image by risastla, edited by Gsorsnoi 

Hoe vreselijk is dit alles!

Zie mij hier nu gaan op mijn fietsje, onderweg naar het volgende slachtoffer. Een onschuldig individu, die het toevallig heeft getroffen naam te maken in Nederland, ligt nu nietsvermoedend in bed tot ik mijn slag zal slaan. Aangespoord door het woord van meneer de Graaf. Die vreselijke man die mij heeft gemaakt tot wie ik ben.

Dadelijk sluip ik bij deze persoon naar binnen om – als ik mijn werk goed doe – de carrière van deze persoon voorgoed de das om te draaien. Ik kruip op de buik en in de navel om datgene weg te nemen wat het persoon groot heeft gemaakt. En dan zou ik eigenlijk zoveel moeten wegnemen dat het slachtoffer eraan bezwijkt. Maar dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen. Iets waar ik nog elke dag straf voor krijg. Meneer de Graaf heeft natuurlijk wel over zijn instrument voor deze methode nagedacht. Kijk maar naar mij. Wat ben ik nou eenmaal? Een kleine pad. Zo één in een dozijn maal een dozijn padden die jaarlijks in een paddentrek de weg oversteekt. Ik ben klein en flexibel genoeg om mij in het zo onamfibische orgaan als de menselijk navel te wurmen. Of is dat niet toch een beetje raar?

Ik wil dit zelf helemaal niet. Dus waarom ben ik het die deze duistere taak toegewezen heeft gekregen? Had hij niet een andere pad kunnen oprapen van de weg om via zijn experimenten te worden tot wat ik ben? Dan was ik liever overreden door zo’n blikken mobiel. En waarom kan ik wat ik kan? Een pad is toch niet gemaakt om in navels van mensen te kruipen? Het enige wat ik mij herinner is dat ik toen ontkwaakte uit die glazen bol en ineens kon wat ik nu kan.

Nu heeft hij mij gestuurd naar deze onzedige missie. Een missie die grote gevolgen zal hebben voor het Nederlandse regeringsstelsel. Eentje die misschien wel een hoop stemmen zal doen op gaan, mogelijk in de verkeerde richting. Mensen zullen dadelijk met hoofdpijn het rode potlood hanteren. Ze zullen moeten nadenken welk hoofd zij ditmaal moeten gaan kiezen. Slechts weinigen van de bekende politici zullen overblijven door de acties die ik deze nacht ten uitvoer zal brengen.

Het is mij al eerder gelukt om Kieviten Denken Blaba ten val te brengen. Het vierde kabinet van Pandabeer Kenneltje. Sommige mensen zien in Wou Sorbet’s partijopvattingen over de missie Uruzgan misschien een carrièrehoogtepunt voor deze politicus. De één ziet hem als een held. De ander tekent hem af als de grootste schande van deze kabinetsperiode. Ik was het in elk geval die hem ertoe heeft aangezet alles op het spel te zetten. Onder het mom van ‘ik wil meer tijd in mijn gezin steken’ trad hij af. Hoe kon hij ook anders? Gas Tanken en Cruesli Gemalin zouden spoedig volgen.

Het is nu mijn taak om het Mistsein in Draaiboek verder te ontbinden. De enige die er wel bij varen zijn mijn Graaf en die verschrikkelijk Der Witregels. En dan vooral die laatste. Simone is in Irakdebat komt hem wel goed uit. Zijn succes wordt aangesterkt door deze Opgeknapte Sprot. Hij was toch al bijzonder begaafd met het tot zich trekken van een hoop aandacht. Nu met deze situatie waarin het kabinet verkeert, zal hem dat zeker geen windeieren leggen.

Eerder heb ik getracht om ook zijn levenssappen te ontnemen. En oh, wat was ik daar graag in geslaagd. Ik zou voor het eerst mijn meester hebben kunnen verblijden met een slachtoffer dat niet meer zou opstaan. Hij zou mij zijn lof hebben gegeven voor het tot een succes brengen van een slurping. Voor het eerst zou hij trots op mij zijn geweest.

Maar ik faalde. Of eigenlijk faalde meneer de Graaf zelf. De methode was niet sluitend. Der Witregels won het van mij. De trance waarin het slachtoffer had moeten geraken door mijn navelkruiperij kwam niet tot stand. Der Witregels was gewoon werkelijk te sterk en te zwart van binnen om mij mijn gang te kunnen laten gaan. Deze man zit zo vol haat en koestert zo’n slechte wil tegenover de doelen in zijn politieke agenda, dat ik hem zijn successen niet heb kunnen afpakken.

In plaats daarvan heb ik het in hem losgemaakt.

Wordt vervolgd.

Vorig hoofdstuk: Pervers Kind
Volgend hoofdstuk: Twee Kwaden