image by Gsorsnoi, edited with Daz3d and Photoshop

“Verzin iets terwijl ik ze bezig houd!” de Navelpad begreep dat het erop of eronder was. Hoe klein hij er ook uit mocht zien, in deze pad ging een moedig persoontje schuil dat graag zijn beste beentje voor wilde zetten als er zaken op het spel stonden. In hun geval ging het om levens. De ninja was misschien wel de enige overgeblevene in zijn soort. En als er al een kans was dat er andere mensen waren die de grote slurping hadden overleefd, dan moesten ze zorgen dat ze die persoon of personen vonden. Zelfs al moesten ze daarvoor naar de rand van deze enorme stad reizen.
“Eh … juist.” De ninja vergat de eerdere discussie compleet en keek in de controlepost om zich heen naar een oplossing. Hij moest in allerijl een stevig verdedigingsmechanisme of een uitvlucht zien te vinden. Zijn zintuigen stonden daarbij scherp om een eventuele confrontatie van achter direct te kunnen afweren waar de pad het gevecht was aangegaan met de grote stroom padden.
“Zou ik misschien …?” Hij wierp nog eens een blik op de vluchtwegen.
“Schiet op! Dit houd ik geen vijf minuten vol!”

In een vluchtige blik naar rechts zag hij hoe de Reuze Navelpad de brug op was gerend met de stok in zijn handen en de aanvallen van de padden probeerde af te slaan. De pad was hierbij op de railing geklommen die het brugpad aan beide zijden afbakende. Hij straalde angst en vastberadenheid uit. Vastberaden dit gevecht te willen winnen. Hoe onmogelijk dat ook leek. De lange stok had hij met beide handen stevig vast voor zijn lichaam en keek venijnig in de richting van de toestromende blauwe padden. Honderden padden stroomde op hem toe en klauwden al met hun gespierde blauwe armen door de lucht. Dit was onbegonnen werk.

Ze hadden zo’n enorme honger dat je zou kunnen zweren dat het geknor in de buiken boven het gekwaak hoorbaar was. De honger had zich gemanifesteerd in een geweldige razernij. En reken maar dat ze het mensenvlees konden ruiken. De kleine pad was bij voorbaat kansloos in een gevecht tussen zijn nietige persoontje en het grote aantal reuzen wat op hem af stormden. Ze zouden hem zo van zijn plek vegen, over hem heen walsen en zich op de arme ninja storten. Een lange pijnlijke dood was in aantocht. Het evengoed geringe aantal padden dat de kans zou krijgen om zijn navel te bereiken zou deze openscheuren door het gedrang erin te geraken. Ze pasten er moeilijk allemaal in. Met een helse pijn in zijn bloed gutsende buik zouden de padden in hun zoektocht naar roem zijn ingewanden doen omkeren en in hun eigen buiken opslurpen. De ninja zou binnenste buiten worden gekeerd en zou resulteren tot een slechte slurping zoals de Reuze Navelpad eerder had laten gebeuren in het roemslurpen bij Alexander Pechtold. Bij mensen kan schrokken leiden tot braken. In het geval van de reuze navelpadden keren zij hun prooi binnenste buiten. Onze goede Reuze Navelpad heeft zijn slachtoffers deze ellende zo veel mogelijk willen besparen. Van de blauwe padden hoeven we deze genade niet te verwachten.

Juist wanneer de ninja de padden ook in beeld kreeg greep hij een cola blikje van het controlepaneel en wierp het richting één van de twee besturingssystemen dat naast de brug aan weerzijden stonden opgesteld. De systemen dienden tot het kunnen laten draaien van de brug. Dit was een extra kans voor de pad. Het blikje landde op de knop die de brugdelen moest activeren waardoor deze begonnen te draaien op hun as. De pad maakte dankbaar gebruik van deze actie en duwde met zijn rechterhand het rechtereinde van de lange stok omhoog om deze een zwiep te geven. Zijn  linkerhand pakte de stok rechts over terwijl hij zijn rechterhand naar links had verplaatst. De stok begon te tollen om zijn as. Hiermee vormde de stok een schild waarmee hij voor zich de padden van zich af kon houden. En kon ermee om zijn lichaam draaien om wat rake klappen mee uit te delen.

Links en rechts probeerden de padden bij hem te komen en werden daarbij gehinderd door de roterende brugdelen. Een verdediging die slechts tijdelijk van aard was. De stok knalde een aantal keer hard in de gezichten van de grote padden, maar werden uiteindelijk toch onvoldoende van hun stuk gebracht om uit het gevecht te stappen.
“Vertrouw me en spring hierheen!” was de raad die plots uit de controlepost werd geschreeuwd. De ninja had een mechanisme in werking gezet die iets dieper in de rioolgang haar uitwerking kreeg. Daar waar de rioolgang dood leek te lopen tegen twee grote gaten die waren afgeschermd met tralie klonk een zwaar aanzwellend gebulder. Boven in een stortkoker had een sluisdeur zich maximaal verbreed. Grote hoeveelheden met slik en afval bevuild water werd een nieuwe ruimte geboden om zich door te verplaatsen. Waar eerder een rustig stroompje door de kier van de sluisdeur aan een val naar beneden begon, stortte nu een grote hoeveelheid smerig water door de stortkoker naar de rioolgang.

De Reuze Navelpad wist ternauwernood van de brugdelen naar de smalle kade voor de controlepost te springen toen de grote watermassa over de brug raasde en de blauwe padden in haar geweld meesleurde. Hij kreeg een hand gereikt door de ninja en werd verder de controlepost in getrokken om niet alsnog weggespoeld te worden.
“Dank je.” Bracht de pad uit en stond met zijn handen op zijn knieën te hijgen. Hij was zichtbaar moe. De stok had hij op de vloer van de controlepost laten stuiteren, maar moest hij in de gaten houden of het water kon het nog meenemen. De controlepost werd niet overspoeld, maar droog bleef ze ook niet.
“Nee, jij bedankt. Ik denk dat we elkaar nog wel even nodig zullen hebben.” Kreeg hij van de man in het zwart als antwoord.
“Je ziet er slecht uit trouwens.”
De pad ademde zwaar toen hij net genoeg naar boven keek om het gezicht van de ninja te zien en bracht met veel moeite uit:
“Klopt. Ik heb lang niet gegeten.” De ninja knikte slechts.
“Kom. We moeten naar de oppervlakte. Ik heb die deur al gecontroleerd. De gang erachter is ingestort.” De stok werd van de grond geraapt waarop het merkwaardige duo langs de trap naar boven verdween.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: TMNT
Volgend hoofdstuk: De Chinese Doolhof