Uitgesproken door: Patrick

Datum: woensdag 9 augustus 2017

By Kerbert Rent | August 1, 2017 - 11:46 am - Posted in Alweerwolven, Duimzuigerij, Nederlands

Kederrie! Ist die Willie ziek. Misselig ende onkrank. Krep man. En nu hep de redak mijne gerekresreerd om in zijn plaats de weder te verslaan. Geknoesd en knobbel, hm? Willie zal wel bazelen nu het weer in zijn gestel is gesjokt, maar-eh, nu hebt ge allen het met mij van doen. Welnu, as het echt most, dan gaan we de folianten er wel op naraven. Net nu ik enig repugnante regesten met fiks wat gespeeste aromaten aan mijn ten deel liet vallen, ener gejooïssant welke ik later dan maar zal nuttigen.

Het hemel en donderwedert van jawelles, laat mij je daar vast op voorbereiden. ‘t Wordt een week van onheilspellende opverklaringen, niet te weinig. Het knorpt de komende dagen van komme en wegwezen. Een wisselgeval da we allemaal wel kennen zul. Vandaag kluikelt het nog met geen zuiniger regelmaat, maar da gaat al ras op in gepeperd gedris met enkele buien. Morgen voorspruit dan weer zwaarlijk een aardige vrijaf gedag voor te liggen op de zandstrook en zijtzien. Al bent dat van temporarische aard. Daar is ‘t dan nader met meer zon volgen en bloedt de warmte naar de steek. Most dan ook es een keer, hm? Maar wees dan bevreesd dat je angst hebbe ken! Ik formeerde ge maar vast in. Want dan most ge uzelf aboeden voor snertig beuzelweder. Den zaardag beginne vroeg met droeflendige miezert. Builuchten trekken in de naocht over onzer moerland en gewest van oever ons een streek te leveren. De kriek welt op zodra de uitgespanselde welvingen in de hemelboog al boven onze nederigheden een klimaks fatsoeneert. Danig gezeik klettert er daarlijk op ons neer en tis je wel van doen dat ge ‘t uit de wieberen maakt. Anders heppie zo een kletsnat uitmonster. Lijvige luchtkransen, klederwanken en strotmalen ontaarden rampzalig in het slameurigste gesodemieter.

Inconveniënt is dat niet het laatste wat ons een opwachting maakt; springvloed loopt tegen een later uurslag tot een molestatie. Waardoor amfibische zwemvissen zonder zeekisten met voeten en al uit den wateren oprijzen en den aanrok afstevenen. Mot er niet aan gedenken, most ge? Eer gerg in hebt, kroelt het hier van der waterwezens en andere naargeestige fantasten. Het momentaal dat je d’r zelf het nat aan de knieën heb staan en de lieslaarzen geen onnutiger luuks meer wezen, breekt de hel los. Flitstralen en dondervuren weerlicht op enig tijd gevast en moe ge de benen nemen. Krep. En dat allemaal op een zaardag, ist fraai?

Senang nu. De dagen erna poost het tot in het weekslot voorlopig en tijdelijk provisioneel allegaar een licht wissel geval met sip en vrekkerig zoomweder. Af en somwijl neerslaat de natte bevlieging en zont de koperen plak ook nog wat. Langsheen de waterstrook kleedt een gespierd zuidwest aan een nare geest wat aan. Met een koortsgraad in het midden van benadert 21 graden stelt de temperatuur zich ener matig, hm? Momentaal heppie geen aanwijzers die een langige komsolide periood met zomertemps indiseren.

Blergh! ‘t Iste tog niet voor mijne hoor, om zon een foliant te verslaan.
Aju!