image by Gsorsnoi, edited with Daz3d and Photoshop

“Verzin iets terwijl ik ze bezig houd!” de Navelpad begreep dat het erop of eronder was. Hoe klein hij er ook uit mocht zien, in deze pad ging een moedig persoontje schuil dat graag zijn beste beentje voor wilde zetten als er zaken op het spel stonden. In hun geval ging het om levens. De ninja was misschien wel de enige overgeblevene in zijn soort. En als er al een kans was dat er andere mensen waren die de grote slurping hadden overleefd, dan moesten ze zorgen dat ze die persoon of personen vonden. Zelfs al moesten ze daarvoor naar de rand van deze enorme stad reizen.
“Eh … juist.” De ninja vergat de eerdere discussie compleet en keek in de controlepost om zich heen naar een oplossing. Hij moest in allerijl een stevig verdedigingsmechanisme of een uitvlucht zien te vinden. Zijn zintuigen stonden daarbij scherp om een eventuele confrontatie van achter direct te kunnen afweren waar de pad het gevecht was aangegaan met de grote stroom padden.
“Zou ik misschien …?” Hij wierp nog eens een blik op de vluchtwegen.
“Schiet op! Dit houd ik geen vijf minuten vol!”

In een vluchtige blik naar rechts zag hij hoe de Reuze Navelpad de brug op was gerend met de stok in zijn handen en de aanvallen van de padden probeerde af te slaan. De pad was hierbij op de railing geklommen die het brugpad aan beide zijden afbakende. Hij straalde angst en vastberadenheid uit. Vastberaden dit gevecht te willen winnen. Hoe onmogelijk dat ook leek. De lange stok had hij met beide handen stevig vast voor zijn lichaam en keek venijnig in de richting van de toestromende blauwe padden. Honderden padden stroomde op hem toe en klauwden al met hun gespierde blauwe armen door de lucht. Dit was onbegonnen werk.

Ze hadden zo’n enorme honger dat je zou kunnen zweren dat het geknor in de buiken boven het gekwaak hoorbaar was. De honger had zich gemanifesteerd in een geweldige razernij. En reken maar dat ze het mensenvlees konden ruiken. De kleine pad was bij voorbaat kansloos in een gevecht tussen zijn nietige persoontje en het grote aantal reuzen wat op hem af stormden. Ze zouden hem zo van zijn plek vegen, over hem heen walsen en zich op de arme ninja storten. Een lange pijnlijke dood was in aantocht. Het evengoed geringe aantal padden dat de kans zou krijgen om zijn navel te bereiken zou deze openscheuren door het gedrang erin te geraken. Ze pasten er moeilijk allemaal in. Met een helse pijn in zijn bloed gutsende buik zouden de padden in hun zoektocht naar roem zijn ingewanden doen omkeren en in hun eigen buiken opslurpen. De ninja zou binnenste buiten worden gekeerd en zou resulteren tot een slechte slurping zoals de Reuze Navelpad eerder had laten gebeuren in het roemslurpen bij Alexander Pechtold. Bij mensen kan schrokken leiden tot braken. In het geval van de reuze navelpadden keren zij hun prooi binnenste buiten. Onze goede Reuze Navelpad heeft zijn slachtoffers deze ellende zo veel mogelijk willen besparen. Van de blauwe padden hoeven we deze genade niet te verwachten.

Juist wanneer de ninja de padden ook in beeld kreeg greep hij een cola blikje van het controlepaneel en wierp het richting één van de twee besturingssystemen dat naast de brug aan weerzijden stonden opgesteld. De systemen dienden tot het kunnen laten draaien van de brug. Dit was een extra kans voor de pad. Het blikje landde op de knop die de brugdelen moest activeren waardoor deze begonnen te draaien op hun as. De pad maakte dankbaar gebruik van deze actie en duwde met zijn rechterhand het rechtereinde van de lange stok omhoog om deze een zwiep te geven. Zijn  linkerhand pakte de stok rechts over terwijl hij zijn rechterhand naar links had verplaatst. De stok begon te tollen om zijn as. Hiermee vormde de stok een schild waarmee hij voor zich de padden van zich af kon houden. En kon ermee om zijn lichaam draaien om wat rake klappen mee uit te delen.

Links en rechts probeerden de padden bij hem te komen en werden daarbij gehinderd door de roterende brugdelen. Een verdediging die slechts tijdelijk van aard was. De stok knalde een aantal keer hard in de gezichten van de grote padden, maar werden uiteindelijk toch onvoldoende van hun stuk gebracht om uit het gevecht te stappen.
“Vertrouw me en spring hierheen!” was de raad die plots uit de controlepost werd geschreeuwd. De ninja had een mechanisme in werking gezet die iets dieper in de rioolgang haar uitwerking kreeg. Daar waar de rioolgang dood leek te lopen tegen twee grote gaten die waren afgeschermd met tralie klonk een zwaar aanzwellend gebulder. Boven in een stortkoker had een sluisdeur zich maximaal verbreed. Grote hoeveelheden met slik en afval bevuild water werd een nieuwe ruimte geboden om zich door te verplaatsen. Waar eerder een rustig stroompje door de kier van de sluisdeur aan een val naar beneden begon, stortte nu een grote hoeveelheid smerig water door de stortkoker naar de rioolgang.

De Reuze Navelpad wist ternauwernood van de brugdelen naar de smalle kade voor de controlepost te springen toen de grote watermassa over de brug raasde en de blauwe padden in haar geweld meesleurde. Hij kreeg een hand gereikt door de ninja en werd verder de controlepost in getrokken om niet alsnog weggespoeld te worden.
“Dank je.” Bracht de pad uit en stond met zijn handen op zijn knieën te hijgen. Hij was zichtbaar moe. De stok had hij op de vloer van de controlepost laten stuiteren, maar moest hij in de gaten houden of het water kon het nog meenemen. De controlepost werd niet overspoeld, maar droog bleef ze ook niet.
“Nee, jij bedankt. Ik denk dat we elkaar nog wel even nodig zullen hebben.” Kreeg hij van de man in het zwart als antwoord.
“Je ziet er slecht uit trouwens.”
De pad ademde zwaar toen hij net genoeg naar boven keek om het gezicht van de ninja te zien en bracht met veel moeite uit:
“Klopt. Ik heb lang niet gegeten.” De ninja knikte slechts.
“Kom. We moeten naar de oppervlakte. Ik heb die deur al gecontroleerd. De gang erachter is ingestort.” De stok werd van de grond geraapt waarop het merkwaardige duo langs de trap naar boven verdween.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: TMNT
Volgend hoofdstuk: De Chinese Doolhof

By rinaoddel | November 25, 2010 - 7:08 pm - Posted in Nederlands, Scherpe Blik

image by Ivy Dawned, edited by Gsorsnoi

De ontnieter ontniet niets als niemand iets niet.

( Geïnspireerd op een uitspraak van collega Richard. )

By gsorsnoi | November 19, 2010 - 5:00 pm - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Take it or Leave it

image by 2e14, edited by Gsorsnoi

Over het koude hart van de pontwachter strijkt geen hand wanneer een eenzame fietser over de deels opgebroken pontweg een verwoede poging doet de veer niet te missen. Roodwit gestreepte slagbomen dalen neer in het grauwe licht en ontnemen de fietser elke kans op een tijdige overtocht. Met een opgetrokken laadklep vaart de pont af de duisternis in en verlaat één van zijn persoonlijke havens.
“Prachtig! Nu mis ik nog eens dertig minuten van zijn show” denk ik hardop terwijl ik in mijn machteloze gevoel besluit geen moeite meer te doen het wiel rond te krijgen. De lange pontweg daalt af in een flauwe bocht naar links. En met de wetenschap dat ik de overtocht nu toch niet meer haal is het geen schande mijn stalen ros het gevecht tegen de wrijving te laten verliezen. Ik had beter moeten weten en eerder moeten vertrekken. In deze late herfstdagen ontnam het weggevallen daglicht mij het overzicht om tijdig te anticiperen op de borden die mij wezen op die rare omleiding.

Het eerste uur van Willem’s radioprogramma komt aardig dichtbij de nieuwsonderbreking van het hele uur wanneer ik eindelijk eens kom binnenstappen. Ik zie hem live op de ether in gesprek met een nieuwe gast die iets naar voren buigt om zichzelf hoorbaar te maken in de microfoon die voor hem is opgesteld. Naast deze microfoon staat er nog één op een metalen arm opgesteld met daarvoor een lege stoel die staat aangeschoven. Na mijn jas uit te hebben gedaan schuif ik bij en geef de nieuwe gast een hand.
“Clark” stel ik mij voor en tracht mijn grijns te verbergen.
“Marijn” krijg ik als antwoord en ik geloof hem. Van het bureau pak ik de koptelefoon op die ik na het ophangen van mijn jas had weggegrist van een dressoir en sluit de connector aan. Ouwe troep, maar met een beetje geluk heb ik er vandaag eentje die werkt. Ik draai mij nog eens naar Marijn en stel mij opnieuw voor. Ditmaal noem ik mijn echte naam en werp een blik op mijn Superman t-shirt.
“Huh?”
Het kwartje valt, maar wel wat laat. Uit de schelp van de koptelefoon peuter ik wat haren waarvan ik verdenk dat ze van de Moraelridder zijn, Willem’s voormalige co-host. Ik slik en plaats het versleten voorwerp op mijn hoofd.

Tijdens de show herinnert Willem me nog eens aan een nieuwsbericht over een vleesetende plant die een Vlaamse gaai zou hebben verorbert. Het oplezen van dergelijke opmerkelijke nieuwsfeiten was langzaam een onderdeel geworden van zijn show. Het betreffende bericht kan ik niet helemaal meer voor de geest halen, maar weet nog wel dat ik hem erop had gewezen dat ik het nou ook niet zo slim vond van deze Belgische vogel om zich in de buurt van zo’n plant te begeven. Zowel Willem als ikzelf konden ons namelijk niet voorstellen dat de hongerige plant de lucht in was gesprongen om de onverstandige vogel buit te maken.  Eigenlijk, met mijn levendige fantasie, kon ik dat wel.
“Wie weet was die plant wel achter die vogel aan gerend” merkte hij in de radioshow waarin hij het nieuws besprak droog op. Waarop ik antwoordde:
“Heb je wel eens  een vleesetende plant achter een struisvogel  aan zien rennen dan?” De fantasie en de gekoppelde voorbeelden werd hoe langer hoe hilarischer. Willem zag al helemaal voor zich hoe de botanische biefstukliefhebber zich voorzien van een raketmotor aan zijn pot zou inspannen om op de grote loopvogel te kunnen jagen.

Marijn denkt er vast het zijne van nu we deze gedachtes nog eens de revue laten passeren en kijkt ons wat schaapachtig aan. Wat moeten de luisteraars wel niet denken? De schuif stond open zodat men thuis kon mee fantaseren. Eenieder wordt in deze voorstelling verlost van de opgedrongen fantasieën nu het echte nieuws plaats maakt voor Willem’s zendtijd.
“Gaan we nog even naar beneden?” stelt Willem voor en neemt ons mee naar buiten voor een frisse neus.

Terug in de studio voor het tweede uur besluiten we een pizza te willen bestellen, maar we willen er wel per se eentje zonder tomatensaus. Naast ‘die bodem’ mag je toch wel stellen dat deze rode saus eigenlijk wel het hoofdingrediënt vormt van de Italiaanse lekkernij. Marijn heeft een vriend die bij een ambachtelijke pizzeria werkt en vast wel bereid is ons te vertellen hoe normaal of zo’n bestelling wel niet is. Hij weet dat zijn vriend deze avond niet werkt, dus besluiten we hem te bellen op zijn 06.
“Dus ik bestel een pizza zonder tomatensaus, maar de prijs blijft hetzelfde?” vraagt Willem de pizzaboy een paar minuten later quasiverontwaardigd in het telefoongesprek.
“Ja” antwoord deze koel waarop de verbinding plots wordt verbroken.
“Dat was vast een rare vraag” brengt Willem in de ether en trakteert ons op een veelzeggende glimlach.
“Hij wist het” brengt Marijn uit en trekt hiermee de conclusie dat zijn vriend moet hebben geweten dat hij in de zeik werd genomen. Willem schuift er nog eens een plaatje in en wacht af wat de vriend Marijn zal vertellen die hij kort daarop opbelt. Natuurlijk vernemen we later dat hij het inderdaad door had, maar de verbroken verbinding een andere oorzaak had.

Na een paar plaatjes wil Willem van ons weten wat wij eigenlijk op ons verlanglijstje hebben staan. Zijn vraag wordt hierbij vanzelf getriggerd op het moment dat wij de actualiteiten over de goedheiligman aan het licht brengen en nog even stilstaan bij de nieuwe film van Dick Maas.
“Nou, een struisvogel lijkt me wel wat!” antwoordt Marijn als eerst.  Zijn ogen glinsteren daarbij, maar vertrekken verder geen spieren die zou kunnen verraden dat hij het niet meent.
“Een struisvogel?” wil Willem bevestigd krijgen en trekt één wenkbrauw op. Beide kijken we hem verrast aan en verlangen een toelichting. Zijdelings werpt Willem een blik op het mengpaneel en verzekerd zich ervan dat de luisteraars dit gesprek meekrijgen.
“Wat moet je nou met een struisvogel?” vraag ik hem.
“Nou dat is toch leuk? Ik vind dat hele mooie beesten. Vrolijke beesten met mooie ogen.” Ondertussen stel ik mij een schoen voor waar een lange grijze nek in verdwijnt en doe mijn grootste best een proestende lach in te slikken.
“Kom op nou,” reageert Willem “hoe duur is zo’n beest wel niet? Als ik er eentje voor 15 euro kan vinden, wil ik er best één voor je kopen, maar veel gekker moet het niet worden.” Met die wijsheid besluiten we Google er eens op na te slaan. Een niet veel later zien we Marijn in een moeilijke houding achter een toetsenbord en turen we naar een beeldscherm wat ergens tussen de apparatuur is opgesteld.
‘Struisvogel’ zijn de eerste letters die er worden ingetikt in het zoekveld. En even voordat Marijn zijn zoekterm vervolledigd heeft tot het zoekcriterium ‘struisvogels te koop’, verschijnt er tussen de afbeeldingresultaten als reactie op de halve zoekkreet een angstwekkend plaatje. Voor slechts een fractie van een seconde worden we geconfronteerd met een beeltenis van de gezochte loopvogel die ons demonisch aankijkt met een bek vol scherpe tanden. Je zou het zelf eens moeten proberen. Om je kapot te schrikken.

Afijn, de zoekpogingen op diverse verkoopsites leveren nou niet echt direct de gewenste informatie op die we voor Marijn proberen te achterhalen om hem te plezieren met het gevogelte. Nu treft het toeval dat hij volgende week jarig is. Dus mocht je toch bij hem langs gaan, steek dan niet je kop in het zand, maar geef die vent in vredesnaam een Nationale Struisvogelbon!

By tinusicket | November 18, 2010 - 6:46 am - Posted in Mabuhay, Nederlands, Retourtje naar hier en terug

Fransman Jean-François Champollion lukte het in 1822 als eerste definitief de hiërogliefen te ontcijferen met behulp van de Steen van Rosetta. Op deze donkere granieten steen bleek dezelfde tekst te zijn geschreven op drie verschillende manieren. Door deze teksten met elkaar te vergelijken, waarvan er twee reeds werden begrepen, slaagde hij erin de betekenis van de hiërogliefen te begrijpen.

In het verre verleden moet het ook ongeveer zo zijn gegaan in de pogingen tussen volkeren onderling elkaar te willen begrijpen. Wezen twee personen naar een beekje dan is het aannemelijk dat achter de termen die zij ervoor gebruikten dezelfde betekenis schuil ging. Voor hetzelfde geld had de één kunnen denken “Ah, dus dat is het woord wat zij voor ‘water’ gebruiken” terwijl de ander bedoelde “Kijk uit. Zwem niet in dat water”, omdat zijn gesproken woord voor ‘piranha’s’ stond. Zulke vergissingen kwamen natuurlijk ook voor. Al doende leerde men en het puzzelen wat woorden konden betekenen duurde nog lang voort. Het vastleggen van de woordbetekenis op schrift hielp daar gelukkig wel bij.

Talenknobbel.

In mijn gezinnetje wordt onze dochter tweetalig opgevoed in het Nederlands en het Tagalog, waarbij laatstgenoemde één van de voornaamste talen is die wordt gesproken in de Filippijnen. Dat is een taal die ik zelf erg mooi vind en ondanks het feit dat ik het maar weinig zal gebruiken met andere mensen dan mijn gezin, heb ik mij er een beetje in bekwaamd. Spreken doe ik het nauwelijks, maar grote stukken verstaan doe ik vaak prima. Soms gaat me dat zelfs zo goed af, dat ik ’s avonds aan de eettafel na het enthousiaste gebabbel over hoe het op school is gegaan, niet eens meer weet of ik nou naar het Nederlands of Tagalog heb zitten luisteren. De twee talen lijken in niets op elkaar, maar als je zo gewend bent om naar twee talen te luisteren, merk je op een goed moment het verschil niet meer.

Natuurlijk zijn er tal van woorden die de gang van mijn ene oor naar mijn andere al meningmaal hebben afgelegd zonder dat mij duidelijk was geworden waar het voor stond. Zodat een ware letterbrij zo aan mij voorbij vloog. Iets wat nog wel een tijd zo door zal blijven gaan, tenzij ik er weer eens de moeite voor neem om op te zoeken wat het betekent.

Irritant?

Maar dat gold niet voor het woord ‘kakainis’. Dat is één van de woorden die ik heb geleerd zonder er echt een woordenboek voor te hebben hoeven openslaan. Ik heb het mezelf kunnen aanleren zuiver door te luisteren naar de Filippijnse conversaties hier in huis en de context waarin het werd gebruikt. “Kakainis di ba?”  betekent zoiets als “irritant toch?”. Daarvan wist ik al dat ‘di ba?’ stond voor ‘nietwaar?’.

Nou, reken maar dat ik dat helemaal niet zo irritant vond! Ik heb daarmee juist geleerd dat mijn taalniveau in het Tagalog helemaal zo slecht nog niet is en inmiddels die grens is gepasseerd dat ik betekenissen uit mijn eigen Steen van Rosetta begin te halen:  de context.

By tinusicket | November 16, 2010 - 7:11 am - Posted in Gevleugelde Uitspraken, Nederlands, Verbaal Genot

Mensen  horen in teksten die de hersenen niet goed tot een begrijpbaal geheel kunnen brengen soms de meest rare woorden of zinnen. Dit verschijnsel wordt ‘mondegreen’ of ‘mama appelsap’ genoemd. Welke naam eraan wordt gegeven is afhankelijk van het onderscheid of de gevonden tekst en de oorspronkelijke tekst uit dezelfde taal komen of niet.

Mama appelsap.

“Kun je dat plaatje draaien van ‘Mama appelsap’?” zou een luisteraar van een bekend radioprogramma eens hebben gevraagd. Gescratcht geluid maakt plaats voor de eventuele stilte tussen de vraag en het antwoord waarop de dj verbaasd reageert:
“W-wat?”
De korte stilte komt alsnog en de dj moet zichzelf even herpakken om de link te kunnen leggen tussen het nummer dat deze luisteraar zegt te willen aanvragen en het nummer dat hij of zij er werkelijk mee had bedoeld. Inmiddels weten we dat ‘mama appelsap’ een tekstfragment is dat diegene die het nummer had aangevraagd had herkent in de lyrics: ‘Mama-se mama-sa ma-ma-coo-sa’ uit Wanna Be Startin’ Somethin’ van Michael Jackson. De dj deed er zijn voordeel mee en inmiddels is ‘mama appelsap’ een bekend programma onderdeel geworden van de show. Luisteraars kunnen naar de studio bellen en een poging doen ons ervan te overtuigen dat zij een Nederlandse tekst hebben gevonden in een anderstalige song.

Mondegreen.

Deze tweede term is al wat minder bekend door het feit dat de andere Engelse tekst die in een strofe van het Schotse gedicht The Bonny Earl of Murray werd verstaan in Nederland nog niet echt een eigen geaccepteerde term kent. Om het nog wat ingewikkelder te maken was het meisje dat ‘They have slain the Earl of Murray / and the Lady Mondegreen’ verstond in de tekst ‘They have slain the Earl of Murray / and they laid him on the green’ zelf een Amerikaanse. Nu moet ik nog gaan uitkijken dat ik niemand beledig wanneer ik Engels, Schots en Amerikaans aan elkaar gelijk stel, maar je begrijp vast wel wat ik hier bedoel met teksten uit dezelfde taal. Lady Mondegreen is een eigen fictief bestaan gaan leiden en de term ‘mondegreen’ is sinds 1954 een feit.

Het zal je nu wel duidelijk zijn dat ik een keer niet helemaal goed begrepen werd toen ik zei: “Value those things”.

Heb je zelf een paar leuke vermeende ‘mama appelsap’- of ‘mondegreen’-teksten die je met ons wilt delen? Je kunt ze kwijt in de comments!

De ninja had zich van huis uit door pure belangstelling bekwaamd in een eigen stijl van vechtsporten. Een interesse die hem tot op dit moment steeds in staat heeft gesteld te kunnen overleven. De meeste  ‘kennis’ heeft hij daarbij opgedaan door in zijn jeugd een overdaad aan Bruce Lee, Jackie Chan en Van Damme films te kijken en na te apen. Als kind heeft hij ooit naast wat Kung Fu lessen één karateles gevolgd en dacht dat daar meteen allemaal vliegende kicks zouden worden geoefend, maar toen ze vooral rondjes gingen rennen en veel moesten opdrukken vond hij dat toen erg saai en vermoeiend! Vanuit een meer serieuzere aanpak is hij nog iets meer dan een jaar Tae Kwon Do-lessen gaan volgen, maar het toepassen van zijn vechtkunsten vond hij pas echt leuk wanneer ze ‘fake’ werden toegepast om in rare filmpjes te verwerken.

Het waren deze vechtkunsten, enig acrobatiek en een flinke dosis geluk die hem in Gohes City zo lang op de been hebben gehouden. Tezamen met het samuraizwaard dat hij uit een museum had weggegrist in zijn wanhopige poging zich te verdedigen tegen de lawine van padden en zombies had hij zichzelf in no-time uitgerust als de laatste verzetstrijder.

Laten we nu maar hopen dat de enige pad die hij hier had ontmoet – met een kleur die er tenminste uitzag als die van een pad – hem de juiste hulp kwam bieden. Hij zag er niet echt uit als een kwaaie. Het was eerder een kleine slungel uit een cartoon die de grootste portie onhandigheid kreeg toegeschreven en een aandeel had in de leukste grappen.

De ninja lag nonchalant over zijn bed en hield de pad vanuit zijn ooghoek angstvallig in de gaten. Dit bed moet van de bewaker zijn geweest die het zichzelf makkelijk heeft willen maken toen hij hier nog diensten draaide. De ninja had er vier krappe uurtjes op gelegen, maar nauwelijks echt iets geslapen. Dat was niet alleen omdat hij waakzaam wilde blijven op onverwachte navelkruipers. De Reuze Navelpad stond hier wat vechtkunsten uit te proberen wat hem ook uit zijn slaap hield. Onderweg naar hier had hij een grote lange stok gevonden en stond daar hier nu mee te oefenen. De ninja kon het niet helpen daarbij direct aan Donatello te denken. Je kent hem wel: één van die pizzahappende schildpadden uit de tekenfilmserie Teenage Mutant Ninja Turtles. Nou, maak daar nu maar meteen de Teenage Mutant Ninja Toad van!

Driftig stond de kleine Reuze Navelpad op de controlepost met de lange stok om zich heen te zwaaien. Dat deed hij met de passie van een klein kind dat juist van zijn ouders wat kleding en attributen had gekregen van zijn favoriete actiefiguur. Net de ninja toen hij weer een film van Bruce Lee had gekeken. Het was werkelijk heel komisch om naar te kijken.

Voordat de ninja probeerde wat te gaan slapen had hij de pad gevraagd naar zijn achtergrond. Hij was natuurlijk vooral geïnteresseerd in zijn vermogen om te kunnen praten en het feit dat hij hier als enige bruine pad tussen de anderen rondliep. Daarbij was hij nog ogenschijnlijk vriendelijk ook en leek niet geïnteresseerd in een aanval op de mens.
Op die vragen kwam een één of ander vaag antwoord, verpakt in een lang en ongelooflijk verhaal, waarin hij verklaarde een ontsnapte labpad te zijn. Dit verhaal was zo onsamenhangend en vol van rare namen dat hij er werkelijk geen touw aan vast kon knopen. De Reuze Navelpad was blijkbaar niet zo sterk in het overbrengen van gestructureerde toelichtingen en zette de ninja ongewild voor nog meer vraagtekens. Die rare namen kunnen wij inmiddels wel verklaren: dat moesten de anagrammen zijn!

Wat de ninja ook was opgevallen, was hoe gehecht de pad leek te zijn aan het voorwerp dat hij om zijn nek had hangen. Het was het voorwerp dat hij eerder die dag van de rioolvloer had geraapt en hem in zijn handen had gedrukt om zich mee te verdedigen. Dat had hij gedaan door het kettinkje vast te pakken wat eraan bevestigd zat en ermee rond te meppen. Het ging hier natuurlijk om het zakhorloge!

“Wat heb jij eigenlijk met dat ding?” vroeg de ninja en wees met een kort gebaar naar het zakhorloge. Onze eigen Donatello onderbrak zijn moves en keek naar de etmaluur die om zijn nek bungelde.
“Oh dit?” antwoordde hij en pakte het zakhorloge met beide handjes vast. Hij keek er even naar en keek daarna op naar de ninja.
“Nou, dit is het zakhorloge. Het is wat mij hier heeft gebracht.”
Zowel op het gezicht van de ninja als op die van de Navelpad trok een wenkbrauw zich op. De ninja was nieuwsgierig en wilde het verhaal erachter graag weten, maar de Navelpad was er juist verbaasd over dat de ninja hier naar moest vragen!
“Je hebt het me zelf gegeven … je weet wel … toen bij meneer de Graaf.”
Korte stilte.
“Onzin.” En de vraagtekens op het gezicht van de ninja werden groter. Ze leken verontwaardiging uit te willen drukken. “Ik heb je nooit gezien. En dat voorwerp van jou al helemaal niet.” Met dit antwoord ging hij rechtop op het bed zitten. De pad reageerde niet begrijpend:
“Huh? Toch wel. Je bent zelf naar mijn tijd gereisd om mij dit zakhorloge te geven. Je had zelfs datzelfde zwaard bij je toen je …”

Het was dit moment dat de opgang komende discussie abrupt werd afgebroken. Een knorrend gekwaak werd hoorbaar in de rioolgangen. De ninja keek de pad aan met grote ogen van verbazing, maar bovenal realiseerde hij zich hoe nonchalant hij met zijn plan was omgesprongen om de stad uit te vluchten. Dat kon nu namelijk al wel eens te laat zijn!

Ja hoor, daar waren de padden al. Ze waren vast door zijn mensenvlees aangetrokken. De ninja maakte een vluchtige berekening van de beste ontsnappingsmogelijkheden die zij op dit moment hadden. Hij had nog niet de moeite genomen de gang achter de gesloten deur te verkennen. Dus was dat bij voorbaat geen verstandige optie. De padden blokkeerde de rioolgang die ze anders hadden kunnen gebruiken en blokkeerde meteen de optie om over de brug naar de trap aan de overkant te vluchten. Tenzij ze de padden zolang op een afstand konden houden. Met angst in zijn hart moest hij concluderen dat de enige echte weg om uit dit gevaar te vluchten … de trap naar de oppervlakte was.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Laatste toevluchtsoord
Volgend hoofdstuk: De overbrugging

By rinaoddel | November 12, 2010 - 7:24 am - Posted in Duimzuigerij, Nederlands, Rara Rina

Sjeik El Wyle Kasi woont in woestijn en heeft 17 kamelen 2 dochters met sluiertjes en 3 zonen die de hele dag niks doen. Op een goede dag gaat de Sjeik dood, maar heeft gelukkig een testamentje laten opmaken.

Testament van de Sjeik:
“Dochters kunnen de klere krijgen, maar geen kamelen.
Ali de oudste krijgt de helft van de kudde.
Abdullah de middelste krijgt één derde van de kudde.
Mussa de jongste krijgt één negende van de kudde.”

Nu natuurlijk de vraag: Hoe zullen de kamelen verdeeld worden zonder de bewuste kamelen in stukken te hakken?

By De Waterlander | November 10, 2010 - 7:06 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Nederlands

Beste Schaduw,

Dit stukje stemt overeen met de werkelijkheid. Daarbij moet je dan nog vaststellen welke en wiens werkelijkheid het betreft. Zeker jij zal weten dat werkelijkheid iets is wat niet bestaat en toch ook weer wel. De werkelijkheid is dat ik dit schrijf maar voor jou is het de vraag of ik dit wel werkelijk schrijf.

Misschien schrijft mijn vrouw dit stuk wel in werkelijkheid. Hoewel ik kan verklaren dat mijn vrouw dit soort geschrijf werkelijk als onzin ziet, is dit geschrijf voor mij werkelijk een zeer serieus gebeuren.

De werkelijkheid gebiedt mij ook te vertellen dat ik inmiddels flink ben doorgezaagd door de overheid over een functie in Den Haag. Over gespleten persoonlijkheden gesproken!

Zoals je de laatste maanden regelmatig kon horen, geldt voor mij ook: “Het land roept”.
Nog even afwachten wat het vervolg is, hou je op de hoogte.

Volgende week ga ik een reïntegratie traject doorlopen op Mallorca, doelstelling hierbij is “hoeveel zon kan een werkloze aan?”

Groet,

De Werkelijke Waterlander.

By achmedlien | November 8, 2010 - 7:43 am - Posted in Astronomisch gedachtegoed, Duimzuigerij, Gekalibreerde Gedrochten, Nederlands

image by Photogravy, edited by Gsorsnoi

Bijna anderhalve meter water spoelt een favoriete opnamelocatie binnen van een bekende Nederlandse soap. Het dorpje Oud Velsen is in het verleden menigmaal geplaagd door water en heeft zelfs grond moeten afstaan aan het Noordzeekanaal. Zout water stroomt door de kleinste steegjes en neemt alles mee in haar beweging. De set van Nederlands langstlopende soap blijft niet gespaard. De toren van de Engelmunduskerk beeft in het natte geweld en heeft ook te verduren onder het gebulder dat door de straten trekt. De al oude huizen verliezen de grip op hun fundering en worden door een onbekende kracht opzij gedrukt. De smalle straten van dit karakteristieke dorp verdwijnen wanneer de huizen tot elkaar worden geperst. Meerdere inwoners, acht acteurs en een handjevol crewleden die al vroeg op de set aanwezig waren laten het leven onder dit bovennatuurlijke geweld.

Nauwelijks vijftien minuten later wordt een ander klein plaatsje in Noord Holland gehuld in een zwarte schaduw. Oud Velsen bestaat inmiddels niet meer. Inwoners van het langgerekte maar nietige dorpje Assendelft zien de lucht betrekken en het ochtendlicht verdwijnen.  Er wordt weleens gegrapt dat Assendelft maar één straat heeft en daarmee slechts een veeg huizen op de landkaart vormt. Die mensen die op dit vroege uur al op de straatstenen staan van het iets meer dan één straat tellende en altijd zo vredige dorp,  zien een kolossale schim op zich neerdalen. Als ware het de scènes uit een nieuwe film van Independence Day zo zien zij zichzelf verpletterd worden onder een horizonvullende massa van onbekende samenstelling. Cartografen kunnen Assendelft voortaan uit hun schetsen verwijderen nu zij als half gedroogde verf uit de weilanden de lucht in getrokken is.

Niet veel ten zuiden van deze plaatselijke horror zou suiker gekristalliseerd zijn geworden, had de suiker fabriek van Halfweg nog in gebruik geweest. Een Boeing 747 valt zo’n honderd vijftig meter boven de grond in stukken uit elkaar en trekt in haar val een paar wagons mee van een voorbij sprintende intercity om zich uiteindelijk in de kantoorruimtes te boren van wat eens de suikersilo’s moesten voorstellen. En onderweg van Amsterdam naar IJmuiden boort een draagvleugelboot zich in een massa vlees en verpulvert volledig.

Op spoor 8 van station Sloterdijk razen even later vijf van de overgebleven wagons voorbij. Tot stoppen is deze trein niet meer in staat, zodat deze brandende massa metaal in haar vaart een handjevol wachtende passagiers van de perrons rukt en achter zich in halfverkoolde toestand op de harde rails te pletter smijt.

In de stationshal is een ander drama gaande. Vanuit Malta komt een 185 meter lang bulkschip binnen met op de zwartblauwe romp de letters ‘AYSE AKSOY’. Hij had eigenlijk de Bosporushaven van Amsterdam binnen moeten varen, maar maakt daarvoor in de plaats een paksoi-pitstop in de stationshal. De letters aan de gevel worden met de sponningen en flink veel glaswerk in de ontvangstruimte gesmeten. De neus van dit van oorsprong Japanse schip kiest de Kiosk als haar eerste prooi en boort deze in tweeën.  Gele borden die daarnaast en daarachter tot op dit moment dienst moesten doen om passagiers naar de sporen en hun bestemming te wijzen knakten als broze stokjes onder het gigantische geweld.

Passagiers afkomstig uit de richting van het Amstelstation huilen en smeken voor hun leven wanneer tramlijn 12 ze af wil zetten op het Orlyplein nabij het station. De trambestuurder houdt even voor de plaats waar hij moet stoppen halt en tracht zijn bestuurscabine te ontvluchten. Hij wordt echter doodgedrukt door de passagiers die hij vervoerde en op hetzelfde idee waren gekomen.

Boven de deels vernietigde kantoren van dit westelijk deel van Amsterdam en langs de inmiddels ontstane vuurzee uit de stationshal torent het geweldige lijf van een octopusachtig wezen. Het is de mythologische Kraak die net vanmorgen in de Noordzee is wakker geworden met een verschrikkelijk ochtend humeur.
En hij haat maandagen!

image by rpongsaj, edited by Gsorsnoi

Dit is hem dan. De eerste Vuurspugende Zonsverduistering Detective in de maandelijkse spelserie.
Help je Karel weer met het oplossen van onderstaand mysterie?
Lees hier de spelregels.

Let op! Er is één spelregeltje bij gekomen die jullie op het goede spoor kan zetten om de zaak op te lossen. Om sneller tot de ontknoping te komen kun je Karel vragen stellen over de zaak. De vragen kosten ZB 25,-. Lees er meer over in de spelregels.

SPAARNWOUDE – De sporter was nog in shock op het moment dat wij met ons team arriveerde. De melding kwam binnen van de clubeigenaar die de politie vertelde dat er in een bunker een schedel was gevonden. Zo’n melding wordt natuurlijk altijd direct serieus genomen, maar je moet het me niet kwalijk nemen dat ik bij het krijgen van deze informatie me al begin af te vragen of we niet iemand moesten meenemen die bekend is met de methodes van koolstofdatering.
Die bleken we inderdaad niet nodig te hebben. Deze schedel mocht misschien wat verkoold en flink geschaafd zijn, maar hij zag er inderdaad niet uit als een oorlogsslachtoffer uit lang vervlogen tijden. Deze man was hooguit twee weken dood.
Magere Hein had weer eens een foto met zijn initialen achtergelaten. Ditmaal van een cijferslot. Zou deze man vermogend zijn geweest?

Oorspronkelijke beloning gouden tip:  ZB 1.500,-

{KETTINGZAAG}:
Eén manier om iemand met veel geld om te leggen is natuurlijk door hem gewoon een kogel door het hoofd te jagen. Had dat het geval geweest dan hadden we hier waarschijnlijk wel iets meer gevonden dan alleen een halfverbrande schedel. Guillotine-executie  of  een ruwere hoofd-rompscheiding  met een kettingzaag is hier ook niet het geval geweest. Dan had de schedel op de plaats waar de nek ooit heeft gezeten veel systematischer of minimaal met vlak of juist gekarteld vlees zijn afgewerkt. Maar wanneer we dit hoofd bekijken dan lijkt het me eerder dat iemand zijn hoofd er met bruut geweld af heeft gerukt.
Waarom ligt dit hoofd trouwens maar half begraven in deze [AANWIJZING] zandbank?

<SPOREN VAN EXPLOSIEVEN?>
Aangezien we van deze man enkel een verbrand hoofd hebben aangetroffen in een bunker, zijn we opzoek gegaan naar sporen van explosieven. Hoe anders had dit hoofd van zijn romp zijn gerukt? Helaas leverden een uitgebreide zoektocht naar explosieven weinig op. Wel zijn we bij het zoeken daar naar gestuit op enkele bloedspatten in het gras en in het zand, maar in veel [AANWIJZING] kleinere hoeveelheden dan ik zou hebben verwacht wanneer iemand op deze plaats opgeblazen had geweest.

<AANWIJZINGEN DUUR AANWEZIGHEID STOFFELIJK OVERSCHOT?>
Inmiddels is het hoofd opgestuurd voor forensisch onderzoek. Die lieten ons weten dat het persoon aan wie het hoofd toebehoorde al meer dan een week dood moest zijn geweest.
Op het eerste gehoor zei ons dat nog niet zoveel over de tijd dat het hoofd in de zandbank van deze golfclub heeft gelegen. Maar uit de diepte waarop de schedel in het zand was ingezakt konden we wel opmaken dat de schedel hier met [AANWIJZING]enige impact in het zand terecht moest zijn gekomen. Tenzij de wind ons een handje heeft geholpen. Maar zelfs dan. De schedel lag tot zijn half vergane kruin begraven!

{OPGEBLAZEN KLUIS VAN GOLFCLUB}:
Ondertussen zijn wij eens gaan kijken of we op deze golfclub iets meer te weten konden komen over sporen van braak. Hierbij hebben we de eigenaar van de sportclub ondervraagd die ons vertelde dat hij bijzonder gechoqueerd was door dit hele voorval. “Inbraak? Opgeblazen kluizen? Heb je het weer van deze zomer al eens bekeken beste rechercheur? De zaken zijn dit jaar echt niet zo best geweest. Laat staan dat we geld hebben om in een kluis op te slaan. Maar er wordt wel geregeld de nodige rommel [AANWIJZING] gedumpt op ons terrein. Vooral  op die banen levert ons dat een hoop opruimwerk op.”
Uiteraard zijn we nog wel even gaan kijken bij de kluis, maar hebben deze leeg en onder het stof aangetroffen. Sporen van braak konden we uitsluiten.

{ONTHOOFDE PARACHUTIST}:
Terug naar de plaats waar we die schedel hebben gevonden dan maar.
Die schedel hebben we na het maken van foto’s vervangen door een blauwe bal die als dummy fungeert. Het zand werd zo teruggeplaatst als we het origineel hebben aangetroffen en ik moest hier toch uit concluderen dat het hoofd niet letterlijk uit de lucht is komen vallen. Dat wil zeggen: niet loodrecht. Hier zijn geen sporen van een verongelukte parachutist of iets dergelijks.
In dat geval zou de schedel geen grote hoeveelheden zand recht bovenop het schedeldak hebben liggen. Nogmaals: zolang we de windinvloeden uitsluiten.  Aan één kant van de schedel is het zand duidelijk dieper ingedeukt dan op andere plaatsen erom heen.
Zouden we de lijn van het hoofd door deze ondiepe zandgeul doortrekken dan kunnen we wellicht achterhalen uit welke richting deze schedel gevlogen is. En wat zou die eigenaar toch met die plaatselijke vervuiling bedoelen? *Kuch*! Goed voor de gezondheid is het in elk geval niet om [AANWIJZING] juist hier je golfbaan te willen aanleggen.

{AFREKENING OP OUDE VUILSTORT}:
En dan heb ik het natuurlijk niet over een oude vuilstortplaats die hier zou hebben gelegen voordat de golfbanen aangelegd werden. Een specificatie van de autopsie levert een preciezere duur op dat het persoon dood moest zijn: 10 tot 12 dagen. Die golfclub bestaat vast al langer! Zelfs al zou de dader de golfbaan abuis voor de oude vuilstort hebben aangezien, dit luchtje rook anders.  Persoonlijk heb ik het niet zo op sporten in de [AANWIJZING]smog.

{VERASSING DOOR STEEKVLAM}:
Even flitste er een gedachte door mijn hoofd of het niet toevallig een golfer was geweest die verongelukte bij het terug willen krijgen van zijn balletje uit een verbrandingsoven, zodat deze door een steekvlam …. Neh! Dat is te ver gezocht. Bovendien zou zijn hoofd zijn verpulverd wanneer de steekvlam al krachtig genoeg had geweest om de kop van zijn romp te scheiden.
Hey, het lab heeft nieuws. Ze hebben [AANWIJZING] bitumen gevonden in de afgeslepen kaak van het slachtoffer.

{ONTHOOFDING DOOR ASFALTLAAG}:
Bitumen … bitumen … dat is toch dat materiaal wat in dakbedekkingen wordt verwerkt? Zoveel huizen met dat type dakmateriaal zie ik hier anders niet. De meeste gebouwtjes van deze golfclub staan aan de andere kant van …  aha … [AANWIJZING] de snelweg!
Dat ik daar niet eerder op ben gekomen. Bitumen zit natuurlijk ook in asfalt verwerkt. Dat verklaart ook meteen waarom er bitumen in de schedel is gevonden. En de slijtage op de kaak met restjes asfalt erin moet erop duiden dat de kop over het asfalt heeft gerold.
Toch snap ik die Hein dan niet helemaal: een cijferslot, explosies en onthoofding door asfalt! Hier klopt iets niet helemaal.

{OVERVAL EN EXPLOSIE WAARDETRANSPORT}:
Ik heb er even over moeten brainstormen, maar uiteindelijk kon ik het verband met de explosie en het asfalt leggen: er heeft een explosie plaatsgevonden op de A9 en heeft de schedel van de weg af geblazen richting de golfclub. De eigenaar kan gerust zijn. Als dat het geval is, dan hoeft hij niet bang te zijn voor een groter ledenverlies door negatieve publiciteit omdat er een moord op zijn terrein gepleegd zou zijn.
Nu die explosie op de snelweg. Laten we eerst eens in de nieuwsbladen duiken. Zien of we iets kunnen vinden over recente ongelukken op deze verkeersslagader.  Overvallen op waardetransporten, niets; terreuraanslagen, ook niets; … hmm …. Dit artikeltje over die vrachtwagen moet ik even [AANWIJZING] uitknippen.

<INHOUD UITGEKNIPT ARTIKEL>
“Grote ravage op de A9 nabij Golfclub Spaarnwoude. De zware explosie met een LPG-tankwagen was tot in het centrum van Haarlem hoorbaar. Woensdagmiddag schaarde de tankwagen met een nog onbekende oorzaak. Mogelijk was het weggedrag van overige weggebruikers een gevolg van een uitwijkmanoeuvre was waarbij de chauffeur de macht over het stuur verloor.  De burgemeester van de gemeente van Haarlem heeft laten weten ontdaan te zijn na het horen van dit vreselijke voorval. Het mag een geluk heten dat de tankwagen niet volledig gevuld was. Anders hadden er veel meer slachtoffers kunnen vallen. Het onderzoek is nog in volle gang, maar volgens een woordvoerder van de politie is er geen drank in het spel.”
Hey fijn. Ik moest  maar eens gauw wat navraag gaan doen bij mijn korpschef. Die had mij toch al eerder moeten informeren dat er een ongeluk van dergelijke omvang hier in de buurt had plaatsgevonden. Natuurlijk had ik zelf ook beter mijn huiswerk moeten doen wanneer ik in een andere regio wordt ingezet, maar je weet hoe die dingen gaan.
Nu moest ik eerst maar eens antwoord zien te krijgen op de vraag: “waarom paste die chauffeur van de LPG-tankwagen een uitwijkmanoeuvre toe?”

{GERAAKT DOOR EEN LPG-TRUCK}:
Ik voelde de nadering ontknopen. Maar we waren er nog niet. Want we wisten nog altijd niet of de schedel aan de chauffeur toebehoorde of aan een andere weggebruiker. Hadden we hier misschien te maken met een plotseling overstekende sportgolfer die zijn balletje aan het zoeken was? Of was er überhaupt een voetganger in het spel die zich wat erg dom voor deze LPG-truck gepositioneerd  had?
Het antwoord op deze vraag kwam wederom van het lab. Ditmaal eveneens gevoed door het nieuwe inzicht dat mijn zaak met die van de verongelukte tankwagen verbond. Het hoofd werd al langer gezocht. En behoorde toe aan een [AANWIJZING]ambulancebroeder!
Nu snap ik Magere Hein niet: wat heeft het cijferslot nu in hemelsnaam met een geëxplodeerde ambulancebroeder te maken?

{OPGESLOTEN CHAUFFEUR}:
Zou de ambulancebroer soms omgekomen zijn terwijl hij de opgesloten chauffeur uit zijn benarde positie wilde bevrijden? Dan zou de LPG-tankwagen alleen wel een hele tijd als tikkende tijdbom op het asfalt moeten hebben gelegen en verklaart nog altijd niet wat er de oorzaak van was dat de wagen was gaan scharen.
Een rechercheur uit het gerelateerde onderzoek vertelde mij dat er buiten de chauffeur, enkele andere weggebruikers die bij de tankwagen reden en de ambulancebroeder nog één vrouw was omgekomen. Maar zij overleed in het [AANWIJZING] Rode Kruis Ziekenhuis aan een hartstilstand.

<WAS DE AMBULANCE AL OP DE WEG?>
Dit bracht mij op het idee dat de ambulance al op de weg aanwezig was toen het ongeluk plaatsvond. En dat bleek inderdaad het geval. Een rechercheur uit het parallelle onderzoek bevestigde deze theorie. Tezamen met het onderzoek waar mijn team zich mee bezig hield konden we tot de conclusie komen dat de ambulance [AANWIJZING] voor de tankwagen moet hebben gereden toen het drama zich voltrok.

{LPG TANK SCHAARDE DOOR UITWIJKENDE AUTO}:
Dit leidde mij tot de theorie dat de truck heeft moeten uitwijken voor een automobilist die voor de ambulance moest uitwijken of dat de truck misschien zelfs wel zelf op de ambulance heeft moeten anticiperen. De ongelukkige afloop van die beslissing kennen we reeds. De truck schaarde, kantelde en explodeerde waarschijnlijk nog geen halve minuut later. Van de chauffeur is destijds op een paar vingerkootjes na, geen herkenbaar stoffelijk overschot terug gevonden, aldus de collega rechercheur.
[AANWIJZING]: Het slot van dit onderzoek zullen we nu dus ongetwijfeld in de ambulance zelf aantreffen!

{SLUITING ACHTERDEUR AMBULANCE}:
“Waarom konden ze ons niet naar het Kennemer Gasthuis sturen? Dat is hiervandaan toch veel dichterbij? Straks redt ze het niet alleen maar omdat wij over die vervloekte A9 moesten” mopperde ambulancezuster Caroline tegen haar collega en deed haar best om zich tegenover de patiënt onverstaanbaar te houden. Het is een bekend gegeven dat de situatie van een patiënt kan verslechteren wanneer zorgverleners zich op enigerlei wijze negatief uitspreken over het vooruitzicht.
Ambulancebroeder Ed keek door het achterraam van de ambulance om zichzelf een idee te geven hoever zij zich al op de A9 hadden verplaatst. Achter hen reed een LPG-truck en belemmerde hem deels het uitzicht op de snelweg en de omgeving. Juist wanneer Ed zich dichter tegen het glas bewoog en hierbij druk uitoefende op de sluiting van de deur om beter zicht te krijgen, realiseerde hij zich dat de deur slecht vergrendeld was. Dit besef kwam echter te laat. De deur zwaaide open en Caroline reageerde geschokt toen ze zag hoe haar collega naar buiten werd gerukt.
De situatie van de patiënt verslechterde.

Voor de ambulancebroeder kon de situatie niet slechter.  Hij kwam recht voor de LPG-truck op het wegdek terecht en maakte dat de chauffeur tot de schrik van zijn leven kwam. Ook voor hem zag het er slecht uit. Hij verloor de macht over het stuur en liet de wagen scharen.

Het asfalt werd vlug besmeurd met een rode streep bloed die zich tekende onder de tankwagen over de afgelegde weg. De broeder was met zijn hoofd tegen het rechter voorwiel gekomen en was opslag dood toen zijn lichaam onder de truck werd weggerukt.
De inmiddels fiks geschaafde schedel rolde maar heel even en heftig door op het voorwiel totdat het wiel een andere richting koos. Een explosie volgde niet veel later nadat de tank van de wagen al op zijn kant lag en in stukken scheurde. Het hoofd van de ambulancebroeder werd hierbij in de druk van de explosie een flinke zet gegeven en kwam nog brandend even verderop in een bunker van het nabijgelegen golfterrein terecht. Hier was geen sand wedge tegen opgewassen!

Beloning gouden tip van ZB 900,- toegekend aan BoB de Winter.