Of we dit nou moeten nomineren als dé openingszin of dat het hier gaat om een lucky shot daar ben ik nog niet helemaal uit. Ik kan je in elk geval melden dat ik er getuigen van was dat een slimmerik hiermee gisteren gescoord moet hebben.
Het was in een tweedehands boekenwinkeltje waar ik een stapeltje woordenboeken moest afrekenen en ik iemand betrapte op deze uitspraak. Ik stond in de rij te wachten tot ik in mijn buidel mocht tasten toen ik rechts van mij een bijzonder ontmoeting kon bewonderen tussen jonge mensen.
Om een lage vierkante tafel met daarop een flinke verzameling afgeprijsde boeken stonden deze twee tegenover elkaar opgesteld. De jongeman keek tussen de boeken of er iets voor hem bij zat of deed alsof hij dat zijn bedoeling was. In een door mij ietwat geromantiseerde setting boog op datzelfde moment de jongedame tegenover hem naar voren. Naar haar intentie kan ik alleen maar raden.
Afijn, terwijl haar decolleté solliciteerde voor bladwijzer tussen de bladzijden die voor haar lagen uitgespreid, keek de jongeman naar haar op. Gebiologeerd starende naar deze visuele verassing volgde er een korte stilte.
“Zoooh … best niet onaardig” was de uitspraak die volgde.
Ik was volkomen geshockeerd. Tot mijn spijt had ik door de opstelling waarin ik mij bevond niet hetzelfde uitzicht. Maar zelfs als ik dat had, vrees ik dat ik toch het lef niet zou hebben er een dergelijke uitspraak uit te floepen. Je zou me ‘s avonds thuis zien komen met de vuurrode afdruk van de verweven letters D en G op mijn wang afkomstig van haar handtas. Ook vermoed ik dat ik niet helemaal recht meer zou hebben gelopen van de onzaligmakende ontmoeting met een kniegewricht.
Blijkbaar had deze suïcidale flirter wat andere charmes op zak en hoefde niet op deze traktatie te rekenen. Tot mijn grote verbazing liepen de twee naar buiten verweven in hun eigen gesprek. En wie weet welke verwevingen nog zouden volgen.
De shock lag hem bij mij natuurlijk in het feit dat ik in deze dubbele ontkenning weer eens een contaminatie probeerde te ontdekken. Had ik het zo ver geschopt als deze jongeman als ik er had gestaan en had gezegd: “Zoooh … best aardig”?