen groeien zijn lippen samen als stalactieten die naar stalagmieten reiken. Paniekerig  grijpt hij naar zijn gezicht en probeert te bevatten wat er met hem gebeurt. De Sfinx lijkt hem te hebben betoverd en heeft hem het vermogen ontnomen te kunnen antwoorden. Zijn mond heeft zich gesloten … en is verdwenen.

“Schat! Wakker worden!” hoort hij dan ineens naast zich gezegd worden en voelt hoe er aan zijn lijf geschud wordt. Het is Ria, zijn vrouw die naast hem ligt en hem terug naar de werkelijkheid brengt.
“Je komt nog te laat op je werk!” vervolgt ze.
Bob is allerminst blij met de actie van zijn vrouw en wenst dat ze hem nog even had laten slapen. Dan had hij in elk geval de vraag van de Sfinx nog kunnen beantwoorden. Tenslotte blaft hij humeurig  naar zijn vrouw:
“Mens!”

Noot: dit is het eerste verhaal waarin drie monsters genoemd worden. Eén van de extra monsters, Shub Niggurath, komt uit de verhalen van fantasy- en horrorschrijver H.P.Lovecraft. De tweede is op zijn verhalen geïnspireerd en moet één van de kinderen van Shub verbeelden. Diens naam, Dishmeier, is weer een woordspeling op die van computerprogrammeur Sid Meier die o.a. de spellen Civilization I & II op de markt heeft gebracht.

By rinaoddel | April 19, 2011 - 10:00 am - Posted in Nederlands, Rara Rina

image by Shiny Things, edited by Gsorsnoi

Er stopt een auto bij de ingang van een park. Er komen zeven mensen uit de auto. Zij haasten zich het park in om te vluchten voor de beginnende regen. Zes van deze mensen doen erg hun best om zo snel mogelijk door de bui te geraken die steeds heftiger wordt. De zevende persoon doet hier echter niet zoveel moeite voor en blijft zelfs helemaal droog zonder dat hij beschermende kleding voor de neerslag heeft of een paraplu. Hoe kan het dan toch, dat alleen deze laatste persoon droog overkomt?

Noot: deze man is niet blijven wachten tot het droog werd. De personen bleven in het groepje bij elkaar.

De derde ronde van YOUZZLE’s schijfwedstrijd loopt vandaag ten einde en tezamen met één andere inzending zijn wij de enige andere in de race. Wordt het onze pikante ‘Connectie’ of toch ‘De overlevenden’ van Johan van de Velde (niet de wielrenner) die vanmiddag zal winnen en daarmee het vervolg wordt op Andrea’s deel 2 ‘Gevangen’? Onze kans is 50 – 50! Er is aangekondigd dat we dat dadelijk om 12:00 zullen weten. Hierbij in elk geval ‘Wisselwereld 3 – Connectie’ waarin Myrthe stiekem een wel heel bijzonder verjaardagscadeau opent en daarmee Evan misschien wel gemakkelijker uit zijn benaderde positie kan bevrijden dan ze zou denken.

Myrthe begon Evan nu wel echt te missen. Vandaag was ze dertig geworden en alhoewel zij beiden niet echt gaven om verjaardagen met de toeters en bellen van familie en vrienden over de vloer, een bijzonder cadeau van de partner kon er toch zeker wel vanaf. Zo was het vorig jaar ook gegaan toen Evan zijn nieuwe motor gekregen had. Hij was elf maanden ouder dan zijzelf en op Luis na hadden ze niemand op bezoek gehad. De breedsprakige Luis was in zijn eentje al een hok vol visite. Niet alleen sprak hij vlug en veel, ook wat betreft zijn lichaamsomvang had je met hem direct al drie vrienden om je heen. Zijn gewicht mat evenveel cijfers op de weegschaal als zijn IQ in wijsheid en zijn karakter in humor. Sinds hun studententijd hadden de heren veel met elkaar opgetrokken. Ook op het werk konden zij het nog steeds goed met elkaar vinden. Evan was dikwijls door zijn vriend uitgedaagd voor het spelen van online computerquizzen en ook van racespellen die je tegen elkaar kon spelen waren zij niet vies. Ja, Myrthe had in haar vriend een echte nerd leren kennen. Naast de wetenschap waren de consolespellen alles voor hem. Nu was dat ergens wel merkwaardig daar hij basale zaken als eten en slapen met pillen oploste zou je mogen verwachten dat hij het spelen van games juist een verspilling van tijd moest vinden. De prioriteiten lagen bij hem blijkbaar anders. Zich er aan storen deed ze gelukkig niet. Zo dik lag het er nou ook niet bovenop en als puntje bij paaltje kwam dan hadden Evan en zij altijd voldoende tijd voor elkaar vrij gemaakt. Evan mocht de workaholic zijn, maar zij kon er zelf ook best wat van. De onderlinge passie was er in de loop der jaren niet minder om geworden.

Niets… Behalve wat geneuzel over nanotechnologie kon ze geen informatie vinden die haar iets meer zou vertellen over het experiment van de twee heren. Ze rolde Evans laptop weer op en borg hem weg in de koker aan de wand. Wat nu, dacht ze. Er was opnieuw bijna twee uur verloren gegaan terwijl ze over Evan niets wijzer was geworden. Geïrriteerd en boos op hem beende ze naar de ijskast, trok deze open en schonk zichzelf een witte wijn in. Dat was haar derde al sinds ze achter zijn bureau was gaan zitten. Die gedachte zette haar even aan het twijfelen waarop ze besloot dat een half glas wel voldoende was. In de woonkamer ging ze even op de sofa zitten in een poging haar gedachten te ordenen. Voor haar op tafel lag het cadeau dat Evan voor haar had achtergelaten. Hij had haar op het hart gedrukt te wachten met het te openen tot het moment dat hij weer terug zou zijn. En wanneer was dat? Ergens na middernacht? Het stak haar opnieuw dat hij niets van zich had laten horen. Maar het besef dat hij daar naar alle waarschijnlijkheid niet zelf de macht over had knaagde nog meer aan haar. Die Dytre, ze haatte hem. Ze beet van venijn op haar lip tot ze de pijngrens bereikte, nam een liggende houding op de sofa aan en griste het pak van tafel. De verjaardag was verpest en het gevoel van onmacht en verbitterdheid maakte dat ze de schroom verloor om vast te kijken wat Evan voor haar gekocht. Zorgvuldig peuterde ze de fraaie strik van de verpakking. Wat cadeaus betreft kon je de verzorging wel aan hem overlaten, dat moest ze hem nageven. Ruimte voor presentjes was er ook als ze niet jarig waren. Het pakpapier zat onder de strik nog vastgesnoerd met klikband ,het laatste obstakel voor ze zich van de inhoud kon overtuigen.

“Kleding?” hoorde zij zichzelf zeggen en ze trok een zwartroze pakje uit de doos. Ze wilde niet ondankbaar overkomen, maar dit had ze na de motor niet verwacht. Met haar armen gespreid probeerde ze een beeld te vormen van het type kledingstuk en de stof waar het uit bestond. Al bij de eerste aanraking vanuit de verpakking merkte ze hoe heerlijk de stof aanvoelde. Haar vingers leken de textuur te kunnen proeven. Het weefsel gleed er soepel tussendoor en maakte er een aangename tinteling in los. Of was dat de ontspanning na de stressvolle dag die ze vandaag had ervaren? Met haar duimen wreef ze over de stof in de hoeken waar ze het vasthield. Het voelde bijzonder zacht aan. Onwillekeurig moest ze aan fluweel denken. Het was overwegend zwart van kleur, bijna oliezwart. Roze was slechts de naar zilver neigende gloed die over het donkere kledingstuk lag. Toen ze het iets hoger voor zich hield en het van beide kanten bekeek wist ze het: Evan had een catsuit voor haar gekocht. En wat voor één!

Ze vergat haar eerste oordeel over de schijnbare onevenredigheid met de motor. Maar waarom een catsuit? Nee, het was niet dat Evan nooit lingerie voor haar kocht. Ze was van hem alleen niet gewoon dat hij iets voor haar zou kopen dat zo extravagant was. Zo waren mannen nou eenmaal vaak niet, in elk geval niet vanuit zichzelf. Vaak moest je ze herhaaldelijk prikkelen met spannende ideeën en dan nog moest je maar afwachten of ze ook echt tot de daad kwamen om zoiets voor jou te kopen. Myrthe stond op. Het was niet goed wat ze deed. Evan zat opgesloten in het pand van zijn werkgever en zij was zichzelf aan het verlekkeren aan het cadeau dat ze helemaal nog niet had mogen openen. Ze moest iets doen nu. Met het spannende pakje nog in haar handen stond ze tussen de sofa en de salontafel. Ze stond al op het punt om het terug in de doos te gaan leggen, maar iets in haar kon dat niet. Ze staarde naar de stof en kreeg de neiging om er weer met haar duimen over te wrijven. Dat deed ze ook. Niet alleen was de samenstelling van de stof krachtig, het bracht haar ook in het onvermogen het los te laten. Haar ogen tastten het pakje nog eens af en haar blik gleed erlangs naar beneden. Hoe zou het haar staan? En zouden haar rondingen er wel goed in uitkomen? Was het niet een maatje te klein? Het waren die gedachten die normaal ook in haar op zouden komen bij het passen van nieuwe kleding. Nu moest ze alleen rationeel blijven en niet de prioriteit willen geven aan het bezig zijn met dergelijke vragen. Maar juist op het moment dat zij zich ertoe wilde zetten het op te vouwen en op te bergen begonnen haar handen te trillen. Haar verstand had het signaal gestuurd het terug te stoppen, maar haar lichaam reageerde er niet op. In plaats daarvan rolde er een plezierig gevoel langs de rug van haar hand en tintelden haar handpalmen. Een korte puls trok door haar beide armen en deed de orders die de hersenen hadden gezonden teniet. Spieren in haar schouders trokken haar armen even dichter tegen haar bovenlijf als reactie op het genot dat er door haar armen stroomde. Ze zette haar tanden op elkaar aan en sloot haar ogen. Toen ze deze weer opende had een onbekende macht zich van haar meester gemaakt. Alsof ze hunkerde naar een volgende beet uit een stuk chocola, keek ze naar de kleding met een blik die niet van deze wereld was. Uiteindelijk had ze zich overgegeven aan de wil van de catsuit.

Myrthe was naar de inloopkast gestapt. Nu kon ze Evan’s cadeau ineens wel loslaten, zij het slechts fysiek. Ze had het over een stoel gehangen en was voor de spiegel gaan staan. Ze kon zichzelf daarin oneindig vaak herhaald zien worden, omdat deze recht tegenover een andere spiegel stond die aan de kastdeur achter haar bevestigd zat. Met haar kin boog ze ietsjes naar beneden terwijl ze begon de knoopjes van haar bloes los te maken, maar ze bleef gefixeerd op haar reflectie. Tevreden keek ze naar haar strakke lichtblauwe spijkerbroek die ze speciaal voor vandaag had aantrokken, omdat haar dijen er goed in uitkwamen. Zou de catsuit datzelfde effect op haar rondingen kunnen hebben? Myrthe glimlachte. Nieuwsgierig gluurde ze er via de spiegel naar en durfde het in haar gedachte vast op haar lijf te projecteren. Evan’s benarde situatie was ze nu volkomen vergeten. Ze trok haar bloes uit en liet hem gedachteloos achter zich op de vloer vallen. Daarna was de spijkerbroek aan de beurt. Een aangename sensatie trok door haar hele lichaam terwijl zij zichzelf in haar ondergoed aanschouwde. Ze duwde haar bekken automatisch naar achteren en liet haar hand traag vanonder over haar navel naar de onderkant van haar beha glijden. Daar bracht ze haar duim en wijsvinger bij elkaar en ademde diep in. Haar hart sloeg als een moker in haar borstkas. Myrthe genoot met volle teugen van de spanning. Vervolgens knoopte ze achterlangs haar blauwe beha los en drukte deze nog even tegen haar volle borsten voordat ze hem liet vallen. Tenslotte kantelde ze haar heupen linksom, giechelde zacht terwijl ze haar eigen string bekeek … en trok die uit.

Ze had de catsuit van de stoel gepakt en drukte deze een ogenblik lang tegen haar borst. Een speels lachje werd door dat van haarzelf beantwoord in de spiegel toen ze ontdekte dat de bovenkant van één van haar areola’s er nog net bovenuit stak. Het spel wond haar op, maar het was vooral de stof die daar de veroorzaker van was. Wat was het toch dat Evan had bewogen haar dit cadeau te geven? Had hij haar werkelijk willen voorbereiden op een onvergetelijke nacht? Dat moest wel. Het materiaal had iets magisch over zich dat haar ernaar deed hunkeren. Toch kon het ook zijn dat hij het voor haar had gekocht om te gebruiken op de motor. Alleen kon ze haar ondergoed er dan beter onder aanhouden en moest ze er zeker van zijn dat ze het pas weer uittrok wanneer ze weer thuis was. Het was uitermate zacht en dun, maar was het geschikt om op de motor mee te rijden? Nee, bij nader inzien kon dat niet het doel zijn geweest dat Evan ermee voor ogen had. Het zou uiterlijk weinig verschil maken met de dikkere motorpakken die daar echt voor bedoeld waren, maar het was te strak om er meer onder aan te willen trekken dan je eigen ondergoed. Dan zou zij zich bijvoorbeeld op haar werk even ergens moeten omkleden. Dat zou natuurlijk wel kunnen. Haar werkkleding kon dan gewoon in de opbergbox.

Myrthe stapte in de pijpen van het pakje en probeerde het uit. Over de maat had ze al niet eens getwijfeld. Zoveel zorg kon ze wel aan Evan toevertrouwen. En waar hij er al naast zou hebben gezeten leek de catsuit er wel een oplossing voor te hebben. Wat Myrthe namelijk met het blote oog niet kon zien, was hoe deze strakke kleding zich geleidelijk naar haar contouren voegde en er perfect passend op aansloot. De sensatie die daarmee gepaard ging en door haar hele lijf een weg zocht was intens te noemen. Dezelfde nanotechnologie waarover zij eerder had gelezen in de bestanden en werken van haar vriend, was overvloedig in dit pak toegepast. Het was die techniek die ervoor verantwoordelijk was dat de materie zich op moleculair niveau precies zo schikte dat alles klopte. “Techlab?” las ze hardop voor toen ze een klein logo op de mouwen gewaar werd nog voordat ze haar armen erin gestoken had, “…ik wist niet dat ze daar ook lingerie maakten.”
Ze was wel erg verrast dat zelfs haar verjaardagscadeau bij Evan’s werkgever vandaan kwam, maar een koude douche bezorgde het haar niet. Integendeel. De temperatuur van haar lijf was alleen maar opgelopen en ze had gemerkt hoe ze licht was gaan transpireren zoals ze ook zou hebben gedaan in een sauna. Myrthes mondhoeken krulden zich even bij die gedachte en ze onderwierp haar nieuwe outfit aan een eerste inspectie. Ze was tevreden over hoe strak het haar benen maakte en kon na het slagersoordeel over haar eigen vetten alleen maar meer genieten.

Met haar bovenlijf nog ontbloot ademde ze nog eens flink in. Ze liet de mouwen tot langs haar dijen vallen toen ze bijna bibberend de ademhaling onderging. Ze spreidde haar armen met de handpalmen naar boven. Zoals ze daar stond had ze eenvoudig voor een religieuze fanaat kunnen doorgaan die contact zocht met een hogere macht om over de groep een zegen uit te spreken. Haar ogen had ze weer gesloten. Maar niet compleet. De extase die door de catsuit in haar lijf teweeg werd gebracht was wel zo nadrukkelijk dat haar oogleden ervan knipperden en van haar ogen alleen het wit was te zien. Dit griezelige verschijnsel gaf haar bijna de aanblik van iemand die een epileptische aanval onderging. Die ene rilling duurde zo lang dat er bijna een halve minuut verstreek. Het moment dat ze weer in de spiegel keek en het contact met de aarde leek te hebben hervonden stond haar volle boezem ver naar voren gestoken. Haar armen had ze gespreid . Ze vouwde deze daarop gecontroleerd voor haar onderlijf toen ze weer langzaam begon uit te ademen.

Ze hees zich in het bovendeel en was begonnen het pakje van voren beheerst vanaf haar kruis naar boven dicht te ritsen. Toen zij echter haar navel naderde met deze actie leek de rits de controle over te nemen. De rits ontworstelde zich aan haar vingers en schoot in rap tempo naar boven. Tussen haar borsten door bereikte hij haar hals waar de catsuit haar tenslotte volledig omsloot. Myrthe was geschokt. Had ze dit echt goed gezien? Of was ze zo vermoeid door de spanningen van deze dag dat ze dingen begon te zien die er helemaal niet waren? Myrthe begon het gevoel te krijgen in een droom te verkeren. Wat ze nu had gezien ging alle realiteit te boven. Toch zou dat wat haar daarna nog stond te wachten al haar verwachtingen overstijgen.

Eerst voelde het aan als een lichte, moeilijk te plaatsen hoofdpijn. Ze greep haar hoofd beet en kreeg inwendig meteen te maken met een geweldige mengeling van gewaarwordingen. Gelukkig was geen van alle echt onplezierig te noemen. Wat Evan ook voor achterliggende gedachte had gehad met zijn cadeau voor haar, het had in elk geval een groot effect bereikt. Myrthe was zowel opgewonden als gevuld met energie. Het voelde alsof ze vitamine D lag op te doen bij het bruinen in de zon. Haar huid kriebelde op alle plaatsen behalve op haar handen, voeten en hoofd,de enige lichaamsdelen die niet in het spannende pakje gestoken waren. Haar bloeddruk steeg merkbaar en ze meende zelfs dat ze kon voelen hoe het bloed door haar aderen werd geperst. De spiegel voelde als puur glas en een fijn laagje aluminium. Dat wist ze zonder dat ze het met haar lijf betaste. Maar het was meer dan dat. Zoals ze ook wist dat hun kasten uit massief grenenhout bestonden, op die onderdelen na waar kunststof nokjes en messing scharnieren de garderobekast in zijn verband hielden. Het voelde bizar, maar Myrthes zintuigen leken plotseling door alle voorwerpen heen te prikken. Zij was zich acuut bewust van de ingenieuze samenstelling van een paar lichtbronnen boven haar tot het residu van de terpentine waarmee eens verfresten uit de vloerbedekking waren weggepoetst. Ieder stukje materiaal om haar heen had zij in het vizier. Van alle bouwstenen in het penthouse wist ze aan te voelen waar ze vandaan waren gekomen en wat er de verwachte levensduur van mocht zijn. Een korte golf van misselijkheid schroeide haar keel, doofde weer uit en maakte plaats voor een nieuwe symfonie van sensuele signalen. Myrthe tolde om haar as en zocht steun aan een handgreep van de kast. Glazig keek ze om zich heen en tuurde door het waas dat zich voor haar ogen had opgetrokken. Zoveel wijn had ze deze avond toch niet gedronken?

Ze sleepte zich de slaapkamer in en liet zich vallen op het bed. De oude vloerbedekking, de minuscule krasjes in het glas van het raam, de structuur van het textiel dat op het bed lag, ja ook de hardnekkige kattenharen die door het huisdier van de vorige bewoner waren achtergelaten en zelfs na een grondige schoonmaakbeurt niet volledig waren opgelost, alles aan de ruimte waarin zij zich bevond kon ze voelen. Nee, voelen was niet het juiste woord. Myrthe werd er één mee. Ze ademde het en ze proefde het. Myrthe had een hogere staat van bewustzijn bereikt door het pak dat Evan haar gegeven had. En dat was het moment dat ze tot rust kwam en besefte waartoe de catsuit werkelijk had gediend: dit pak was voor haar meditatie bestemd! Maar natuurlijk wist ze wel dat die stiekemerd het niet alleen daarvoor had bedoeld.

Hier lag ze nu. Starend naar het plafond, waarvan ze nu de constructie en iedere verfstreek kende, enkel door ernaar te kijken en het met haar zintuigen af te tasten. Myrthe was boven zichzelf uitgestegen in haar vermogens en ze merkte dat het bovenmenselijke eigenschappen was die ze nu bezat. Het was de catsuit die haar in staat had gesteld om al deze nieuwe en krachtige indrukken gewaar te worden. Langs haar voorhoofd parelde wat zweet. Eén druppel glinsterde in de duisternis van de slaapkamer en begon geleidelijk zijn weg te zoeken in richting van haar oor. Overal op haar lichaam was Myrthe’s huid klam van het zweet en voelde zij zich warm. Ondanks het feit dat ze op de catsuit na eigenlijk niets aan had. Natuurlijk speelde de zwoele nacht daar ook een rol in, want het was werkelijk tropisch heet geweest vandaag en de hitte had hun hele woning gepenetreerd. Maar de voornaamste reden waarom haar temperatuur zo was gestegen, was de stortvloed van impressies waarmee ze te maken had gekregen en die ze niet eerder zo intens had gekend. Myrthe was in een bizarre paniektoestand geraakt zodra ze het pak had aangetrokken en bevangen werd door de onzichtbare krachten die zich van haar meester hadden gemaakt. Nu begreep ze ook waarom Evan er zo op had aangedrongen dat ze zou wachten met het cadeau uit te pakken tot hij weer thuis was. Ten eerste wilde hij natuurlijk niet dat het verrassingseffect eraf zou zijn en ten tweede zou hij haar hebben kunnen waarschuwen voor de intensiteit van de sensaties die er met het aantrekken van deze outfit gepaard gingen. In dat geval zou ze vast nog steeds geschokt zijn geweest door het bijzondere materiaal en ze zou ook zeker met dezelfde passie hebben verlangd naar een onvergetelijke nacht, maar dan zou Evan er zijn geweest om de paniek te temperen. Deze catsuit was gefabriceerd in Techlab, voor welk doel ook, en haar vriend had de kennis hoe het te gebruiken. Nu hadden alle omstandigheden elkaar versterkt. De tweeënhalve glazen wijn hadden de vurigheid van dit alles ongetwijfeld nog verder gekatalyseerd. Eindelijk zag ze dat verband en merkte ze dat haar lichaamtemperatuur en ademhaling zich weer wat aan het aanpassen waren. De rust keerde terug in haar lijf en ze zag hoe haar borstkas weer normaal op en neer ging. Ook de tinteling in haar handen, armen, bovenlijf en benen nam af en Myrthe voelde zich al minder benauwd. Ze kantelde haar hoofd iets naar achteren en zoog een diepe teug lucht in. Het was tijd om haar ogen te sluiten: nu ze wist waar dit pak toe in staat was, wist ze ook hoe ze Evan kon helpen thuis te komen.

In trance was ze teruggekeerd naar het moment dat ze haar motor naast die van Evan had geparkeerd. Myrthe zweefde in gedachte boven die plaats en daalde neer om dat moment optimaal te kunnen herbeleven. Ze zag hoe haar verleden-ik de motor vergrendelde met het horloge en dit gebruikte in een poging Evan te bellen. Tevergeefs, wist ze. Het was die verrekte communicatieblokkade die roet in het eten gooide. Dit was wel raar: zo naar zichzelf te kunnen kijken tijdens alle handelingen die ze ervoor alleen in vanuit haar eigen perspectief had kunnen zien. Alles leek zo griezelig echt. Het enige grote verschil was dat ze nu de zon niet op haar huid voelde branden zoals ze dat eerder die dag wel had gevoeld. Myrthe negeerde de acties van haar oude-ik en plaatste haar tien vingers tegen haar slapen. Dit was niet wat ze zocht. Ze had al lang geleerd dat het herhalen van vruchteloze handelingen altijd hetzelfde onbevredigende resultaat teweeg bracht. Dus ze moest iets nieuws proberen. De catsuit had haar nu in staat gesteld om dingen te doen die ze anders niet kon. Daarom sprak ze dat vermogen aan om te zien of ze de hermetische afsluiting kon doorbreken. Niet alleen had zij nu de capaciteit om de volledige samenstelling van materialen in kaart te brengen, ze wist ook welke serie van mogelijkheden aanwezig waren om bepaalde situaties te manipuleren. Daar waar een fietser in een straat zou zijn verongelukt als hij niet links maar rechts was afgeslagen, had zij nog meer mogelijkheden kunnen ontdekken om niet door een auto geraakt te worden als zij zelf op die fiets had gezeten en toch rechtsaf was geslagen. Een keten van gebeurtenissen leidt normaliter tot één onvermijdelijk resultaat. Myrthe had het gevoel dat zij door de schakels van deze keten anders te rangschikken ook het resultaat ervan zou kunnen beïnvloeden. Zo zocht zij via haar meditatie contact met de ingang van Techlab, want ze wilde weten of het mogelijk zou zijn geweest om daar toch binnen te geraken ook al was deze potdicht. Tot haar grote teleurstelling vond ze die niet. Deze poort was zo ingenieus geconstrueerd dat je er met een tank op in kon rijden zonder hem te doorbreken. Nadat ze dit had vastgesteld zocht ze de rest van het gebouw af. Deuren hoefden niet de enige wijze te zijn om een gebouw binnen te raken, ook al was dit vaak wel de meest logische keuze. De grote glazen wand die bestond uit een serie van in een metalen frame geklemde ramen behoorde ook tot de mogelijkheden. Maar zelfs al was ze in staat geweest om het glas te breken en daardoor binnen te dringen, dan was het slechts een kwestie van tijd geweest of Dytre had er zijn mannen op gezet om haar van Techlab te verwijderen.

Myrthe besloot het gebouw met haar geïntensiveerde zintuigen af te tasten en stuitte al spoedig op de communicatieblokkade waar ze eerder mee te maken had gekregen. Deze bestond uit een digitaal opgeworpen raster van signalen die voortdurend van golflengte veranderden. Eenieder die probeerde om van binnen of van buiten via enige vorm van communicatie contact te zoeken raakte verstrikt in een web van verstorende elektrische pulsen. Zodoende kreeg geen mens het voor elkaar een verbinding tot stand te brengen.
Met die kennis kon Myrthe natuurlijk wel proberen om zelf binnen te geraken, zonder gehinderd te worden door het op gang moeten houden van een verbinding. Alles wat zij nodig had was een zwak punt in de beveiligende structuur om er vervolgens met haar gedachten door heen te priemen. Door haar innerlijke krachten door het netwerk heen te weven vond Myrthe een weg tussen de lussen van elektrische pulsen. Ze wurmde zich er door om tot de eigenlijke bouwstenen van het kantoor te komen. Ook die wist ze te doorbreken, daar de catsuit het haar mogelijk maakte om door materialen heen te denken.

Volledig in haar trance verdiept bemerkte Myrthe niet dat haar handen het dekbed stevig vastgrepen. Ze had Evan ontdekt. Nu ze via haar meditatie het pand was binnengedrongen zag ze hoe hij verzwakt naar de gesloten ingang strompelde en er tot dezelfde conclusie kwam die zij eerder ook zelf had getrokken: Evan kon er niet meer uit. Ze zag hoe hij op de ramen toeliep nadat hij zich erbij had neergelegd dat de deuren geen irisscan meer registreerden. Hierna liep hij terug in de grote ontvangsthal waar hij zich beheerst op een stoel liet zakken. Man, wat zag hij er slecht uit. Even later sprong hij daar weer voor heel eventjes vreugdevol uit op, maar ging al vlug weer zitten met een expressie van teleurstelling op zijn gezicht. Zijn blik was gericht op de ramen naast de ingang en volgde een beweging die hij daar buiten gewaar was geworden. Dit was het moment dat ook Myrthe realiseerde dat hij haar gezien moest hebben. Evan had dus geweten dat zij naar hem toe was gekomen om hem van het werk op te halen of in elk geval te weten te komen waarom dit alles zo lang duurde. Dit gaf haar hoop. Het sterkte haar dat ze door hem was gezien, al was zij daar nu pas achter gekomen. Zij was daarna bij de ingang weggelopen en had een nabij gelegen bar opgezocht om haar gedachten te ordenen.  “Myrthe, help!” hoorde ze hem voor het eerst schreeuwen. De geluidsdichte wanden hadden het voor haar eerder onmogelijk gemaakt om zijn roep om hulp te ontvangen. Evan liep vervolgens weg uit de ontvangstruimte en ze zag hoe hij in de richting liep van het bedrijfsrestaurant. Myrthes schijnaanwezigheid volgde hem. Evan was tussen wat tafeltjes en stoelen door naar de bar gelopen en had erachter naar de pillen gezocht die hij normaal geduldig had besteld als er iemand was geweest om zijn bestelling in ontvangst te nemen. Wat later proefde zij het zout op haar eigen lippen toen ze zag hoe Evan aan een tafeltje zijn hoofd in zijn handen begroef en hij emotioneel opbrak. Voor het eerst deze avond joeg een koude rilling door haar strak verpakte lijf. Myrthe leefde met Evan mee, maar moest nu zelf ook te weten zien te komen waarom hij in die positie was geraakt. Daarom besloot ze Evan, die haar rondzwevende gedachten toch niet kon zien, achter te laten. Maar juist op het moment dat ze het restaurant wilde verlaten om naar een oorzaak te zoeken maakte een heftige luchtverplaatsing dat het hele bouwwerk van Techlab begon te schudden. Ze werd een akelige schokgolf gewaar en wist dat deze ergens boven het gebouw in de lucht moest zijn ontstaan. Haar balans verliezen kon ze niet, maar door een duister gevoel dat haar ziel leek te willen verscheuren kostte het haar wel veel moeite om de toestand van trance te handhaven. Uiteindelijk slaagde ze daar niet in.

Met een schok kwam ze terug tot het hier en nu. Ze was rechtop in haar bed gaan zitten en merkte dat het benauwde gevoel weer terugkwam. Ditmaal was het alleen niet de catsuit die daarvoor zorgde, maar een kwaadaardige kracht die van buiten kwam. Een frisse bries, die door het enige open raam in de kamer kwam binnenzetten, bezorgde haar kippenvel. Myrthe hijgde even, keek naar het raam en tastte de duisternis af. De eerdere ontspannenheid die de diepe concentratie had mogelijk gemaakt was volledig verdwenen en had plaats gemaakt voor een nieuwe vorm van alertheid. Adrenaline maakte nu de dienst uit, want ze wist dat er iets loos was en dat het duistere brein achter Techlab het op haar had gemunt. Toen dit besef goed tot haar was doorgedrongen haastte zij zich de trap af en rende naar het keukenblok. Ze griste haar horloge en haar sleutelbos van het keukenblad en maakte dat ze bij haar motor kwam. Kort daarop startte ze deze en maakte ze contact met het asfalt dat nog warm was van de dag. Deze nacht zou ze van Lyon afscheid moeten nemen, want Procyon was in aantocht.

Wisselwereld 3 – Connectie, 10.0 out of 10 based on 2 ratings

By De Waterlander | April 14, 2011 - 7:23 am - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit: “De kogel is door de kerk” & “De knoop is doorgehakt”

Uitgesproken door: Johan Veenhof

Datum: dinsdag 12 april, 2011

By rinaoddel | April 12, 2011 - 6:40 am - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Scherpe Blik

Soms is het wel fijn als we ons een beeld kunnen vormen van het grotere geheel. Zeker in deze tijd waarin we onszelf voordurend laten begraven met vrachtladingen aan informatie. Het laatste beursnieuws, die reactie op jouw krabbel van afgelopen nacht en de zeurende werkvoorraad die vandaag op jou ligt te wachten. Soms realiseren we ons werkelijk niet met hoeveel soorten boodschappen wij worden bestookt. De eerste taak die een gemiddelde pc-gebruiker vaak onder in beeld naast zijn Start-menu tevoorschijn tovert is een e-mail georiënteerd programmaonderdeel. Gevolgd door een sociale netwerkkoppeling, internet voor wat er verderop in de wereld gebeurt en de standaard software voor jouw hobby. Als je dan nog iets open hebt staan dat je voor je werk kunt gebruiken is dat fijn, maar noodzakelijk vind je het al niet meer. Binnen een tijd van tien minuten hebben de meeste mensen na het opstarten van hun pc al een voorraadje van zo’n vijf taken openstaan. Als het er natuurlijk niet al meer zijn.

Geconcentreerd bezig zijn op één bron van informatie om daar de komende uren je tijd mee door te brengen is er vaak al niet meer bij. Even je mail checken – die je eigenlijk op je smartphone al even had bekeken toen je nog in je pyjama stond en je tanden aan het poetsen was – en gauw nog even je status bijwerken op Facebook of Hyves. We pakken Twitter er nog even bij. Want jouw volgers willen natuurlijk helemaal niet op de hoogte blijven van hoe jouw ontbijtje heeft gesmaakt. En dat jij vanavond gezellig met een vriendin in een sushibar wilt hangen interesseert ze vast ook geen biet. Maar vertel het ze toch maar!

Voor je het weet heb je jouw scherm gevuld met bakken aan onnodige informatie. Je moet bijna graven naar datgene wat jou echt bezig houdt om efficiënt je werk te kunnen doen. Honderden, misschien wel duizenden pictogrammen vliegen in jouw blikveld voorbij en het bekijken van die roulerende vakantiefoto’s op het bureaublad schieten er dan vanzelf bij in. De gehaaste mens van tegenwoordig neemt er blijkbaar genoegen mee om de eigen aandacht continu geprikkeld te houden met flarden van vluchtige informatie.

Ja ook ik heb daar nu last van. Ik begin het nu toch wel wat bewerkelijk te vinden om steeds te moeten alt-tabben om in het volgende scherm te komen. Hoe zat dit ook alweer? En waar had ik dat toch ingesteld staan? Hey, een envelopje onder in beeld. Gauw even lezen. Nee, is niets, alleen wat reclame. Het idee om mezelf van de nieuwsbrieven af te melden komt alleen niet dadelijk in mij op. Dus ik delete het bericht (waar dat eerder nog ‘verwijderen’ heette) en dwing mezelf om nog weer wat werk te verzetten in een ander scherm. De muis weet ik nu aardig te ontzien en daarmee ook mijn RSI-gevoelige pols. Een voortdurend geratel klinkt er onder mijn vingers vandaan vanuit het toetsenbord en ik merk amper dat de afzonderlijke toetsen vetrandjes beginnen te vertonen.

Sinds kort heb ik er ook nog een tweede scherm bij gekregen. Zo kan ik zowel op het scherm van mijn laptop kijken als op het 19 inch-beeldscherm dat er naast staat. Aan mij gaat dus geen informatie verloren, denk je dan. Maar voordat je het weet zit je zenuwachtig en ononderbroken van links naar rechts over die twee schermen te staren. Het is een nieuwe beweging die plaats heeft gemaakt voor de muisarm. Als een knikkende hondje op het dashboard van een auto draait mijn hoofd keer op keer tussen de informatiebronnen heen en weer en voordat je het weet heb ik  … een tennishoofd.

By karelriemelneel | April 8, 2011 - 5:00 am - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, vuurspugende zonsverduistering detective

image by StevenW, edited by Gsorsnoi

Help je Karel weer met het oplossen van onderstaand mysterie?
Lees
hier de spelregels.

“Hier. Kom nu,” gebaarde Noor ongeduldig naar haar nieuwe vlam. Ze trok een struik in het park opzij en hoopte dat  Rick zou opschieten met zijn fiets. Beide verheugden zij zich op dit moment dat zij met elkaar hadden afgesproken.
“Het is toch helemaal niet belangrijk waar dat ding staat? Laat dat ding toch.”
Rick was alleen wat erg gespannen en kon door zijn nervositeit een eenvoudige taak als een fiets op slot zetten haast niet klaarspelen.  Even later drong ook hij na haar tussen de takken van de wilgenstruik en de rhododendrons en vond er het knusse mosbed dat zij daar eerder hadden gespot. Afgeschermd door het gebladerte en de takken van de begroeiing creëerde het groen er een stukje privacy waar zij zo op hadden gehoopt. Thuis kregen ze er toch gezeur mee, wist Noor en had haar vriendje overtuigd het hier te doen. Alras had zij zich van haar hemd ontdaan en haar broekje los geritst toen het zoenen al begon. Rick was hier wat minder handig mee en had zich wat te moeilijk gekleed. Ze hielp hem met zijn spencer over zijn overhemd te trekken en begon één voor één aan de knoopjes.
“Dit is perf…” mompelde zij tussen wat speekselwisselingen door, maar sloeg dicht toen plots haar aandacht door iets heel anders werd getrokken. De struiken gaven het verse stel genoeg beschutting om er rond omheen niet van buiten gezien te worden. Vanuit het midden waar zij aan hun vrijpartij waren begonnen, konden zij echter heel goed in de gaten houden wat er zich buiten het groen afspeelde. De struikenverzameling stond direct naast een middelgrote vijver met in het midden een eenvoudig fonteintje. Deze waterdecoratie bestond uit een granieten kom van bijna anderhalve meter in doorsnede. Vier waterspuiters die recht tegen over elkaar onder het water zaten gemonteerd, spoten en in paren om beurten wat water in. Het was dit opgespoten vocht dat Noor’s aandacht had getrokken en als een koude douche haar seksuele opwinding had weggespoeld. De poel water die zich in de kom had verzameld behoorde normaal namelijk sprankelend helder te zijn. Het bevatte nu echter een rode wolk die er langzaam de kleur begon te bepalen.
“Oh mijn God!” Noor boog zich voorbij haar vriendje en probeerde meer van het akelige tafereel mee te krijgen. Ook Rick was erdoor nieuwsgierig geworden en wilde wel eens weten wat hun spannende date had verstoord.
“Rick!” Noor werd panisch en wapperde wild met haar arm naar hem om haar vlug bij te staan. Rick raapte wat kleding bij elkaar en trok wat takken opzij om het ook te kunnen zien.  Met haar armen voor haar ontblote bovenlijf slikte de eerste tranen snotterig weg terwijl ze haar vriendje informeerde wie zij in het lijk nabij de fontein had herkend:
“Het is Florens!”

Oorspronkelijke beloning gouden tip:  ZB 5.000,-.

<ANDERE GETUIGEN?>
Wondell is een klein dorpje nabij Gohes City dat uit meer park en ander groen bestaat dan uit huizen. Wanneer je rondom de hoofdstad zegt dat je in het Park woont, zal iedereen snappen dat je een inwoner van Wondell bent. Zelf was ik er nog nooit geweest. En het was misschien wel de eerste zaak die er ooit in dat dorp af had gespeeld. Toen ik er met mijn team arriveerde om deze verse zaak te onderzoeken stapte ik een oase van rust binnen zoals ik er nog nooit één had ervaren. Het was een Walhalla voor mensen die van de natuur houden of er hun vrije dagen willen besteden om eens lekker te gaan sporten. Of natuurlijk gewoon om van de stilte te genieten en lekker te wandelen. Eén van de sporters, een badmintonner, drukte ons direct bovenop de zaak en vertelde ons wie volgens hem de dader moest zijn geweest.
“U moet Walter de Krom hebben, inspecteur!” informeerde hij ons fel.
“…ik heb gezien hoe hij de man in de vijver duwde toen hij op zijn fiets voorbij racete.”
De sporter wees hierbij naar de rand van de vijver om te duiden waar hij meende dat de fietser hem geraakt moest hebben. Al gauw wist ik dat dit niet de hele waarheid kon zijn: had het slachtoffer dan niet uit de vijver [AANWIJZING] kunnen zwemmen of om hulp kunnen roepen dat hij verdronk?

<VERDRONKEN OF ANDERE DOODSOORZAAK?>
De man die door Noor Visser en Rick van der Beeck werd geïdentificeerd al Florens van Poelgeest bleek de jonge Aardrijkskundeleraar te zijn van het avontuurlijke stel. Beide kinderen werden meteen opgevangen. De leerkracht was uit de vijver getild en werd op de kade onderzocht. Het slachtoffer had naast een [AANWIJZING] beenwond geen andere verwondingen. Florens moest net verdronken zijn voordat Noor hem ontdekte.

<DIEPTE VIJVER?>
Dat de scholieren niemand om hulp hadden horen roepen was niet verwonderlijk. Hun aandacht was immers aan elkaar besteed geweest. Een dame op leeftijd die haar schoothondje aan het uitlaten was op het moment dat zij Florens hadden ontdekt, was in eerste instantie aangeslagen geweest door het onfatsoen van de twee. Toen bleek dat er iemand dood was leek ze die afkeer alweer snel vergeten. Zelf meende ze niet gezien te hebben dat er iemand te water was geraakt. Het moment dat zij zelf ook het slachtoffer zag was [AANWIJZING] alleen zijn kruin boven het water zichtbaar geweest. De vijver was bij de fontein met twee meter op z’n diepst.

<OORZAAK BEENWOND?>
De recreërende badmintonner Huub Veldkamp wist ons wel iets meer te vertellen over die beenwond. De beschuldigende vinger ging direct weer naar de wielrenner die de Florens zou hebben aangestoten in het voorbijgaan.
“Ja, ik denk dat Walter de man zo’n harde stoot moet hebben gegeven dat deze met zijn been tegen die houten kaderand aan is gekomen … of wat is het?” Vertwijfeld wees hij naar een serie houten paaltjes aan de waterkant  die strak tegen elkaar stonden bevestigd. Gezien de hoogte ervan zou dit best de beenwond van de leerkracht kunnen verklaren. Die liep aan de buitenkant van zijn been van zijn linkerenkel tot bijna vijftien centimeter daarboven. Maar dat was een [AANWIJZING] open rafelige wond. En zelfs al had deze Walter hem een ferme tik gegeven dan nog zou het bij een fikse schaafwond zijn gebleven.
Daarop zijn wij de wond maar aan een nader onderzoek gaan onderwerpen en konden daaruit de conclusie trekken dat iets in zijn been moet zijn blijven haken en de huid heeft opengetrokken. De ontwrichte enkel bevestigde het verhaal van de sporter.

<MET WIE BADMINTONDE HUUB?>
Gegeven het feit dat het niet logisch is dat je badminton in je eentje speelt, was ik wel benieuwd met wie Huub had gebadmintond ten tijden van het te water raken van Florens om zo te weten te komen of er nog een andere getuige in het spel waren.
“Ik speelde met een vriend van mij, Ruud Bosch, toen dit gebeurde. Hij is nu alleen naar een training vertrokken, maar u hoeft hem niets over het slachtoffer te vragen. Ruud stond namelijk tegenover mij op het veld en heeft dus niets kunnen zien gebeuren.”
Huub wees naar de kant van het speelveld dat zich in Wondellpark bevond waar zijn tegenspeler had gestaan. De reden waarom hij het ongeval gezien zou kunnen hebben was omdat een aantal bomen en struiken langs het voetpad stond waardoor dit hem het zicht op de vijver ontnam. Huub daarbij, kon Florens wel in de vijver hebben zien vallen indien hij op de achterste helft van zijn deel van het speelveld had gestaan. Tot zover ging ik mee in zijn verklaring dat die Ruud geen goede getuige kon zijn. Wat mij niet aan zijn antwoord beviel was de krampachtigheid waarop hij hem resoluut als mogelijke getuige uitsloot.

<SPOREN IN BEENWOND?>
Onze bloedspatanalist Lesley Spandabato was belast met het onderzoek van de beenwond. Tijd om te ontsteken had de rafelige snijwond bijna niet gekregen. Spieren en pezen in het onderste deel van het been waren deels beschadigd geraakt zodat Florens hierin zeker in het lopen bemoeilijkt had geweest had hij nu nog in leven geweest. Ook het vijverwater had de kans op infectie niet verkleind. Wat Lesley daar wel wat jammer aan vond was dat door zijn val in het water een groot deel van de oorspronkelijke bevuiling was weggespoeld. Toch vond hij wat houtdeeltjes die waren achtergebleven en vermoedde dat er een kans was dat hij ook op roestdelen zou stuiten. Een monster dat hij later liet opsturen naar het lab bevestigde zijn vermoedens en wezen erop dat zoiets als [AANWIJZING] een spijker de huid moet hebben opengereten.

<SCHERPE VOORWERPEN HOUTEN KADE?>
Dat het ook echt om een spijker ging verbaasde hem niets. Hij had de kade willen inspecteren op de mogelijkheid of Florens zich daar aan had bezeerd en vond daar al gauw de oorzaak van het type snijwond waarmee hij van doen had. Een serie houten plankjes was van de kade losgerukt, maar werden nog stevig bijeen gehouden door een ijzerdraad dat strak en zigzaggend om de paaltjes bevestigd zat. Uit één van die plankjes stak een kromme spijker welke duidelijk naar boven was omgebogen. Het was waarschijnlijk verder losgetrokken doordat Florens er met zijn been in haakte. Terwijl hij over de kaderand tuimelde bood de spijker echter voldoende weerstand om in het plankje achter te blijven.
“Maar dit is raar,” meende Lesley. De bloedspatanalist knielde iets dieper bij de kade op het voetpad en ontdekte een nieuw patroon in de bloedsporen. Die bij de houten plankjes kon hij plaatsen en stemde overeen bij het eerste bloedverlies dat er vanuit zijn been op het voetpad kon zijn achtergebleven. De druppels bloed die hij [AANWIJZING] een meter eerder op het voetpad vond deden dat echter niet.

<WALTER DE KROM AL ONDERVRAAGD?>
De volkomen onverstaanbare intercom stierf weg waarna de sluiting op de deur van het portiek werd ontgrendeld. Samen met mijn collega bestegen wij een smalle steile trap in een oud herenhuis dat zich op acht kilometer van het Park bevond.
“Goedenmiddag, rechercheur Karel Riemelneel,” introduceerde ik mijzelf en toonde meneer De Krom mijn badge.
“…zouden wij even bij u binnen mogen komen? Wij zouden u graag wat vragen willen stellen.”
Een twijfelende hand werd aan mij en vervolgens aan inspecteur Zombie gereikt. De lange jongeman die in zijn deuropening stond keek ons verbaasd en ook wat angstig aan, maar liet ons vriendelijk binnen. Walter was ietwat klein behuisd. Vanuit zijn bescheiden woonkamer kon je links door zijn miniatuurkeukentje een eenvoudig douchegordijntje zien hangen van waarachter een droger en een wasmachine naar ons gluurden. Zijn slaapkamertje werd gemarkeerd door een deuropening met daarboven een zelf opgeschilderd logo van zijn favoriete voetbalclub. Op het toilet na kon ik mezelf direct een beeld vormen van het gehele woonoppervlak en hoe petieterig zijn woning er op deze derde etage bij lag. Onderweg naar boven hadden wij zijn wielerfiets tegen een schot zien staat en wisten dat we de juiste man gevonden hadden.
“Mot u van mij misschien een bakkie koffie?” bood Walter ons ongemakkelijk aan. Hij sprak met een duidelijk zwaar Gohes’ accent en had tegelijk iets grofs en ook iets fijns over zich. Ik bedankte, maar Zombie stemde dankbaar in.  Nadat Zombie zijn lauwe koffie kreeg voorgezet raakten we met de Ajacied in gesprek en ondervroegen hem over het lijk dat we in de vijver hadden aangetroffen. Hij ontkende niet dat hij in het Wondellpark had gefietst en verklaarde ons zelfs dat hij daar graag en vaak kwam. Het maakte onderdeel uit van zijn vaste fietsparcours en genoot van de rust en de natuur die het hem daar bood. Aan het einde van iedere rit had hij nog even gesproken met wat oude voetbalmaatjes en ook de rit langs de vijver had hij uit onze vragen herkend.
“Jah, ik ben daar wel langsgefietst. Maar die vent kan ik me niet precies herinneren hoor! Ik ben wel eens wat enthousiast met het fietsen. Dus als ik die man geraakt hebt, dan spijt het me, maar dat heb ik dan toch ook niet expres gedaan?”
“Er was een badmintonner bij deze vijver in de buurt die u heeft herkend. Via hem zijn we aan uw adres gekomen. Zegt de naam Huub Veldkamp u iets?”
“Veldkampert? Die [AANWIJZING] ouwe zeur?”
De gelaatskleur van Walter de Krom werd rood en het was duidelijk dat hij geïrriteerd was bij het horen van die naam.

<BIJZONDERE ATTRIBUTEN EN OF ZWEMKLEDING?>
Lesley was op het plaats delict achtergebleven en werd spoedig bijgestaan door collega Retroman die het lijk aan een verse inspectie onderwierp. Florens van Poelgeest was een jong uitziende man van een jaar of 35. Hij droeg een donkerblauwe spijkerbroek en een brede riem. Het zwarte modeaccessoire had hij eigenlijk niet echt nodig om de kleding op zijn plaats te houden, maar was er meer om het geheel af te maken. Zijn getrainde torso stak door zijn blauwgele overhemd die hij bovenop een zilverkleurig gilletje droeg en daarmee het voorkomen gaf van een knappe jonge leraar waarbij menig schoolmeisje in katzwijm viel. Florens had geen jas gedragen op die zonnige vrijdagmiddag die hem noodlottig werd.
“Misschien moesten we eens gaan uitzoeken wie Laura is,” sprak Retroman tegen Lesley die schuin tegenover hem aan de andere kant van de vijver stond. Hij had een foto uit de vijver gevist en herkende daarop de initialen van Magere Hein. Ditmaal was de foto van een kip de aanwijzing die de Dood met ons had willen delen.
“Hoezo?” vroeg hij hem.
“Volgens zijn ring is hij sinds vorig jaar [AANWIJZING] met haar verloofd of getrouwd.”

<BLOED OP VOETPAD OOK VAN FLORENS?>
De door de Lesley veiliggestelde sporen werden op het Gohes City’s Forensisch Instituut aan een DNA-onderzoek onderworpen, waarbij uit het humaan biologisch celmateriaal DNA-profielen werden gegenereerd. De verkregen DNA-profielen werden vergeleken met de eerder gevonden DNA-profielen en een match was een feit. Lesley had de bloedsporen uitgebreid gefotografeerd en trachtte uit de bloedspoorpatronen af te leiden wat er kon zijn gebeurd. In zijn onderzoek probeerde hij vast te stellen hoe het bloed op de plaats terecht was gekomen waar hij het had gevonden. Was de bloeddruppel bijvoorbeeld recht of schuin naar beneden gevallen? En hoe ver is de bloeddruppel gevallen? Eén ding was voor hem wel duidelijk geworden: dit bloed kwam [AANWIJZING] niet uit zijn been.

<WAT SPEELDE ER TUSSEN DE KROM EN VELDKAMP?>
Walter was niet de windbuil die ik in Huub had ontmoet. De rode kleur in zijn gezicht was wel bijna net zo fel. Het was duidelijk dat hij zich opwond door het wetenschap dat Huub hem wellicht verlinkt had. En ik wilde natuurlijk van hem weten waarom hij zich verraden voelde.
“Ah die vent moest eens uitscheien met mij steeds over van alles te betichten. Dat ik één keer per ongeluk over zijn Afrikaantjes ben gereden zit hem blijkbaar nog steeds dwars. Sinds ik dat gedaan heb, is alles wat ik doe in zijn ogen fout. Kan hij me niet eens met rust laten?”
De Krom leek mij precies het type dat zichzelf in de communicatie maar lastig kon verdedigen, juist omdat hij zo fel overkwam. Dus het was mogelijk dat een discussie tussen hem en Veldkamp destijds na het incident met de Afrikaantjes de relatie met de badmintonner alleen maar heeft verslechterd.
“Ik begrijp dat u geen goede verstandhouding heeft met meneer Veldk…” ik kreeg de kans niet mijn verhaal af te maken en werd door de Krom onderbroken.
“Goede verstandhouding? Die gast moest es ophouden met z’n geintjes!”
Inspecteur Zombie zette voorzichtig zijn lauwe koffie weg. Het koffieprut dreef aan de oppervlakte en Zombie leek zijn interesse erin te hebben verloren.
“Ho ho, rustig mijnheer De Krom. U bent niet per definitie veroordeeld! Wij willen enkel van u weten wat u zich herinnert van afgelopen vrijdagmiddag. Vergeet meneer Veldkamp even. U heeft daar gefietst, waar of niet waar?”
“Waar,” verzuchtte hij.
“Heeft u iemand aangestoten bij de vijver toen u hem voorbij fietste of niet?”
“Ik weet het niet precies! Het voetpad was daar best smal en ik moest uitwijken voor wat overhangende takken. Dus ja, ik zal hem vast geraakt hebben in het voorbijfietsen.”
“Dat was alles wat we nu van u wilde weten. Dank u vriendelijk. Houdt u zich beschikbaar voor dit onderzoek.”
“Prima. Zolang ik verder maar niets met die [AANWIJZING] nicht te maken hoef te hebben.”

<WEET LAURA OF FLORENS VIJANDEN OF PROBLEMEN OP SCHOOL HAD?>
Inspecteur Retroman heeft via Noor en Rick een noodnummer van school opgevraagd. Zo heeft hij contact kunnen leggen met mevrouw Meerveld die de directrice is van het Zilveren Zwaan College waaraan Van Poelgeest doceerde. Na haar te hebben geïnformeerd over wat er is voorgevallen is hij bij haar thuis uitgenodigd en heeft zo kennis kunnen maken met Laura van Poelgeest. Carla Meerveld was zo slim om haar bij haar thuis uit te nodigen om zo met Retroman in contact te komen die haar zodoende het slechte nieuws kon berichten. Na een lang avondvullend gesprek is de inspecteur maar weinig wijzer geworden. Florens was een zeer geliefde leerkracht en het zou de leerlingen maandag nog zwaar vallen zodra ze te weten zouden komen dat hij was overleden. Nee, problemen op school had hij niet. Vijanden evenmin. Maar Laura vond het wel altijd wat vervelend dat hij dikwijls [AANWIJZING] sjans had van de meiden aan wie hij les gaf.

<IS FLORENS NADAT HIJ IN HET WATER WAS GEVALLEN NOG DOOR GETUIGEN OP DE KANT GEZIEN?>
De volgende dag werd het onderzoek voortgezet. Retroman was ditmaal als één van de eerst van mijn team aanwezig op het plaats delict. Hij had de schone taak gekregen om na te gaan of er nog andere getuigen te vinden waren die op het precieze tijdstip van het ongeluk iets verdachts gezien hadden of iets anders bijzonders zijn opgevallen. Was Florens werkelijk ongelukkig ten val gekomen en direct daarop verdronken of was hij vermoord, zodat dit de kans op verdrinking vergroot had of uitsloot? Indien hij bijvoorbeeld gekneveld had geweest – wat we vrijwel zeker konden uitsluiten – dan had er van moord sprake geweest. Een ongeluk zonder opzet was ook mogelijk, maar hoe dan? In dat geval bleef het onduidelijk waarom Florens niet om hulp had geroepen. Na zijn val had niemand hem in het water zien liggen. Totdat Noor de eerste was die hem ontdekte. Badmintonner Huub had alleen gezien hoe wild Walter voorbij kwam en een man had aangetikt, maar was daarna direct weer afgeleid door zijn spel. Hij had Florens niet te water zien gaan. Retroman werd daarmee niet bepaalde op nieuwe inzichten gebracht, maar ontmoette even later een vrouw die hem vertelde dat zij de dag ervoor op een bank had gezeten en Florens voorbij had zien lopen. Zijn knappe voorkomen was haar niet ontgaan, maar er was haar niets echt bijzonders aan hem opgevallen. Wat daar wel uit duidelijk werd was dat zij Florens een kleine 300 meter voor de vijver had zien passeren. Zij had naast een brug op een bankje gezeten waar hij haar al direct opviel toen hij nog onder de brug liep, onderweg naar de vijver. De leerkracht had op een normale pas gelopen en leek in [AANWIJZING] eigen gedachte verzonken.

<GING FLORENS VREEMD?>
Diezelfde ochtend had Retroman een gesprek gepland met Rick van der Beeck. Na Noor aan een kort verhoor te hebben onderworpen nam hij afscheid van haar en sprak hij met hem. De jongen had hem wel gevraagd of het oké was dat er een klasgenoot van hem bij zou zijn, omdat Rick zich door de hele situatie niet compleet op z’n gemak had gevoeld. De inspecteur stemde hier maar al te graag in toe. Dit was een uitgelezen kans om iets van zijn schoolgenoten op te pikken zonder daarvoor op de schooldagen te wachten. Anders zouden ze daar mogelijk maandag pas toe zijn gekomen. Rick vertelde Retroman uitgebreid wat hij had gezien. Ook informeerde hij hem dat hij geen hekel aan de man had gehad, maar hij had graag wat betere cijfers van hem ontvangen. De leerkracht had hij niet meteen herkend toen Noor haar ontdekking deed. Hij was op dat moment alweer met [AANWIJZING] z’n kop onder water op het moment dat Rick naast haar ging staan om te zien wat er gebeurd was. Even later dreef de Aardrijkskundeleerkracht weer aan de oppervlakte zodat ook hij zag wie het was. Retroman bedankt ook Rick voor zijn gesprek en vroeg of hij nog even met klasgenootje Joeri kon praten.
“Ja even alleen als je dat niet erg vindt,” verzocht hij de nog altijd aangeslagen Rick.
De jongens stemde toe en Retroman zag zijn kans schoon.
“Hoe goed ken jij jouw leerkracht die hier vrijdag is gevonden?”
Joeri vertelde de inspecteur wat hij wist, maar aanvankelijk leek het verhaal nergens echt nieuw licht op de zaak te werpen. Dat was tot deze scholier hem informeerde over wat hij een paar maanden geleden hier in het park had gezien:
“Net als veel van de mensen hier in de buurt hield ook meneer Van Poelgeest erg van dit park. Hij kwam er op een vroege lentedag met een zak brood en was er de eendjes mee aan het voeren. Zijn vrouw en dochter waren niet bij. Dat vond ik al wat vreemd.”
Stilte. Joeri trilde met zijn been op het bankje waar ze waren gaan zitten. Retroman had de scholieren nabij het plaats delict op een verfrissing getrakteerd bij een snackbar. De jongen slurpte van zijn frisdank en wilde zijn verhaal vervolgen.
“Ik euh…”
Verder kwam hij niet. De inspecteur keek hem vragend aan alsof hij hem wilde aanmoedigen.
“…krijg ik hier last mee als ik dit vertel?”
Retroman aarzelde of hij de jongen daarop een verbaal antwoord moest geven, maar in plaats daarvan schudde hij praktisch onmerkbaar met zijn hoofd.
“Noor was daar ook. Noor, hetzelfde meisje dat u net heeft gesproken.”
Retroman knikte.
“Ik heb ze even zien zoenen.”

<WAAR EN MET WIE WAS FLORENS VOORDAT HIJ HET PARK IN GING?>
Om inspiratie op te doen had ik met mevrouw Van Poelgeest afgesproken bij de kinderboerderij in het park. Zo kon ik de kippen bestuderen en had ik een kans wat meer van de agenda van Florens te weten te komen van de afgelopen week. We liepen langs een stapel houten blokken waarop de jonge geitjes  schalks de lentezon begroetten en een hangbuikzwijn zich tegen het onderste hout schurkte. Verschillende soorten eenden liepen stoer met ons op en de pauw liet even van zich horen om aan te tegen dat hij de ster van de show was. Het gaf deze verse weduwe de perfecte gelegenheid om een ontspannen gesprek met mij aan te knopen voor de mentaal zo donkere dagen waarin zij terecht was gekomen. Laura was een psychologe dus ze kende heel wat mensen uit de buurt. Ja ook Huub herinnerde zij zich van eerdere consulten en wist wie Walter was, omdat zij hem wel eens had zien fietsen toen ze nog met Florens op pad ging om te eendjes te voeren.
“Ruud Bosch zegt u?” vroeg zij mij halverwege het gesprek nadat haar had verteld met wie Huub meende te hebben gebadmintond. De jonge weduwe schoot in de lach en begon een flinke kleur te krijgen op haar wangen. Giechelen begon en traanvocht maakte zich los uit haar ooghoeken. Ik had haar blijkbaar iets bijzonder grappigs verteld waardoor ze het uitschreeuwde van het lachen en kreeg bijna last van plaatsvervangende schaamte door bizarre damesgiecheltje dat erbij gepaard ging.
“Meneer Riemelneel toch! U zou echt wat meer de sportzenders moeten kijken hoor. Ruud Bosch, hoe komt die rare man daarop?”
Mijn gezicht was één groot vraagteken en ik voelde me alsof ik de domste vraag in de klas had gesteld. Domme vragen bestonden toch niet?
“Ruud Bosch is [AANWIJZING] een bekende badmintonner die uitkomt voor BC Duinwijck in de Nederlandse eredivisie. Het lijkt me wat erg onwaarschijnlijk dat die Huub daarmee even een shuttle heeft staan slaan hier in ons Wondellpark!”
Nu werd ik rood. Ik kende deze hele badmintonner niet en bedacht me dat de kans dat Huub met hem in het park had staan badmintonnen niet heel bijster groot was. Natuurlijk was het mogelijk dat Huub contacten had met een bekende sporter, maar het maakte hem wel extra verdacht in de zaak. Laura heeft er erg met mij om moeten lachen en het duurde even voordat zij zichzelf hervond om klaar te zijn voor een reeks nieuwe vragen.
“Weet u waar uw man vrijdag was voordat hij het park in ging?”
De ernst in haar gezicht had plaats gemaakt voor de eerdere lachstuip.
“Normaal moet u mij dat echt niet vragen, omdat ik werkelijk geen idee heb welke verplichtingen hij op school soms allemaal heeft. Maar toevallig weet ik dat hij afgelopen vrijdag ook een afspraak had bij zijn tandarts Borrmann.”

{BADMINTON-RACKET}
Laura en ik werden plotseling opgeschrikt door een hoop kabaal op de kinderboerderij. Vele veren en pluimpjes vlogen door de lucht alsof er een stel vogels werd afgeslacht. Getok en gekakel in alle pluimveedialecten klonken er over de plaats toen onze aandacht werd getrokken door een verzameling kippen die uit hun omheining waren uitgebroken. Vrijheid, moesten ze hebben gedacht. Vrolijk, maar vooral erg chaotisch zochten zij de ruimte op waar ze eerder niet toe konden komen. Een man in het zwart stond er bij het kippengazen klapdeurtje en had de dames vrijgelaten. Verenvet plakte er langs mijn gezicht en de enkele veren die ik eerder zag, vermeerderde zich in een rap tempo tot enkele honderdduizenden. Mijn blik werd wazig en ik kreeg ineens last van een lichte hoofdpijn en werd duizeling. De boerderijhouder die in het zwart gekleed was en bij het hekje stond was Magere Hein! Compleet met zijn zeis die hij vastgeklemd had in zijn knokige rechterhand staarde hij mij aan vanonder zijn kap met zijn gezichtsloze aangezicht. Een beklemmend gevoel maakte zich van mij meester en ik merkte hoe ik moeite kreeg met ademhalen.
“Inspecteur! Wat is er met u aan de hand?” vroeg mevrouw Van Poelgeest mij en schudde mij wild tot mijn positieven. De Dood maakte plaats voor de dikke vriendelijke stokoude man die er eerder had gestaan en kijk mij ietwat curieus aan.
“Is de man in orde?” vroeg hij aan Laura die mij nog altijd in evenwicht moest houden
“Jawel!” was ik haar voor en beantwoordde daarmee de man zijn vraag.
“Het zal de warmte wel zijn of misschien ben ik wat overwerkt.”
Wat was het toch met die boerderijen en de alsmaar loerende Dood? Waarom speelden boerderijlandschappen en het leven erop zo’n prominente rol in mijn anders zo zorgeloze bestaan?  Het was mij een raadsel, maar ik herstelde mij en besloot met de dame die ik bij mij had om een andere locatie te proberen.  Ze bood mij aan om naar het grasveld te gaan waar eerder Huub met Ruud zou hebben staan badmintonnen.
“Huub mag een verschrikkelijke heethoofd zijn, die man heeft volgens mij zo’n hartje,” ze had haar wijsvinger en duim tot een paar centimeter bij elkaar gebracht om met een internationaal gebaar iets kleins te duiden.
“Gelooft u mij. Die man die wisselt sneller van partner dan u en ik dagelijks een schone onderbroek aantrekken. Hij heeft vast weer een nieuwe scharrel van hem [AANWIJZING] buiten beeld willen praten, omdat hij vreesde dat zijn eigen vriend er anders lucht van zou krijgen. Trouw is ie niet, maar u zou toch moeten weten dat blaffende honden niet bijten,” ze keek me aan met een oogopslag waar ik zelf bijna van smolt.
“Enige kans dan dat hij of zijn scharrel Walter of Florens met een badminton-racket te lijf was gegaan?”
 “Gekke inspecteur toch. Als u het per se wilt weten moest u het die Huub zelf maar vragen, maar ik zou u er zich niet te druk om maken.”
Waar ik mij eigenlijk druk om maakte was het vinden van het verband tussen een tandarts en die kip van Magere Hein. Hij wilde mij iets duidelijk maken. Maar wat precies?

{BAL}
Het stond reeds 1-2 voor landskampioen GAG (*) toen Paap er in slaagde om de andere voetbalfanaat op de tribune te spotten. Inspecteur Paap wist wel waar hij Walter de Krom zou kunnen vinden. Toch duurde het even voordat hij turende door de grote schare fans zijn oude voetbalvriend vond in het C-vak. De Krom zat twee rijen onder hem en had daarmee een veel betere plaats dan hijzelf. Dat deerde niet. Als hij Walter maar te spreken kon krijgen zodra de wedstrijd was afgelopen. Tot groot genoegen van beide voetballiefhebbers werd de wedstrijd in de laatste tien minuten beslist door favoriet Ajax. Een zege op zich en daarbij een welkome afwisseling na al die nederlagen waarmee zij dit seizoen hadden te kampen. Na het uitwisselen van het gezamenlijk genoegen over de afloop genoten beide heren van een goud gele rakker. Deze werd genuttigd bij de veelbesproken sportliefhebber thuis in het herenhuis waarbij de kater van het seizoen met één geslaagde voetbalwedstrijd volkomen werd genegeerd. Paap echter verbrak de goede stemming en wierp een balletje op over de nog lopende zaak.
“Wat jij ouwe reus? Zou een verkeerde geplaatste voorzet die Florens misschien het leven hebben gekost?”
Walter’s pretbek maakte plaats voor een kille uitstraling die Paap te kennen gaf dat hij dit soort vragen beter voor een nuchter moment kon bewaren. De Krom was kwaadste niet en gaf toch maar antwoord op zijn vraag.
“Geen idee gast. Maar assie ’t mij vraagt dan was die studiepik vast [AANWIJZING] onder invloed van ’t één of ’t ander.”

{ZWALUWSTAARTJES}
Zaterdagavond ontmoette ik Koen Voet in een kroeg in de binnenstad. Koen was met verlof en hoefde zich feitelijk niet met deze zaak te bemoeien. Daarbij er was niets bij dat in zijn portefeuille paste daar er geen sprake was van roof of inbraak. Desondanks pikte hij graag een pilsje met mij mee en was bereid met mij te brainstormen over de vijverzaak. Ook bij ons werd de tafel gesierd met twee met vloeibaar goud gevulde glazen en bijbehorende schuimkragen. Op een bierviltje had ik wat ideeën opgetekend en hij dacht en tekende met mij mee.
“Eendjes voeren en kippen op een kinderboerderij … de Dood die nadruk lijkt te willen leggen op veren of kippen. Zou het niet mogelijk zijn dat die Hein verder dacht dan alleen deze twee vogelsoorten? Wat nou als het de pauw was waar het hier om ging?”
“De pauw? Moet ik dan aan trots denken, iemand die te trots is geweest om iets toe te geven of zo?”
“Ja en wat veren betreft snijdt dat ook hout. Denk er maar eens over na! Dat gratenpakhuis en zijn paar duizend veren … de trotste pauw die zijn veren liet zien. Misschien gaat er zelfs meer achter schuil en probeerde hier iemand een ander te verleiden?”
Ik nam een slok van mijn bier en schudde niet-begrijpend met mijn hoofd. Met mijn duim en wijsvinger masseerde ik de huid tussen mijn wenkbrauwen en probeerde wat anders.
“Goed. Stel dat we bij vogels moeten blijven en dat inderdaad het spoor is waar die gluiperd ons op wilt hebben. Hoe vinden we dan een relatie met beenhakker Borrmann?”
Met tandarts Borrmann was verder nog een contact geweest, maar de specialist stond hoog op mijn agenda om maandag aan een telefonisch vragenvuur te onderwerpen.
“Hè! Wat dacht je van zwaluwstaarten?!” bracht Koen met een brede grijns uit.
“Zwaluwstaarten,” herhaalde ik hem en proefde de mogelijkheden ervan tussen de alcohol door. Ik moest hem nageven dat dit een optie was. Florens kon bij de tandarts een zware behandeling hebben ondergaan, waarbij hij gehecht moest worden met zwaluwstaartjes. Door de verdoving liep hij versuft door het park en werd geraakt door Walter. De zwaluw als vogel zou de link dan leggen met de eerder genoemde vogelsoorten. Wat connecties leggen, had ik inmiddels geleerd, kon je wel eens diep moeten doordenken met die griezelige zeismans.
Beedeep … beedeep … beedeep, klonk het plots in mijn zak. Het was een berichtje van het GCFI. De medewerkers van het forensisch instituut hadden net als mijn team het weekend doorgewerkt en waren tot een nieuwe ontdekking gekomen. Op mijn PDA stond te lezen:
‘Resultaat lijkschouwing: slachtoffer heeft tijdens de verdrinking [AANWIJZING] vier tenen gebroken aan de rechtervoet’. Ik zuchtte en was op de één of andere manier niet gelukkig met dit bericht. De tandarts zou toch niet op zijn tenen hebben getrapt? Ik sloot de zwaluwstaarten zolang maar even uit.

{VERDOVING}
Verdoofd van de alcohol en mijn eigen inspanningen dit weekend staarde ik die zaterdagavond naar het plafond. De zaak bleef mij bezig houden en zo merkte ik ook dat mijn vrouw daar last van had. Ik woelde in mijn bed en bleef gefolterd worden door mijn eigen hersenspinsels die deze puzzelachtige zaak tot een ontknoping moesten leiden. Zomaar een theorie: ‘Florens stond geschokt aan de kant doordat hij Noor met iemand anders zag… Heeft daardoor niet aan de kant kunnen stappen voor de fietser en viel in het water… Door de verdoving die hij bij de tandarts heeft gehad kon hij niet roepen en omdat hij geen zwemdiploma  had kon hij niet zwemmen dus is hij verdronken,’
Belachelijk, dacht ik meteen. Natuurlijk kon een leerkracht zwemmen. Die studiebollen kregen zelfs een hele nieuwe scholing in optellen en aftrekken voordat ze tot zo’n college werden toegelaten. En het leek mij ook niet bepaald een domme vent die niet zelfredzaam genoeg was om zichzelf boven water te hijsen. Tenzij, bedacht ik mij, hij inderdaad verdoofd was en vast was komen te zitten onder water. Hoe anders kon alleen zijn hoofd steeds boven water zichtbaar zijn geweest? Hij had er zelfs zijn tenen kunnen breken doordat hij [AANWIJZING] onder de constructie van de fontein met zijn voet bekneld raakte! Al met al verklaarde zelfs deze verdoving en de beknelling nog niet alles. Wat maakte dat Florens niet had geschreeuwd toen hij in de vijver viel? En wat was het toch met die kippen?

<WELKE KLACHT HAD FLORENS?>
Zondag ben ik al vroeg in de ochtend met de weduwe gaan bellen.
“Weet u mij ook te vertellen waarvoor Florens naar de tandarts moest? Was dat gewoon een controle of speelde er meer?” vroeg ik haar.
“Ja dat weet ik wel. Florens liep namelijk al een tijd met vervelende hoofdpijnen en meende dat die werden veroorzaakt door zijn verstandkiezen. Ik geloof dat hij er vrijdag twee liet trekken. Als u ook nog wilt weten aan welke kant deze getrokken werden dan zou u beter even met Sander Borrmann zelf kunnen bellen.”
De tandarts had dus ook een voornaam, wist ik nu. Hij was de volgende die ik wilde bellen, maar op een zondag werd dat wel wat lastig. Dus ik sprak hem maandagmorgenvroeg nadat ik eenmaal de telefonische wachtrij had doorbroken.
“Mijn hemel, dat is even naar zeg! Ik ben hier wel even van ondersteboven als u begrijpt wat ik bedoel. Maar u vroeg waar de kiezen getrokken zijn? Even zien, … ja de eerste was vrij lastig, die zat linksboven in de kaak en moest er onder een rare hoek uitgetrokken worden. De kies aan de andere kant bovenin gaf minder problemen.”
“Maar hoe zat het met de verdoving en zat daar iets bij dat in combinatie met het gebruik van medicijnen wellicht last kon geven?”
“Nee, het enige wat de heer Van Poelgeest van mij heeft gekregen zijn drie spuitjes waarvan twee in het verhemelte. De assistent heeft hem een pakketje meegegeven zoals we bij alle patiënten doen die een kies laten trekken en ik herinner me nog dat hij na de behandeling nog iets wilde zeggen waarop ik hem heb geadviseerd daar later maar even over te bellen. De driedubbele verdoving had een dusdanige uitwerking gehad dat hij niet tot redelijk spreken in staat was.”
“Goed dank u vriendelijk. Ik zal u niet verder ophouden. Ik meen dat we hier even voldoende aan hebben.”
De heer Borrmann zei nog iets over op te hoogte gehouden willen worden en we beëindigden het gesprek. Kort daarop werd ik alweer door Lesley gebeld. Hij had het gebied van zijn bloedsporenonderzoek uitgebreid en was tot de vondst van nieuwe bloedsporen gekomen. Eén ervan had hij aan de kant van de brug gevonden waar ook de tandartspraktijk lag. Dit bloed was een mond vol geweest en was duidelijk vermengd geweest met [AANWIJZING] speeksel.

<GESTIKT IN HOEVEELHEID BLOED?>
Sporen. Ze hadden Lesley altijd al geboeid. Vijftien dienstjaren telde zijn carrière als bloedspatanalist nu en hij maakte nog dagelijks kennis met nieuwe relaties tussen verloren menselijk of dierlijk bloed met de wijze waarop dit kostbare vocht verloren werd. Op de route van de tandartspraktijk naar de vijver had hij diverse plassen bloed gevonden die door Florens discreet waren geloosd. Die bij de brug was zo veel mogelijk van het voetpad achtergelaten achter een vuilnisbak bij een bankje. Geen fijn gezicht, maar beter dan voor het bankje op de plaats waar iedereen liep. Even voorbij de onderdoorgang van de brug had nog een bankje gestaan. Daarop had Retroman de vrouw gesproken die haar voorbij was gelopen. Een paar bosjes die in het verlengde van die zitplaat stonden lag nog een plasje bloed. Allemaal uitgespuugd om er niet als een vissenkom vol bloed bij te hoeven lopen. Maar daarna hield de wijze waarop Florens zich van het vocht en de viezigheid in zijn mond had ontdaan op. Het veranderde even voor de vijver in kleinere spatten bloed. Alsof hij geslist had en zijn mond niet goed gesloten kon houden. Kleine beetjes kwijl met rode stipjes erin bevuilde daarmee het smalle pad langs de vijver. Lesley hield halt op die plaats. Achter hem was hij juist door een hoop groen gewandeld die een tunnel vormde en als deurtje naar de vijverkant leidde. Rechts waren er alleen maar bomen en struiken en links de eendjes die vrolijk kwaakte en zich niets aantrokken van de linten ‘NIET BETREDEN – POLITIE’. Voor hem werd de vijver in de hoek gemarkeerd door een beuk die wat overhing, rechts daarvan voorbij de bomen een grasveld. Huub had daar gestaan met een man waarvan zijn vriendje niet mocht weten dat hij er mee optrok. Althans, dat is als je de verhalen mocht geloven. Lesley nam het al over het pad lopende allemaal in zich op en probeerde zich voor te stellen hoe het vrijdag moest zijn gegaan.
“Kwaak, kwaak!” klonk het naast hem. De eendjes meende dat Lesley er stond om ze te gaan voeren. Hij keek om en voelde iets tegen zijn hoofd tikken.
“Oei! Nu had ik mijn hoofd toch bijna tegen die overhangende tak gestoten!”
De tak viel weg in de schaduw zodat het een potentieel gevaar was voor lange mensen. Lange mensen zoals hijzelf, maar ook voor de fietsende Walter. Dus nu begreep hij waarom de fietsliefhebber een rare beweging moest hebben gemaakt en Florens in het water kon duwen. Met de grote hoeveelheid bloed in zijn mond had hij zich misschien verslikt en was er in gestikt tijdens zijn poging om zichzelf boven water te houden.
“Maar hè, wat is dit?” sprak Lesley en boog door zijn knieën om iets uit het water te vissen. Hij stak één hand in een kunststof handschoen en raapte [AANWIJZING] een piepklein wit pakketje uit het water wat in het midden wat bloed vasthield.

{GAASJE}
Een felle lamp prikte in Florens’ ogen, maar was nodig voor zijn tandarts Borrmann om goed in zijn mond te kunnen kijken. Eén kies was er nu reeds uit. Nu moest de ander nog.
“Geef je mij weer een seintje als het echt niet gaat?” vroeg Sander Borrmann hem. Een zwak knikje was wat hij als antwoord kreeg. De assistent gaf een nieuw instrument aan die angstvallig werd gevolgd door de patiënt in de stoel toen het over zijn hoofd werd doorgegeven. De tweede kies was beduidend moeilijker te trekken en de tandarts had zich zeker vergist in de hoek waaronder deze had gestaan. Florens voelde zijn hele kaak protesteren en hoorde het in zijn hoofd kraken. Gelukkig had hij drie verdovingen gehad. Anders had dit niet te doen geweest. Het geknars nam toe en beetje bij beetje begon hij de bittere smaak van bloed achter op zijn tong te proeven. Met tegenzin slikte hij het weg en even later kwam de nare kies eindelijk los. Fijn, daar zijn we ook weer van verlost, moet hij hebben gedacht. Nadat hij uit de tandartsstoel was opgestaan en wat instructies had meegekregen had hij nog willen vragen hoe lang hij niet zou mogen eten, maar toen hij merkte dat er geen zinnig verstaanbaar woord over zijn lippen kwam, deed hij een poging tot glimlachen en wisselde met de heer Borrmann een blik van verstandhouding uit.
“Bel me maandag maar. Dan kan ik je vast beter verstaan.”
 Ja daar had hij wat aan. Afijn, hij kon zich er verder niet druk om maken en begon aan de wandeling naar huis die onder normale omstandigheden met dit weer werkelijk prachtig moest zijn geweest. Om het negatieve weer een beetje in verhouding te krijgen met het positieve besloot hij de route door het Wondellpark te kiezen en liep op de brug af die de rand van het park markeerde. Over de brug liep een spoor waarover een goederendienst dagelijks de rails masseerde. Gatver, wat een smerige smaak kom er toch los uit die wonden die nu in zijn mond waren achtergebleven. De kies die linksboven getrokken was had drie hechtingen en hij had er nog een gaasje tegenaan geplakt zitten die de ergste bloeding moest tegenhouden. Desondanks bloedde het als een rund en had Florens na een paar honderd meter een mond vol speeksel en bloed verzameld. Eerst wilde hij het binnenhouden omdat hij de gedachte aan het uitspugen eigenlijk weerzinwekkend vond. Maar even voordat hij onder de brug zou doorlopen besloot hij het toch maar naar buiten te gooien.
Zo verloste hij zich een aantal keren van de vieze rode verzameling in zijn mond terwijl hij door het park naar huis liep. Aandacht voor de vrouw die hem nakeek had hij niet. Zijn gedachten waren bij de pijn in zijn hoofd en hij hoopte maar dat de uitwerking van de verdoving nog even op zich liet wachten. Nou was het natuurlijk niet erg dat hij goed verdoofd was tegen de pijn, maar omdat zijn tandarts hem drie keer gespoten had, vond hij wel dat niet alleen het praten, maar ook het ademhalen hem moeilijk viel.

Aangekomen bij de vijver werd Florens langzaam wat lichter in zijn hoofd. Hierdoor werd zijn zicht wat waziger en koos hij ervoor zijn pas iets te vertragen. Dat er links van hem wat geritsel in de bossen te horen was en een oudere vrouw met een schel keffertje schuin tegen over hem met een dame aan het beppen was, ging volledig aan hem voorbij. Doordat hij plots wat gas terugnam om de druk in zijn hoofd te ontzien, maakte dit dat hij een onverwacht obstakel vormde voor de fietser die hem van achteren naderde. Walter de Krom was vast besloten zijn persoonlijk record te verbeteren en maximaliseerde ieder stukje parcours om geen tijd te verliezen. Dat de tollende leerkracht ineens bijna halt hield vlak naast een overhangende tak, zorgde ervoor dat Walter wat capriolen moest uithalen om zowel de man als de tak te kunnen ontwijken. Maar beide ontwijken leek wat te veel gevraagd.

Juist wanneer Huub Veldkamp een klierbal van zijn tegenstander en bedgenoot Fred Veerman mistte, zag hij bij het oprapen van de shuttle hoe Walter bruusk een man aantikte in het voorbijfietsen.
“Hoe ken je doar nou gaan staan man? Ken je nie uitkijken?” wierp deze jongeman naar achteren. Hij keek om en balde daarbij zijn vuist. Maar omdat de boom in de hoek van de vijver zowel voor Huub als voor Walter het zicht ontnam om wat er verder bij het water gebeurde, zagen beide niet hoe de Aardrijkskundeleraar een nat pak kreeg.

Eenden vlogen op en lieten wat natte veren van schrik op het water achter. Bij de tik die Florens van Walter had gekregen was het gaasje in zijn mond losgeschoten en kwam achter op zijn tong terecht.  De jonge leerkracht moest nu aandacht geven aan een aantal zaken die hij kort na elkaar ervoer. Met zijn linkervoet struikelde hij over wat houtenpaaltjes die uit het water staken en trok er zijn huid open aan een dun spijkertje. Zijn enkel verzwikte hij daarbij en verloor zijn controle over zijn evenwicht compleet. Uit een reflex ademde hij in terwijl hij in het water viel en bracht daarmee het gaasje dieper richting zijn keel. Een hoestbui volgde en werd direct gesmoord door de massa water waar Florens mee te maken kreeg. Eenmaal te water greep hij met beide handen naar zijn keel en trachtte het vieze propje naar buiten te werken. Met zijn voeten trapte hij woest in een beginnend gevecht om niet te verdrinken, maar verloor dit daarmee juist voortijdig doordat hij door het trappen de voet die hij nog niet bezeerd had pijnlijk onder een scherpe rand van een vijverkom stak, er klem kwam te zitten en vier tenen brak.

Niemand had door hoe de knappe jonge meester de strijd moest opgeven daar hij niet om hulp had kunnen roepen door zijn benaderde situatie en de drie verdovingen. Even later dreef hij een paar keer even met zijn kruin en gezicht boven water terwijl het bloed onder een gesprongen hechting vandaan sijpelde en het gaasje langzaam uit zijn mond dreef.

Beloning gouden tip van ZB 4.350,- toegekend aan Retroman.

(* = Go Ahead Gohes )

By rinaoddel | April 4, 2011 - 2:14 pm - Posted in Gevleugelde Uitspraken, Nederlands, Verbaal Genot

… als ze echt in je tuin willen poepen doen ze dat toch wel.

Uitgesproken door:  mijn buurman n.a.v. mijn ergernissen over katten die in mijn tuin poepen. Kattenwerende bloemetjes, cacaodoppen, kattenkruid … het lijkt ze niets te deren. Als ze hun behoefte willen doen, stop je ze toch niet.

Datum:  zondag 3 april, 2011

By gsorsnoi | April 1, 2011 - 8:17 am - Posted in Algemeen, Nederlands

image by Gsorsnoi, edited with DAZ3d and Photoshop

Trouwe lezers van de Tycoon Newspaper, we hebben groot nieuws:

Het zal nu niet heel lang meer duren of de nieuwe site van WSNOI is een feit. In de afgelopen week zijn we nog druk bezig geweest om de laatste functionaliteiten in te bouwen en bugs eruit te slopen. Ja ook op dit ogenblik zijn er wat zaken die we graag nog willen toevoegen, maar beperken het echt tot het hoogst noodzakelijke. We nodigen je uit om alvast een kijkje te komen nemen op de nieuwe site door deze url te gebruiken: http://test.wsnoi.com . Dat is tevens de permanente url waarlangs je even een kijkje kunt nemen wat wij op de achtergrond voor jou allemaal aan het ontwikkelen zijn. Doe gerust mee en meld je aan!

Wat is er nieuw?

De inlogmodule.

Hier was veel om te doen. Niet alleen is het voor de WSNOI-familie leuk om te weten wie zich allemaal op de site begeven, het is ook helemaal van deze tijd om een site te hebben waar jij je op kunt aanmelden. Hierdoor wordt het een stuk gemakkelijker om spellen te ontwikkelen waarbij de scores netjes worden opgeslagen en kunnen we straks wellicht een game lanceren waarin je tegen elkaar kunt spelen. De gezamenlijke beleving van de site wordt er levendiger van en er ontstaan een hoop interactiviteit.

Het nieuwe concept: Tycoon van de Maand.

Lang geleden, voordat er een WSNOI-website bestond, speelden drie fanatieke bordspelers frequent met elkaar om de beste te zijn. Deze Grote Drie bestond uit Willem Kwak, Rio Raat en ondergetekende. Over elk gezelschapsspel dat zij op de tafel uitvouwden wilde zij aan het einde van de avond kunnen zeggen dat ze er heer en meester in waren. Dikwijls waren dat toch dezelfde personen, maar ach, er kan er toch vaak maar één de beste zijn.
Zo werkt dat ook met deze nieuwe site, die is ontwikkelt voor mensen die hun naam graag bovenaan in de scorelijsten zien staan. Iedere maand opnieuw kun je op WSNOI Tycoon van de Maand worden. Dat is het belangrijkste spelelement van deze site. Gedurende één maand strijden leden van WSNOI tegen elkaar en verdienen sterren door middel van het spelen van spellen. Als jij aan het einde van de maand de meeste sterren hebt, ben jij de Tycoon van de Maand. Dan wordt jouw naam vereeuwigd in de Tycoon van de Maand – Hall of Fame. Wanneer de maand ten einde is wordt de Tycoon van de Maand definitief vastgelegd en begint het hele spel opnieuw. Het is dus aan jou om te zorgen dat je zo vaak mogelijk op die lijst terecht komt.

Onbestaande beroepen generator.

Sterren verdien je door spelletjes te spelen. En voor het spelen van die spelletjes heb je wat geld nodig. Op WSNOI heet dat ‘zbersibarnen’. Bij het aanmelden op de site krijg je al direct ZB 200,-. En bij het iedere dag aanmelden nog eens ZB 5,-. Het grote geld zit hem in het solliciteren naar onbestaande beroepen.

Dit is een grote machine waar drie hendels aan zitten die een salariscomponent bevatten. Door eraan te trekken komt er in een pop-up een beroepscomponent naar voren waarmee jij jouw ideale onbestaande beroep kunt samenstellen. De kunst is natuurlijk om de combinaties zo hilarisch mogelijk te maken, maar natuurlijk ook om er zoveel mogelijk geld uit te slepen.
Nieuwe spellen.

Met eenmaal wat geld op zak kan het spelen van de andere spellen beginnen:

Jack and the Bomb

Jack and the Bomb is natuurlijk afgeleid van Bombjack, een arcade computerspel uit 1984 dat op de markt werd gebracht door Tecmo. Op WSNOI is het eerder een geavanceerd Memoryspel met Mijnenvegertrekjes. Je speelt hier een ogenschijnlijk onschuldig Memoryspelletje dat je halverwege het spel op het verkeerde been zal zetten. In dit spel zitten namelijk twee valse kaarten verstopt: ‘Jack’ en de ‘Bom’. In beide gevallen is het spel meteen over. Alleen met Jack win je wat geld en met de Bom raak je alles kwijt. Heb je de Jack-kaart te pakken en al wat combinaties gevonden dan krijg je er een ster bij voor elk compleet setje.

Picture Tycoon

Dit spel was oorspronkelijk voor de grap bedoeld en eigenlijk alleen maar om even mee te kunnen testen of dit goed aansloot bij de inlogmodule en de onbestaande beroepen generator. Uiteindelijk is het een simpel spelletje geworden dat je vooral voor de aardigheid moet willen spelen.

De bedoeling van Picture Tycoon is dat je raadt bij welk artikel de getoonde afbeeldingen passen. Al de afbeeldingen die je krijgt te zien zijn afkomstig uit de Tycoon Newspaper. Onder de opgave zie je drie mogelijke antwoorden waaruit je kunt kiezen. Raad jij het goede artikel bij het plaatje dan wordt je met ZB 1,- beloont, maar gok je verkeerd dan raak je meteen ZB 5,- kwijt. Bij het 100e goed geraden plaatjes krijg je er een ster bij!

Pakketjes zoeken

Naast de spelletjes kun je ook op zoek gaan naar pakketjes die op de site verstopt zijn. Op alle pagina’s behalve die van de inlogmodule en de Tycoon Newspaper kun je icoontjes vinden die eruit zien als doosjes, plaatjes, geld of puzzelstukjes*. Je moet erop klikken om te weten te komen wat er in zit. De ene keer krijg je er wat geld of sterren bij. De andere keer raak je ze juist kwijt. En soms tref je zelfs een pakketje aan waar helemaal niets in zit. Die zit er gewoon voor de grap in natuurlijk.

Er zijn een paar dagen waarop het extra leuk is om op zoek te gaan naar deze pakketjes. Dat zijn de weekend- en feestdagen. De pakketjes zien er dan iets anders uit en de inhoud bevatten dan een bijzondere verrassing.

Retroman ‘s Retrogames

Bovenop Retroman’s eerder verschenen Ninja Rush is hij nu met een geheel nieuw spel Hij liet zich inspireren door het Navelpad Mysterie van de Tycoon Newspaper en bracht er een ode aan met het spel Padden Paniek. Hierin speelt hij zelf de hoofdrol, zoals dat ook in het verhaal een beetje het geval is. Het enige verschil is dat de Reuze Navelpad – die normaal ook een hoofdrol opeist – niet in de game voorkomt. Voor Retroman in China Town is er maar één ding belangrijk:  zorgen dat alle 100 vijanden, bestaande uit zombies en padden, het onderspit delven voordat hij het doet. Stort je in dit avontuur en beleef dit duistere deel van het Navelpad Mysterie zelf!

Goed, je kunt daar dan geen zbersibarnen of sterren mee verdienen, maar het plezier is er zeker niet minder om. Downloaden dus!

Hangman v2?

Ja, er zal een tweede versie van Hangman komen. Dat zal dan een versie worden waarbij ook de zbersibarnen en sterren een rol zullen gaan spelen. Wanneer die komt is nog niet helemaal zeker, maar dat zal ongetwijfeld bij de volgende livegang gebeuren.

Nog even dit:

De data die nu wordt aangelegd op de testsite zal niet volledig worden overgenomen naar de productieve site zodra we over niet al te lange tijd live gaan. Het enige wat wel één op één wordt overgenomen zijn de accountgegevens. Op de productieve site zal de Tycoon van de Maand-lijst dus initieel léég zijn!

We zien je graag terug op http://test.wsnoi.com !

 (* = op het moment van schrijven nog niet ontwikkelt )
 

By karelriemelneel | March 31, 2011 - 8:31 am - Posted in Contaminaties, Nederlands, Verbaal Genot

Bestaat uit: “Alle gekheid op een stokje” + “Zonder dollen”

Uitgesproken door: Peter Visser

Datum: vrijdag 18 februari 2011

By achmedlien | March 29, 2011 - 8:25 am - Posted in Duimzuigerij, Navelpad Mysterie, Nederlands, Reuze Navelpad

image by Toadette, edited by Gsorsnoi

Retroman en de Reuze Navelpad bevonden zich in een hoek van het plein. Ze stonden bijna letterlijk met hun rug tegen de muur; de steile gemetselde muur waar de pad bijna door één van de zombies tegenaan gesmeten werd, rees vele meters naast hen op. Links van het duo was een trap. Deze kwam drie meter hoger uit, net achter de hoek van de muur. Er zat een haakse bocht in die in het verlengde van de muur achter een woningblok verder naar de hoogte strekte. De toegang tot deze trap lag een kleine acht meter links voor hen. Zouden zij deze trap hebben willen bestijgen dan hoefden zij maar naar voren te rennen en er na een scherpe bocht tegenop te klauteren. Als ze dat wilden hadden ze zelfs een stukje kunnen afsnijden door eerder op een hoger gelegen traptrede te springen indien deze laag genoeg lag om met een sprong bereikt te kunnen worden. De problematiek waar ze echter mee zaten was dat er nog enkele tientallen ‘verse’ zombies over diezelfde trap naar beneden kwamen gerend. Enkele waaghalzen waren zelfs al bezig om over de leuning te klimmen om zich eenvoudigweg naar beneden te storten.

De steile wand konden ze niet beklimmen. Retroman keek er vluchtig langs omhoog, maar ontdekte geen objecten die houvast konden bieden. Het meest voor de hand liggende alternatief was recht vooruit tussen de zombies een weg te vinden naar de overkant en daar via het grillige gevelwerk naar boven te vluchten. Dat zou alleen wel betekenen dat ze opnieuw tegen de zombies moesten vechten die het plein bezet hielden. Uit de twee zijstraten werd het plein gevoed met nieuwe ongewenste gasten. Met de linkse zijstraat waren zij bekend. Daarlangs waren zij zelf eerder boven de grond gekomen en in deze akelige situatie beland. De rechtse niet, maar gezien de stroom vijanden die daar het plein op kwam gestrompeld, voelde het niet zo veilig aan daar naar een uitweg te zoeken.

Retroman tastte haastig zijn omgeving af en zocht naar andere vluchtwegen. Een paar meter rechts van hen ontdekte hij  een ladder die aan een uitstulping van de wand zat bevestigd.
“Daar!” bracht hij uit en hij wees naar de onderste treden van deze ladder. De pad zag het ook. Hij hield een volgende zombie op afstand en moedigde Retroman aan er haast mee te maken.
“Jij eerst. Dan verzorg ik de rugdekking.”
Hierop rende Retroman richting de hoek van de muur waar een paar sporten naar hem lonkten. De pad deed zoals hij had gezegd en volgde al om zich heen zwaaiend met de stok eenzelfde route. Ook Retroman had wat grijpgrage armen af te weren voordat hij de ladder bereikte. Eenmaal bij de trap aangekomen was hij de eerste die er opklom en keek direct even naar boven om te controleren of er bovenaan de trap geen nieuwe gevaren op ze stonden te wachten.

Ook de Reuze Navelpad was aan de klim naar boven  begonnen. Voor een kort moment viel er even weinig te vechten. Van die onderbreking maakten beide dankbaar gebruik om terrein te winnen. Hadden ze in goede conditie verkeerd dan was hun voorsprong natuurlijk veel groter geweest, maar dat was nou eenmaal niet zo. De zombies onder hen kwamen wel aangesneld, maar waren beduidend trager in het bestijgen van de ladder. Dit kwam vooral omdat zij elkaar in de weg zaten door het ongeduld waarmee ze de onderste sporten wilden vastpakken. De eerste zombie die er één te pakken kreeg werd al gauw bruusk opzij geduwd door een ander. Retroman en de pad waren geen moment te laat met deze actie; in een mum van tijd kon je letterlijk over de hoofden lopen, zo druk was het onder hen op het plein geworden.

De pad voelde een serie knopen in zijn maag vechten om de honger. Zijn buik verkrampte zich en maakte dat hij braakneigingen kreeg. Zijn ontmaskerde vriend merkte er niets van. Hij zat een klein stukje boven hem. Veel meer dan gal en wat dik slijm kwam er niet uit zijn bek naar buiten. Enkele druppels daalden neer en belandden op de zombie onder hem. Er was maar één ladder waarlangs ze naar boven klommen om een meter of zes hoger uit te komen, maar de Reuze Navelpad zag er twee. Zijn honger maakte dat hij zich moeilijk kon concentreren. Hoe lang geleden was het dat hij voor het laatst roem had geslurpt? Zijn verlangen naar het ongebruikelijke voedsel begon nu echt zijn tol te eisen. Hij werd licht in zijn hoofd en begon moeite te krijgen zijn bewustzijn te behouden. En zeker wanneer het een inspannend moment zoals nu betrof. Deze klim leek net een druppel te veel te gaan worden. Zijn keel voelde rauw en hij proefde een zure smaak die aan de gal te wijten was. Zombies, hij moest vluchten voor zombies. Maar waarom eigenlijk? Hem zouden ze niet pakken, toch? Zijn soort had de zombies juist geschapen. Door in de navels van mensen te kruipen werden zij zombies. Hij hoefde geen weerstand tegen ze te bieden. Hem zouden ze geen kwaad doen. Het was de man boven hem waar zij interesse in hadden. En nu hij er zo over nadacht, voor hem was het net een hele vette biefstuk die boven hem hing. Honger, ja de pad had honger. Hij moest eten. Zou hij dat niet doen dan ging hij van zijn stokje. Zijn missie om de paddentrek te stoppen en zijn naamgever te bevrijden kregen het zwaar met zijn instinct om te eten en daarmee in leven te blijven. Nog even en dan waren zij boven. Dan kon hij zijn slag slaan. Als Retroman de laatste mens was, dan was dit zijn laatste kans. Hij hoefde alleen maar onder zijn hemd te kruipen en hop! Hij kon hem gemakkelijk overtuigen dat voor hem te doen. Toch? Of zou dat absurd zijn? Hij had inmiddels voldoende van zijn vertrouwen gewonnen. Maar nee, dat moest hij anders aanpakken.

Retroman had de top van de ladder bereikt. In plaats van op een echt dak was hij uitgekomen op een soort promenade die voor een stel huizen langs liep. Hij nam vluchtig de omgeving in zich op en zag achter hem hoeveel hoger de appartementen nog boven op elkaar gestapeld stonden. Beneden vanaf het plein had hij dat nooit kunnen overzien. Daar had hij maar voor de helft het idee hoe hoog China Town boven zijn kop uitstak. Nu moest hij een manier zien te vinden om tot nog hoger te klimmen. Hoe hoger hoe beter en veiliger voor zijn levensbehoud. Het huis voor hem was voorzien van een metalen frame dat aan de gevel bevestigd zat. Zo’n bescherming aan de voorkant van een huis duidde er vaak op dat de bewoners de voorkant van hun onderkomen hadden verbouwd tot een klein winkeltje met kleine supermarktspulletjes, een heel normaal gebruik in Aziatische landen. Het frame zorgde ervoor dat kwaadwillende niet zomaar alle artikelen uit de toonbank konden weggrissen, maar zich altijd tussen het metaal moesten wringen. De overhandiging van koopwaar gebeurde door een rastervormig luikje waar ook de betaling door geschiedde. Voor Retroman was dit de aangewezen mogelijkheid om langs dat frame naar een etage hoger te klimmen. Daar zag hij een balkon en enkele pijpconstructies tegen een gevel die daar weer boven zaten.

“Vooruit, hierlangs!” gebood hij de pad die net van de bovenste sporten de promenade opstapte. De Reuze Navelpad wierp een blik naar beneden en zag dat de zombies nog niet halverwege de lengte van de trap waren geraakt. Hijzelf was buiten adem en zijn trek in roem streed pijnlijk met zijn verstand. Hij zag hoe de ontmaskerde ninja aanstalten maakte om het volgende obstakel te beklimmen. De ninja gebood hem zich te haasten en hem te volgen. Maar dit zou ook een uitstekend moment zijn om Retroman uit dat hekwerk te trekken en bovenop zijn navel te duiken. Breng hem uit evenwicht en spring op zijn buik, dacht de pad. Alleen als hij dat ook echt zou doen dan liep hij natuurlijk wel de kans dat de ninja zijn zwaard zou trekken en voor eens en voor altijd met hem zou afrekenen. Daar was hij toe in staat. Dat wist hij. Zijn vertrouwen in de Reuze Navelpad was vanaf het begin al bijzonder dubieus. Nee, nu toeslaan zou zeer onverstandig zijn. Hij zou wachten tot ze zover naar boven waren geklauterd dat Retroman en hij even buiten het bereik van nieuwe belagers zouden zijn. Dan zou hij hem op een onverwacht moment overmeesteren. Mits hij zijn verstand niet eerder zou verliezen.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Het is maar een spelletje
Volgend hoofdstuk: De hinderlaag