By gsorsnoi | May 17, 2011 - 4:21 pm - Posted in Nederlands, WSNOI

Om aan extra sterren en zbersibarnen te komen op WSNOI kun je er iedere dag op zoek gaan naar pakketjes en andere leuke voorwerpen. Verspreid over de hele site zijn er per persoon steeds maximaal tien pakketjes verstopt. Op dit moment is het mogelijk om de volgende items op te sporen:

  • Pakketje met sterren.
    Hierin zitten een aantal sterren verstopt, variërend van één tot drie stuks.
  • Geld.
    Iemand heeft z’n zbersibarnen laten slingeren! Wie doet dat nou? In elk geval: dit levert je maximaal ZB 1,- tot ZB 100,- op. Blijkbaar hebben mensen door de weeks niet meer op zak.
  • Navelpadden.
    Die Reuze Navelpadden duiken ook overal op! En als ze dat doen en slachtoffers maken, kost dit jou één ster.
  • Picture Tycoon.
    Op iedere dag dat je je aanmeldt op WSNOI krijg je standaard 25 Picture Tycoon-opgaves, maar voor iedere keer dat je plaatjes vindt op de site, krijg je er nog tien extra bij!
  • Lege doos.
    Hier schiet je niet zoveel mee op. Gelukkig kost het je ook niets.
  • Bommen.
    NIEUW! Je kunt bommen vinden en verstoppen. Hiermee kun je andermans zbersibarnen en sterren opblazen. Het aantal zbersibarnen dat opgeblazen kan worden ligt tussen de ZB 1,- en ZB 500,-, het aantal sterren zit tussen de 1 en de 15.

Zoek ze, open ze, tot je ze alle tien gevonden hebt en dan is het wachten tot de volgende dag voordat de nieuwe tien pakketjes zullen opduiken.

Weekend- en feestdagen.

Op deze dagen is de buit een stuk vetter en loont het extra om op zoek te gaan naar al die leuke zaken die verstopt zitten. Mensen hebben op die dagen meer geld op zak (ZB 101,-  tot ZB 300,-) en verliezen daardoor dus meer. En ook het aantal sterren in de doosjes is hoger (4 tot 10). Maar kijk uit voor de Navelpadden, want die zijn op weekend- en feestdagen ook extra actief en kunnen je in een hinderlaag leggen die je 3 sterren kost.

Gevonden voorwerpen.

Vanaf vandaag is het mogelijk na te gaan wat jij op deze dag hebt gevonden. Dit kun je zien op de nieuwe pagina ‘pakketjes’. Daar blijven gedurende één dag steeds alle voorwerpen staan die jij op WSNOI bent tegengekomen. Zo kun je een beetje een idee krijgen wat de inhoud van die pakketjes jou vandaag heeft opgeleverd. Maar om te voorkomen dat die lijst zich blijft opstapelen met alle zaken die jij tot dan toe gevonden hebt, schonen we die lijst wel elke dag.  Opgeruimd staat netjes.

image by kamalayan, edited by Gsorsnoi

Dit is het trieste verhaal van de laatste Angel uit Pasig City in de Filippijnen dat zich moeten hebben afgespeeld in de jaren 1993 – 1994 en wordt nu voor het eerst opgetekend uit het dagboek van mijn vrouw Jenny die het allemaal naast haar ouderlijk huis heeft meegemaakt.

“Ik zat zelf nog in het laatste jaar van mijn middelbare school periode dat dit gebeurde. We woonden op de Elena Street in de wijk Dela Paz, een buitenwijk van Manilla. In de Filippijnen komt het geregeld voor dat mannen met je flirten.” Veel mannen, jong of oud, maken deel uit van een machocultuur en laten zich graag zien bij de vrouwen. “Hij was dun en kaal, een jongeman van hooguit een jaar of zeventien. En iedere keer dat hij me zag floot hij wel naar me en zei ‘hi’ of zo.” Jenny, haar zus en haar broer Jason moesten vaak een stukje lopen of een tricycle gebruiken om zo via de F.Mariano Avenue bij de Marcos Highway te komen. Vandaar uit konden zij naar school of werk met het openbaar vervoer of brachten een bezoek aan het winkelcentrumcomplex dat daar even op de hoek gevestigd zit.

“Mijn broer was het Vegeta type.” Dit is een arrogant en koppig personage uit de animeserie Dragon Ball Z. Vegeta staat vooral bekend om zijn prinselijk gedrag. “Anderen zijn maar Kakarots of kakkerlakken.” Een sneer die in de tekenfilm ongeveer gelijk aan elkaar staat. “’Stoor me niet en bemoei je vooral met je eigen business!’ Dat was mijn broer. Hij was geen ruziezoeker, maar het was ook zeker niet het type dat je graag kwaad wilde maken. Zo kwam het dat hij op een dag naar de Santa Lucia Mall wilde gaan, aan de Marcos Highway. Links aan het uiteinde van de F.Mario Avenue, vanaf ons huis geredeneerd, was het tricycle station. Dat is niet meer dan een plaats waar vele tricycles achter elkaar staan opgesteld en op dit voor hun zo belangrijke knooppunt hun passagiers lieten in- en uitstappen.

De drivers waarmee mijn broer echter te maken kreeg, hadden zich rechts aan de Highway zelf opgesteld. Daar stonden de idioten wat te geiten of lieten zich door hun libido ophitsen aan al het vrouwelijk schoon dat hen voorbij liep. Mijn broer moest hen passeren indien hij bij de mall wilde geraken. Maar één van de heren had hem herkend en sprak hem aan: ‘Hey! Kun jij ons eens aan je zus voorstellen? Dat is wel een lekker dier hè?’ Met dat type gesprek toonden zij hun machogedrag aan onze broer en daagde daarmee een knokpartij uit. Nogmaals, mijn broer was geen vechtersbaas, maar zoiets als dit moest je zeker niet tegen hem zeggen. Die avond kwam hij thuis met stompen of blauwe plekken en ik wist al gauw dat het die jongen van de tricycle moest zijn geweest.”

Op deze manier zou Jenny nooit vergeten wie deze onbeschofte gozer was. En onder normale omstandigheden behoort zo iemand tot die vage vervelende indrukken in jouw herinneringen aan het verleden, maar wat deze tricyclechauffeur eens uithaalde toen hij op een avond met zijn kompanen een jointje had gerookt, heeft op Jenny een onuitwisbare indruk achtergelaten.
“Dit was ongeveer één of twee maanden voordat het gebeurde. De precieze maand in het jaar weet ik natuurlijk niet meer. Maar op een zekere dag begonnen we buiten iets raars te ruiken. Eerst dacht ik dat er gewoon een dode rat lag weg te rotten, want in de Filippijnen hebben we zoveel van die smerige dieren. Naast ons huis,” Jenny en haar familie woonden op de hoek “…aan de overkant van de Teresa Avenue was een braakliggend terrein. En rechts van dit terrein stonden wat appartementen. Dergelijke verlaten locaties tussen de huizen kom je daar vaker tegen. De grond lag eenvoudigweg te wachten totdat degene die het gekocht had er iets op liet bouwen.” De plek die Jenny hier beschrijft is echter tot op de dag van vandaag onbebouwd gebleven.
“In huis had je er geen last van, maar als je naar buiten ging rook je die sterke stank meteen. Ik weet niet meer of we deze geur een paar dagen of een paar weken hebben geroken, maar wat daar lag te stinken, lag er zeker al een tijdje.”
Later zou Jenny vernemen dat er een meisje werd vermist. “De moeder zocht naar haar kind en vroeg zelfs aan de tricycle drivers of ze haar dochtertje misschien hadden gezien. Angel en haar moeder woonden op de F. Mariano Avenue. Dus haar moeder kende de meeste van de tricycledrivers wel en sommige goed ook. Alleen was het antwoord op die vraag altijd ‘nee’ gebleven. Zo bleef zij een tijdje zoeken en bleef de intensiteit van de geur naast ons huis maar toenemen. Niemand legde het verband, zelfs wij niet. Maar na een paar dagen begonnen er zich mensen te verzamelen naast ons huis. Het waren mensen uit de buurt, politie en ook ongetwijfeld de pers. Want diezelfde dag nog verscheen er in het nieuws dat het meisje Angel, dat al sinds een paar dagen spoorloos was verdwenen, op dat braakliggende terrein naast ons huis was teruggevonden.”

“Zowel via de geruchten als in het nieuws was ons al snel duidelijk geworden dat Angel door drie van de tricycle drivers verkracht en vermoord was. Eén ervan kende ik. Hij was het die met mijn broer had gevochten. Later werd de toedracht op het nieuws bevestigd. Het gebeurde dan wel niet op hetzelfde moment, maar in datzelfde jaar werden nog twee meisjes vermoord met ‘Angel’ in de naam. Zoiets vergeet je nooit meer.”