image by darkpatator and Kashiff, edited by Gsorsnoi

Vluchten moest ik voor die bloedhonden om het er levend vanaf te brengen. Zo snel ik kon moest ik mij verwijderen van het huis van Der Witregels. Hoe eerder hoe liever en hoe sneller hoe beter.

Het koste mij zowat het laatste beetje energie dat ik nog in mij had om mij op een veilige afstand van zijn onderkomen te brengen. En toen ik eenmaal een beschutte plek in een bos had gevonden waar ik mij even kon terugtrekken, wist ik dat ik ook daar niet lang zou kunnen blijven.
Ik begon sterretjes te zien en stortte mij neer op een mosbed. Alles draaide om mij heen. Bomen leken vastgezet op de draaiende schijf in een draaimolen met mij vast op één punt in het midden. Languit lag ik daar in het natte groene mos, met een slappe buik die lag te pruttelen van misselijkheid. De energie vloeide uit mijn ledematen zodat ik niet langer het gevoel had ze met mijn toch al beperkte hersenen te kunnen aansturen.

Een boer maakte zich los van mijn maag en schoot omhoog. Veel smeriger had ik mij een smaak niet kunnen voorstellen. Maar net dat ik dacht dat een smerigere smaak niet mogelijk was, begon ik over te geven en zou ik hebben gezworen dat ik uit elkaar gerukt zou worden en in een verscheurend pijn zou sterven. De gore smaak die het vergezelde werd verdoezeld door de wrede pijn.

Daar lag hij dan: Explodeer Lacht Dan. Naakt en gehuld in het slijm uit mijn binnenste, trillend van de shock. Zijn armen en benen hingen slap naast zijn lijf. Weinig energieker dan ikzelf. Van zijn ogen was alleen het wit te zien.
Wie had gedacht dat ik er toch in zou slagen een persoon binnenste buiten te keren en in mijn lijf op te zuigen?

Voor mij was nu wel duidelijk waarom ik mij zo slap voelde. Deze politicus was een vreemdeling in mijn lijf waar ik mij zo snel mogelijk van moest ontdoen. Ik begon mij langzaam al iets energieker te voelen nu ik hem van mij had losgemaakt.
Het moge duidelijk zijn dat meneer de Graaf er niet in was geslaagd om mij in staat de stellen alle levenssappen los te zuigen uit mijn slachtoffers en deze binnen te houden. Met Obama Debat Heul was het mij per ongeluk bijna gelukt, maar hij kwam toch weer naar buiten.
Het is ook goed mogelijk dat iets in mijn persoontje het gewoon niet kan verkroppen een leven te nemen om meneer de Graaf te helpen met zijn duivelse plannen.

Zolang ik er de energie nog voor had moest ik mij weer uit de voeten maken. Dan maar terug naar het slot. Als ik maar zo ver mogelijk van die Der Witregels kon zijn. De nacht dat ik voor de zoveelste opeenvolgende nacht levenssappen bij de politici kwam halen mocht dan voor mij een donkere bladzijde zijn geweest in mijn slurpend bestaan, het zou gelukkig ook mijn laatste karwei zijn die ik voor meneer de Graaf hoefde op te knappen.

Nu moest ik terug door zijn landgoed naar het slot. Een route die je angstvalligen niet zou durven aandoen, omdat het landgoed bewaakt werd door allerlei misbaksels van gemuteerde slachtoffers. Gelukkig voor mij kende ik de route als mijn broekzak.
Maar op een lege maag was dat wel een opgave.

Terwijl namen als Sinus Woedeaanval Rel, Etende Verf en Caviahaar Rotalgen in mijn kop brandden door mijn honger naar energie, werd ik gadegeslagen vanachter de bomen. Waarschijnlijk was hij er al toen ik in gevecht was met mijn maaginhoud. Ik zou daar in elk geval niet meer achter komen. Wat ik wel weet is dat ik verder strompelde en op een goed moment realiseerde dat ik niet alleen was.
Starende naar het grauwe bos van het landgoed doemde Stein ineens voor mij op.
Stein is ook een volgeling van meneer de Graaf. Net zoals ikzelf is hij ooit ook als product geboren uit zijn experimenten. Stein is klein in tegenstelling tot zijn grote broer Frank. Hij is de snelle van de twee door zijn vermogen om zichzelf te verplaatsen in een snelheid die vele malen hoger ligt dan de snelheid van het geluid.

Stein kwam mij oppikken om mij naar het slot te brengen …
… waar ik zonder hem nooit levend had aangekomen.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Der Witregels
Volgend hoofdstuk: Het zakhorloge