image by GWM, edited by Gsorsnoi

De hoogzwangere Aziatische vrouw moest ergens rond de vijfentwintig zijn geweest. Ze lag voor hem op een laag pagodebed. De zogenaamde washitsu, waar Retroman in terecht was gekomen, was opgetrokken in de klassieke Japanse Sukiyastijl. Het betrof een slaapruimte waar belangstellenden voor de tempel zich in konden terugtrekken voor de nacht. Er hing een rotte geur die haast ondraaglijk was. De houten raamwerken, die aan één zijde van transparant papier waren voorzien, vormden de panelen die de slaapruimten van elkaar scheidden. Deze shoji waren aan de onderzijde versierd met een drakenmotief. Rechts van het bed stond een kast van mahoniehout en notenfineer die werd geflankeerd door een inmiddels gortdroge kentiapalm. In de tijd dat padden en zombies hier de dienst gingen uitmaken, had niemand de plant nog van vers water voorzien. Meer naar de kant waar Retroman stond, recht tegenover het bed, was nog een lagere kast aanwezig. Deze was uitgevoerd in geolied kersen hout, met daar bovenop een andonlamp, bestaande uit bamboe en rijstpapier. De tatamivloer, met haar matten van rijststro, maakte het geheel af. Door hun universele maatvoering van iedere tegel van 90 centimeter breed bij 180 centimeter lang, kwam de gehele ruimte uit op 3,60 bij 3,60 meter, wat voor deze oriëntaalse woonruimte heel gewoon is.
De jonge vrouw lag op het bed in een onordelijke houding te zwemmen in haar eigen zweet. Haar gezicht was van Retroman afgewend en had daarop haar hand liggen zodat hij geen idee had van haar voorkomen. Mogelijk had ze geen behoefte aan oogcontact, omdat ze wist dat deze stad ondertussen hoofdzakelijk door monsters werd bevolkt. Ze had in elk geval nog niet gereageerd op zijn binnenkomst. Een vijftal groezelige gedaantes echter, die uit een stoffige zweem tevoorschijn traden, liep dadelijk op Retroman toe. Zij hadden direct door dat hij geen ondode was en waren dadelijk van plan zich gulzig op zijn sappige vlees te storten.
Retroman grijnsde wrang en vastberaden. De vele gevechten van de afgelopen dagen hadden hem terug in conditie gebracht. En nu hij overtuigd leek te zijn dat hij niet langer de enige overlevende mens in deze stad was, gierde de adrenaline door zijn aderen. In een halve maan schoof hij met zijn voet over de vloer om een geschikte gevechtshouding aan te nemen. Hij had zijn samuraizwaard in zijn vuist geklemd en stak zijn andere hand naar voren. Met de rug van zijn hand naar zijn wederpartij gericht, gebood hij ze uitdagend om dichterbij te komen door even snel drie keer zijn vier vingers naar binnen te buigen.
Gespannen wachtte de Reuze Navelpad af wat er zou gebeuren. Hij zat nog steeds in de buik van deze dappere zombiestrijder en nam de sfeer met nodige scepsis op. De onverantwoorde actie van Retroman om van het dak van de tempel naar deze washitsu te springen, stond hem niet aan. Hiermee had hij achteloos de perfect uitgedachte strategie van zich afgeworpen. Bovenop dat dak waren ze weliswaar in het nauw gedreven, ze hadden de zombies één voor één kunnen afslachten zonder dat het ze veel energie zou hebben gekost. Kwalijk nemen kon hij hem niet; om na zoveel dagen de kans te worden geboden eindelijk weer in contact te komen met een individu van zijn eigen ras, moet een onweerstaanbare verleiding zijn geweest. Maar het kon Retroman toch niet zijn ontgaan dat deze zwangere dame in de afgelopen maanden amper voor zichzelf heeft kunnen zorgen, vooral onder deze omstandigheden. Laat staan dat zij zich staande heeft kunnen houden tegen de voortdurende dreiging van de monsters om haar heen. Die hadden haar immers allang tot op het bot hebben moeten afkluiven. Iets klopte hier niet.

De wind kreunde en huilde om de muren van dit tempelcomplex en deed het riet en de balken van het dak schudden. Het krakelig gekreun van de vele monsters buiten klonk haast even miserabel. De voorste man van de zombies die om Retroman heen stonden, draaide dreigend om hem heen. De meeste waren tenger en krachtig gebouwd, hadden O-benen en droegen naast een shirtje dikwijls alleen een wijde lange broek of, in het geval van de vrouwelijke zombies, juist een kawaii korte broek.
Toen de man langzaam naderbij kwam, bestudeerde Retroman hem zorgvuldig, maar hield vanuit zijn ooghoeken ook de andere vier in de gaten. Het was alleen, nu hij gedwongen was om de positie van iedere belager te bestuderen, dat hem de alkoof rechts in dit vertrek opviel. De tokonoma is een belangrijk focuspunt in het Japanse interieur. Hetzelfde drakenpatroon waarmee de shoji was beschilderd, kwam terug in de tekening van een lampion die aan het plafond van de ingebouwde nis was opgehangen. De rode verf van deze papieren lantaarn versterkte het schijnsel van het ochtendlicht. Vanachter deze lamp werd Retroman een zesde zombie gewaar. Maar wat vooral zijn aandacht trok in deze demonisch belichte hoek, was de katanastandaard met daarop opgesteld twee Japanse zwaarden. Die konden nog eens van pas komen.
Op slag werd Retroman van twee kanten tegelijk aangevallen. Zijn eigen samuraizwaard had hij stevig met zijn vuisten omklemd. De zombie die hij in zijn flank voelde naderen, weerde hij behendig af door hem uit balans te brengen met een stoot van zijn elleboog. In diezelfde beweging draaide Retroman om zijn as en bracht een been omhoog om een zwaaiende trap uit te delen. De tweede zombie werd hierdoor in zijn maagstreek geraakt en wankelde naar achteren. Hij struikelde en nam in zijn val een kleinere zombie mee dat een meisje moest zijn geweest die hooguit een jaar of zestien was. Degene die hij als eerste wist te pareren was met zijn gezicht tegen de kersen houten kast geknald en als een zak aardappelen op de matten terecht gekomen. Retroman hief zijn zwaard hoog op en liet het toen met een snelle beweging neerdalen. De punt van het zwaard groef zich diep in diens nek en door de kracht die Retroman op de slag had uitgeoefend werd de man er bruusk door onthoofd.
Een forser gebouwde man was de volgende. Hij had zich eerder verdekt opgesteld in de tokononma waar naast de twee katana’s enkel nog wat scherven van aardewerk aanwezig waren. Het geblokte figuur rende naar hem toe en stak zijn armen hoekig in de lucht alsof hij een weerwolf was die zich op zijn prooi wierp. Retroman had hem snel in gaten. Hij dook en met één slag hakte hij het linkerbeen van de vijand af. De zombie schreeuwde niet eens van de pijn maar trachtte direct houvast te vinden aan de lage kast, maar doordat hij één been miste, verloor hij alsnog zijn evenwicht en viel hij zijwaarts over het lijf van de ander. Zijn verdelger keek niet eens naar hem om, maar stootte zijn samuraizwaard slechts naar achteren om zijn rug te doorboren op de hoogte waar zijn lever zat.
Gewaarschuwd door rochelend gekrakeel liet Retroman zich haast verrassen door een volgende dubbele aanval. Terwijl de eerder getroffen man en het meisje zich alweer oprichtten, waren de twee overgebleven zombies in Retromans handbereik gekomen. Eén ervan had slechts één arm en die zombie wist hij even af te weren door hem slechts een ferme duw met zijn schouder naar achteren te geven. Hij maakte van het momentum gebruik door krachtig het zwaard uit de rug van de uitgeschakelde zombie te trekken en deze in de borst van de volgende te drijven. De brokken ingewanden vlogen door de lucht.

De Reuze Navelpad vanuit zijn buik voelde zich haast machteloos, maar wist dat Retroman meer in het voordeel was wanneer hij erin bleef zitten. Er nu uitkomen en hem bijstaan zou hem alleen maar meer in de problemen brengen. Ofschoon Retroman een veel sterkere indruk maakte dan in de dagen ervoor, had hij lang niet zo’n moordmachine geweest zonder de hulp van de pad. Door in zijn binnenste de wisselwerking met zijn levensenergie aan te gaan, maakte de Reuze Navelpad hem haast onverslaanbaar. In feite was de pad een soort katalysator geworden. Retroman voelde zich er superieur door en hakte met zijn zwaard door de volgende schedel alsof het om boter ging. De man aan wie het had toebehoord zakte dadelijk onder zijn zwaard onderuit. Het bovenste deel van de verticaal doorkliefde schedel volgde een moment later, omdat deze door de slagkracht gelift werd. Onder hem klemden enkele vingers zich nog een paar seconden krachteloos om zijn kuit en gleden toen weg. Om zeker te zijn stootte hij het samuarizwaard in het rottende vlees en het maakte een nat, zuigend geluid wanneer deze teruggetrokken werd. De zombie die een arm miste, beende in Retromans richting. Hij krochelde diep terwijl hij een mank geworden been achter zich aansleepte. Retroman houwde hem met het zuiverste gemak neer met een slag die het hoofd van zijn romp scheidde. De losgehakte schedel vloog van zijn schouders en rolde door de schuifdeuren het vertrek uit. Nu meende hij dat hem een kort moment werd gegund om zich te overtuigen van de toestand waarin de zwangere vrouw verkeerde die nog altijd op het bed lag te kermen. Maar hij vergiste zich; via diezelfde schuifdeuren kwamen de volgende zombies alweer binnen zetten. Of zij zich reeds in de tempel en haar slaapzalen ophielden of dat zij er binnen getreden waren sinds Retroman hier de kamer betrad, was hem om het even. Hij had zich te verweren tegen nieuwe vijanden en hij vreesde dat hij de gehele populatie van Gohes City zou moeten neerhalen, wilde hij met pensioen kunnen. Maar hij zag zijn kans schoon en reikte naar één van de extra katana’s die hij in de alkoof had ontdekt. Het was een veel lichter model dan het museumstuk dat hem nu al enige dagen trouw was gebleven, maar het voelde vertrouwd aan en het lag hem goed in de hand.
Toen hij zich weer omdraaide om de volgende aanvallen te pareren en nieuwe slachtoffers te maken, werd hij verrast door een zombie die hem plotseling van achteren aanviel. Het was het meisje waar hij eerder een grotere zombie tegenaan had geworpen. In alle consternatie was hij haar blind vergeten! Ze moest zich hebben verborgen tijdens zijn confrontatie met de andere zombies, zodat ze hem een hinderlaag kon leggen. Dit was een cruciale fout die hem duur kon komen te staan. Het zombiegrietje was hem op zijn rug gesprongen en had haar benen al om zijn middel geslagen. Door haar sprong bungelde haar twee inktzwarte vlechten nog net even in zijn gezichtsveld en Retroman voelde hoe haar tanden zich pijnlijk in zijn schouder groeven. Het lukte hem nog maar net om tijdig zijn greep op de gevesten van de zwaarden te verstevigen; hij had ze bijna uit zijn handen laten glippen doordat ze hem zo had overvallen. Hij moest nu snel handelen. Voor hem zag hij de zombies al naderen. In zijn onvermogen deze geharde tante vanuit deze positie te kunnen aanvallen, beukte hij zijn lijf richting de lage kast en hoopte er maar op dat het meisje haar grip op zijn lijf zou verliezen. De beet in zijn schouder verslapte zich onmiddellijk om vervolgens volledig los te komen toen haar achterwerk langs de kast schraapte. Maar hij was nog lang niet van haar af. Ze belandden beide op de grond, hij met zijn rug bovenop haar. De andonlamp die haar lijf in de beweging had meegesleurd viel naast hen op de vloer kapot. De tatamimatten mochten in sportzalen gebruikt worden om een val te breken, de lamp was te broos om omgeschonden te blijven. Gelukkig voor Retroman brandde deze allang niet meer, want hij had geen behoefte aan de extra uitdaging van vechten in een vuurzee. Aan zombies die zich boven hem posteerde en nog zo’n monster die zich aan zijn rug vastkleefde, had hij zijn handen vol. De veerkracht van deze slaapkamervloer bracht nog een ander nadeel met zich mee. Had hij harder geweest dan had Retroman haar heupen meer schade aan kunnen brengen door met zijn volle gewicht boven op haar neer te komen, waardoor ze misschien zou hebben losgelaten. De meeverende ondergrond en het feit dat ze gezombificeerd was, minimaliseerde die kans. Pijn voelde ze sowieso niet, zodat het effect van de poging zich los te wurmen te verwaarlozen was.

In deze benarde positie leek Retroman ten dode opgeschreven. Op de grond was hij in deze situatie nou niet bepaald in het voordeel. Hij had echter nog een trucje achter de hand waarmee hij tijdens een martials arts demonstratie de harten van het publiek zou stelen. Met alle kracht die hij in zijn armen had, prentte hij zijn beide vuisten in de matten en draaide zijn rechterbeen in een volle cirkel langs zijn bovenlijf. In de helikopterbeweging die daardoor ontstond sleepte hij zijn linkerbeen erbij en richtte zich half op door te leunen op zijn knieën. Het was een techniek die hij eens van een vriend had geleerd. Maar hij was wel zo uitputtend door de extra ballast die hij bij zich droeg dat hij zijn hart in z’n borstkas als een moker te keer voelde gaan. De gelegenheid echter die hierdoor ontstond om direct uit te halen met het tweede zwaard was te mooi om te laten liggen. Zo hakte hij met een lage houw de benen onder een zombie vandaan. En terwijl hij neerviel, stak Retroman het andere in de borst van de volgende.
Het gevecht met de zombies was hervat en hij leek zowaar de controle erover te hebben hervonden. Maar ondertussen was daar nog wel het zombiemeisje dat zich in zijn nek aan hem tegoed wilde doen en daar alle de kans toe kreeg. Ze mocht wat beduusd zijn geweest door de val, ook zij begon zich te herstellen en opende reeds haar kaken om Retroman in zijn hals te bijten. Dit besef bracht hem tot het besluit om radicaal naar achteren te rennen. Hierdoor knalden ze samen tegen de vensterrand en klapte haar lijf naar achteren zodat zij haar rug brak. Haar teer geworden lijf scheurde boven haar korte broek bij haar middel open en legden haar darmen bloot. Haar armen en benen verslapten en Retroman kwam eindelijk los uit de dodelijke greep. Hij voelde hoe zijn rug kraakte toen hij weer naar voren veerde om twee andere zombies te onthoofden. Een ondode die hem van links probeerde aan te vallen, leende hij zijn tweede zwaard door deze tussen haar borsten te drijven. Hiermee spiesde hij haar vast aan de hogere mahoniehouten kast.
Een drietal nieuwe zombies, rechts van hem, leek onder de indruk en deed twee passen achteruit. Na dit moment van verbazing sprongen de drie even later over hun dode kameraden heen en stormden op hem af. Een van hen klauwde naar Retroman die de vervaarlijke uithaal ontweek, de grauwe pols van zijn tegenstander vastgreep en hem over de vensterrand slingerde. Deze zombie trok het kadaver van het gehalveerde grietje mee en samen vielen ze steunend op de straatstenen. Het volgende zielloze lichaam dat op Retroman afkwam, stak zijn beide armen voor zich uit en reikte naar zijn keel. Retroman maakte van deze handreiking gebruik door ook zijn arm vast te grijpen en de zombie om zich heen te slingeren. Hierdoor beukte hij de ander omver en wierp een barricade op bij de schuifdeur. In de tussentijd, voordat een nieuwe bestorming zou losbarsten, trok Retroman aan het gevest van het zwaard waaraan hij de zombievrouw had geregen.

Nu had hij opnieuw twee zwaarden. Maar wederom werd hij door een zombie verrast die hij door de stoffige atmosfeer over het hoofd had gezien. Deze kwam wel met zoveel logheid op hem afspringen, dat hij er niet direct een antwoord op had. Het was een zwaarlijvige Aziaat met een opgeblazen gezicht. Zijn onderkaak ontbrak. Samen beukten ze tegen de scheidingswand die het daarop begaf onder hun gewicht. Ze belandden in een andere kamer, die behoudens het meubilair gelukkig vrij was van nog meer zombies. Retroman was op zijn zij gevallen, maar herstelde zich opmerkelijk goed. Leunend op één schouder bracht hij met zijn vrije arm de aanvaller boven hem de genadestoot toe. Hij houwde met zijn samuraizwaard door zijn dikke buik en werd zelf gedolven door de stinkende ingewanden die daardoor vrijkwamen. Een misselijkmakende drab van organen, maden en kevers stortte zich over hem uit. Kokhalzend duwde hij het kadaver van zich af en richtte zich vlot weer op.
Ook de zombies die Retroman door de andere kamer had geslingerd hadden zich herpakt. Via de gang kwamen ze deze kamer binnen. Eén van hen had een laag ebbenhouten tafeltje meegebracht die hij onderweg had opgepikt. Hij hield het boven zijn hoofd en haalde ermee uit naar Retroman. Deze ving de slag met een van zijn zwaarden op, stapte toen tot vlak bij hem naar voren, dreef het zwaard die hij in zijn andere hand had in de buik van de zombie en gaf hem een duw waardoor hij achteruit wankelde tot hij door zijn kameraad opgevangen werd. Retroman spleet de schedel van de zombie met een slag die reikte tot op zijn strottenhoofd. De kracht van de slag was groter dan het zwaard kon verdragen. Het brak af en Retroman hield alleen het gevest nog in zijn handen. Verdwaasd keek hij ernaar. Wat was hij nu blij dat hij er nog één reserve had. En dat was nog altijd dezelfde die hij uit het museum had weggegrist. Daarmee doodde hij de laatste zombie en zag nu eindelijk de kans om zich over de toestand van de zwangere vrouw te ontfermen.

De Reuze Navelpad had zich al die tijd gespannen opgehouden in zijn binnenste. Iedere krachtstoot die Retroman met succes in zijn slachtoffers wist toe te brengen, had de pad van nieuwe energie voorzien. Op de één of andere manier voelde hij zich reuze prettig bij elke overwinning die zijn gastheer ervoer. Het stilde zijn honger en deed hem fitter voelen. Ondanks het feit dat Retroman wel wat anders aan zijn hoofd had, kon hem deze krachtige wisselwerking niet zijn ontgaan. Zijn aanwezigheid vergrootte zijn uithoudingsvermogen en maakte hem zo sterk als drie volwassen mannen.

Aangekomen bij de lijdzame vrouw waarvan hij de aanwezigheid begeerde, vergewiste hij zich er nog even van of ze wel alleen waren. Voor het moment leek dat zo.
De Japanse soberheid in deze kamer had plaats gemaakt voor een morbide tafereel. Omcirkeld door verwrongen lichamen waar stroperig lichaamsvocht en ander gruwzaam materiaal uitsijpelde, lag een hijgend vrouwmens te kreunen alsof ze spoedig haar laatste adem zou uitblazen. In het opkomende zonlicht glansde haar maanbleke huid karmijnkleurig op. Zweetdruppels parelden over haar rug en de enige schouder die Retroman kon zien. De andere, daar lag ze op. Ze droeg een katoenen nachtjapon met spaghettibandjes. En nog altijd had ze haar hand over haar gezicht geplaatst, alsof ze zich schaamde voor haar voorkomen.
Nu was Retroman het zat en wilde weten hoe het haar verging. Zonder aarzeling trok hij aan haar schouder en terwijl hij dat deed deinsde hij onmiddellijk van walging achteruit. In plaats van een ietwat opgezet gelaat van een jonge dame die in verwachting was, staarde hij naar een onuitsprekelijk macaber gezicht. Haar uitdrukking was zo doods, dat het hem koude rillingen bezorgde. Voor een kort moment brabbelde ze een onverstaanbare tekst die net zo goed in de taal van de duivel kon zijn gesproken. Hij wankelde verder op zijn benen naar achteren en werd licht in zijn hoofd van de akelige aanblik. Voor hem lag een vrouw die zo onuitsprekelijk lelijk was, dat je je zou afvragen of ze nog wel mens was. Dikke etterende puisten en rode vlekken hadden terrein opgeëist op haar anders zo smetteloze huidje. Rond de haargrens en om haar lichaamsopeningen, zoals haar oren, krioelde het van de moerasgroene korsten die zich er schilferig ophielden. Uit haar wijd geopende mond kwijlde ze met zwarte pruttelende speekseldraden. Haar irissen waren deels weggedraaid onder haar oogleden. Het wit van haar oogballen trilden epileptisch en maakten van het geheel een haast paranormale vertoning. Maar dat was nog niet alles. Want doordat Retroman aan haar lijf had getrokken, had hij het inwendige proces tot een hoogtepunt gedreven. Als een rijzende cake zwol haar lichaam op en barstte haar huid op verschillende plekken open. Op andere plaatsen werd het zo droog dat deze door wrijving ontveld raakte. Rottingsgassen vulde het vertrek en maakte dat Retroman het moest uitbraken. Naast de kast waar hij eerder een andere vrouw op had vastgeprikt, boog hij voorover en voelde hij hoe de hete maagzuren zijn slokdarm schroeiden. Een plas braaksel bevuilde de tatamimatten en te midden ervan keek hij in het verdwaasde gezicht van de Reuze Navelpad. Die was in een andere route naar buiten gekomen dan hij zelf voor mogelijk had gehouden. Krachteloos trok Retroman zich even later weer op aan de kast. Hij wilde vluchten met de pad, maar kon zijn blik niet losmaken van de jonge vrouw die bezig was te transformeren tot een bijenkoningin. Ze scheurde uit haar nachtjapon en ondergoed en begon ongecontroleerd te schokken met haar dikke naakte lijf. Het bed bezweek eronder, nu haar gewicht was gestegen naar het vijfvoudige van wat ze een moment daarvoor woog. Een reutelende ademhaling was nog kort hoorbaar voordat het wegstierf om vervolgens plaats te maken voor een ander naargeestig geluid. Haar dijen klapten plotseling krakend en wijdbeens uiteen. Het linker hing er het slapste bij, omdat het bot in het bovenbeen zich had losgemaakt van haar heup. Een liter stinkend groenbruin vocht maakte zich los uit haar geslachtsorgaan. De Reuze Navelpad die zich juist de brokken braaksel uit zijn ogen had gewreven, raakte opnieuw bedolven onder ranzig lichaamsvocht.
Inmiddels had haar buik de omvang gekregen van een flinke circusbal, maar egaal rond was ze allerminst. Rondom haar opgezette navel krioelde honderden kleinere ballen door elkaar die zo groot waren als flinke stuiters. Op die plaatsen waar ze door de huid heen leken te prikken, kleurde deze paarsig op. Ten slotte leken ze een uitweg naar buiten te zoeken door alle mogelijke openingen die ze in hun moeder konden vinden.
Retroman en de Reuze Navelpad stonden er van angst bevroren bij. En niet alleen zij waren onder de indruk van het schouwspel dat zich in deze washitsu voltrok, ook de volgende zombies die door Retroman waren aangetrokken, stonden aan de grond genageld.
Als een kolonie vluchtende mieren kroop een afschrikwekkende hoeveelheid kleine padden uit het opengereten lijf van de vrouw.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Perfecte strategie
Volgende hoofdstuk: Oerkrachten

image by Gsorsnoi, edited with DAZ3d and Photoshop

Het was dus waar. Ook Retroman kende Graaf Schaurig. Al had hij de man niet bij naam gekend. Kornelis wist in elk geval zeker wie hij was. En na wat hij gezien had bij de entree van het kantoor van de Tycoon Newspaper, moest hij onderkennen dat de graaf een door en door slechte figuur was. Hij zat achter die omvangrijke paddenstroom die de inwoners van Gohes City massaal tot zombies transformeerde. Maar waarom? Wat voor duister verleden speelde er tussen Kornelis Oflook en die graaf dat het hem tot zo’n genadeloze actie had gebracht? Was het wraak? En zo ja, waartoe was die wraak dan ontstaan?

Retroman besloot dat het nu niet zoveel zin had daar langer bij stil te staan. Dankzij de samensmelting met de Reuze Navelpad had hij hernieuwde krachten gevonden. Hij voelde zich beter en had verse moed om de slag om Gohes City te hervatten. Toegegeven, in ‘De Chinese Doolhof’ krioelde het van de monsters, hij had nu een nieuwe strategie uitgedacht. Bovendien had hij nu een duidelijk doel voor ogen: als hij deze dwaaltuin van Chinese bouwwerken kon ontvluchten dan was het die Graaf Schaurig die hij moest hebben. Alleen hij kon deze waanzin de kop indrukken. Retroman zou het ditmaal niet via de riolen van de stad proberen, maar over diens daken. Padden voelden zich thuis in een vochtige omgeving en aan de grond. Dus het was logisch dat hij niet veilig had gebleven wanneer hij zijn weg via de ondergrondse vuilnisgoot had vervolgd. Vluchten via de daken zou wel een opgave worden, het reduceerde ook de kans dat hij door zombies overmeesterd werd. Klimgeiten waren zij niet, dus hij was in het voordeel. Maar het klauteren over de overspanningen zou een zware bevalling worden.

Enkele dagen vlogen voorbij. Retroman, met de pad nog altijd in zijn buik, had vastberaden zijn plan voortgezet. Inmiddels was hij ervan overtuigd dat hij zich ten doel moest stellen om het slot van Graaf Schaurig te vinden. De Reuze Navelpad was daarbij zijn gids. Eenmaal daar aangekomen, zou hij de mogelijkheden van het zakhorloge moeten aanspreken om terug te reizen in de tijd. Hoe hij dat zou doen was voor latere zorg. Hij maakte zich nu nog even niet druk over de vraag hoe het zakhorloge uit zijn buik in zijn handen terecht moest komen. Belangrijker was nu te vluchten uit dit lugubere China Town. Makkelijk was dat zeker niet. Daarbij, ontkomen aan deze wirwar van straten was zelfs de oudste bewoners ervan nog nimmer gelukt. Niet dat iemand zich kon herinneren in elk geval. Toch moest hij erin slagen. En de route langs te daken kon hierin weleens de uitkomst zijn.

Toen hij op een zekere avond onder enkele overhangende takken van een klimop naar beneden tuurde, liet hij zijn oog vallen op een aantal straten die zich van de eerdere onderscheidden. Behoedzaam liet hij zich langs de gevels op lager vlak glijden en nam de nieuwe omgeving in zich op. Tegelijkertijd had hij de nieuwsgierigheid gewekt van zijn kameraadje die verandering in zijn hartslag niet was ontgaan.
“De padden hebben hier weer flink huisgehouden, en waarschijnlijk voordat de Aziaten de kans hadden om hun indringers op te merken en zich te verdedigen.” Retroman kreeg zowaar de indruk dat de navelpadden hier nog niet zo heel lang geleden voorbij waren getrokken.”Karbonade!” Ontsteld wees hij op de sporen van de strijd.
“Hier hebben ze de inwoners flink te pakken gehad  – we zien het verse bloed nog op de tegels.”
Met huisraad hadden de slachtoffers zich geprobeerd te verdedigen tegen de opkomende golf van padden en zombies. De lijken lagen her en der in hofjes, steegjes en tuinen verspreid. In deze omgeving zou Retroman zich normaal al meer thuis hebben gevoeld dan de troosteloze bedoening die hij ondertussen achter zich had gelaten. Hier waren de straten breder en de ruimtes meer open. Planten in potten, versieringen aan de wanden en hekwerken en andere vrolijke ornamenten fleurden het geheel hier weelderig op. Maar het was in schril contrast met de slachting die de padden van de graaf teweeg hadden gebracht.
“Ze eten de hersenen en de andere ingewanden altijd het eerst op,” verklaarde Retroman en doelde daarmee op de zombies. “Hier hebben ze het centrale zenuwstel uit de schedels geslurpt of geschud voordat ze die met hun klauwen naar binnen hebben gewerkt.”
Daarna hadden ze de lijken in vieren getrokken en de afgerukte ledematen onordelijk verspreid. Voeten die bij de enkelgewrichten waren afgekloven, hingen met pezen nog amper aan de benen. Ze vonden hoofden en handen die van hun eigenaren gescheiden waren, en nauwelijks herkenbare handpalmen die als toetje hadden gefungeerd. Het vlees was van de vingers gezogen. Ze hadden sommige schedels simpelweg opengespleten, de hersens er met hun vingers uitgeschept, een grote delicatesse voor de zombies,  en daarna de wangen er afgeschraapt en de tongen er uitgerukt. De gebroken schedels en kleine botjes lagen overal verspreid. De navelpadden waren hier zo vluchtig en gulzig aan het volk voorbij getrokken, dat iedereen die aan ze wist te ontsnappen als voer achterbleef voor de monsters die ze hadden gecreëerd. Daarna waren ze snel in zuidelijke richting vertrokken om nieuwe slachtoffers te maken.
“Z-zouden de zombies hier nog zijn?” vroeg de Reuze Navelpad bibberend. “Deze slachting is nog maar van pas geleden.”
Retroman wilde even graag dat antwoord weten. Mogelijk hadden de zombies de navelpadden achtervolgd om gelijk hun eigen bloeddorst te kunnen stillen. En nadat hij even had nagedacht, knikte hij zijn hoofd. “Zij zijn hier in deze paar straten misschien wel met vijftig of zestig man tegelijk gezombificeerd. De inwoners moeten gruwelijk zijn verrast. Een aantal zal zich zeker bij de navelpadden hebben gevoegd en met hen mee zijn getrokken. Maar je kunt er donder op zeggen dat er nog een paar in de steegjes alhier verscholen zullen zitten. Zij zullen ons dieper in moeilijk terrein willen binnenlokken en een hinderlaag voor ons leggen.”

Hij keek rond tussen de fraaie Oosterse bebouwing. “En ze zullen ook zeker een paar man op scherp hebben staan om ons te bespioneren. Ze houden ons waarschijnlijk op dit moment in de gaten.”
Retroman trok zijn zwaard en zocht dekking in een steegje. “Als wij hen niet volgen, zullen zij ons volgen en dat is precies wat we willen. Dan zijn wij in het voordeel. We zullen hen naar een slagveld leiden dat we zelf kiezen.”
“Daar een dojo!” bracht de pad uit en wees naar een verlaten zaaltje waar voorheen martial arts werd beoefend.
Zijn gastheer had het ook gezien en sloop er heen.
“Goed gezien Pad. Daar gaan wij de nacht in doorbrengen.”

De volgende ochtend vroeg had Retroman wat noedels en gedroogd zeewier gevonden en riskeerde het om dit klaar te maken boven een Japans kooktoestel. De hibachi die hij daarvoor gebruikte gaf tevens wat aangename warmte af, maar zou ook zombies kunnen lokken. Dat moest dan maar, overtuigde hij zichzelf, ze moesten toch wat op krachten komen. Het laatste moment dat ze wat gegeten hadden was alweer bijna vierentwintig uur geleden. En ze hadden de energie nodig om hun eindeloze reis voort te kunnen zetten. Tegen het middaguur waren ze, na de dojo te hebben verlaten, gestopt om te rusten en water te drinken uit een fontein die onder een brug was geïnstalleerd. Het was het bijzondere duo opgevallen dat ze al die tijd nog geen pad of zombie hadden gezien. Zo heimelijk als een schaduw kruisten ze een plantsoen met Japanse sierkersen om uit te komen in een straatje dat overging in een klein parkje rondom een tempel met kleine pagodes. De afdrukken van tientallen blote voeten waren hier zichtbaar in het zand voor de traptreden die naar het religieuze hoofdgebouw leidde. Afgelopen nacht had het geregend, dus zo lang geleden konden de zombies hier nog niet zijn gepasseerd. Zo vers als de voetsporen waren overtuigde het hen dat ze hier allerminst veilig waren. Daarop staken ze door tot ze weer tussen de huizen waren en het volgende indrukwekkende bouwwerk hadden gevonden. Het was een theehuis dat volledig was opgetrokken in de shoinzukuri-stijl. Het interieur bestond uit verhogingen met matten waar de gasten op konden zitten. In deze ruimte was ook een tokonoma aanwezig, een kleine nis met daarin een papieren scroll dat was uitgerold aan de wand. Bloemstukken op plankjes verfraaiden het geheel.
“Spoedig begint het,” verzekerde de Reuze Navelpad zijn vriend toen ze het vertrek hadden betrokken. “De jakhalzen zijn nog in de buurt en volgen ons. Zoals we hebben voorzien, zal de aanval nu niet lang meer uitblijven.”
Die avond zaten ze tot laat in de gastzaal met het verfijnde interieur om plannen te maken voor de volgende dag. Retroman sliep laat in, met de pad nog in zijn buik, en bleef uiterst waakzaam voor de dreiging die op de loer lag. Die nacht gebeurde er niets schokkend. De volgende  ochtend wilden ze vroeg vertrekken. Beide wisten dat er nu iets stond te gebeuren. De vereende gedachte aan de voetstappen die ze eerder hadden gezien kondigde een nieuwe confrontatie aan. Omzichtig stapten ze hun korte verblijfplaats uit en liepen in het verlengde van hun eerder belopen route. Binnen een paar honderd meter echter hielden ze halt. Een schaduw trok langs de daken en verdween even plotseling als het verschenen was. Snel sloegen ze een gat tussen henzelf en het theehuis. Ze waren ervan overtuigd dat ze een beweging hadden bespeurd op een muurtje dat één van de tuinen omringde. Onder het wegduiken en hoger terrein zoekende, bestudeerden Retroman en de Reuze Navelpad de bebouwing die rijk was aan versierde daken. Onder andere omstandigheden hadden ze hier vol bewondering kunnen genieten van de architectuur. Ditmaal was het de onzichtbare vijand waar ze gebiologeerd naar tuurden.
Ze zochten een plek die hun een voordelige uitgangspositie zou bieden. Voor hen uit verrees een klein geïsoleerde tempeldak boven de andere huizen. Ze spoedden zich er schuin naartoe. Retroman rende tegen de oostelijke overspanning en vond er voldoende houvast om linksom beschutting te zoeken achter een klein dakkapel. Toen ze dat punt bereikt hadden, zagen ze opnieuw beweging op de tegenoverliggende dakconstructies. Het ochtendrood  prikte scherp langs de dakpannen. Het bemoeilijkte het zicht, maar vormde tegelijk en natuurlijke verdediging. De zombies, padden of wie er ook achter ze aanzat, moest tegen het pas ontwaakte zonlicht inkijken om hun prooi te kunnen ontwaren. Een betere uitgangspositie had het onwaarschijnlijke duo zich niet kunnen wensen. Ofschoon de route naar het tempeldak vrijwel geheel open lag vormde de wanordelijke verstrengeling van de overkappingen een ondoordringbare muur. Het zou de vijand simpelweg te veel inspanning kosten om tot het punt te geraken waarop een effectieve aanval mogelijk zouden worden geacht.

Retroman en de pad spiekten langs  het gebakken klei. Aan de andere kant van de weg was het dakwerk meer effen en, zo te zien, leken de muren en andere hoogtes weinig dekking voor zombies om een hinderlaag te bieden. De rand van het dak waarop Retroman met zijn pad verborgen zat was maar veertig meter verwijderd van waar ze meenden iemand te hebben gezien, een afstand die met gezond verstand en een paar sprongen gemakkelijk te overbruggen was. Ze plakten zich weer snel tegen het venster van het dakkapel en wachtten af. Het verstoppertje spelen om leven en dood begon tot z’n climax te komen. En beide wisten, dat het ditmaal niet bij een paar tientallen aanvallers zou blijven.
“We worden gevolgd door minstens een legioen zombies. Schrik dus niet als we het dadelijk tegen een paar duizend ondoden moeten opnemen,” zei Retroman tegen zijn gast. “Laat hen maar dichterbij komen. Zolang wij hier boven zitten, hebben wij ze allang in de gaten voor ze een aanval kunnen voorbereiden. Het zal een massaslachting zijn die niet meer is vertoond sinds Spartacus. We mogen geen fouten maken. We doden hen snel met steeds een zuivere slag van het samuraizwaard. Niemand van hen zal de top bereiken. Het is alleen te hopen dat er voldoende ruimte zal zijn om de lijken te kunnen stapelen.”

Ze hoefden niet lang te wachten voordat het eerste silhouet de aanwezigheid van een zombie verried. Eén hoofd verscheen en al spoedig volgden er meer. Uit alle hoeken en gaten doken de lijkbleke gedaantes op die uit waren op ieder klein hapje mensenvlees waar ze hun hand op zouden kunnen leggen. Grote kans dat de eerdere restanten, die Retroman en de pad bij het betreden van deze nieuwe wijk hadden ontdekt, inmiddels tot de laatste botten waren afgekloven.

Retromans borst ging hijgend maar beheerst op en neer en zijn armspieren waren sprak gespannen om de eerste slag te kunnen uitdelen. Even later glipten de drie eerste zombies langs dakdelen die zich direct naast de tempel over de gebouwen uitspreidden. Retroman keek de avant-gardisten indringend aan, maar er was iets dat hem belette om zijn aandacht erbij te houden. Rechts van hem klonk een klaaglijk geluid. Voor een fractie van een seconde keek hij opzij en direct weer recht voor zich uit waar de eerste zombie een tevergeefse poging waagde het gat tussen de daken te overbruggen. Hij viel in de opening ertussen en verdween uit beeld. Die onfortuinlijke poging gaf Retroman nog een extra ogenblik om zich ervan te vergewissen wat hij had gehoord en waar het geluid vandaan was gekomen.
“Doe het niet!” waarschuwde de Reuze Navelpad terstond toen hij door kreeg waar Retroman zijn aandacht op gefocust had. Rechts van hen in een woning, en feitelijk recht tegenover het venster van het dakkapel, lag een zwangere vrouw te hijgen in het valse licht dat binnenviel in het vertrek waarin zij voor haar leven vocht. Dit was het moment waar Retroman al die tijd naar had uitgekeken. Eindelijk had hij de bevestiging gekregen dat hij toch niet de laatste mens was in de gedoemde stad. En de vrouw was nog zwanger ook. Voor een laatste maal keek hij naar de zombies die naarstig probeerden de tussenliggende afstand te verkleinen. Eén ervan had de gewaagde sprong succesvol klaargespeeld en was bezig zich te herstellen om verder naar boven te kruipen. Retroman worstelde met de keuze of hij zijn verstand moest laten spreken of dat hij op dit ongelukkig moment zou toegeven aan het verleidelijke.

“Retroman!” gilde de pad vanuit zijn binnenste. Maar Retroman had reeds afscheid genomen van zijn strategische positie en was weggesprongen. Hierdoor graaide de eerste zombie weliswaar naast zijn prooi, de man die zich ooit als een slinkse ninja door Gohes City bewoog, gaf er nu de voorkeur aan zich te storten in volkomen onbekend terrein. Door het venster belandde hij op een de vloer van een stoffig halfdonker kamertje. Hij richtte zich dadelijk op zodat hij recht tegenover de jonge vrouw stond. En al gauw werd duidelijk hoe onverstandig deze zet was geweest. In deze ruimte waren meer personen aanwezig. En velen ervan hadden hun buiken nog lang niet vol.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Het laatste nieuws
Volgende hoofdstuk: Slaapkamergeheimen

By retroman | September 2, 2011 - 8:30 am - Posted in De anagrammen, Duimzuigerij, Nederlands, Reuze Navelpad


image by termani, edited by Gsorsnoi

Het moge bekend zijn dat wij zonderlinge Snooilingen er nogal nerderige hobby’s op na houden: verhalen schrijven, computerspelletjes maken, quizzen en bordspelletjes spelen, enzovoorts.

De Reuze Navelpad nu heeft echter de neiging om maar al te graag in de navels van sportmensen te duiken en zo anagrammen op te boeren die voor sommige TN’ers (lees: de schrijver van dit artikel) niet te ontnavelen zijn vanwege de onnerderigheid van het thema ‘sport’.

Na talloze anagramgerelateerde vernederingen (vernerderingen?) geleden te hebben mede dankzij het feit dat mijn kennis van sportmensen vrijwel nihil is, vond ik dat het tijd werd om eens een thema te verzinnen dat wellicht beter bij dit snooitje ongeregeld past.

Qua nerderigheid zitten jullie hier vandaag goed, want het thema is: Titels van videogames uit de jaren tachtig!

Als je graag wilt meespelen maar de regels nog niet kent, dan raad ik je aan om dit artikel even door te lezen: http://wsnoi.com/tn/?p=651

Succes met ontanagrammaniseren!

  • Bludgeon Road (geraden door BoB)
  • Air Driver (geraden door BoB)
  • Marsupial Drone (geraden door Burbick)
  • Bad Shoulder (geraden door Gsorsnoi)
  • Biathlon Golf (geraden door BoB)
  • Fungus Market (geraden door Zombie)
  • Flat Lip (geraden door BoB)
  • Passive Dancer (geraden door Burbick, bonus voor BoB)
  • Slingshot Bongs (geraden door BoB)
  • Stir My Carnivore (geraden door Zombie)
  • Readable Test (geraden door BoB)
  • Marble Tasters (geraden door BoB)
  • Greatest Trash Filth (geraden door Zombie, bonus voor BoB)
  • Body Owner (geraden door Gsorsnoi)
  • Satanic Veal (geraden door Zombie)

P.S.: Hoewel er geen bewuste pluisjes te vinden zullen zijn, zitten er twee titels tussen die niet geheel aan de criteria van het thema voldoen. Als je weet welke dat zijn en waarom, laat het dan even in de comments weten want dan kun je er ZB 200,- per stuk voor vangen!

By reuzenavelpad | August 8, 2011 - 5:00 am - Posted in De anagrammen, Duimzuigerij, Nederlands, Reuze Navelpad

image by flickr4jazz, edited by Gsorsnoi

We gaan weer bekende Nederlanders zoeken in anagrammen. En ditmaal doen we dat met bediening. Dus mocht je tijdens het puzzelen trek hebben in een biertje of een andere vochtige versnapering, schiet je collega dan even aan, die vindt het vast niet erg om even de rol van die barmeid op zich te nemen.
Gezien de afbeelding bij deze opgave zou dit anagram artikel beter ‘De vuurspugende zonsverduistering barmeid’ kunnen heten, maar je begrijpt al dat we dat wat anders hebben aangepakt. Deze mevrouw kan namelijk heel eenvoudig jouw biertje laten verdwijnen. Alleen heeft ze daar een iets andere aanpak voor dat jij wellicht gewend bent.

Alle gekheid op een stokje, nog even de spelregels. Daarvoor verwijs ik naar het artikel ‘Verse anagrammen, nieuwe regels‘. Daarin staan de nieuwe regels zo compleet beschreven dat je er daarmee uit moet komen. Let dus wel even op die nieuwe regel dat je niet voor je beurt mag spreken! Zijn er desondanks toch onduidelijkheden, laat dit dan even via een comment of een e-mailtje aan info@wsnoi.com aan ons weten.

Ook de anagrammenverzameling van deze maand staat weer geheel in het teken van een actueel thema. Welke dat is verklap ik nooit. Daar moet je tijdens het oplossen achter zien te komen. Maar ook daar hebben we iets interessants omheen bedacht, want zoals je zojuist in het aangescherpte reglement hebt kunnen lezen krijg je ook voor het raden van het thema een paar zbersibarnen op je Snooi Bank gestort. Eén tip kan ik wel weg weggeven: dit thema moet je verdacht bekend voorkomen.

Word jij de nieuwe ‘Navelklopper’?

Succes met ontanagrammaniseren!

  • Loco Mentor (geraden door Burbick)
  • En IKEA Jurylid (geraden door BoB)
  • Verstop Spanje (geraden door Burbick)
  • Savanne Brood (geraden door BoB)
  • Herstelt Biervat (geraden door Sandra)
  • Col Dijk (geraden door Retroman)
  • Korf Bedaren (geraden door BoB)
  • Voetbal Spul (geraden door Burbick)
  • Probeer Petemoei (geraden door Sandra)
  • Kipcorn Gehoord (geraden door BoB)
  • Lord Kuur (geraden door BoB)
  • Sneeuwt Praktisch (geraden als bewuste pluis door Sandra)
  • Sas In Den Lynne (geraden door BoB)
  • Granietsteen Jus (geraden en ontpluisd door BoB)
  • Goochel Barmeid (geraden door Burbick)
  • Vos Orkesten (geraden door BoB)

Met vriendelijke reuzel,

Navelpad

PS: In deze opgave zit één bewuste pluis. Dus er is een anagram waar geen bekende Nederlander achter zit. Deze is ZB 200,- waard. Wanneer je het anagram ervan verdenkt de bewuste pluis te zijn geeft dat dan duidelijk in de comment aan zoals: Voorbeeld Anagram = bewuste pluis.

Te laat ingeschakeld?

Je kunt je op onze Tycoon Newspaper-artikelen abonneren door links in het menu onder het kopje ‘Tycoon Newspaper’ een RSS-abonnement te nemen op nieuwe artikelen. Zo wordt je altijd direct op de hoogte gehouden van nieuwe artikelen die hier verschijnen en krijg je dus ook direct bericht wanneer er weer anagrammen zijn.

image by faramarz, edited by Gsorsnoi

De vijvers tegenover het enorme bouwwerk van de Tycoon Newspaper waren bloedrood van kleur geworden en was bezaaid met levensloze gestaltes van mensen die voor hun leven hadden gevochten, maar de strijd moesten opgeven. Tussen hun opgeblazen kadavers probeerde nog een enkeling naar de waterkant de vluchten, maar werd door een onzichtbare macht van die gedachte afgebracht. Juist wanneer deze jongeman zich naast de ledenmaten van een lijk op de kade probeerde op te trekken schokte zijn lijf en begonnen zijn ogen langzaam uit te puilen. Onder hem en in hem was een kracht gaande die hem ontzielde en spastische bewegingen in zijn lijf teweegbracht. Wanhopig probeerde hij weerstand te bieden tegen hetgeen bij hem op buikhoogte zijn lichaam was binnengedrongen. Maar het was vergeefs. Niet meer dan een paar seconden later hield hij op met de schokkerige bewegingen en bleef ook hij stil in het water liggen. Een rode wolk van bloed stroomde langzaam vanonder hem naar de oppervlakte en maakte het vijverwater nauwelijks donkerder. En terwijl hij daar zo roerloos lag, zorgden kleine druppels van een beginnende depressie dat het vooral niet rustig bleef in het water.
De enige levende wezens die het plein met haar vijvers voor het gebouw van Nederlands grootste dagblad bevolkten, waren vreemde gedrongen blauwe dieren die onhandig op hun groteske voeten met zwemvliezen over de tegels hupten of door het water zwommen. Ze vochten fel onder elkaar om de kadavers in de hoop dat er nog iets levends bij zat voor ze. De doden deden ze niets daar zij niet konden leven van levenloze lichamen. Het waren de inmiddels opgerezen zombies die ze open reten en de eerste brokken vlees naar binnen schrokten. Kans om te ontbinden had hun voedsel nog niet eens gehad.

Kornelis wist niet precies wat voor dieren het waren tot de man in het ninjapak hem van deze gruwelijke informatie op de hoogte bracht. Met diepe walging mompelde hij: “Ik heb ze eerder gezien op mijn weg hierheen. Het zijn grote padden! Toen ik over de daken mijn weg zocht naar ons hoofdkantoor heb ik moeten aanschouwen hoe ze reeds in alle straten hun wandaden pleegden. Voor niets deinzen ze terug en alles wat ze steeds maar doen is onder de kleding van de mensen te kruipen en eronder te verdwijnen. Wat ze daar precies doen weet ik niet,” dit zou hij pas later ontdekken “…maar ik heb het vermoeden zij zich aan ons tegoed doen en ons tot zombies willen keren. Je hebt het nu zelf gezien: het lijkt bijna wel alsof ze na hun maaltijd alsmaar meer honger krijgen en ongecultiveerd opzoek gaan naar het volgende slachtoffer.”

Samen staarden de twee verslaggevers van de Tycoon Newspaper vanuit het atrium over het eens zo rustige plein in de richting van het centraal station dat aan de andere zijde lag. Retroman was naar het centrum gevlucht om er een trein te pakken en de stad uit de vluchten. Toen hij zich had gerealiseerd dat er grotere aantallen van deze monsters te vinden waren op de plaatsen waar meer mensen zich concentreerden was hij in rap tempo het plein overgestoken en naar kantoor gerend. Het was vandaag niet zijn werkdag, maar op het station wilde hij nu niet dood gevonden worden. Collega Kornelis Oflook was de enige die hij hier aantrof. Andere directe collega’s hadden een noodlottige keuze gemaakt door de benen te nemen in de hoop over het spoor een veilig heenkomen te vinden. Feitelijk waren zij regelrecht in de armen van de duistere macht gelopen die sinds deze middag de stad had overspoeld. Bekende gezichten zoals roddelverslaggeefster Rina Oddel en misdaadspecialist Karel Riemelneel had hij hier vandaag ook verwacht, maar waarschijnlijk waren zij voor het nieuws de stad in gestuurd en hadden ook zij de dood gevonden.
De man die over was gebleven was dichterbij hem gaan staan om de situatie beter te kunnen overzien wat maakte dat Retroman juist een stap opzij deed. Kornelis was een aimabele collega wat persoonlijkheid betrof, maar geenszins een aangenaam individu om je dichter dan een paar meter bij in de buurt te begeven. Ofwel hij waste zich nooit ofwel er was een andere reden dat Kor een penetrante lichaamsgeur bezorgde. Zijn overmatige zweten droeg er in elk geval aan bij. Dientengevolge hoestte en spuwde Retroman toen de vieze smaak en stank die in zijn keel bleven hangen uit.
“Wie heeft deze gruwelen op Gohes City laten neerdalen? Zijn dat werkelijk padden?”
Kornelis besefte dat het de omvang van de amfibieën was die hem in verwarring had gebracht. Ze varieerden in grootte terwijl enkelen ervan werkelijk enorm waren. Hun rug was even breed als dat van een flink rund en de meest omvangrijke waren bijna even hoog als een volwassen man wanneer ze op hun lange achterpoten in hun volle lengte oprichtten.
“Kijk er ligt er nog één te spartelen!” riep Kornelis uit en wees naar een jonge vrouw die vanachter een hegje tevoorschijn was gekomen en naar elders had willen vluchten. Een slechter moment had ze alleen niet kunnen kiezen; één pad in het water had haar opgemerkt en had haar aan haar enkel het water in gesleurd. Kornelis stond op het punt om in actie te komen, maar realiseerde zich dat de vrouw zich binnen enkele seconden tot de andere lijken moest voegen.

“Laat maar, het is al te laat,” hield Retroman hem tegen en reikte kort met gespreide vingers naar hem. Treurig zijn hoofd schuddend keek hij even naar hem op. Kor was fors en gemakkelijk twee koppen groter dan hem. “Het lijkt er niet op dat de burgers van Gohes City dit gevecht zullen winnen. We zullen een plan moeten trekken om hier zelf ook levend uit te geraken. We hebben al enkele van die lijken weer zien opstaan. Maar de voornaamste vijand die we moeten vrezen zijn volgens mij niet eens de zombies.”
Terwijl ze toekeken, beet een van de zombies in de arm van een dood kind en na er een keer of tien aan gerukt te hebben, schoot het los uit het schoudergewricht. Daarna gooide hij de kleine ledemaat achteloos achter zich en begon zich tegoed te doen aan de stroom bloed die er uit de schouder spoot. Toen die stroom ophield, sperde hij zijn bek open, beet in het vlees en schrokte brok na brok de happen naar binnen.
Stomverbaasd keken de heren door het grote venster naar buiten.
“Nou, ik geef het je te doen om daar een verhaal op te schrijven,” reageerde Retroman op het tafereel dat zijn maag deed omkeren. Beide mannen huiverden.  Zelfs Kornelis, die wel gewoon was om vieze verhaaltjes te schrijven door zijn aanstelling op de afdeling ‘de Galbakkerij’, werd misselijk van dit schouwspel.

Een eenzaam figuur stond aan de overkant van de vijvers en leek zojuist de chaos op het station te zijn ontvlucht. Hoewel zijn donkere regenjas met de schaduwen vervloeide, herkende Retroman hem onmiddellijk. Hij stapte dichter naar het raam en moest inmiddels moeite doen zijn zicht scherp te stellen, omdat het harder was gaan regenen. Toch zag hij overduidelijk Tinus’ kenmerkende contouren en wist dat hij het moest zijn door de uilenbril die hij droeg. Retroman was nog nooit zo blij geweest om zijn collega te zien.
“Tinus is hier!” riep hij opgetogen naar Kornelis die daarop ook naar voren stapte. Toen die hem beter kon zien tekende ook bij hem een glimlach op het gezicht. Collega Tinus Icket was een paar dagen afwezig geweest. Hij had de dagen vrij genomen om in huis wat zaken te kunnen opknappen en tijd te steken in het zoeken naar hun jongste kat die al sinds enige weken vermist was. Nu stond hij tegenover de Tycoon Newspaper en kwam er vast niet om beschutting te vinden tegen de regen.
Retroman was meteen van het atrium op de eerste etage naar de ontvangsthal gehold. Kornelis en hij hadden zich expres een laag hoger in het gebouw opgesteld om niet direct bij de monsterlijke wezens op het plein in het zicht te vallen. Maar de verschijning van Tinus veranderde de zaak. Een ogenblik later kwam Retroman met het eerste voorwerp waarmee hij zich kon verdedigen naar buiten gehold. Een spoor van potgrond markeerde waar hij had gelopen. Hij had namelijk in het voorbijgaan van de receptie er een yuccaplant weggegrist die er ter decoratie naast had gestaan. De plant was licht genoeg om voor een improvisorisch wapen door te gaan waardoor de held in wording zich al wat meer op z’n gemak voelde. Met pot en al beende hij buiten over de traptreden voor de entree en werd prompt door de schrik bevangen door wat Tinus en hem te wachten stond. Kornelis kwam een niet veel later naast hem staan – met niet meer dan zijn vuisten en zijn gewicht als wapens – en overtuigde zich met hem over de nadelige situatie waarin zij zich verkeerden. Niet alleen in de vijvers, maar ook in de heggen die het plein flankeerden werden zij een stel verdekt opgestelde individuen gewaar die zij eerder vanaf de eerste etage niet gezien hadden. Het was klip en klaar dat de drie verslaggevers niet in het voordeel waren.
“Tinus! Kom niet naar hier! Vlucht nu het nog kan!”

Het was een dringende waarschuwing aan Tinus die aan de rand van één van de vijvers stond, maar het was al te laat. Tinus had Retroman en Kornelis niet gehoord door de wind die opstak en kwam al aangelopen. Een duister individu die zich ongemerkt op het plein leek te hebben gemanifesteerd hief een arm en wees naar het oppervlak van het water waar nog enkele padden en zombies doorheen waadden. Bijna alsof hij op zijn bevel reageerde, sprong een monsterlijke pad uit het water omhoog, sperde zijn kaken open en beet vlak boven de knie in het achterbeen van Tinus waarin een diepe wond achterbleef. Tinus brulde het uit van schrik, wist lost te breken uit de akelige greep en rende in paniek van de vijverrand weg. De pad kreeg zo geen kans om in een tweede actie naar zijn buik te klimmen en er onder zijn kleren te verdwijnen. In plaats daarvan haastte zijn prooi zich in de richting van zijn collega’s, maar kwam door de ontsteltenis op onfortuinlijke wijze in een andere vijver terecht.  Daar ging hij even kopje onder waarna hij weer vlot de oppervlakte bereikte. Ontzet keek Tinus om zich heen wat hem was overkomen en had de doodsangst in zijn ogen staan. Waarom moet die voortuin van zijn werkgever nu zo belachelijk groot zijn, bedacht hij zich nog. De dichtstbijzijnde waterkant lag binnen handbereik en hij wist dat hij vaart moest maken om er daar op de kade te klimmen.

“Tinus!” schreeuwde Retroman. Hij spoorde hem aan om op te schieten uit die vijver te geraken en zag tot zijn opluchting dat Tinus er gehoor aan wilde geven.
“Houd vol, Tinus!” schreeuwde Kornelis. “We komen eraan!” Beide heren renden tussen de vijvers zo hard als ze konden, maar voordat zij Tinus bereikte, was hij bijna uit de vijver gekropen terwijl het volgende kwaad alweer op de loer lag. Een dreigend wezen vanonder het oppervlak keek naar hem op. Toen ging het water rechts van hem vaneen en een pad schoot naar Tinus omhoog. Die sprong naar zijn kop en sloeg zijn kaken als een buldog om zijn nek. Hij moest een zenuw geraakt hebben, want de arme dertiger zakte hulpeloos door zijn benen op de grond. En terwijl hij door zijn hoeven zakte en terug in het water viel keek hij even kort in de richting van de man die deze grootse aanval op zijn geweten had en erbij stond te lachen. De twee redders in aantocht zagen hem nu ook. Van hen was het Kornelis die hem direct herkende en door zijn blik gevangen werd. Twee boosaardige ogen die waren weggezakt in de oogkassen staarden Kornelis wraakzuchtig en kil aan. Ze behoorden toe aan een man wiens houding typisch gebocheld was en gekleed was in een net maar stoffig pak afgezet met een inktzwarte cape. Een onzichtbare kracht hield Kornelis’ aandacht op de aanvoerder van hun belagers gevestigd en wisselde met hem een denkbeeldige bliksemflits uit die een oude vete leek te repeteren. Het duidde op een donkere relatie die Retroman niet kende, maar de spanning ervan ontging hem niet. Kornelis kende deze man duidelijk al veel langer en was allerminst op zijn gemak met het weerzien.

Ondertussen rolde Tinus door het water en op zijn rug en bewoog zijn hoofd wild heen en weer in een poging de pad af te schudden. Hij draaide zich over het lijf van de pad heen en probeerde hem zo wanhopig tegen de vijverrand klem te zetten om vervolgens zichzelf te kunnen bevrijden. Maar het was zinloos en het monsterachtige dier was sterker dan hem. Die rolde zich op zijn beurt over hem heen waardoor Tinus zowat onder het gewicht verdronken en verpletterd raakte.

“Shit Kornelis, we moeten opschieten! We moeten hem redden!” merkte Retroman zenuwachtig op naar Kornelis. Maar voordat zij de rand van de poel bereikte, kwam Tinus’ hoofd boven water. Op de een of andere manier was hij uit die houdgreep ontsnapt. Bloed gutste uit zijn nek en het was duidelijk dat zijn situatie penibel was.
“We komen eraan!” schreeuwde Kornelis. “Wanhoop niet!”
Toen krioelde de poel plotseling van de menselijke lijken die inmiddels gezombificeerd waren. Deze ondoden zwermden van de bodem omhoog en vielen Tinus aan als een meute wilde honden die een gazelle te pakken nemen. De jonge reporter sperde zijn mond open en hij probeerde te janken en te schreeuwen, maar het met bloed verzadigde water verstikte hem. De zombies en enkele padden trokken hem er onder en toen hij weer even bovenkwam, was zijn gespartel bijna opgehouden. Zijn enige bewegingen werden veroorzaakt door de zombies die onder water waren begonnen stukken vlees van zijn lichaam te rukken.

“Wij zijn hier, Tinus!” schreeuwde Retroman wanhopig. Zij konden niet zomaar tussen de zombies en padden springen, want ze wisten dat zij dan door de overmacht bevangen zouden worden. Retroman toomde daarom zijn drift in om er tussen te gaan staan en probeerde vanaf de vijverrand een aantal van de monsters met de pot van de yuccaplant op het hoofd te raken. Daarmee had hij zoveel succes dat hij in geen tijd een vijftal zombies voor zolang uitschakelde dat ze voor langere tijd roerloos in het water kwamen te liggen, dat was tot de aardewerken pot aan de voet van de plant het na een aantal stoten begon te begeven en uit elkaar barstte. Helemaal ontwapend was hij niet, maar Retroman besefte ook wel dat hij enkel met een aarden kluit niet veel zou kunnen uitrichten. Kornelis was ondertussen wel zo onverstandig geweest om in het ondiepe deel van het water te stappen zodat hij met zijn blote vuisten een paar meppen kon gaan uitdelen. Met zijn indrukwekkende  postuur en dito domme kracht zou hij de zombies wel eens even een pak rammel gaan verkopen, maar zijn adem stokte al snel van pijn toen één van de zombies onder water zijn tanden in zijn been dreef. Hij sloeg met zijn kolenschoppen naar de ondode en gebruikte al zijn fysieke kracht en gewicht dat hij in de strijd te gooien had om de slag zo hard mogelijk te maken. Hij voelde een schok toen hij zijn tegenstander vol in zijn ruggengraat trapte. De zombie verzwakte en kwam op zijn rug boven water.

“Tinus!” Retroman kon de man niet meer onderscheiden van de zombies die hem levend verscheurden. Tinus’ hevig bloedende lichaam ging op in de tot monsters gemaakte lijven van degene die al eerder het leven hadden gelaten. Plotseling stak hij met zijn benige armen hoog boven de krioelende massa en klonk uitermate zacht en schor in zijn poging te schreeuwen.
“Het is gedaan met me. Jullie moet alleen verdergaan, mannen,” zijn stem was bijna onhoorbaar, verstikt door de massa van monsters en het bloedrode water om hem heen. Daarna werd zijn stem gesmoord toen een pad onder water zijn doel had bereikt terwijl enkele zombies hem voor de laatste keer onder water trokken.

Kornelis moest Retroman bedwingen om zich niet tussen hen te voegen toen de emoties hem overmande.
“Nee Tinus, nee!”
“We kunnen echt niets meer voor hem doen knul,” en Kornelis trok hem weg bij de rand van de vijver. Vanuit de vijvers kwamen  al snel de volgende vijanden op hen af en hij zag hoe hun duistere leider goedkeurend naar hen grijnsde. Graaf Schaurig hief zijn hoofd op, maar bleef Kornelis arrogant aankijken.
“Vlucht maar,” zei deze met zijn duidelijk Duitse accent “…vluchten is toch zinloos.”
Angstig en verbeten keek Kornelis van de graaf naar de situatie om zich heen en verdween samen met Retroman de nacht in.

En zo zag de Reuze Navelpad via Retroman’s herinneringen hoe zijn gastheer één voor één zijn medestadsbewoners had verloren. Later raakte hij ook het contact kwijt met Kornelis toen zij samen over de daken van Gohes City vluchtten en een nieuwe massale aanval hen uit elkaar dreef. Kornelis was tijdens een later gevecht boven op een klein flatgebouw over een dakrand naar beneden gedonderd en had Retroman nog nageschreeuwd verder te gaan zonder hem. Maar Retroman wilde koste wat kost weten hoe Kornelis eraan toe was en was zodra hij zich van de vijanden kon verlossen via een veiligere weg langs de gevel naar beneden geklauterd. Kornelis echter had hij er niet aangetroffen en hem daarna ook nooit meer weergezien. Verbitterd trok hij de kap van zijn ninjapak over zijn hoofd en trok alleen de stad door.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: De binding
Volgende hoofdstuk: Perfecte strategie

By reuzenavelpad | July 12, 2011 - 7:22 am - Posted in De anagrammen, Duimzuigerij, Nederlands, Reuze Navelpad, Verbaal Genot

image by Kredit, edited by Gsorsnoi

De anagrammen zijn tijdelijk terug! Zij die de nieuwsbrief hebben ontvangen en hebben gelezen zullen dit al weten, maar ik ben dus weer gevraagd om voor jullie enkele anagrammen op te boeren nu het detectivespel de Vuurspugende zonsverduistering detective voor onbepaalde tijd in de ijskast staat.

De spelregels zal ik niet tot in den treure herhalen. Daarvoor verwijs ik naar het artikel ‘Verse anagrammen, nieuwe regels’. Daarin staan de nieuwe regels zo compleet beschreven dat je er daarmee uit moet komen. Let dus wel even op die nieuwe regel dat je niet voor je beurt mag spreken! Zijn er desondanks toch onduidelijkheden, laat dit dan even via een comment of een e-mailtje aan info@wsnoi.com aan ons weten.

Ook deze anagrammenverzameling van deze maand staat weer geheel in het teken van een actueel thema. Welke dat is verklap ik nooit. Daar moet je tijdens het oplossen achter zien te komen. Maar ook daar hebben we iets interessants omheen bedacht, want zoals je zojuist in het aangescherpte reglement hebt kunnen lezen krijg je ook voor het raden van het thema een paar zbersibarnen op je Snooi Bank gestort. Daarvoor hoef je overigens niet op je beurt te wachten. Weet jij het thema dan mag je het direct in de comments melden.

Word jij de nieuwe ‘Navelklopper’?

Succes met ontanagrammaniseren!

  • Doorbladeren (geraden door BoB)
  • Vaag Jenaplan (geraden door BoB)
  • Lam Ramsjen (geraden door Zombie)
  • Karin Zuigham (geraden door Retroman)
  • Hein Piekuren (geraden door BoB)
  • Vanaf Kinds Jet (geraden door Paap)
  • Chic Pop Lui (geraden door Zombie)
  • Fataal Van Verrader (geraden door BoB)
  • Ik Reed Kerk (geraden door BoB)
  • Rokertjes Branden (geraden door Paap)
  • Bond Zenuweindje (geraden door Zombie)
  • Nek Na Hemd (geraden door Zombie)
  • Baby Meld Vends (geraden door Paap)
  • Lyon Yin Soos (geraden door BoB)
  • Maleise Smaak (geraden en ontpluisd door BoB)

Met vriendelijke reuzel,

Navelpad

PS: In deze opgave zitten in principe geen bewuste pluisjes.

Te laat ingeschakeld?

Je kunt je op onze Tycoon Newspaper-artikelen abonneren door links in het menu onder het kopje ‘Tycoon Newspaper’ een RSS-abonnement te nemen op nieuwe artikelen. Zo word je altijd direct op de hoogte gehouden van nieuwe artikelen die hier verschijnen en krijg je dus ook direct bericht wanneer er weer anagrammen zijn.

By achmedlien | May 23, 2011 - 7:58 am - Posted in Duimzuigerij, Navelpad Mysterie, Nederlands, Reuze Navelpad

image by Ton Haex, edited by Gsorsnoi

Onder normale omstandigheden zou de Reuze Navelpad zich helemaal hebben laten gaan en Retroman hebben ontdaan van zijn essentiële levenssappen. De roem, bestaande uit behaalde successen in het leven hoe klein of groot ook, was het voedsel dat deze extreme paddensoort in leven hield. Al deze sappen zou hij hebben ontrokken van zijn gastheer door zich te laten versmelten met diens ingewanden. Dat wil zeggen, als de pad zich volledig had laten gaan. Tot nu toe was hij nooit zo diep gegaan om echt alle beschikbaar roem tot zich te nemen. Alleen bij de politicus Alexander Pechthold, die de Navelpad zich alleen herinnert als Explodeer Lacht Dan, had hij zich helemaal opengesteld om tot het laatste beetje roem te reiken. Hij had geprobeerd om de opdracht die hij van Graaf Schaurig had gekregen eindelijk eens compleet te voltooien. Der Witregels, de andere politicus die we kennen als Geert Wilders, had hem daartoe gemotiveerd. De pad was destijds in tweestrijd geraakt: moest hij zijn opdrachtgever gehoorzamen en alle bekende Nederlanders tot zombies keren of had hij de keuze om van het slechte pad af te stappen? De innerlijke strijd met Geert Wilders was zo heftig en zo duister geweest dat hij even had gedacht dat alle mensen diep van binnen zo slecht waren. Daarom had hij, nadat hij het gevecht met hem had verloren, besloten van Alexander Pechthold zijn eerste succesvolle opdracht te maken. Maar dat besluit had  juist averechts uitgepakt; hij had de politicus binnenste buiten gekeerd in een slechte slurping. De Reuze Navelpad had blijkbaar een veel te goed hart van zijn naamgever meegekregen wat maakte dat hij zich niet tot die ultieme wandaad kon zetten. En zo geschiedde het dat Retroman maar over het zakhorloge hoefde te beginnen om hem aan zijn missie te herinneren. Een slurping plegen bij zijn nieuwe vriend had toch nooit een succesvolle kunnen zijn, hoeveel honger hij ook had. Daar was de pad te zachtaardig voor en zijn prooi een veel te goed persoon.

Desondanks was hij zijn lijf binnengedrongen en had er zich een weg gevonden die hij anders ook had gezocht. Ditmaal had hij echter op tijd bij zichzelf de knop omgezet om een nieuwe gave te kunnen aanspreken. De pad was namelijk in staat emotionele banden te leggen met mensen die hem dierbaar waren. Mensen of andere schepselen die hij wel mocht kon hij in verbinding brengen met zijn eigen wezentje. Zo kon hij met ze communiceren en energieoverdrachten plaats laten vinden. De pad wist wat dat betreft zelf nog maar half waar hij allemaal wel niet toe in staat was.

Retroman was dat op een goed moment ook door aan het krijgen. Hij lag nog gebroken onder het puin van de dozen met Aziatische producten toen hij zich begon te realiseren dat hij de strijd met zijn ongewenste gast niet per definitie aan het verliezen was. Hij had zich al schrap gezet op het onvermijdelijke en had in gedachte vast dat filmrolletje van zijn leven erbij gepakt dat normaal aan een mens voorbij trekt als hij sterft. Maar doodgaan deed hij niet. Het ziekmakende gevoel van misselijkheid in zijn buik nam even snel af als dat het was komen opduiken en verdween daarna compleet. In plaats daarvan nam zelfs zijn eigen honger naar voedsel af. Nieuwe energie vond zich een weg door zijn ledenmaten en een gezonde blos kwam terug waar het zijn aangezicht eerder had verlaten.

Gevoelens en persoonlijkheden begonnen zich te mengen. De Reuze Navelpad had zich aan zijn onwaarschijnlijke gastheer overgegeven. Andersom idem dito. Levenssappen voegden zich juist samen. Energiestromen bewogen door elkaar heen en ook herinneringen vloeiden in elkaar over totdat er een gezamenlijk geheugen ontstond. Retroman zag hoe de Reuze Navelpad wakker was geworden op een operatietafel en te horen had gekregen dat zijn herinneringen aan zijn geboorte en zijn naamgever waren gewist. Deels, wisten hij en de pad, want de pad was niet alles kwijt. Retroman herbeleefde zijn avonturen, zag hoe hij door  het land trok en slachtoffers maakte alleen maar omdat die gruwelijke Graaf Schaurig hem dat had opgedragen. Ecuador Walm, Zede Harnas, Ren Periscoop, Hens Durfal, Daphne Vlovuren, Hoede Goyer en Yen van Snurkvang zouden normaal gesproken slechts een verzameling zinloze brei van woorden zijn geweest. Nu snapte hij dat het anagrammen van bekende Nederlanders waren. Het was de pad onmogelijk gemaakt om de werkelijke namen te onthouden. Dat zou hem alleen lukken als hij voldoende tijd met deze mensen had doorgebracht om ze beter te leren kennen en hun namen te repeteren. Daarom kon hij Retroman’s naam wel onthouden.
“Onwaarschijnlijk…” had Retroman gezegd.
“Wat?” reageerde de pad vanuit Retroman’s buik.
“Nou, dat jij Achmed en Theo kent natuurlijk. Bedenk nou zelf: hoe groot acht jij de mogelijkheid dat twee willekeurige individuen uit een onmetelijk grote stad als Gohes City dezelfde mensen kennen?”
“Dat klinkt inderdaad wel erg onwerkelijk,” moest de pad toegeven.
Nu beide herinneringen aan elkaar bloot lagen had Retroman gezien hoe de pad via Achmed Liën met Theo Nologie in contact was gekomen, hoe hij het zakhorloge had meegebracht en door de botsing met het andere zakhorloge naar zijn tijd was geslingerd. Hij spoelde de herinneringen van voor naar achteren nog eens een keer af en kwam ook zichzelf tegen. Het was heel onwerkelijk om te zien hoe hij daar in zijn ninjapak tussen de operatietafels was verschenen en de pad de opdracht had gegeven met het zakhorloge te vluchten. Waarom zou hij dat hebben gedaan? En bovenal: hoe kwam het dat hij zich vanuit het niets in en tijd had gemanifesteerd waar hij doel noch locatie van kende? Verklaarde dit soms ook waarom de pad juist naar hem hier in de toekomst was geflitst? De Reuze Navelpad kon zijn vraag nu horen zonder dat Retroman hem de vraag hoefde voor te leggen. Ziel en zaligheid werden nu automatisch aan elkaar blootgelegd.
“Ik denk dat jij de enige persoon voor mij was in de toekomst die ik ook uit mijn eigen tijd kende. Natuurlijk wist ik niet dat Retroman de persoon achter de man in het ninjapak was, maar blijkbaar lopen er hier in deze tijd niet zoveel mensen meer rond, laat staan eentje in een ninjapak. Zo moet mijn emotionele kracht de magie achter het zakhorloge hebben aangestuurd om mij uitgerekend daar in het riool af te zetten waar ik jou heb ontmoet.”
“Holadiejee man. Dat is erg freaky allemaal!” reageerde Retroman bijna guitig verbaasd.
De pad viel stil. Wat was dit nu toch weer voor een reactie? ‘Holadiejee’, ‘freaky’? Dit moest hij even verwerken. Inmiddels was hij zo aan de stoere taal van deze ninjaman gewend geraakt dat het amicale gepraat waar hij nu mee op de proppen kwam hem totaal niet leek te passen. Maar na een duik in zijn herinneringen ontdekte hij dat Retroman in het dagelijks leven juist een joviale kerel was die het leven eigenlijk niet al te serieus nam. De quasi kloeke strijder was achter zijn ninjamasker een bijzonder ontspannen jonge kerel. Zijn inhammen waren feitelijk het enige bewijs dat hij de magische grens van dertig alweer een tijdje was gepasseerd, maar zijn geest en manier waarop hij zich bewoog waren nog ergens blijven steken rond zijn twintigste levensjaar. ‘Volwassen worden’ waren twee woorden die hij nog nooit in die combinatie in zijn mond moest hebben gehad.

Dezelfde duik in zijn verleden zorgde er ook voor dat de Reuze Navelpad te weten kwam hoe hij zo alleen op de wereld was geraakt. Het rustige leventje dat Retroman had doorgemaakt werd door de paddeninvasie volkomen uit haar verband gerukt. Van de één op de andere dag moest hij zijn huis verlaten en had er vaarwel gezegd aan het computerspel dat hij aan het ontwikkelen was.
“Dus dat rare ninjapak van jou is eigenlijk niet meer dan een carnavalspak dat je toevallig uit de kast had getrokken?”
“Ho ho!” kwam Retroman in protest. “Je had het nog slechter kunnen treffen. Wees blij dat ik geen piratenkostuum gekozen had. Dan had ik er hier nu bij gelopen als Jack Sparrow.”
De Reuze Navelpad had natuurlijk geen idee wie dat was en veranderde snel van onderwerp toen ook hij wat filmpjes van een onbekend verleden aan het afspoelen was. Daar had hij ineens een ontdekking gedaan waar de pad even van terugschrok.
“Mijn hemel!” sprak hij zacht.
“Wat is het?” zei Retroman en tuurde over de rand van het pand om zich in een nieuw avontuur te storten.
“Jij hebt Graaf Schaurig ontmoet!”

Wordt vervolgd.

Vorige hoofdstuk: De hinderlaag
Volgende hoofdstuk: Het laatste nieuws

By reuzenavelpad | May 16, 2011 - 7:00 am - Posted in De anagrammen, Duimzuigerij, Nederlands, Reuze Navelpad, Verbaal Genot

image by nlewis038, edited by Gsorsnoi

Nu de nieuwe site van WSNOI online is en langzamerhand steeds meer volk begint te trekken, vond ik dat we daar ook nog maar eens  een nieuwe set anagrammen tegenaan moesten knallen. Het spel is als vanouds, maar de spelregels zijn ietsjes aangepast.

Het is nog steeds de bedoeling dat je in onderstaande anagrammen een bekende Nederlander ontdekt en daarvan de oplossing in de comments plaats (in de vorm: ‘anagram = oplossing’), maar ditmaal voeren we de populaire regel ‘niet voor je beurt spreken’ van de VZD (Vuurspugende zonsverduistering detective) ook in.  Zie voor meer toelichting op die regel de Spelregels van de VZD.

Hoe werkt dat ‘niet voor je beurt spreken’.

Stel dus voor dat jij net een oplossing hebt ingestuurd dan moet je wachten tot een ander ook een poging heeft gewaagd, voordat jij de volgende oplossing mag plaatsen. Die ander waar jij dan even op moet wachten hoeft niet per se het juiste antwoord hebben gegeven, maar je moet deze persoon de kans gunnen een gokje te wagen. Het leuke van deze nieuwe vorm van anagrammen oplossen, is dat er meer dynamiek in het spel ontstaat en het spannender zal zijn wie de navelklopper wordt.

Verdiensten.

Naast het niet voor je beurt mogen spreken, voeren we natuurlijk ook de regel in dat je zbersibarnen gaat verdienen met elk opgelost anagram. En gelijk aan hoe dat ook in de VZD gaat, verdien je ZB 50,- voor elke goed geraden anagram en kun je die verdubbelen tot ZB 100,- als jij de navelklopper wordt. Het ontpluizen van een anagram levert eveneens ZB 25,- op (die niet te verdubbelen valt). Is dat van toepassing dan mag je dat wel op ieder moment in het spel doen door te zeggen welke letter te veel of te weinig in een anagram aanwezig is. Daarvoor hoef je niet op je beurt te wachten. Een andere speler dan de ontpluizer maakt dan geen kans meer op de ZB 25,-.

Het thema raden.

Vanaf de anagrammenopgave ‘Storm Spenen’ wordt je ook beloond als je als eerste thema weet te raden (via de comments). Je wordt daarvoor beloond met ZB 100,-.

Voor meer informatie over dit spel zie deze link.

Succes met ontanagrammaniseren!

  • Red Visas (geraden door BoB)
  • Ruyc Drama (geraden door BoB)
  • Strooi Tandjes (geraden door BoB)
  • Barmeid Slagtand (geraden door BoB)
  • Michael Tongen (geraden door Paap)
  • Hierin Snort Verdachts (geraden door Paap)
  • Snoot Hamman (geraden door Kees de Water)
  • Snacks Krimineel (geraden door BoB)
  • Hierom Batman Ven (geraden door Kees de Water)
  • Paasmaal Hyena Rul (geraden door Paap)
  • Mini Strakker (geraden door Retroman, ontpluisd door BoB)
  • Eau De Wellup (geraden door Retroman)
  • Rink Cinema (geraden door Retroman)
  • Hard Brons Zo (geraden door BoB)
  • Yves Virina (geraden door Kees de Water)
  • Dandy Venwijk (geraden door BoB)

Met vriendelijke reuzel,

Navelpad

PS: In deze opgave zitten in principe geen bewuste pluisjes.

[UPDATE: 12-07-2011 i.v.m. nieuwe anagramregels]

By achmedlien | April 26, 2011 - 3:24 pm - Posted in Duimzuigerij, Navelpad Mysterie, Nederlands, Reuze Navelpad

image by Gsorsnoi, edited with DAZ3d and Photoshop

“We zijn er bijna Pad. Nog even volhouden,” wierp Retroman zijn achtervolger onder zich toe. “De dakrand is praktisch in ons bereik.”
De Reuze Navelpad verbeet zich en keek nog even achterom naar een serie zombies die het voor elkaar hadden gebokst om ook naar boven te klimmen. Nu stonden ze bij het winkeltje en deden de eerste pogingen om ook daarlangs naar boven te geraken. Last van hoogtevrees moest je hier niet hebben. En de pad wist zeker dat de zombies zich daar allerminst om bekommerden. Zo hongerig als hij zelf was om roem te slurpen zo hongerig zagen zijn er ook uit.

Als er nu maar geen padden of zombies ons staan op te wachten, bedacht de ninja zich. Hij strekte zijn hand uit naar de dakgoot om te voelen of deze stevig genoeg was en niet te glibberig. Daar vond hij het houvast dat hij zocht; hij trok zich er aan op. Maar juist op het moment dat hij de kans had gekregen om even over het rand te turen of de kust veilig was streek er een ferme wind langs het gebouw. Deze zorgde ervoor dat hij uit balans werd gebracht. Retroman slipte met één elleboog door de goot en verrekte zowat een spier. Hij bungelde wat ongelukkig en boezemde de Reuze Navelpad angst in omdat hij recht boven hem hing. De kans dat de ninja hem in zijn val mee naar beneden zou sleuren was groot. Gelukkig wist Retroman enigszins grip te houden op het uitsteeksel en was hij zich al aan het ophijsen. De pad zag uiteindelijk toen hij voor een kort moment naar boven keek enkel nog hoe zijn twee benen uit het zicht verdwenen.

Even later lukte het de pad ook, zij het met wat hulp van Retroman’s uitgestoken hand. De Reuze Navelpad had de hand met een keurende blik bekeken, maar treuzelde niet verder en nam hem aan.
“Vlug nu,” begon Retroman “…ik heb hier wat gevonden dat ze wel even bezig zal houden,”
Daarbij wees naar een stapeltje rommel en liep er al op af om er iets van op te rapen. De pad trok zich nog wat verder over de rand en zag hoe zijn lekkere hapje er mee aan de slag ging.

De enige zombie die er al in was geslaagd om tot boven de winkel te klimmen, kreeg al meteen de wind van voren. Retroman had iets gepakt en dat naar beneden geworpen. Nog voordat de zombie kon registreren wat de grote schaduw was die op hem af kwam zeilen, werd hij erdoor geraakt. Zo viel hij tezamen met een lege ton waar specerijen in hadden gezeten, de diepte in. Onderweg trok hij nog wat andere ondoden met zich mee en viel er samen mee te pletter. Dat was een mazzeltje voor het duo dat de top had bereikt, weer een paar van die lelijkerds minder. Met een laatste zombie die een directe bedreiging vormde rekende hij kort daarop af door een nieuw voorwerp naar beneden te werpen.

“Ik kan niet meer,” hijgde de  Reuze Navelpad. Hij liet zich op een plat stuk ondergrond zakken dat onderdeel uitmaakte van een volgend plein , eigenlijk meer een brede straat. “Ik moet wat uitrusten.”
De laatste paniekvlucht en het feit dat ze de bebouwing hadden beklommen waren te veel voor de pad geweest. Hij zat in elkaar gedoken te puffen en te blazen. Retroman wierp eerst een minachtende blik naar hem en maakte aanstalten om hun nieuwe omgeving te verkennen. Toen keek hij de andere kant op.
Wie moet hier nu vrezen voor zijn leven? vroeg die minachtende blik. Ik kan hem zo achterlaten en er zelf vandoor gaan. Retroman zei kalm maar streng: “We hebben geen tijd, Pad. Nu niet. Op deze open plek zijn we kwetsbaar. We moeten eerst dekking zoeken en dan gaan we rusten.”
“Eventjes maar,” smeekte de pad nederig. “Het lijkt nu rustig…”
“Te rustig,” zei Retroman. “Die rust heb ik te lang niet meegemaakt en hier moet je altijd op je hoede zijn.”
Ze waren op een nieuw terrein beland dat, afgaande op de afwezigheid van Aziatische tekens, een bijna Europese uitstraling had. Alleen een eenzame lampion hing lusteloos aan een laag balkon en verried daarmee welk mensenras de huizen bewoond had. Nu de woningen verlaten waren, voelde ook deze plaats aan als een grote straat uit een spookstad waar je op ieder ogenblik verrast kon worden. Het bijna grijze licht dat langs een half afgebrokkelde muur op de straat viel, was nauwelijks vrolijk of troostrijk te noemen. De houten deuren kraakten droevig en dat, merkte Retroman onrustig op, was het enige geluid behalve het rochelende keelgeluid van een grote verzameling zombies. Zij waren gelukkig diep beneden en ver achter hun, maar het akelige kabaal dat ze voortbrachten zoemde naar je hoofd als een grote zwerm spreeuwen. Toch was het die onnatuurlijke rust, dat verschrikkelijke geluid en de ontlading die hij maar moeilijk een juiste plek wist te geven die maakten dat Retroman uit zijn ritme raakte. Hij werd duizelig en zakte langzaam in elkaar. Knielend zakte hij op de straat en spreidde zijn handen voor zich uit om zijn lichaam op te vangen. Hij liet zijn kop tussen zijn armen hangen. Hiermee leek het bijna alsof hij aan het bidden was in een tempel.

De Reuze Navelpad zag meteen dat ook de mens aan zijn laatste beetje energie was toegekomen en hij er bijna doorheen was. Door de zwakte die hij daarmee liet zien, zou dit een ideaal moment zijn om op hem af te rennen en in zijn navel te kruipen. Had hij daar nu alleen wel de energie voor en stonden hem nog zombies in de weg om zijn doel te bereiken? Versuft keek hij nog even langs de watergoot naar beneden en zag dat de meeste zombies het nu wel hadden opgegeven. En de paar zombies die nog wat probeerden uit te halen zouden zeker nog wel even onderweg zijn voordat ze boven waren.
“Retroman,” sprak de Reuze Navelpad zwak. Deze draaide alleen zijn hoofd naar hem toe. “Ik heb een plan, maar ik heb je complete vertrouwen in mij nodig.”
“Wat heb je?” vroeg Retroman.
“Trek je hemd omhoog. Vertrouw me.”
Retroman was geschokt over dit voorstel en direct op zijn hoede. Hij liet zijn hand op het heft van zijn zwaard rusten,  draaide zich naar zijn metgezel om en trok een kwaad gezicht. De pad keek hij vol achterdocht aan. Hij was stomverbaasd, maar helemaal verrast was hij niet. Dit had hij natuurlijk kunnen zien aankomen.
“Ik wist het!” snauwde hij en trok zijn zwaard. “Al die tijd zat je achter mij aan. Jouw soort is voor geen meter te vertrouwen. Vertrouwen? Ha! Dat is continu jouw truc geweest om dicht bij mij in de buurt te kunnen blijven. Wat ben je nou eigenlijk, de één of andere gemuteerde versie van wat we daar in het riool zijn tegengekomen?” Retroman snoof en richtte zich behoedzaam op.
“Nee, nee, heus niet!” verdedigde de pad zichzelf. Hij week wat opzij, want naar achteren zou betekenen dat hij in de afgrond zou kukelen.
“Je liegt!” oordeelde Retroman met nadruk op de eerste medeklinker. “Al die tijd heb je zitten wachten tot ik mijn aandacht er even niet bij had of verzwakt in elkaar zou liggen. Dan had jij jouw moment gezien en was je in mijn navel gekropen, want je wist dat ik je anders aan stukken had gesneden.”
“M-maar je begrijpt het niet,” stotterde de pad en Retroman liep voorzichtig op hem toe. “Als ik dat had gewild dan had ik dat toch al veel eerder gedaan? Weet je nog wel, van toen jij in je schuilplaats sliep? Ik had je dan kunnen bespringen, maar in plaats daarvan leerde ik met de stok om te gaan om ons te kunnen verdedigen.”
“Hou toch op man! Allemaal toneelspel. Dacht je nou serieus dat ik dat nu nog zou geloven?” Hierop hief zijn zwaard en zette zich schrap om een gevecht met de pad aan te gaan. Winnen zou hij het. Dat wist hij nu wel zeker. Eigenlijk was het de pad die in de zwakste positie verkeerde; hij stond het dichtst bij het gapende gat. “Ik ben de laatste mens en daarmee jouw laatste kans om je vol te vreten met het kleine beetje energie dat ik nog in mij heb. En dan? Wat gaan jullie dan doen? Gohes City verlaten en je op de rest van de Nederlandse bevolking storten?”
De Reuze Navelpad begon te trillen. Hij was zijn honger niet vergeten, maar Retroman maakte wel indruk op hem.
“En dan dat rare ding dat je daar om je nek hebt hangen,” Retroman wees naar het zakhorloge. “Ben jij soms hun aanvoerder, hè?”

Het was die vraag die Retroman stelde waarmee hij zonder het te weten zijn eigen leven redde. Want zelfs al zou de pad de kans hebben gezien dit gevecht met hem te winnen, de nadruk die nog even op het zakhorloge werd gelegd, zorgde ervoor dat de pad weer bij zinnen kwam. De Reuze Navelpad raapte zichzelf bij elkaar en nam een houding aan waarmee hij zich klaar maakte op wat komen ging. In die beweging werd zijn aandacht even gevangen door een verzameling kartonnen dozen die naast de opening van een eetgelegenheid in een verrijdbare stelling stond gestapeld. Retroman kwam op de pad afgerend en liet de scherpe kant van zijn zwaard aan hem zien. Maar de pad was net op tijd met het inschatten van zijn eigen opties en wierp de stok die hij in zijn handen had van zich weg. Deze raakte de dozen en liet ze daarmee omdonderen. Het geheel stortte zo precies op het juiste moment op het hoofd van Retroman dat hij er compleet door werd verrast. Hij raakte uit evenwicht en lag binnen een paar seconden begraven onder een berg van Chinese conserven en glaswerk.
Daarna was het een paar minuten stil op het plein. Zelfs het gekakel van de zombies stierf weg doordat zij van het lagergelegen plein waren weggetrokken. En ook de wind hield zich even afzijdig waardoor de houten deuren zich gedeisd hielden. Op de brede straat was niets anders te zien dan een enorme stapel magazijndozen. Ja, zelfs de Reuze Navelpad was verdwenen. Maar op een goed moment begon er langzaam iets te bewegen. Onder de ravage die op de straat was ontstaan leek Retroman zich toch weer bij elkaar te hebben gepakt. Of was hij daaronder tot een zombie geworden? De pad was immers nergens te zien. Tenslotte werden enkele dozen opzij geschoven en liet alleen Retroman zijn gezicht weer zien. Betekende dit dat de Reuze Navelpad het tegen hem had afgelegd? Blijkbaar niet, want zodra hij een met een paar passen de straat op liep gloeide zijn huid en leek hij zo fris al een hoentje.

Daarop strekte Retroman zich uit en balde zijn vuisten. Vervolgens nam hij één van zijn favoriete gevechtshoudingen aan.
“Begrijp je nu wat ik van plan was?” klonk plots een stem, maar er was buiten deze ninja niemand op de straat te zien.
“Helemaal!” antwoordde hij vol opwinding en grijnsde naar de Chinese wijk voor hem.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Honger
Volgend hoofdstuk: De hinderlaag

By achmedlien | March 29, 2011 - 8:25 am - Posted in Duimzuigerij, Navelpad Mysterie, Nederlands, Reuze Navelpad

image by Toadette, edited by Gsorsnoi

Retroman en de Reuze Navelpad bevonden zich in een hoek van het plein. Ze stonden bijna letterlijk met hun rug tegen de muur; de steile gemetselde muur waar de pad bijna door één van de zombies tegenaan gesmeten werd, rees vele meters naast hen op. Links van het duo was een trap. Deze kwam drie meter hoger uit, net achter de hoek van de muur. Er zat een haakse bocht in die in het verlengde van de muur achter een woningblok verder naar de hoogte strekte. De toegang tot deze trap lag een kleine acht meter links voor hen. Zouden zij deze trap hebben willen bestijgen dan hoefden zij maar naar voren te rennen en er na een scherpe bocht tegenop te klauteren. Als ze dat wilden hadden ze zelfs een stukje kunnen afsnijden door eerder op een hoger gelegen traptrede te springen indien deze laag genoeg lag om met een sprong bereikt te kunnen worden. De problematiek waar ze echter mee zaten was dat er nog enkele tientallen ‘verse’ zombies over diezelfde trap naar beneden kwamen gerend. Enkele waaghalzen waren zelfs al bezig om over de leuning te klimmen om zich eenvoudigweg naar beneden te storten.

De steile wand konden ze niet beklimmen. Retroman keek er vluchtig langs omhoog, maar ontdekte geen objecten die houvast konden bieden. Het meest voor de hand liggende alternatief was recht vooruit tussen de zombies een weg te vinden naar de overkant en daar via het grillige gevelwerk naar boven te vluchten. Dat zou alleen wel betekenen dat ze opnieuw tegen de zombies moesten vechten die het plein bezet hielden. Uit de twee zijstraten werd het plein gevoed met nieuwe ongewenste gasten. Met de linkse zijstraat waren zij bekend. Daarlangs waren zij zelf eerder boven de grond gekomen en in deze akelige situatie beland. De rechtse niet, maar gezien de stroom vijanden die daar het plein op kwam gestrompeld, voelde het niet zo veilig aan daar naar een uitweg te zoeken.

Retroman tastte haastig zijn omgeving af en zocht naar andere vluchtwegen. Een paar meter rechts van hen ontdekte hij  een ladder die aan een uitstulping van de wand zat bevestigd.
“Daar!” bracht hij uit en hij wees naar de onderste treden van deze ladder. De pad zag het ook. Hij hield een volgende zombie op afstand en moedigde Retroman aan er haast mee te maken.
“Jij eerst. Dan verzorg ik de rugdekking.”
Hierop rende Retroman richting de hoek van de muur waar een paar sporten naar hem lonkten. De pad deed zoals hij had gezegd en volgde al om zich heen zwaaiend met de stok eenzelfde route. Ook Retroman had wat grijpgrage armen af te weren voordat hij de ladder bereikte. Eenmaal bij de trap aangekomen was hij de eerste die er opklom en keek direct even naar boven om te controleren of er bovenaan de trap geen nieuwe gevaren op ze stonden te wachten.

Ook de Reuze Navelpad was aan de klim naar boven  begonnen. Voor een kort moment viel er even weinig te vechten. Van die onderbreking maakten beide dankbaar gebruik om terrein te winnen. Hadden ze in goede conditie verkeerd dan was hun voorsprong natuurlijk veel groter geweest, maar dat was nou eenmaal niet zo. De zombies onder hen kwamen wel aangesneld, maar waren beduidend trager in het bestijgen van de ladder. Dit kwam vooral omdat zij elkaar in de weg zaten door het ongeduld waarmee ze de onderste sporten wilden vastpakken. De eerste zombie die er één te pakken kreeg werd al gauw bruusk opzij geduwd door een ander. Retroman en de pad waren geen moment te laat met deze actie; in een mum van tijd kon je letterlijk over de hoofden lopen, zo druk was het onder hen op het plein geworden.

De pad voelde een serie knopen in zijn maag vechten om de honger. Zijn buik verkrampte zich en maakte dat hij braakneigingen kreeg. Zijn ontmaskerde vriend merkte er niets van. Hij zat een klein stukje boven hem. Veel meer dan gal en wat dik slijm kwam er niet uit zijn bek naar buiten. Enkele druppels daalden neer en belandden op de zombie onder hem. Er was maar één ladder waarlangs ze naar boven klommen om een meter of zes hoger uit te komen, maar de Reuze Navelpad zag er twee. Zijn honger maakte dat hij zich moeilijk kon concentreren. Hoe lang geleden was het dat hij voor het laatst roem had geslurpt? Zijn verlangen naar het ongebruikelijke voedsel begon nu echt zijn tol te eisen. Hij werd licht in zijn hoofd en begon moeite te krijgen zijn bewustzijn te behouden. En zeker wanneer het een inspannend moment zoals nu betrof. Deze klim leek net een druppel te veel te gaan worden. Zijn keel voelde rauw en hij proefde een zure smaak die aan de gal te wijten was. Zombies, hij moest vluchten voor zombies. Maar waarom eigenlijk? Hem zouden ze niet pakken, toch? Zijn soort had de zombies juist geschapen. Door in de navels van mensen te kruipen werden zij zombies. Hij hoefde geen weerstand tegen ze te bieden. Hem zouden ze geen kwaad doen. Het was de man boven hem waar zij interesse in hadden. En nu hij er zo over nadacht, voor hem was het net een hele vette biefstuk die boven hem hing. Honger, ja de pad had honger. Hij moest eten. Zou hij dat niet doen dan ging hij van zijn stokje. Zijn missie om de paddentrek te stoppen en zijn naamgever te bevrijden kregen het zwaar met zijn instinct om te eten en daarmee in leven te blijven. Nog even en dan waren zij boven. Dan kon hij zijn slag slaan. Als Retroman de laatste mens was, dan was dit zijn laatste kans. Hij hoefde alleen maar onder zijn hemd te kruipen en hop! Hij kon hem gemakkelijk overtuigen dat voor hem te doen. Toch? Of zou dat absurd zijn? Hij had inmiddels voldoende van zijn vertrouwen gewonnen. Maar nee, dat moest hij anders aanpakken.

Retroman had de top van de ladder bereikt. In plaats van op een echt dak was hij uitgekomen op een soort promenade die voor een stel huizen langs liep. Hij nam vluchtig de omgeving in zich op en zag achter hem hoeveel hoger de appartementen nog boven op elkaar gestapeld stonden. Beneden vanaf het plein had hij dat nooit kunnen overzien. Daar had hij maar voor de helft het idee hoe hoog China Town boven zijn kop uitstak. Nu moest hij een manier zien te vinden om tot nog hoger te klimmen. Hoe hoger hoe beter en veiliger voor zijn levensbehoud. Het huis voor hem was voorzien van een metalen frame dat aan de gevel bevestigd zat. Zo’n bescherming aan de voorkant van een huis duidde er vaak op dat de bewoners de voorkant van hun onderkomen hadden verbouwd tot een klein winkeltje met kleine supermarktspulletjes, een heel normaal gebruik in Aziatische landen. Het frame zorgde ervoor dat kwaadwillende niet zomaar alle artikelen uit de toonbank konden weggrissen, maar zich altijd tussen het metaal moesten wringen. De overhandiging van koopwaar gebeurde door een rastervormig luikje waar ook de betaling door geschiedde. Voor Retroman was dit de aangewezen mogelijkheid om langs dat frame naar een etage hoger te klimmen. Daar zag hij een balkon en enkele pijpconstructies tegen een gevel die daar weer boven zaten.

“Vooruit, hierlangs!” gebood hij de pad die net van de bovenste sporten de promenade opstapte. De Reuze Navelpad wierp een blik naar beneden en zag dat de zombies nog niet halverwege de lengte van de trap waren geraakt. Hijzelf was buiten adem en zijn trek in roem streed pijnlijk met zijn verstand. Hij zag hoe de ontmaskerde ninja aanstalten maakte om het volgende obstakel te beklimmen. De ninja gebood hem zich te haasten en hem te volgen. Maar dit zou ook een uitstekend moment zijn om Retroman uit dat hekwerk te trekken en bovenop zijn navel te duiken. Breng hem uit evenwicht en spring op zijn buik, dacht de pad. Alleen als hij dat ook echt zou doen dan liep hij natuurlijk wel de kans dat de ninja zijn zwaard zou trekken en voor eens en voor altijd met hem zou afrekenen. Daar was hij toe in staat. Dat wist hij. Zijn vertrouwen in de Reuze Navelpad was vanaf het begin al bijzonder dubieus. Nee, nu toeslaan zou zeer onverstandig zijn. Hij zou wachten tot ze zover naar boven waren geklauterd dat Retroman en hij even buiten het bereik van nieuwe belagers zouden zijn. Dan zou hij hem op een onverwacht moment overmeesteren. Mits hij zijn verstand niet eerder zou verliezen.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Het is maar een spelletje
Volgend hoofdstuk: De hinderlaag